E Y D S C If E X 54 loo J 94 i 7» i 133 '7Ü "5{i 20 po{ 1813c maandag, IN T I brenge1 ning/.),j hecdoor A. UI ydën, 1 C A T I R. %s GEDEPUTElillDli STATEN der PROVINCIE ZUID- HOLLAND deze ter kerinisse van alle belanghebbenden, dar door Zfine Maj. den K igstdeszclfs besluit van den igden September 1843, N°. 45, is bekrachri provincialen Staren voorgedragen, Reglement op hec sloopen van gebouwen in Zuid- Holland; zijnde dat besluit en regiement van deii volgenden inhoud: Wij WILLEM II, bij de gratie Gods, Koning oer Nf.dfrlaNdenPrins van Oranje Nassau, Groothertog van Luxemburgenz.enz,enz. Gezien het rapport van Onzen Minister van Binncnlandsche Zakenvan den sosten Au- önstus l84346 Oste Afd.~)daarbij aan Ónze goedkeuring onderwerpende een, door de Provinciale Staten van Zuid-Holland, in dcrzelverjongstevergadering gearresteerd «eg|ement óp het sloopen van gebouwen in die provincie; j yen Raad van State gehoord (advies van den l^den dezer, N°. 14) Hebben goedgevonden en verstaan gemeld Reglement, zoo als hetzelve hiernevens is "Kanende, roet onze goedkeuring te bekrachtigen. I onze Minister voornoemd is belast met de uitvoering dezes, waarvan afschrift zal vvor- "den gezondpn aan den Raad van State, tot iniorinatie. Gravetihageden iodeu Sepiember 1843. ('get eekend) W ULE M. De Minister van. Binnenland sche Zaken, (get.) schImmeLPENNINCK van der OYE. Accordeert met het Origineel, De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van an den 'binnenlandsche 'Zaken rTj (get.') C. VOLLENMOVEN. Voor eensluidend afschrift, V{§ De Secretaris'Generaal '.evendn (get.) C. VOLLENHOVEN. miuarh REGLEMENT op het sloopen van gebouwen in Zuid Holland De Sn ten van ^u.id-Holland in aanmeiking genomen hebbende, dat de Wet van den Kstcn' lunij 1Ö14 (Staatsblad N®. 73), met betrekking tot het sloopen van gebouwen Innende sieden en gemeen feu ten platten lande, door de Wet van den iBden December S14 CStaatsblad N°. 65), is ingetrokken en buiten eftect gesteld, met vrijlating aan de Maten en Plaatselijke Besturen, om, wegens het amoveren van gebouwen, zoodanige Reglementaire verordeningen van policie te bepalen, als zij zullen vermeenen te behooren •lèt achieving op den'inhoud van art. 146 en 155 der Grondwer (thans art. 144 en 153 3ANSEL^e,. ^wijzigde Grondwet), en dat de aniotie en uitbreking van gebouwen, indien daar- VestXede naar willekeur kon worden genandelddikwijls zoude kunnen strekken, zoo tot nvangPÉadeel en ongerief der steden of gemeenten ten platten lande in het algemeen als totschade kuLIn ongelegenheid van de geburen der gebouwen, of van andere personenin het bijzonder; t? h' Hebben°goedgevonden en verstaan, bij deze, de volgende bepalingen vast te stellen: Regtbli Geetie gebouwen, van welken aard ook, zoo in de steden als in de gemeen WijklKL, ten platten lande, Zullen noch geheel noch gedeeltelijk mogen worden af 'of uitge broken, dan na voorafgaande kennisgave en bekomen schriftelijk consent van de Burge- «meesteren en Wethoudercn der steden en van de Burgemeesteren en Assessoren der ge- ineenten ten platten lande. 'TERDAït Art. 2. Hiervan zijn echter uitgezonderd zoodanige gebouwen of getimmerten ten i Ppiaticn lande, welke geheel op zich zelve en buiten de Kom der Gemeenten gevonden ga,gen|/^ei^ geene hefcnd'ende gebouwen of getimmerten nevens zich hebben. Art. 3. .TUiViieme'esieVen en Wethouders der steden, en Burgemeesteren en Assessoren L U SE, gemeenten ten platten landeworden mitsdienbij dezegeautoriseerdom het ver- eiscluc hierboven vermelde consent te verleenen, of, om billijke en belangrijke aan de jidnrbij belanghebbenden kenbaar te maken redenen, hetzelve, naar bevind van zaken, I ie weijcren. n mij1 Art. 4. Iii ge val van consent tot amotie, zijn de Burgemeesteren en Wethouders der eer Rf-aieilen en de Burgemeesteren en Assessoren der gemeenten ten platten lande bevoegd, om 'ïtiken' zoodanige bepalingen en voorwaarden tc maken, als zij, naar den aard en de gelegenheid nW t van de gevraagde'amotie of uitbraak, dienstig of nopdzakelyk zullen oordeelen zoo niet betrekking tot de stads- of gemeentelasten over het jaar der slooping, als opzigtelijk de 'verpligting tot en de wijze van herbouwinguit het oogpunt der ontsiering van straten "|«n grachtenof van het belang der belendende geburen. Art. 5. Zij .die eenige slooping of uitbraak van gebouwen zullen ondernomen hebben, inderde bij art. 1 bepaalde toestemming te hebben verkregen, en zij die niet mogten ikomen, of wel handelen tegen de bepalingen en voorwaarden, waaronder hetzelve 'nsentart. 4, is verleend, zullen vervallen in eene boete van vijf en zeventig gulden, zullen op de eerste aanzegging het werk moeten stakenof de voorgeschreven bepalin gen en voorwaarden nakomen. Hieraan, ten aanzien van het eerste, niet dadelijk, en ten nanzien van het laatste niet binnen den tijd van drie dagen voldoende, zal deze overtre- jing worden, gestraft met eene gevangenis van zeven dagen, en het plaatselijk Bestuur ivoegd zijnten koste van den overtredeihet werkovereenkomstig de gemaakte ipalingen, te doen aanbesteden en volbrengen. Art. 6. Een iegelijk die zich met eene weigering of eene andere beschikking van een lelijk of Gemeentebuur bezwaard mogt vinden, zal, ofschoon hij zich aanvankelijk lovereenkomstig zal moeten gedragen, zijne klagten kunnen inbrengen bij Gedepu- ;erde Staten, die alsdan, voor zoo verre zij zich met de, door hêt Stedelijk of Plaatse lijk Bestuur, genomen b'eschikking niet mogteii kunnen vereenigen, de zaak,des noodig, de beslising van den Koning zullen onderwerpen. N(iaM :jtVL: ems de JÊd. Jaren,] kan N der II len, op I h VERif als vd DERF n tien, 1 Art, 7. De in deze vermelde boete zal worden ingevorderd ingevolge de deswege itaanile Koninglijke besluiten, en het bedrag daarvan, overeenkomstig de dienaangaande itaande bepalingen, strekken ten voordeele van de gemeentekas. Art. 8. Aan den Procureur-Generaal bij het Provinciaal Geregtshof, aan de Officieren ijj de Arrondissemënts-Regtbankenzoo mede aan de Burgemeesteren der sreden en •neenten ten platten lande, in Zuid-Holland, is opgedragen, om aan dit Reglement de ite houden en te doen houden, en de bekeurden te vervolgen en te doen vervolgen, m welken einde een exemplaar van hetzelve aan voornoemden Procureur-Generaalaan 1 Officieren by de Regtbanken, en aan de Stedelyke en Gemeentelijke Besturen ge- inden zal worden. Aldus gearresteerd den 8sten July 1843door de Staten van Zuid-Holland. Behoort by Koninglyk besluit van den i9den September 1843N°. 45. Mij bekend De Minister van Binnenlandsche Zaken a get.) SCHIMMELPENN1NCK van der OYE; Accordeert met het origeneel JttgègeW De Secretaris-Generaal bij het Ministerie LfS Cö? van Binnenland sche Zaken. Ao il (get.) C. VOLLENHOVEN. Voor eensluidend afschrift. De Secretaris-Generaal (get.) C. VOLLENHOVEN. Ën gelasten Gedeputeerde Staten voornoemd, mitsdien, [een iegelijkdien het zoude ogen aangaan, om zich stiptelyk overeenkomstig den inhoud van het voorscheven egjement te gedragen. En,ten einde niemand hiervan onwetenheidvoorwende, zal deze worden afgekondigd aangeplakt, alom waar. zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan te 's'Gravcnhage den 29Sten September 1843. De Gedeputeerde Staten voornoemd VAN DER DUYN. Ter ordonnantie van dezelve D. J. t. Z. GANSWIJK. ent beef: ure) etfchiedei vermeert bewerkt,] Werk, het. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD LEYDEN Gehad hebbende het verzoek van J. H. Biben, Vleeschhouwery wonende alhier, strek- •i^ ucu4u neooenae net verzoen van j. n. uiishin, 1st bewefliéndc ter bekoraing der vereischte vergunning om deszelfs Pakhuis staande en gelegen binnen ik dezef rjdezè Stad, in het Watersteegje, gèteekend Wijk 3 N°. 400, tot eene Slagt- en Veestal erlandschik te .rigten.1 F* F DENi ^et, °P Zyner Majesteit besluit van den 3isten January 1824, rakende vergunningen 1 ter oprlgting van sommige Fabrïjkén en Trafijken. Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het hooren der "^Eigenaars en Bewoners van de naastbij gelegene en belendende Panden, ten opzigte der jjnfoimatiën de Commodo et Incommodo, door de Commissie van Fabricage zal vvoiden O ÏJ R A IV 16 OCTOBER. gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad, op Dingsdag den" T7den October^ des middags ten twaalf urezullende de belanghebbenden verpligt zijn buim^ te^eu opgemeld verzoek cp dien tijd bij genoemde Commissie in te brengenterwijl bij verzuim daarvan zij gehouden zullen worden, tegen de inwilliging van hetzelve zich niet. te hebben verzet Ley denden 12 October 1843. Burgemeester en Wethouders v6ornóemd\ DU R I E U. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. NEDERLANDEN. Letden, is Octdber. Met November aanslaande zal het re»iment lansiers, onder de bevelen van den Colonel Catttois,alhier in bezecting de stad verlaten en gedeeltelijk naar 's Hertogenborchgedeeltelijk naar Tilburg verlegd worden. Over deZ'e verandering van garnisoen, welke met eene vermindering van het effectief der ruiterij in verband schijnt te staan, wotdt van 's Hertogenbosch en Til burg van den léden het volgende gemeld; Men verneemt, dat van wege het Departement van Oorlog alhier aan schrijving is gekomen, dat het 4de regiment dragonders, waarvan twee escadrons hier ter stede en twee te Tilburg in garnisoen liggen, mét den 1 November aanstaande naar 'sHage, Rnremondeen andere plaatsen moeten vertrekken, cm bü andere corpsen zware en ligte cavalerie te worden ingelijfd. Daarentegen zou een regiment lansiers met staf alhier uit Leiden in de plaats komen. Men spreekt zeer over het inlijven van twee regimenten infanterie om ba. zuinigingen daar te stellen. Mén zegt, dat op heden de tijding ook alhier is aangekomen, .rfa't het regiment ligte dragonders N°. 4 op den 1 November aanstaande ter ont« bindinding naar Deventer zal vertrekken, ten einde bij het 3de regiment zware dragonders en andere corpsen te worden ingelijfd, terwijl de esca drons, tot het Limburgsche contingent behoorende, almede op dien datum naar Venlo zullen op marsch gaan, om aldaar garnisoen te honden. Ook verneemt men, dar de twee, sedert circa een jaar ter dezer stede garnisoen houdende escadrons van het bovengemelde regiment door een gelijk getal escadrons van het iste regiment lansiers, thans in garnisoen te Leiden, zul. len worden vervangen. Het volgende is het Programma van dé opening der Staten-Genéraal op morgen. Art. I. Des middags ten twaalf ure zullen de Staten-Generaa! zich ,ln de zaal, besiemd tot de vergadering van de Tweede Kamer, begeven, éïi zich in eene algemeene vergadering vereenigen onder voorzitting van den door Zijne Majesteit benoemden President van de Eerste Kamer, ten einde Zijne Majesteit af te wachten. Art. 2. De Ministers, Hoofden van Ministeriële Departementen, de Kan? seller der Orden en de Leden van den Raad van State, zullen zicb des mid dags ten één ure mede In bovengemelde zaal vervoegen. Art. 3. Zijne Majesteit de Koning, de vergadering der Staten-Generaai zullende openen, zal ten één ure met den volgenden trein van Hoogstdes- zelfs Paleis afrijden; a. Een commando cavalerie b. De Hoffourler en twee rijknechts te paard; c. De Kamerheer-Ceremoniemeester, rijdende In eene koets met twéé paarden bespannen, gaande een lakkei naast ieder portier; d. Acht Kamerheeren van Zijne Majesteit, in twee hofkoetsen, ieder met zes paarden bespannen, gaande naaat leder portier twee lakkeijen; De Heeren Kamerheeren znllen zich volgens hunnen rang plaatsende jongsten vooruit rijdende; e. De Groot-Officieren van 's Konings Huis, gezeten in twee koetsen met zes paarden bespannen, gaande twee lakkeijen naast ieder portier; f. Een commando cavalerie; g. Zijne Majesteit de Koning te paard, begeleid iioor HH. KK. HH. da Prinsen, en gevolgd door de Officieren van H. D. Militair Huls; h. Een cumtnando cavalerie tot sluiting van den trein. Art. 4 De trein zal rijden over den Kneuterdijk, den Langen Vijverberg, den Korten Vijverberg; het Binnenhof. Art, 5. De trein aan de vergaderplaats der Staten-Generaai gekomen Zijnde, zal Zijne Majesteit aan de deur van het Hótel ontvangen worded door eene Commissie van Hun Edel Mogendendoor de Vergadering uic Haar midden te kiezen, dewelke, voorafgegaan van den Kamerheer-Cere moniemeester, de Kamerheeren en de Groot-Officieren van 's Konings Huls Zijne Majesteit zal geleiden naar de zaal der Staten-Generaai, Het Militair Huis des Konings volgt onmiddelijk. Art. 6. De Groot-Officieren van 's Konings Huis plaatsen zich achter Zijner Majeateits zitplaats, de Kamerheeren en het Militair Huis des Ko. nings ter regter en linker zjjde var. den Troon; de Kamerheer-Ceremonie. meester wat voorwaarts, ter regter zijde van den Troon. Art. 7. De zitting geëindigd zijnde, gaat Zijne Majesteit met denzelf, den trein, waarmede Hoogstdezelve binnen gekomen was, en in de orde bij art. 3 vermeld, naar het Paleis terngzullende de trein den volgenden weg nemen: over het Buitenhof, de Plaats, den Kneuterdijk, naar het Paleis. Art. 8 Salvo's van het geschut znllen het afrijden van Zijne Majestejc van het Paleis, en het oogenblik dat Hoogstdezelve de Vergadering van de Staten-Generaai verlaat; aankondigen. Zi.ne Maj. heeft de Belgen Devisser Advocaat, Napoleon Delvaux Abtj en de LabieChirurgijn, aan de eersten de Ridder-Orde van den Ne- derlandschen Leeuw, aan den laatste die van de Eikenkroon geschonken; aan de Labie, wegens de hulp in 1830 aan eenen gekwetsten Nederlander bewezen. Uit *s Rijks kas is voor de herstelling der Groote Kerk der HélV vO.aide gemeente te Breda f 4,000 verleend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 1