óepsnemeni betreft, er nog enkele fondsen afin, we'lte mder jervjnLrlsevd zullen moeten worden, zoo alt die van den Zuidplas van Scbieland, de Akademie te Leiden, enz. Zijne Exc. geeft de verzekering, d»t er geene uitgaven uit eenig fondt kannen of zallen geschieden, zonder voorafgaande toestemming der Kamers; zullende de regulariaatie van zoodanige gelden door de Rekenkamer niet anders dan krachtens de wet geschieden. Zijne Exc. de Minister van Financien verzekertdat er geene andere fondsen bestaan, dan die op de staatsrekening voorkomen, en dat, indien dit het geval niet ware, die rekening de waarheid niet zou aandnidén. De heer Bruce kan de bewering des Ministers niet toegeven dat, wanneer het ontwerp wierd verworpen, de Regering het regt zou hebben, denonden ■weg te bewandelen. Dit zou strijden met de voorschriften der grondwet en der instructie voor de Rekenkamer. Er mogen geene nitgaven plaats hebben zonder behoorlijke contróle, zonder op de wet gegrond te zijn. Hij zou overigens gewenscht hebben, dat de zaak der fondsen met den achterstand ware afgedaan, waartoe zij behoorde, en hetgeen de behande ling dezer aangelegenheid had bespoedigd. Ter stemming overgegaan zijnde, ia het ontwerp met eene meerderheid van 44 tegen a stemmen, aangenomen. Tegen hebben gestemd de heerens van Goltstein en Luzac. Daarna wordt beraadslaagd over het ontwerp van wet, tot opheffing en afsluiting van bijzondere for.dien. De heer de Man vestigt oe aandacht op den Staat, door de Regering op de daartoe, bij het voorloopig verslag uitdrukkelijk gedane aanvrage overge legd, bevattende eene lijst van al de tot het Departement van Financiën behoorende fondsen, die door de Regering als gedeponeerde fondsen be schouwd en als zoodanig niet vatbaar voor verevening, afsluiting en ophef fing. Dat sink, zegt hij, is gevraagd en gegeven met het bepaalde doel om daarover te kennen het wederkeerig oordeel, en ofschoon hij voornemens is, zijne stem voor het in beraadslaging zijnde weis-ontwerp uit te brengen, meent hij toch, dat het niet ongepast, ja noodzakelijk is, bij dat stuk een oogenblik stil te staam. Bij sommigen moge vroeger de overtuiging niet zoo levendig hebben bestaan van de volstrekte noodzikelijkheid tot ophef fing van de bijzondere fondsen, thans evenwel, nu men geroepen is toe derzelver wegruiming mede te werken, en men met derzelver bjjzonderhe den meer bekend is geworden, vertrouwt hij, dat ieder in die overtuiging met hem deelt. Thans kan men zien, dat zij slechts konden leiden tot eene valsche voorstelling van de wezenlijke behoeften en middelen, tot eeo chaos van verwarring in de comptabiliteit en tot eene verleidelijke toevlugt voor de Regering in oogenblikken van nood, De geheele wegruiming van dezelven is dus een voorregt, en, ofschoon de verzekering vin den Minister van Binnenlandsche Zaken, bij de zoo even aangenomen wet gege ven, dat geen fonds zal blijven bestaan, hetgeen niet sis noodzakelijk b{j eene speciale wet zal worden gehandhaafd, veel onzekerheid wegneemt, acht hij het toch gepast nu reeds zijne gedachten mede te deelen, wanneer men meent, da: de Regering bij den meergenoemden Staat van een verkeerd standpunt uitgaat. De spreker wenscht dsarom te weten, wat de Rege. ring onder gedeponeerde fondsen verstaat, en of wezenlijk de dertien op de lijst geooerode, als zoodanig zijn te beschouwen? Gaarne wil hij er kennen, dat zijne denkbeelden omtrent die beide vragen niet bepsald zijn, en dat de toelichting des Ministers voor hem noodig is. Wanneer hij de benaming, aan die fondsen gegeven, opvat in een wettigen zin, dan kan dezelve alléén toepasselijk z|jn op gelden aan de Regering door derden in bewaring gegeven, onder voorwaarde om die terug te geven, en dan kan hij die beteekenis in meerdere of mindere mate toepassen op een zestal vso die opgenoemde fondsen, het fonds b. v. van vrijwillige en geregtelijke consignanën der borgtogten en de verschillende weduwen- en pensioen fondsen, want overal zijn daarbij derde personth, eigenaren van het geld, dte vrijwillig of gedwongen hetzelve aan de bewaring der Regering hebben toevertrouwd. Bij de andere opgenoemden intusschen ontwaart hij dat kenmerk niet. Zoo vindt hij op de lijst drie fondsen van leges en zegel, geiden, waarvan hem de wettigheid in de eerste plaats zeer twijfelachtig toeschijnt en waaromtrent hij aan den Minister wil gevraagd hebben, of het eigendom van die fondsen aan anderen toekomt, en zoo ja, waarom dan het Rijk zich met derzelver bewaring voortdnrend zal belasten. De na ie heeft er belang bij die noodzakelijkheid in dat geval te kennen, warneer zij vetantwoordelijk zal zijn voor het misbruik, hetgeen er een, maal van gemaakt is. Maar nog minder kan de spreker toestemmen, dat, volgens de overgelegde lijst, als gedeponeerd behouden zonde moeten blijven, dat groot getal fondsen, op de staatsrekening eene geheele blad. ijjde opvullende, ter zate van onafgehaalde renten en ajiov.ingen van uitge loot te obligatien.Aan dezen ontbreekt ieder kenmerk van depot, of ieder schuld van den Staat, die op het eind van de dienst niet is ontvan- gen, wordt daardoor van zelf een gedeponeerd fonds.Ongetwijfeld moet het geld voor die renten en aflossingen voor de hand zijn, maar daarom is er cog geen afgezonderd fonds toe noodig en de denr tot misbruiken opengelaten. Men behoort de geregelde verantwoording jaar aan jaar te verzekeren en daartoe is het noodig derzelver montant als een nog te betalen vordering van vroegere diensten bij een afzonderlijk hoofdstak op de begrooting en in de elgemeene rekening in ontvangst te brengen en daartegen de betalingen, door de rekenkamer onderzocht, in uitgaaf mede afzonderlijk Dit te trekken. Op deze wijze is de zaak regelmatig en geene enkele reden bestaat er, om voor deze soort van schalden afzonderlijke kassen te houden, die miibrni* ken mogelijk maken en ten laatste de controle bemoeijeljjken. Thans daarvan meer te zeggen, acht de spreker onnoodig, want zijne bedoeling was grootendeels alleen van de regering te vernemen, wat zjj onder gede poneerde fondsen verstaat. De heer van Twin verlangt afsluiting en opheffing van alle fondsen, welke msar eenigzins daarvoor vatbaar zijn. Sommige der door de Regering als gedeponeerde fondsen opgegevene, kan hij als zoodanig niet aannemen. In. tondeiheid kan hij dit niet doen ten aanzien der fondsen, ter zake van onaf. gehaalde rente en aflossingen van uitgeloote obligation, welke fondsen hfl onwettelijk in derzelver oorsprong beschouwt. Zij zijn strjidig met den aard en bet wezen van gedeponeerde fondsen. Hij dringt op de opheffing van de meeste fondsen aan, omdat er anders altijd vrees blijft bestaan, dat degelden daarvan tot andere einden worden gebruikt. Die fondsen hebben grootelijks medegewerkt, om het gemis aan waarheid, orde en eenvoudigheid fn'ilinds financiën te doen ontstaan. Van de fondsen, welke er mogten blijven be- s aan, moest jaarlijks eene aanvullings-rekening gemaakt eD overgelegd worden. De heer Bruce deelt de gevoelens, door de twee vorige redenaars ootwik. keld. Tot wederlegging van hetgeen daaromtrent straks door een der Mi. nisiers is aangevoerd, brengt hij bij, dat er wel degelijk fondsen bestaan, die niet op de Staats-iekening gevonden wordeD, geluk die van de Leidsche Hoogeschool, de Koninglijke Bibliotheek, de Staafs-Ceurant, enz. Zijne Exc. de Minister van Financiën ad interim antwoordt op de beden- kingen, welke er, ter gelegenheid van deze beraadslagingen, geopperd zijn. Zijne Exc. zegt, dat hij steeds als gedeponeerde fondsen beschouwd heeft de zoodanige, welke hunnen oorsprong gevonden hebben in geldenin'sRfiks schatkist gedeponeerd, of die het bijzonder eigendom van derden zijn. Met andere woorden, gelden, die door derden gedeponeerd, often behoeve van derden geconsigneerd lijn. Wat de fondsen betreft, wegens onafgehaalde renten, bij het departement van financiën, was men op het denkbeeld geko men, om die renten In afzonderlijke fondsen te vervatten. De Rekenkamer heeft begrepen, dat die wijze van handelen allezins doelmatig te beschonwen. wis. De tijd zsl moeten leeren, of er te dien opzigte een andere weg kan worden uitgedacht. Tor op dit oogenblik gelooft hij het n'et. Zijne EIt: betoogt, dat de Staat durdoor geen het minne nadeel lijdt; dat er van tr liet S gelden geen misbruik kin worden gemaakt, en dat er over de gelden >Jat de <>v geen aiider einde kan worden beachikt, dan waarvoor de fondsen beiit-lsft w" zijn. Zijne Exc. geeft te kennen, dst het voorstel vin een der vorige rtjï Te 0 naars, om de fondsen onder een afzonderlijk hoofdstok der begrooting op(t>l|S'!'n! nemen, eigenlijk de creatie van het fonds onder denzelfden naam it, piard wi kin geene verwarring in *s Rijks finsnciên te weeg gebrsgt worden. TguJsuwetijl jsre wordt elk fonds behoorlijk afgesloten en vso elkander afgescheiden, slve eet" bestast bfl de Regering het grootste verlangen, om In het beheer van'sR za door t geldmiddelen orde en regelmaat te doen bestaan. De bedoelingen der RA1 Het Ij» gering knnoen derhslv- in dezen niet worden miskend. Wit de gemaakte,!»!) en merkitig betreft over de fondsen, welke nog holten de staatsberekeniog |J ">or derf bestaan, de Minister zegr vin zijne stai «rekening en vin 'i Rijks foiergscbe sen te hebben gesproken. Waarschijnlijk lijn de fondsen, welke men U'1 opgeworpen, vroeger als gedeponeerde fondsen beschouwd Mogelijk fl" ®en her fondsen, wasrvan op i Janiisrtj 1842 geen saldo voor handen wu^H» de die derhalve, tijdens het opmsken der vroegere staatsrekening, daarop'jl door hl niet dienden voor te komen. Al de Rijks fondsen, welke geiden te t,e' hebben, moeien op de stsatstekeoing worden vermeld. Er bestaan h00" andere dan de opgegevene. {(in aange De heer Bruce komt nader op zijne meening cerng. Er was wel dtjiili<D"'f d op oliimo December 184a een batig soldo van eenige fondsen en zjj nijtoodi de 1 nogtans niet vermeld op de staatsrekening. ((tl jimas Ziine Exc. de 1 Minister 'van Financien ai interim beantwoordt nopsw'18 kel heer Bruce. rdt 1 De heer van Rijctevorsel verklaart, dat het hem gegeven antwoord«0°! meent vraag, of er nog andere bijaondere fondaen bestaan, hem niet woldoi50»coo zal voorkomt- Er moeten geene bijzondere kasjei meer bestaan. Hij btf~" der Regering ten dringendate aan, te onderzoeken, of er nog b(jmP",de'',''<l fondsen aanwezig zijn, en, zoo ja, dezelve alsdan alle te regularisereo,'1 Ter stemming overgegaan zijode, ia bet ontwerp met algemeeoer men aangenomen. Daarna gaat de vergadering niteen. Morgen ten elf ure tal de centrale afdeeling vergaderen over het va», der belastingswet, en ten 3 ore over het ontwerp tot aanvulling rnf instructie der Rekenkamer. Ten 3 ore zal de Kamer weder eene tlx houden. Fan den aorten dezer. In de zitting van de Tweede Kamer der Sat, bijna Generaal vin heden zijn weder Ingekomen twee verzoekschriften, het Men ia de van Ingezetenen te '1 Bosch, en het andere van inwonen van Weert(II Het Be rogdom Limburg,) houdende bezwtreo tegen de voorgedragene belaiuji de bezittingen. Verzending aan de daartoe bestemde Commissie. n- ..-1- ci11 ;n 7den d i vin de Fr tier ik Te Ode - v-uuiujiisie. gen zien a De centrale afdeeling brengt ht.r algemeen verslag uit oopeni betoaXe oorlof trekkende tot asnvu in? der innrue-rif. u„n. a. si-.-.T* net meer jen zich ten worden Omtrent ,v.*>uii uupeni net ontt strekkende tot aanvulling der instructie voor de Algemeeoe Rekenkimjt, De beraadslagingen worden bepaald op aaoataanden Dingsdag. De Voorzitter atelc voor. Vrijdag aaoitatnden, dei morgeoi ten elf kiij gemeti over te gaan tot de verkiezing van drie Candidaten tot aanvulling ui t jongste 1 lidmaatschap van den Hoogen Raad der Nederlaoden, open gevalltt 1 >00 vertt gevolge van het overljjdeo vin den Raadsheer Mr. van Net van Meerhui ii met te Dien overeenkomstig wordt besloten. sikkelen. Daarna wordt de vergadering tot aanstaanden Dingsdag, dea morgts ftoere krijg elf ure gescheiden. 1 bïlliileni Heden heeft de centrale afdeeling der Kamer zich 'wederoe I1 we' 1 gehouden met het opmaken van haar voorloopig verslag nopens de bi gewone belastingswet. e„ De heer P. Schouberg, san wien de penningkunde reeda 100 „„„orden fraaije voortbrengsels der graveerkunst te dsnken beeft, heeft thans wel ,,^4 eenen schoonen gedenkpenning vervtirdigd en In net licbt gegeven,s [rat) ge 0 overlijden van Zijoe Maj, Koning Willem Frederik Graaf van Naliet jlt dit De voorzijde der medaille atelt de zeer gelijkende beeldtensa «1 ,jj, |a,.|tei overleden Vorat voor, met het randrchrift: Ovmigeii* is Guilizlmui I per XXVII annos Rex Neerlandlix; Lbenocdigd d. *-t jre eigen k Willem I, gedurende 37 jaren Koning der Nederlanden. „|{l 2yD1 De keerzijde stelt eene gesloijerde, treurende Maagd voor in tti (n „00( h0 tende houding. In hire linkerhand beeft zij eenen omgekeerde» li iehr,gche waarvan het licht (wordt nitgeblnacht. Haren regterarm heef. zij 01 j^kye te lijkurne geslagen, terwijl zij in oie hand een kraai via immortellesi Op het voetituk der lijkurne leest men: XII DEC. MDCCCXLIII. Zijnde de sterfdag van Koning Willem I. Onder aan den penoltj NATUS XXIV AVGt MDCCLXXUg d. i.t geboren den 34 Augustus 1773. Het omschrift Is san den Latijnscnen dichter Clivdliaui ontleend! Longaque perpetui ducent in sjecula fasti d. I. De onvergankelijke Geschiedrollen zullen tijnen naam of roem Hl de meest verwijderde eeuwen ovetbreogeo. 1 [iet Volgens de van Regeringswege opgemaakte tabellen, bedliL,,,^), bevolking deses Rijka op Januari) 1843, s,957.473 afeleo. F In 1843 is de slgemeene bevolking des Rijks, door het meerde Berlijn 1 har is lange ■tuig vcriro Het sim leden in hei tiend bsddei «jet, om er Volgens fiullme niet ionen hebbe ijs 1 vast Kob H water sterk '«-v». ooor net meeraa (erl( geboorten dsn sterfgevallen, toegeoomen met een aantal van 94,695 of toim Tff der geheele bevolking, zijode io,86t minder dan in H|[l_ rje Gou Het algemeen bedrag der geboorten beliep 105,629 zielen, wn jj!. 54466 van het mannelijk en 51.163 van bet vrouwelijk geslacht, ij j(, *?k!j rede tot de bevolking op 1 January 184a ill I tot 27,7. Id D Het totaal der itetfgevallen beliep 80,919, waaronder 41,383 i<0"oocoh ratnnelilk en 39,546 van bet vrouwelijk gealacnt, zyode to reds Koi)| bevolking all 1 tot 36,2. tiensewonen De onechte geboorten hebben in 1842 bedragen 5,516, zijnde rnil |llt? d N van het aantal geboorten in het algemeen. 1 maJ, Het aantal doodgeborenen of als levenloos «ingegeven kinderen! dcr p 2,763 voer het mannelijk en 3,143 voor h®' vrouwelijk geslacht, Duj( zamen 4906 kindéren, of ruim 0,046 Van het algemeen bedrkgwertreklt boonen. It j.. Het aantal huwelijken bedroeg 21,064, zijnde T}» der bevolking, «na,,. ge C Zijner Majs. oorlogschoener de Lansier uit Texel naar Gnlntt I4den mastelboa te Plymouth binneogelOOpen. Uit Arnhem meldt men van 17 Jannarij t Naar men verneemt is gisteren nacht ten huize vsn den heer J. MA ^MIDEN den re Wageningen, een tllerbelingrijkite dief stad gepleegd. Men heft ï,w- In het kantoor ingebroken en daaruit de ijzeren geldkist medegenomen, zich ongeveer f 5000 aan goad- en zilvergeld benevenn bankbiljt '".en 01 coupons moet hébben bevonden. De ijzeren geldkist, wssrvsn dt verbroken was, Ir heden morgen in eene welde nan den dijk ondti Hel p,°' Dingen teruggevonden, wsarbij eene menigte papieren vsn eigendomit* ^«'«"gnnt en eenige obligatien verstrooid Isgeo. De dader of daden Van dezes b"c"nld'ê Zfin onbekend. Major bs De Kamera van Koophandel en Fabrijken te Nijmegen had etr ,e aan den Miniiter van Binnenlandacbe Zaken ingediend, wiarb( .er.e wordt, om de Rhijnipoorweg van Arnhem over Nijmegen laoga |diCi"?tn 'D oever van den Rhijn tot Keulen voort re zetreodaar die tor tterlcfCh'i 'uT* den handel en het verkeer van .Nijmegen noodzakelijk ion zijn. gtida

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 2