Deter dagen las men in het /llg.meen Handelsblad het volgend artikel: Ivr-iA, in de laatste dagen veet gesproken over het aanzienlijke aanbod, ftqor nu wijlen Zijne Maj. Koning Willem FrederikGraaf van -'Nassau gédvan is, om tot het herstel van'«Rijks financien roede te werken, f' HetnoverlijcleT) van den Graaf is zoo plotseling geween, dat Z. M. zelf het genot niet.-gehad heefr. te vernemen, dat door de Regering aan de Neder I land»éhe v-ertegenwoordiging van dat aanbod kennis gegeven.was. Z.M.hepfc V tó'génoegso niet mogen smaken, te vernemen, dat het Nederlandsche volk \V.'dat aanbod- op rfeszelfs waarde schatte. Daar dit aanbod de laatste bétrék a king-geweest is, welke er tusschen de natie en wijlen den Graaf heeft be srknn, 'êischt de billijkheid, ja de regtvaardtgheid dat men hetzelve niet te gering schatte. Wij meenen, dat het pligt is. deze laatste holde aan den overledene niet te onthouden, daar het over het hoofd zien van de belang rijkheid van het aanbod zou zijn eene miskenning der goede bedoelingen waarmede bet ts geschied. Al dadelijk achten wij het niet onbelangrijk te doen opmerken, dat, inge volge art. 32 der grondwet, de overleden Vorst niet gehouden was, in de waarschijnlijk aanstaande belasting op de bezittingen te deelen, en dat het dethalve eene grove onwaarheid is, gelijk enkelen gelooven, dat Z, M. de aanbieding, uit lomer finanrieel belang zon hebben gedaan. Art. 8a der grondwet is duidelijk. „De Koning, mitsgaders de Printen en Prinsessen van „Zijn Huis, zijn vrij van alle personele lasten en beschrevene middelen, met uitzondering van tie verponding. De gebouwen, tot hunne woning of gebruik „bestemd, zijn van de verponding ontheven. Geen vrijdom van eenige andere belasting wordt door hen genoten." De Graaf had alzoo, als lid vin het Kcninglijk; Huis, geen; personele lasten te voldoen, en daaronder moet natuuriijk gerangschikt worden eene belasting op de bezittingen. Er bestond derhalye geene de minste verpiigting, dat de Graat eenige bijdrage leverde, en het was ook r.iet noodzakelijk, dat Z. M. zich op eenigerlei wijze als het ware dekte. De aanbied ngen die door den overledene gedaan zijn, zijn van tweederlei aard. Z. M. verklaarde zich bereid, cm aan 's Rijks schatkist i pari voor te schieten eene som van ioooo.coo, waarvan geene hoogere rente dan van drie ten honderd zou worden uitgekeerd. Naar den tegenwoordigen stand' der schuldbrieven kon de Graaf van dat kapitaal 5 pCt. renten ge trokken hebben. Dpor zijpe aanbieding van dat bedrag tegen 3 pCt. te leenen offerde Z. jVi. derhalve jaarliiks meer dan twee maal honderd duizend guldens op Berekent men de kapitaals-waarde der 3 pCt,, op 67 pCt.dan offerde de Graaf, door zijne bereidverklaring, een kapitaal vanƒ3,300,000 op. Maar uit nóg een antler oogpunt is het aanbod aanzienlijk en Delangrljk te noemen Het blijkt ut. de nota van berekening, waarvan wij zoo even spra. ken, dat, wsnneer de ui'gaven, die op de gemelde nota voorkomen, als nuttig en noodzakelijk, als gevorderd wordende, mogten worden be schouwt, er vijf en veertig miiltoenen, op de eene of gnoere wijze, zullen worden vereisen:, om tn alle behoef en, die er tot 1850 te veronderstellen zijn, te voorzien. B.denkt men nu dat Z. M. Koning Willem Frederijt 10 millioenen aangeboden beeft, zijnde bijkans een vierde deel van de ver, eiscbte som, dan kan daaruit blijken, dat de aanbieding wel degelijk zeer aanzienlijk was. Indien de buiteng'ewone belasting, hetzij dan voor een hooger of lager bedrag, zal moeten worden Ingevoerd, dan géloovëd wij, dat een Ieder zal moeten toestemmen, dat elke 10 millioenen wel In aan. merking mogen komen En bet Is der Regering dan ook door het aanbod mogen 'gelukkenden I 51 van vijf en veertig millioenen, die der natie, vol. gcns hare voors ellen, zou hebben moeten worden opgelegd, met 10 mil.* iidenen te veriigien. Herinnert men Izich nu, hetgeen wij dezer dagen verzekerden, darde hooge eriger.affier, stellig het aanbod zullen gestand doen; herinnert men zich, dat zoowel' Zjjb'e Maj. de Koning als Z. K, H. de Prins van Oranje zich bereid verklaard beoben, in de buitengewone lasten te dragen, die aan hei volk mogten worden opgelegd, dan blijkt het, dat bet Koninglijke gezin van Nederland zich aan de spita des volks stelt, en zich gaarne offers ge» troost, waar het heil van den Staat dit vordert; dat heil is toch zoo onbe. (wiscbaar gelegen in het doen ophouden der moeijelijke geldelijke omstan digheden waarin het land zich geplaatst vindt. Ten tweede heelt de Graaf afgezien van eene vordering van ruim vier milhoenen guldens, welke hij vermeende, op het Rijk der Nederlanden te lubben. Alhoewel nu welligt op sommige dier vorderingen wel eenige aan tnêrkingen zouden zijn te maken geweest, en hoezeer het mogelijk is, dar trien eene tegenvcrdering had kunnen opwerpen, zoo blijft het niet te min waar, oat het kat.aal van Voorne eene onderneming iswaaraan het Rijk eigenlijk geheel vreemd was. Dat groote en nuttige werk was ondernomen buiten de toestemming van de wetgeving. Geene Rijksgelden waren daartoe besteed. Door het gedane aanbod is dat kolossale werk een eigendom van den Staat geworden, zonder dat deze daartoe eenige uitgave heeft gedaan of zal moeten doen. En dan vermeenen wij weder te mogen vragen, of het verkrijgen van zoodanig kanaal, waarvan de aanleg zoo kostbaar is, niet als eene zeer groote aanwinst mag beschouwd worden, als een offer aan hec Vaderland gebragtwaarvoor hec den overledene wel dankbaar wezen mag? Niemand zal het hooge gewigt van dat kanaal voor handel en scheepvaart kunnen ontkennen, en ieder zal hec nut, het belang van dac grootsche werk', inzonderheid voorde tweede koophandelsstad van Nederland, moeten toegeven. Waar is het, dat de Graaf zich 61,650 voor renten van de zuivere in komsten van dat kanaal en dat van de Grift heeft voorbehouden; maar waar is- het ookdat het te betwijfelen valtof dat bedrag van de zuivere inkom sten zal kannen worden verkregen. Ziedaar, in korte trekken, onbevooroordeeld, het hooge belang aangetoond van de offers, die Neêrlanda gewezen Koning zich ten behoeve van het Va derland getroost heeft. Hoezeer wij nooit tot de blinde bewonderaars der handelingen van den overleden Vorst bebben behoord, hebben wij ons echter altijd beijverd, zijne goede daden, zijne heilzame bedoelingen te doen uit komen. Daar de Graaf thans aan het aardsche is onttrokken, hebben wij odi verpl gt geoordeeld, aan zijne nagedachtenis die eere te bewijzen, het aan bod te verdedigen tegen de wezentljjk ongegronde en ongerijmde opvattingen,, die sommigen daaromtrent zouden wenschen te doen wortel schieten. De laatste daad, die de Graaf ten aanzien van Nederland gedaan heeft, strekt hem 'ot eere. Zij ia eene krachtige bijdrage tot bet goede, dit de ontsla, pen Vorst, gedurende zijne Regering, heeft tot Itacd gebragt. Het Vader, land zal hem daarvoor steeds dankbaar zijn. Wij besluiten met den hartelijlten wensch, dat het gedane aanbod moge bijdugen om bet hooge doel te bereiken, waarmede het is geschied, dat is, het herstel van *s Rijks financien, de redding van den Staat. Dan zal de laatste daad van Willem I, die thans naar betere oordeo ia overgegaan, nooit vergeten worden I De Directie van den spoorweg van Amsterdam naar Utrecht beeft bekend gemaakt, dat dezelve den 28steD dezer voor het pabliek zal geo pend zijn. Aan de Utrechtsche Hoogeschool zijn voor 1844 ingeschreven 350 studenten, als 16 >n de Wis- en Natnuikunde, 104 in de Godgeleerdheid, 137 in de Regtsgeleerdheid19 in de Geneeskunde; bovendien zjjn er 13 studenten, elders hunne studiën volbrengende, in de rol dier Hoogeschool ingeschreven. Men verneemt dat tusschen de Regering van Deventer en verdere burger» 'li'ke en militaire Autoriteiten afgesproken is, dat men eikanderen voor het vervolg, te beginnen met 1 jattuarij 1844, geene zoogenaamde nieuwjaars kaattjes brengen of zenden zal. Men hooptdat dit vootbeeid ook bij de pMticnileren navolging vinden za) en dat alzoo algemeen afgeschaft a0|( worden eene ijdele en ziellooze formaliteit, welke nimmer kan medewerkt om wederkeérjge hoogachting en vriendschap aan te kweeken, maar lit;t;Q, deel, bij een onwillekeurig verzuim, wel aanleiding kan geven tot bet ooi- ■taan van miiverstand en verkeerde opvattingen. SPANJE. N De SpaknsChe Cortes hebben den 17 December met lol tegen 48 stemntp goedgekeurd, dar er een aotwoord van wegen dezelve op de boouschap der! Koningin zou gegeten worden. Door de Madrldsche bladen Wordt verzekerd, dat de betaling vaitge-j steld is van de interest der Spaansche 3 pCt. Hoewel bij oe tegenwoordige Regering het vraagstuk van de ontbij.; ding der naauwelijks zaamgekomen Cortes onbeslist is, zoo schijnt dezdtjl echter van dat plan niet geneel en al vreemd te zun. r: JRGËb DU1TSCHLAND. K? Uit Berlijn meldt men, dat den 15 December voorlooplge bevelen gejesêjLJm waten, wegens het militaire escorte njj het overbrengen van het Ijjk van dif Vin Gtaaf'van Nassau uit genoemde stad naar Hamburg, Twee escadrons vsrM0"""1 het regiment garde-kurasste'S zouden néttelve tot Potsdam begeleiden «F! verder, van station tot st.tliW), andere troepen tot vetrigtlng van dat eetbtE, wijs gereed staan, n' jmaats Un Hamburg wordt van den aasten geschreven, dat de NederlandicC" stoomnuot Curafaobestemd tot het overvoeren van net lijk van Zijne Mij, middag Koning Willem Fieaeiik, Gtaaf van Nassau, den vorigen avond aldaar »i|in ore' aangekomen. Het lytt Was toen uit Berlijn aldaar nog niet aangebragt. Zijne Maj. de Koning van Pruissen heeft aan den heer van Nispen tt Vs'' 's Hetrenberg de Ridderorde van den Rooden Adelaar, derde klasse geichonltM, - Het Hof van Wurtemberg heeft den i7den den rouw voor 3 wektt' aangenomen, wegena het overlijden van Zijne Maj. Koning Willen FrederiI, Graaf van Nassau, De stoomboot de Stad Koblentz is den i6den op hare vaarc van Kealu naar Koblentz op eene rota gestoten, lek geworden eD dadelijk gezonket, ofschoon mén even den tijd had, om dezelve op t"jn grond ie laten loopeo, zoodat er geeoe ongelukken bij gebenrd zijn. juor dr Daar de geschillen tusschen Sardinië en Tunis niet in der minne hebbei -Edelt kunnen geschikt worden, zoo beeft de Sardiniscbe Regering aan diertip ill Tunts den oorlog verklaard; et wordt eenamaldeel, dat Tunis zal blokkerto,zondei te Genua gereed gemaakt. jjjt Ju Uit Griekenland schrijft men van 6 December, dat ia de Natlooili iwbap Vergadering bepalingen gemaakt zjjn, omtrent bet aantal Afgevaardigden Uat Rijt elke provincie van het Rijk; dat er voor toornige provinciën meer Afgskavoigt vaardigden zijn aangewezen, voor andete minder dan reeds benoemd wart: ;ne en wei naar gelang de grootte der bevolkingen dat de Afgevaardigde te der Tutkscbe Agraphioten niet erkend zijn, omdpt deze zich aan de Cnek wide I ache Anaphioien of aan de Tneiia|ieti kunnen aansluiten. jj, in fjelgt liuberi De MINISTER, van STAAT, GOUVERNEUR dzr PROVINCIE ZUID-H01 b|"* 1 LAND, bi. le Gezien de missive van den Opperhoutvester, van den I4den December 1843, Na. ipkiogf betreffende de sluiting der Jagt, voor djt jaar; •Gelet op art. n der wet van 11 JUlij 1814, N®. 9; op Zijner Majesteit® besluiten vtf" den 8sten Julij 1813 CStaatsblad NE. 25 en 26)en en op de deh'beratiën van Hun Ei' f Groot Achtbaren de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter dezer zatte; Plint, brengt, bjj deze. ter kennisse van de daarbij belanghebbenden, dar, achtervolgen!' n bepaling van den Opperhoutvester voornoemd, vastgesteld met overleg van gemelde Ot deputeerde Staten, de Groote Jagt, aoowel de publieke als op gereserveerde en ifjt 1 "e paalde gronden, op den 30Sten dezer maand, roet zons-ondergangen de Jagt op Ca tlomci zen, Eenden en Watersnippen, met dan laatsten Februari) 1844, zal gesloten zjjn. tn En, ten einde niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze worden «Ijl kondigd en aangeplakt, alom, waar zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan te 'j Gravenhageden i8den December 1843. De Minister van StaatGouverneur voornoemd, K.: VAN DER DUYN. *0 I |ta'tl |tmg- stort V De Ondergeteekenden zijn voornemens, om voor gezamenlijke RetlL nine, den Handel in WIJNEN uit ie oefenen, onder de Firma van Gilt t' broeder» ROSKES, aan te vangen met den Iscen Januarjj 1844- in«Octob verwachting met beczelfde vertrouwen te mogen worden vereerd hetwilL ieder hunner, in zijne afzonderlijke betrekking mag ondervinden. L te D. N. ROSKE S. fdeszei C. W. M. ROSKES. fc' De Ondergeteekeflde adverteert »an het geëerd Pabliek, dat jij jJ""| woonder geworden zijnde, vah het V»g Oud» bekende KOFpijHUIS, SlT1!''1® ishiiF rbeiffl ringen, bet LOCAAL in aangenaamheid veel gewonnen beeft, en dooretllf ZWIJNSHOOFD genaamd, h(j hetzelve op den 3osten December aans'tiidKi,t| den weder OPENEN zal. Hij vleit zich, daar, door aangebragte werbetëf, rir,,teztv har I.OPA A L in »fl 11 St3mheirf BKlDAnnan h«a»f» jzaBÜÜife prompte bediedtng, tie gunat van zijne Stadgenooten te zullen waardie mild!"111 1 De grootte der vtrschillende Zalen stelt hém tevens In staat tot het eesatïteDd van Partijen, en verschaft hém gelegenheid geschikte Localen af te zonir ,iei" ren tor het houden yan SOCIËTEIT. Ift, 01 G. C O U V E. L1*"1, V Een EENIG HEËR verlangt bfi een Pataoenlijke Lieden tegen 11 f m ordentelijke betaling. INWOONING met DE KOST, met opp «Tg van Stand en Adrea bezorgt men hiervoor schriftelijke opgaaf 11 %t de Boekhandelaar, J. J. THYSSENS in ZOON, alhier. 6 dee Bij de gehoudene VEILING op 53 December 1843, ten overal V" van den Notaris A. B. BAKKEY, Nz., re Leyden, z(jn de Percelen in (I "if"' gebragt, als volgr, N°. 1 ƒ9800; N°. s ,700; N». 3 1325N« 4 Zullende de Verhoogingen en finale Afslag plaats hebben in her Logeai» t aan den Burg re Leyden, op Zaturdag den 30»ten December 1843 h1'" avond» ten zes nre. «Me mm Op Zatord.g den 30 December 1843, de» avond» ten iet ure, n! men In het tieeren-Logement aan den Burg binnen Leyden, pnbliek Veil! en Verkoopen: diverse Percelen uitmuntend BOÜW- en WEILAND, {I 'eo legen onder de gemeenten Katwijk en Valkenburg, breeder bij aangeplill l®« 1 Billenen omschreven, 1 Zijn Zijnde inmiddels nadere Informarien te bekomen tefl Kantore vin de 'Kies Notaris A. B. BARKEY, Nï,, te Leyden. j vil lMl| Dao Eij de Wed, ANTHONY de KLOPPER en ZOON, te Leyd»|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 2