cl-
Ret
Hij:
ou.
rjjlt
lens
00.
I
>rst.
»end
ver.
ER;
EN,
n van
n den
ezeo,
w
lerinj,
y
baai.
•eet er
redmf
/an h
'OOEj
liggt'
Oad<
43
t plas-1
eikecc
op i(o
'M. It
itije, t
:D albitj
Get)
of eer
bp
Ley*
3 Dlnj
.STAfF
an \Vi
iN,Di
tot i
ooignt
in: Er
ire,
fs»l
alsne
iroiöglfc
eri Zar.
aie'ïD'
nV Epe.
geen w
nefictlü
hec
7den Jij
irg bliffl
JK, M
en Wr
roojIoA
Hl NB ic
'P.
;s- woni'i,
in ffjo
dé olóM
ie Vertf'
ris A.
e Ley*1!
DE
states
aauwkeo'
angenoffli
Leyd»
c. 1813.
l e y d s c ii e
MAANDAG,
BEKENDMAKING
HET PROVINCIAAL GERE GTS II OF IN ZUID-HOLLAND
gezien liet requisitoir van den Puokureur.-Genek.aalbetrekkelijk het daarstéllen der
Kanier van Vauantie van den i. Julij tot en niet den 31. Augustus *1843;
Gezien artikel 18 der wet op de regierlijkc organisatie en het beleid der Justitie, mits
gaders dc artikelen ir. 12, 13, 14.011 15, van het reglement betreffende de wijze van
teds-afleggiug der onderscheidene regterlijke amhtenaren enz, goedgekeurd bij Zijner
Majcsteits"besluit van den 14 September 1838 Staatsblad N°. 36).
Heeft goedgevonden te bepalen, dat de Kanier van Vakantie voof dit loopende Jaar^
gedurende de maand Julij zal bestaan uit de Heeren en Mrs. Hendrik van der Burgh4
President, Johan Arnold Brand, Vice-President, Maarten Iman Pauw, Jacobus Andries
Weiland, Petrus Isancus de. Fr emeryDirk Graaf van Hogendorp cn Christian n Johannes
VaillcntRaden; en gedurende de innand Augustus uit de Heeren en Mrs. Hendrik van
der BurghPresidentJohan Arnold Brand Vice-President, Jic bu~ Andries Weiland
Johan Antoni Philip ieBonaventure Adrien Corneille de lange van WijngaardenJonk
heer Godefridtts Andreas Melort en Christiaan Johannes V/'.illantRaden.
Wijders dat deze Kamer hare zittingen zal houden op Maandag, Dingsdag cn Woens
dag, den 17, 18, 19 en 31 Julij, 1, 22i22 en 23 Augustus 1843,'des voormiddags
ten tien ure precies, zijnde de 19 Julij de 2 cn 23 Augustus bestemd tot behandeling
van burgerlijke regiszaken en de overige onsen tot afdoening van strafzaken;zullende
de eerste zitting gehouden worden op Maandag den 17 Julij aanstaande.
En zal een afschrift dezer aan den Meer P..ok. kkur-Genelaal worden ter hand ge
steld, met verzoek om daaraan de noridige publiciteit te geven.
Gedaan in ceife nlgemeene vergadering van het Provinciaal-Gercgtshof in Zuid-Holland
op den 31. Mei 1843.
Gezien door,mij Prokureur-Generaal H. van der BURGH, President,
bij gemelden Hovein ketinisse van mij;
w. J. JUNIUS van HEMERT. F. M. de VRIES van HEIJST, Griper,
NEDERLANDEN.
Leiden, ii Jung.
Tot Postmeester der paardenposterij alhier is bij Koningiijk besluit van 4
Junij aangesteld, de heet B. P. van Hees.
V ijdag morgen I, I. is er brand ontstaan in het dorp Voorhoot, roim
een uur van deze Stad gelegen, en zijn daarbij de scheepmakerij en4 huisjes
am dezelve belendende, in de asch gelegd. Daar er geen brandspuit op hec
dorp zelve aanwezig was, zijn die aangebragt moeten worden van de dorpen
Sassenheim en Noordwijk, welk vertoef heeft verhinderd om den brand
spoedig meester te worden De oorzaak van deszelfs ontstaan is ons onbekend.
Op delt spoorweg zijn in Mei vervoerd 41,887 personen, onder welke
5,661 van deze stad, 4,756 van Voorschoten, 12,918 van Haarlem, 16.093
van Amsterdam, de overigen zijn onder weg ingenomen, en is ontvangen
f 29,71045!; hetgeen met de ontvangst van de 4 vorige maanden maakt
ƒ94,00672!, en het getal vervoerde personen brengt toe 127,520.
- Uit 'sGravenhage meldt mes van den nden:
Het Staatsblad N°. 19 bevat een Koninklijk besluit van 29s:en Mei jl.,
waarbij eenige nadere bepalingen zijn daargesteld ter zake van de aanmoe
diging of bevordering der koepok-inenting. Het besluie luide aldus:
„Overwegende, dat de nn door eene ondervinding van meer dan 40 jaren
gestaafde waarde der koepok-inëntiog, zoo als voorbehoedmiddel tegen als
ter teregtwijzing van de natuurlijke kinderpokziekte, geheel vo'doendc kan
geacht worden om elk onzer onderdanen aan te zetten om dezelve zich ten
nntte te maken en genoegzame zedelijke aansporing aan de geneeskunst-
beoefenaren aanbiedt om dezelve te bewerkstelligen en te bevorderen, zonder
dat daartoe verdere aanmoediging, door het toekennenivan openlijke eeieblijken
van Gouvernement» wege, zon noodzskelijk behoeven geacht te worden;
Op de voordragten van Onzen Minister van Binnenl. Zaken eoz.; den
Raad van State gehoord; herzien het Koningiijk besluit van 24Mei 1832,
Hebben besloten en besluiten:
Art. 1. Geene der gouden medailles, bij art. 1 van het bovengemeld
besluie omschreven, zullen later, dan nog over het jongstverloopen 1842,
terzake van aanmoediging of bevordering der koepok-inêntingmeer wor
den toegewezen.
Art. 2. Ten gevolge dier bepaling wordt het evengenoemd besluit in
deszelfs geheel ingetrokken en buiten werking gesteld.
Art. 3. Wij behouden ons voor, bij uitzondering buitengewone verdien
sten en met goed gevolg bekroonde diensten van den onderwerpelijken aard
door het toekennen eener gouden medaille te vereeren.
Art. 4. De bepalingen ter bevordering van het meer algemeen gebrnlk
der koepok-inentingzoo ais die bevat zijn in hec Komglgk besluie van 18
April 1818, blijven dien onvetmiaderd, behalve de reeds later ingetrokken
en bniten werking gestelde art. 9 en 10, van volle kracht."
De Staatsbladen Nos. 20 tot 04, allen op 31 Mei jl. uitgevaardigd,
behelzen de tvetten onlangs door de Kamers der S:aten-Generaal aangeno
men, en een besluit, betreffende de wetten in Limburg.
TotNederlandsch Consul te Ftankfort is benoemd de heer L.vonGuaita.
Zijne Maj, heeft den heer H. Cornets de Groot, laatstelijk Residenc
op Java, thans met verlof hier te lande, op zijn verzoek, eervol uic de
Indische dienst ontslagen met toekenning van pensioen.
Z. M. heeft aan den Staatsraad in buitengewone dienst, den heer F. H.
Noel Simons vergunning verleend tot hei dragen der versierselen van Coramsn.
deur dei Leopoldsorde, hem door Z. M den Koning der Belgen geschonken.
Zijne Maj. de Koning heefc aan den fuselier bij de tweede divisie van
het Algemeen Depót der Landmagt N°. 33, C. Kleinhout, welke veroordeeld
tras tot de straf des doods met den kogel, genaae geschonken en zjjne straf
in die van 10 jaren kruiwagenstraf veranderd
In de zitting van de Tweede Kamer der State.i-Generaalvan heden, heeft de
Voorzitter kennis gegeven, dat door de afdeelingen tot rapporteurs benoemd zijn:
Voor het ontwerp van wet tot tijdelijke voorziening in 's Rijks behoeften, de heeren:
Vervrev Mejan, van den Boschvan Akerlaken, van Rechlercn en van Ryckevorselen
Voor het ontwerp tot wijziging der instructie voor de Algemeene Rekenkamer, de
heerenvan den Boschvan AkerlakenHooft en van Rappcrd.
Zijn ingekomen twee verzoekschriftenals net eenê uit Arnhem, Zutphen en Deventer,
houdende bezwaren tegen de belasting op de zeep. Verzending aan de Commissie.
De Commissie tot de verzoekschritten doet verslag
I. Bij monde van den lieer Scheert van Harencarspel1° op een adres van F. Bijl
oud molenmaker te Leerdam, houdende verzoek, dat hij door medewerking der Kamer
in staat moge worden gesteld tot bet maken van een model van een door hein uitgevon.
den waterwerktuig, hetwelk zonder stoom of wind, maar door de kracht van het wa'er
gedreven wordt. Orde van den dag2°. op een adres van verveeners te Berger.
Gassei, Anloo, enz.provincie Drenthe, die verzoeken, om den accijns op den turf bjj
den oorsprong of de exploitatie te beffcuniet in te willigen. Nederlcgging ter griffie.
II. Bij monde van den heer van Panhuysop een adres van L J.J. Serrurier en
anderen, uitmakende den Raad van Administratie der Hollandschc IJzeren Spoorweg.
Maatschappijgevestigd te Amsterdamwaarbij zij hunne bezwaren doen kennen ten
aanzien van bepalingen dei wet van 29 Mei 1841, cStaatsblad N°. 19,3 betrekkelijk de
onteigening ten alsenieenen nutteen in welk adres verzocht wordtdat er maatregelen
Uil opheffing dier bezwaren worden genomen. Dc Commissie stelt voor, het adres ter
n\
p« a n t.
ia ]ÜN Ij.
griffie heder te leggen eri het, bij afschrift, te verzenden aan HH. Exc. de Minister vaÜ
Binnenlandsche Zaken en van Justitie, als zijnde deze Ministers op het geschikte stand»
punt, om de gegrondheid der bezwaren te onderzoeken, en des noods dienaangaande
inlichtingen aan de Kamers te geven
De heer Schooneveld verklaart zich met het lïatste gedeelte van het voorstel de Com
missie niet ie kunnen vereenden. Hy herinnert, dat de bezwaren, die door den. Raad
worden ingfeBragttöt een gewigtlge beginsel betrekking hébben, het wel K vroeger, bij
de behandeling def wet van 1841, cot Belimgryke beschouwingen had aanleiding gegeven.
Het is, 2egt dit lid, mogelijk, 'dat cr op dat, .by de wet aangenomene beginsel terug
gekomen móet worden. Maar hij acht het gevaarlijk om, alvorens tticn het daaromtrent
eens zijhet adres aan de Mlnisul-s re verzenden. Eene verzending van een requa-sc
aan eenen Minister, moet eerst dan plaats vinden, walmeer men her nopens het beginsel
eens is. Hij acht de onderhaviae zaak daafvonr niet vatbaar.
De heer van Dam van Isselt verscnili van gevóelen met den vorigen redenaar. Het
iS algemeen bekend dat de uitvoering der werken van openbaar nutgróoteii tegenstand
ondervindt van den kant der eigenaren van grondendie met ongegronde en ovefdrevenc
eischen voor den dag komen. Het tegenwoordige adres verdient derhalve allezins over
weging. Door eene verzending van het adres, wordt de wensch niet gènit, dat de
Kamer verlangt, dat er aan den inhoud van hetzelve worde voldaan. De inhoud van
dat stuk wordt daardoor ook in geenen deeie goedgekeurd. Eene verzending duidt al
leen aan, dat de Kamer vermeent, dat het stuk de aandacht der Regering verdient, en
dat het onderwerp van het adres van gewigt beschouwd wordt. Daar hei onderhavige
stuk belangrijke punten behelst, gelooft de heer van Dam, dat de Kamer Wei zal doen,
het voorstel der Commissie aan. té nemen.
De Voorzitter stelt vóór, de beslissing van dit punt, tot in eene volgende zitting uic
te stellen.
De heer van Dam meent, dat daartoe thans geene redenen bestaan. Het voorstel tot
renvooi is niet door eenig lid, maar wel door de Commissie zelve gedaan. Het vraag
punt komt alzoo alleen hierop neder, of de Kamer zich met het voorstel harer Com
missie al dan niet kan vereenigen
De heer van Rappard ziet geene redendc behandeling der zaak uit te stellendaar
de inhoud van het requaest aan ieder lid bekend is. Gedurende een aantal jaren hééft
Nederlandten aanzien der onteigening ten algemeenen nutteonder eene Fransché wet
geving geleefdDie wetgeving heeft echter tot zoo vele bezwaren aanleiding gegeven
dat men in 1841 overgegaan is, eene nieuwe, oorspronkelijke wetgeving op dat stuk
voor te stellen. De redenaar vermeent, dat de wetgeving bij die wet wat al te schroom
vallig geweest is in liet belang van den eigendom der ingezetenen, en dat het daardoor
zeer moeijelijk gemaakt is, gioote werken ten uitvoer te leggen. De verzending vaii
het requaest, waarin daarover geklaagd wordt, brengt niet mede, dat men hetzelve
goedkeurt, maar dé Kanier bevfeelt het daarin vervatte onderwerp aan de aandacht def
Regering aan. Het is op dien grond, dat hij het voorstel der Commissie ondersteunt.
Ter stemming overgegaan zynde, wordt het voorstel der Commissie aangenomen met
eene meerderheid van 36 tegen 3 stemmen. Tegen hebben gestemd, de heeren Hooft
Verwey Mejan en Schooneveld,
Gisteren zijn de afdeelingen vergaderd geweesc over het ontwesp van
wet, tot tijdelijke voorziening in de behoeften der Schatkist. Heden is dè
centrale afdeeling reeds vergaderd geweest, om haar voorloopig verslag over
dat ontwerp op te maken. £r zijn, naar men verneemt, onderscneidene
bedenkingen tegen het ontwerp gemaakt, terwijl er ook vele inlichtingen
nopens dén vroegeren en lateren achterstand gevraagd zijn,
Vrij algemeen wordt verzekerd, dat de lieer Rochutten zijn ontslag
genomen heeft als Minister van Financien Reeds worden onderscheidene
staatslieden genoemd, die denzeiven zouden opvolgen.
De Raid van Ministers moet in de laatste dagen drukke en zeer langdurige
bijeenkomsten gehouden hebben.
Het Provinciaal Geregtshof van Zuid-Holland heeft, In deszelfs zit—
c'ngen van eergisteren, gisteren en heden zich bezig gehouden met hét
hooren der getuigen in zake van J, C. van Stentsbeschuldigd van vergifti~
ging. Van de 61 getuigen, die aanvankelijk in deze zaak gedagvaard zijn,
Zijn er thans 24 gehoord. Morgen ochtend zal met de behandeling van deze
zaak worden voortgegaan. O lder de op heden gehoorde getuigen behoorden
de heeren T, D Vrijdag Zijnen en D, M, van Deinseapothekers te dezer
stede, die als deskundigen in deze zaak geroepen waren en een zeer uitge
breid verslag van het door hen ingestelde onderzoek hadden opgemaakt Zij
verklaarden ten stelligste, dat er geen kopergroen of kopervergif in de aan
hen onderworpene bestanddeelen aanwezig was geweesc; maar dat zoowel
In het uitbrasksel van Mouthaan als in het overblijfsel der pastei, alsmede in
de saus, rottenkruid is gevonden.
De Voorzitter van hec Hof hetft, zoowel de Geneesheeren en Heelmees
ters, die de lijders behandeld hebben, als deskundigen, namens het hof dank
gezegd voor de volledige wijs, waarop zij hunne rapporten en verslagen
opgemaakt en aan de Justitie ingeleverd hadden.
Naar men verneemt houdt de gunstig bekende teëkenaar, de heer
lVaanders% zich reeds bezig met het op steeo brengen van twee der kapi-
taaiste schilderijen der tentoonstelling, weike lithographien bestemd zijn voor
de deelnemers aan de loterij j die geene schilderijen trekken. Verder ver-
öeemc men, dat de keuze der Commissie voor deze lithographien gevallen
is op de schilderijen van onze verdienstelijke stadgeUoocen den heer C. Cru-
se mar.N°. 199, een meisje de handkus toebrengende aan eene Non der
Heilige Tueresia-orde te Napels, en den heer J, BosboomN°. 33, voor
stellende het Koor en het Middenschip der Kerk te Hoogstraten Cprovincie
Antwerpen). Eindelijk verneemt men nog, dat, op verzoek, de deelneming
aan gezegae loterij zal verlengd worden en geopend zal blijven tot de finale
sluiting der Tentoonstelling op den i/den dezer.
Uit Finsterwoldprovincie Groningen, meldt men van den 4den:
Gisteren in den namiddag, omstreeks 3 ure, stak er alhier in hec westen
eene onweersbui op, weUe zich langzaam verhief en hooger kwam, ech.
ter dan ook weder geleek, alsof zij door den wind zoude worden wegge
dreven; doch dezelve kwam al nader, vergezeld van langzaam op elkander
volgende donderslagen; en zonder dat men van ongelukken heeft gehoord;
nam de bui de rigting naar het oosten, en liet de Almagtige de bliksem
slagen voorbijgaan. Des te geduchter en al sterker en sterker stroomde
echter het water in eenen scortregen uic de wolken neder, zoodac hetzelve
spoedig 2 i 3 palmen in de slooten en grachten was opgehoogd Het wa
ter, dat van de hoogten liep, stuwde zich voor de pompen aanmerkelijk
op, en deze konden er niet tegen stroomen. Doordien wij, hier sedert
eenigen tijd aanhoudend regenachtig weder hadden, was het veel belovend
en geil gevVas van wincergarst eD rogge al beduidend gaan liggen, en toen
al was hec met grond te vreezen, dat men maar een ligten korrel zoude
inoogsten; maar het geweld van dezen laatsten stortregen was zoo groot t
dat de beste en uitnemenste kampen wintergarst en rogge egaal plat aan
den grond zijn gedrukt, en zich stellig zeker niet genoegzaam weder over
eind zuilen oprigten, en daar het luchtgestel nog aanhoudende regens voor-
Spelt, kan een weiD'g ratte zomer, (vooral thans wegens hst schoone
gewas) voor den landman allernoodlottigsc worden. Ofschoon de toekomsc
wel altijd onzeker blijft, durft men bijna echter de voorspelling doen, dat
di schoone ocgst van genoemde gewassen voor een gedeelte is verloren.