VRIJDAG,
A°. 1S44.
E Y I) S C H E
/■etroffen. Dli ay
redtn tot ifs[toay
ten deel ce nemen,]
oor het tegenwooJ
Ijdlg net ille begij
er, niet in te ii„i
It eene ••nnemlnjJf
In ons Vaderlsnd
r die allen te »|J
org, dat eenlge i]
Het is dm ondit]
rdoor alleen het
door de oppositie
iaan de Kamer it,.
onheil van hetfl
eelt kunnen vim,'
noeiielijkheden i|.
In 1839 tot de bit
Aid Synd. heelt, (I(I j| alhier de 47ste verjaardag van Z. K. H. Prins Frederik der
iet geven van m, ,^.;n 0p <je gebruikelijke wijae gevierd.
h'1 °°'i-ft" Mai- *lee^ "n A Hazenberg op zijn verzoek eervol ontslag ver-
je hebhenali„jjje Luitenant bij de 4de compagnie van het bataljon rustende
n bedenkingen,,,, ,in bet 4de district van ZuidHolland en in zijne plaats benoemd
reker teo slotv, jjL*.
iioiwoorden,!;,^ .heeft aan J. van den Berg Jr., Broeder der orde van den Neder.
(hen Leeuw, vergunning verleend tot het dragen der Medaille van Bur-
rburgh en Riftl»u|enlIet, hem door Zijne Maj. den Koning van Zweden en Noorwegen
if de insisndhonijkeB,
vsn goede vrttf
NEDERLANDEN.,
Letdbn, 29 Februarij.
Zijner Majs. stoom-chip Curasao en het transportschip Met we ie sollen
l r»ar de West-lndië vertreden; het eerste ter aflossing van het
jjhip Etna* hetwelk reedt meer dan anderhalf jaar in de West-Indische
d beeft gekruist.
-Hire Maj- de Koningin heeft aan het te Amsterdam gevestigde Ge-
}P*n DujmattAtp; Ter verzorging van behoeftige Nederlandsch-hraelitische Kraam
1, 100 doen geworden.
\h utdag II. is de heer Mr. B, van den Velden als lid van den Hoogen
Lelnsialieerd.
'Uit Rotterdam tneldt men, dat In den nacht van den aksten op den
gedurende een kortstondig doch hevig onweder, de bliksem gesis-
1 den houtzaagmolen van de hetren J. van Tomputte en Zonengele-
If'Io de bchans tusschen genoemde stad en Overscme, genaamd; de Jonge
(je molendie geheel afgebrand is. was tegen brandschade verzekerd.
Te Leeuwarden ral den eersten Woensdag van de maand Juiij aan
eene tentoonstelling gehouden worden van voorwerpen van kunst en
mgezer.
Tweede Kimt:
an dit berigt,
leden, wurm
'(J geooodzuli
ce Amsterdia,
I -Mutteh
"eal 46,*,.
Olge der AdraJ
de alom hekendtr
ig ook zal met dJ
zich volgaaraei
ndrkastvsli
iu.a aruclsapij
Februari/' 1844,
lirteaestraat
drage van den At
naam,
ELJF.E,
'c X.
rekenen ran Ri
'e geeenrinuiii,
""letden
her hjjeijr
TE DEN:
Ie KEtJEN
ierd de Z01
uiddags
eCtvan'i
een door li
gegeven,
•sn den
Iden p.T
Brieven
ZOON.
TAL1AA
■LANüSI
enne te
ent.
den B01
plaatsen 11
d
n bij den ti
er letten^
Opgi'l,
er en
SEN, 1
TKELDl
ie en i
amiddatfC
de Cati
ER,
I. I.)»
ran del
tl den I8dcn ótj"0' door Vrie2en vervaardigd.
Uk 's Gravenhage meldt men vin den a8sten:
de Heer I. Der A zitting van de Tweede Kamer der Siatcn-Generaal vin heden zgn
jitdflagiDgen over de oelastingswet voortgezet.
beer van akerlaken is geen voo'itander van heffingen op bezittingen
|omnt'n zoj lang er andere middelen zijn maar hij betreurt dat de nood
{Uetd daartoe dwingt. Ware de conversie aangenomen, dan had men dit
boetd. Hij eerbiedigt nogtans het genomen besluit. Maar de achter
lijn bin ven bestaan; het evenwigt is niet te herstellen, zonder
jitwoou ofler. Steeds is door de Kamer op het nemen van doortastende
Bebuwo-Kin<j. rgeieo aangedrongen; de Regering voldoet aan oen wensch deswege,
in leven L\ meo wedt nu een hevigen tegenstand, zonder ie.s be ets in de plaat!
Hen, De spreker ontwikkelt vijf punten, als: 1°. dat de noodzakelijk.
óe uitgaven bestaai a°. dat door derzelver toestemming de finantien
feno, )et evenwigt derzelve hersteld worden; 30. dat de voorgestelde
JpJü*t zoo bezwarend *11, dat dezelve niet zou kunnen gedragen
il 4®. dat de hepaf r.gtn niet zoo fiscaal en onzeketijk zijn, als men
•li voorgedragen en 50. dat de bepaliog dat arm- en weeshuizen aan
•ttferir.g zullen deelnemen niet zoo anti-natjonaal en onregivaardig is,
rom né wet af te stemmen. Er bestaat wel geene wiskunstige
beid, ma^r toch hooge mate van waarschijnlijkheid voor het slagen van
ijenwoerdige middel. Men heeft ook de kans- van meerdere opbrengst
111-lnd sche baten. De belasting is niet ondragelijk. Ieder die minder
jcoo bezit is vrij. Zij die in de daarop volgende klassen komen.
Hechts weinig te betalen, en dit slechts over twee jaren, en slechts
- tens. Zij voor wie dit nog te moeijelijk mogt zijn, zouden bij meer-
AIHAL Meerden kunnen leenen, en bij termijnen in geringe hoeveelheid terug
De strafbepalingen moeten niet afschrikken; die zijn niet voorde
Jilligen maar voor de oneerlijken. Spreker ziet in hei afleggen van den
'dag den^MjjDiij een groot bezwaar niet. Hij vertrouwt hieromtrent te veel op dat
iljjk en god.dienstig gevoel der Nederlandersdan dat hij ze als een
roeineedigen zou beschouwen. De opoffering, door de liefdadige
leo te brengen, zal juist geschikt zijn, om ze voor groote rampen te
en. Men heeft te kiezen tusschen eene tijdelijke opoffering af het
oer. Hieromtrent zal in Nederland de keus niet twijfelachtig zijn.
beer Schoor,eveld betreurt steeds de niet aanneming der conversie-wet,
it daardoor groote schokken waren voorkomen. Daardoor is men tot
tot de tegenwoordige wet gekomen. Het eerste derzelve is slechts
baar. Hij Mdt vuriglijk, dat ce leening volschreven zal worden, maar
't het nier. Men zai dus tot de belasting moeten overgaan. Daar tegen
bij vijf bezwaren: i°. de blootlegging der fortuinen in een land van
ercie. waar veel van bet crediet afhangt; a°. het afleggen van den
ui' 3°* vereeniging der belasting op de bezittingen en de inkomsten
1 J1" 00^ P'euse gestichten belast worden, 5°. de bepalingen nopens
1 jQpPPiziiën, Men wiist, tot verdediging van een en ander, op het
fen juk der noodzakelijkheid, en de keuze tusschen het middelen en een
roet. Du is echter het stelsel van intimidatie, dat sedert 10 jaren zoo
oaheila berokkend heeft. Hetgeen wordt voorgesteld, moet op zich zelve
ld rijn. Er zijn betere middelen voor banden. Het voorstel van een*
ngeleerde uit Rotterdam kan, mee eenige wijzigingen vooral, in aanmer-
|f kotnen. Doch door de verwerping zal geene bankbreuk ontstaan. Het
iflagchelijk dat eene Natie die in 9 jaren arie honderd mill oen genego-
heeft, voor 35 miliioen bankroet zou gaan. De aanneming veeleer
t gevolg kunnen hebbenwanneer de belasting niet aan de verwachting
(woordde, cd men niet op nieuw zulke groote maatregelen zou kuooen
rdrigen.
je heer Taber van Riemsdjk aandachtig aan her: Doe wel en 2^ niet om%
liart zich ten voordeele van de wet, als geboden door de noodzakelijk
R sT' 'asteo bestaan, men moet dus de voorziening te baat nemen. De
„aPe lienmiog van vorige maatregelen heeft daartoe gebragt. De winst van
lfl^ h De gewone belastingen kunnen niet worden ver
r De"iogd, en zeker niet tot eene mate, als noodig zou zijn, om eene vrijwil-
conversie tot stand te b'reogen. Sedert lange is in de afdeelingen een*
inastenden maatregel verlangt. De Regering heeft dien vastgesteld;
moer de Kamer er met voor terugdeinzen. Eene belasting op de bezit-
igen kan zeer goed en doelmatig werken. Ieder ingezeten draagt naar zijn
i'mogen in de algemeece behoeften. Tegen alle belastingen kuDnen be-
'iren worden gemaakt. Het doel behoort niet uk het oog te worden ver-
to» Door eene vrijwillige deelneming kan de leening volkomen worden,
li#* en belang gaao baod aan hand om de boop daarop te vestigen, pie
iV. 27.
COURANT.
1 MAART.
niet vrijwillig ïlj'n belang heeft willen behartigen, wordt door pfigt daartoe
gedsergen. Spreker bejammert, dat liefdegestichten in den maatregel
begrepen zijn; doch het algemeen belang moet het overwigt honden.
AHe adressen tegen rie wet kan men niet als de ntrdrukkiog van de algemeen®
opinie beschouwen Velen waren eensluidende. Spreker tracht nog verschel»
dene gemaakte hedenkingen te wederleggen. Hij acht de wet niet in strijd
met de grondwet. Er is hier geene ontzetting van eigendom, vsn een be
paald goed, maar eene belasting, ten nutte van den Sciat. E ke belasting,
elke accijns afstand van een gedeelte der bezitring, die men moet afstaan.
Are, 191 der grondwet vordert eene wet, om belasting ce heffen, maar de
aard der belasting wordt daarbij niet Gepaald.
De heer van Heioma acht orze staats instellingen te kostbaar en te om*
llagcg, en beschouwt dit als de ware oorzaak van al die te korten en ach*
terstanden. Nu wil men denzelfden weg blijven bewandelen, die tot dezv
ongelegenheden hebben aanleiding gegeven. Als men van 1840 en 41 af de
begroeiingen höd verbeterd, dan zoude de zaken niet gekomen zijn op de
tegenwoord gen voet van achteruitgang. Dagelijks ziet men nieuwe uitgaven
doen, en nu wit men te hoog opgevoerde lasten nog vermeerderen. Men
maakt vergelijkingen met vroeger iiid, doch men vergeet de tegenwoordige
provinciale, plaatselijke en andere uitgaven, die de ingezetenen moeten be
talen; men vergeet den snijtand en achteruitgang van alle takken van volks
welvaart, men vergeet, dat alle klassen derzelver inkomsten zien verminde
ren, dat de armoede zeer toeneemt. In dezen stand van zaken, valt op de
Vaderlandsliefde der ingezetenen met geen grond te rekenen, indien bij de
dekking van het verledene en het tegenwoordige, niet ook de toekomie
worde in acht genomen. Onder de iliusien van den dag behoort het denk
beeld, dat de leening van. 117 miliioen, onder zoodanige voorwaarde als bij
het ontwerp is voorgesteld, zou vol komen. In 1830, 31 en 32 was de
geestdrift ten top gtstegen, en nogtars zijn toen de leeningen niet volge
schreven, ofschoon met veel hooger rente. In plaats van die geestdriftia
er zeker wantrouwen in de plaats getreden. De waarheid is, dat er iedere
1830 te vele offers van de natie zijn gevorderd. De redenaar herinnert
hoe een spteker uit Noord-Holland, die nu voor de wet is, in 1840 eene
heffing als de tegenwoordige heeft afgekeurd. De gewone belastingen
waren vroeger hier te lande veel lager en toch bragten den buitengewone
heffingen nooit het geschat bedrag op. Die heffing zal misnoegen verwek
ken, misrekeningen ten gevolge hebben, en meineed en zedeloosheid bevor
deren. Laat men de waarheid voor oogen houden. Als de vrij willige leening
niet slaagt, zal men dan ons volksbestaan door eene heffing op het spel zet
ten, die r.iet aan het doel zal beantwoorden? eene heffing, welke in elke
barer bepalingen tot moeijelijkheden in de toepassing zal aanleiding geven.
Het overgroot deel der bevolking is er onmisbaar tegen. Wil dit eene wet
voor redding zijn, dan zonden alle berekeningen der Regering voor zes vol
gende jaren moeten slagen; is dit in redelijkheid te verwachten? En bij
uiet slagen, zal men dan tot nieuwe heffingeo de toevlugt nemen? Staat hec
in het bereik der Reger ng of der Kamer, te bepalen, dat die heffing voor
eens wordt geheven? Art. 162 der grondwet gaat men geheel voorbijs
men vermindert het nationaal vermogen met 35 miliioen. Op deze wijze
worde het geschokt Staacscrediet niet hersteld. Ten slotte dringt de spre
ker op de grondwet-herziening, op vereenvoudiging van de staatshuishouding
aan, als de ware middelen om het vertrouwen te doen herleven tusschen
Regering, Vertegenwoordiging en Volk, dat thans, zegt hij, niet bestaat
en bestaan kan, onder de tegenwoordige grondwet. Uit de aanneming
der wet voorziet hij de grootste onheilen, en juist hec Staatsbankroet, dac
men vreest. Het is niet uit zucht om de Regering tegen te werken, maar
liefde voor Koning en Vaderland leidt hem; zucht ter bevordering van den
voorspoed en de welvaart der ingezetenen, dat hij, naar zijne meeningtegen
dezen maatregel zal stemmen.
De heer Sasse van Tsseit beschouwt de voordrage uit verschillende hoof
den als ongrondwettig. Men wil bonderde mill, schuld, op eene onwettig®
wijze aangegaan, zegt spreke, door eene bill van indemniteit wettigen, en
schandelijke uitgaven, die den toets van het onderzoek niet kunnen door
staan, op eene even schandelijke wijze kwijten; de uitgaveo en ontvangsten
moeien voor twee jaren naar de grondwet worden vastgesteld op positive
gronden, terwijl de belasting, waarvan thans sprake is, dezelve uitstrekt toe
over vijf jaren op hypothetische gronden. Men onttrekt thans den ingezete
nen aan zgnen regter, en onderwerpt hem aan de uitspraak van Comoiissiën,
die aan de cours prévotales van het Keizerrijk herinneren; men mag niemand
dwingen een tergend inquisitie-ambr te aanvaarden. Hij acht de voordrage
dus subversief en onuitvoerbaar, Hoe gebrekkig de grondwet zij, de Ne-
derlander verstaat die; hij weet, dat die de wet der wetten is, het crite
rium, waaraan hij zijne regten en bezwaren kan toetsen. Ongedwongen,
zegt spreker, zal hij geene wet nalevenwaaraanntar sprekers overtuiging,
het noodwendige radicaal ontbreekt, hec grondwettige radicaal. Hij noemt
die overtuiging populair: de drukpers, protesten en petitiën leveren hem
daarvan het onwederlegbare bewijs op. Het grieft hem in de ziel; maar.
naar zijne gemoedelijke overtuiging, acht hö tegenstand overmijdelijken
wil hij oien voornomen, door tegen de wet te stemmen. Men zal een reg
terüik verzet beproeven: dit falende, zal men zich lijdelijk houden? de vit
incstio zal bet schild zijn, waarachter de belasten in vele oofden des Rijks
zich zullen schuil houden. Wat moet de Regering dan doen? de wet later»
varen of haar met dwang invoeren? Dit laatste acht hij onmogelijk. Hij
bezweert alsnog te letten op de teekenen dei tijds, eene zoo impopulaire
en ongrondwettige wet niet aan te nemen, en dos gevaren te voorkomen,
die hij aan land en Koning wil besparen. Men moet ziCh wach en, gelijk
de Polignac's en Corbièresde openbare meening te tarten; dat leidt tot ver.
derf van het Vaderland,
De heer de Backer stelt op den voorgrond, dat de Staat deszelfs verplig-
tingen moet nakomen, en vindt de wet eene van noodzakelijkheid. Hem i»
geen beter redmiddel aangewezen. De belasting is wel zwaar, maar de nier
betaling van de gcheele lenteo zou nog veel zwaarder zijn. Hij roept toes
zie op de gevolgen der verwerping. Hij betwijfelt zeer of de Regering
wel staatkundig gehandeld heeft, ten aanzien van de algemeen gewenschte
herziening der grondwet. Op de Ministers zal de verantwoordelijkheid daar
van rusten. Een groot bezwaar levert hem zeker op de belasting ook van
liefdeinstellingenmaar hg vertrouwt dat de Hooge Regering hare belofte
zal gestand doen, en eene voordrsgt aaobiedenten behoeve van de gods
dienstige tnsreHihgeo, die te zeer door den maatregel mogten worden ge
schokt.