In den Ouden Rijn, A
ILtsic twee gulden, r~^,v
Noord wijk er bout twee gulden,
Hoogmadeeen gulden
Oude Wetering k een gulden
In de Mare,
Warmond twee gulden,
Ssaseohefm ïwee gulden
Leydschen Dam een gulden
Aan de HoogewoerdtbrUg
's Hertogenboschgulden vijftig cebïs.
Dit leggeld 2al In handen van den Marktmeester moeten betaald gorden, In de maand
Augustus van elk jaar, op pcene van intrekking der legplaats; en 2al het leggeld van
alle andere schepen en schniten, waaraan in het vervolg eene legplaats binnen deze Stad
wordt toegestaan door Burgemeester en Wethouders worden bepaald.
Art. 14. Een ieder, welk zijne Waren op de markt ter verkoop wil aanbieden, zal
dezelve niet vroeger dan een half uur vóór den aanvang der markt mógen uitstallen
terwijl hij verpligt zal zijn, binnen een half uur ha het eindigen der markt; zich met
zijne waren van dezelve te verwijderen.
Art. 15. Een ieder, die met zijne waren ter matkt komt en geene vaste plaars op
dezelve heeft, zal zich door den Marktmeester, alvorens zich neder te zetten eene pi na s
doen aanwijzen en vetpligt zijn binnen de bepaalde uitgestrektheid te blyven, op vet-
beurte van dubbel marktgeld.
TWEEDE AFDEEL1NG.
Over het uitstallen aan de woonhuizen.
Art, 16. In alle straten en stegen, welke met rijtuig gepasseerd kunnen worden, én
alwaar een mindere breedte bestaat dan zes Nederlandsche ellenzal voortaan met meer
worden toegelaten het leggen van stoepen het hangen van zonneschermen of liet stellen
van uitsteek- of winkelkasten, of andere dergelijke vasté uittiihuieringeii buiten (de
voorgevels.
Art. 17. In zoodanige straten of stegen zal ookop stoepengeene andere uitstalling
mogen plaats hebbendan van staande of liggende voorwerpenzoodat Het hangen van
kleeden, doeken, zijlen of dergelijken, die doof den wind heen en weder kunnen bewo
gen worden of opwaaijen, geheel is verboden-
Art. 18. In alle straten of stegen, alwaar éene nieerdefe breedté dan van zes Neder-
lalidsche ellen bestaat, zal alleen, op speciale vergunning van Burgemeester en Wethou
ders, het maken van uitsteek kasten aan de voorgevels der huizen worden toegestaan,
mits dezelve geene meerdere diepte hebben dan drie palmen buiten den gevelzonder de lijst.
In zeer enkele gevallen, en slechts d&ir waar de breedte der stöep zulks toelaat, zal;
op daartoe opzettelijk gedaan verzoekvoor die uitsteekkasten eene meerdere diepte
uiterlijk tot eene halve el of vijf palmenzoiider de lijst, worden toegestaan; zullende
echter deze lijst nimmer zoo breed mogen wezen, dat zij eenigé waterdrup buiten de
bepaalde rooijing der stoep brengt.
Algemeene Bepalingen
Art. 19. Iedere overtreding der bepalingen van dit Reglement zal telkens wördeii
gestraft met eene geldboote van ééi: tot drie guldens, en bij onvermogen met eene
gevangenis van één tot drie dagen, en bij herhaal, inet eene geldboete van drie tot zei
wuldens alsmede inet eene gevangenis van één tot drie dagen; onverminderd zoodanige
straffen, als dezelve, tef zake van tegenstand aan het openbaar gezag, Volgens 's Rijks
wetten zullen hebben geincurreerd behoudens in alle gevallen de vefpligtingtot de
opvolging der bepalingen van dit Reglement en bijzonder de zoodanige, waaromtrent dé
overtreding beeft plaats gehad.
Art. 20. Den Directeur en Commissarissen van Policle wordt, bènevèris den Markt
meester, de handhaving van dit Reglement opgedragen; tervvyl daartoe telken marktdag
dc benoodigde Agenten van Policie op de markt tegenwoordig zullen moeten zyn.
Afschrift'dezer zalingevolge Art. 70 van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad
worden gezonden aan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie
Zuid-Holland
Aldus, met bewilliging van den Raad, gearresteerd by H. H. Burgemeester en'
Wethouders der Stad Letdenop den i<5. February 1843.-
DU R 1 E
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTT KAM MER.
Afgekondigd den 20. February 1843.
Bij mij
V. PÜTTKAM MtE R.
KEUR,
DE RAAD DER STAD LEYDEN; overwegende, dat zoowel in het belang err
jot gerief der ingezetenen als tot bevordering der orde en regelmaat bij de plaatselyke
administratie, de nuttigheid en noodzakelijkheid niet kan betwijfeld worden, om de,
swrs een groot aantal jaren hier ter Stede bestaande, inrigting van het gerégeld en
achtereenvolgend nunnheren der huizen, volgen» de verdeeling in wijkenin stand te
houden; V-
Overwegendedat hoezeer van de zijde van een groot aantal ingezetenen, tot bevor
dering van dien maatregel, vrywillig wordt medegewerkt, echter* zulks door velen wordt
nagelaten en verzuimd;
Willende uit dien hoofde de vereischte bepalingen daarstellenten einde alle nalatigheid
of verzuim voor het vervolg te voorkomen,- en de bestaande inrigting zooveel mogelijk
hi stand ift houden
Gezien Art. f53 der Grondwet en Art. 70 van hét Reglement voor het Bestuur dezer Stad
Heeft goedgevonden cn verstaan te arresteren de navolgende bepalingen-/
Art. 1* Van Stadswege zullen op nieuw de Nummers der huizen en verdere gebouwen
binnen deze Stad worden nagezien, en alle daaromtrent bestaan abuizen, overeenkomstig
dc ter Rekenkamer gehouden wordende registers, voor Stads rekening worden hersteld,
zonder dat daarin, om welke reden ook, door dé eigenaars of bruikers eenige verandering
zal mogen worden gemaakt.
Zoodra eenig Wijk of gedeelte der Stad van Stadswege te dezen opzigten is 111 orde
eebragt en hersteld, zal daarvan door Burgemeester en Wethouders bij Publicatie aan de
ingezetenen worden kennis gegeven, en van dat tydstip af. dé bepalingen dezer Keure
daarop van toepassing worden gemaakt.
Art. 2. De eigenaars en bruikers zullen verpligt zijn te zorgen dat dé alzoo niet
vervv op'hunne gebouwen gestelde Nummers daarop gesteld blyven, en by liet verwen
der deurkozijnen dezelve duidelijk daarop weder zigtbaar worden gemaakt.
Art. 3. Bij het bouwen van nieuwe huizen, of het vermeerderen der deurkoztfhen of
alle andere deuren van uitgang op de openbare straat', sullen de belanghebbënden daarvan
kennis geven ter Rekenkamer dezer Stad, ten einde aldaar te vernemen, welke Nummers
daarop behooren te worden gesteld.
Art. 4. Al wie bevonden zal worden, moedwillig de Nummers van eenig gébotiw te
hebben getracht onzigtbaar te maken, of Wig daarin eenige verandering zou willen Wen
sen voor zooveel hij geen eigenaar of bruiker van hetzelve gebouw moge zijnzal in
de plaats dezer laatste» sis overtreder 'derbepaling by Art. 2 gemaaktworden beschouwd'
Alle Stedelijke Ambtenaren in-het algenieert zijn verpligtvoof de riaarkoming
dezer bepalingen zorg te dragen, en dé overtreders te bekeuren; Terwijl de hand
having derzelve in het bijzender wordt opgedragen aan de Beambten van Policie.
Art. 6. De.overtredingen der bepalingen ü>y dë vier eerste Artikels^ gemaaktzultëft
door de bevoegde Regtbank worden gestraft met eene boete van één tot vijf gulden, en
bij onvermogen met eene gevangenis van één' tot drie dagen;
Afschrift dezer zai worden gezonden aan dé Edele Gf, Achtb. H. H. Gedèputeerde
Staten der Provincie Zuid HoHand,
Aldus gearresteerd by de» RaSd der Stad Leydenop den 16. February 1848.
6 d; u r 1 E u.
Mij kennelijk,
v, PUTTKAMMER.
Afgekondigd dén 20. February 1843.
Bij mij;
v* puttkammelu
keur.
DE RAAD DER STAD LEYDÉN;— gelet hebbende op hét misbruik hetwelk
gemaakt wordt van de vergunningen tot het baggeren en diepen in dézer Stads grachten
en waterenwaardoor zoowel nadeel wordt toegebragt aan dè gezondheid der ingezetenen
sis schade veroorzaakt aan dezer Stads bonwallen; bruggen en waterleidingen;
Overwegende de noodzakelijkheidom daartegen door gepaste verordeningen te waken
Gezien Art. 153 der Grondwet en Art 70 van Reglement voor het Bestuur dezer Stad';
Heeft na dèliberatie goedgevonden cn verstaan, te arresteren, zoo als geschiedt by
deze, het navolgende;
Art. 1. Het baggeren of diepen in dezer Stadsgrachten en waterenzonder schriftelijke
toestemming van H. H. Burgemeester cn Wethouders, is verboden.
Art. a» De bij Art. 1 vermelde toestemming 2al verleend wordenonder zoodanige
Voorwaarden en gedurende dien tijd, welke door H. H. Burgemeester en Wethouders
zullen worden bepaald en voorgeschreven.
Art. fi, Dë by het vorige Artikel genoemde voorwaarden zullen evenwel steeds moeren
Inhouden
a. Het verbódóm kprter dan één Nederlandsche el van dë wal of de bruggenhoofden
te baggeren of te diepen.
b. De vérpligting, om dè Scbüir, daarvoor gebruikt wordende, van ten nummer te
voorzienmet 'witte vèrw aan de bovenzijde van het ftjer geplaatst, én hetzelve
steeds zigtbaar té houden.
c. Het verbod, ofti op de kant det wal staande te baggerenof hei vuil.sreenen enz.
aldaar of op straat neder te léggen.
d. Het verbodom schuiten met baggergedurende den nacht 'óf óp Zon- én Feest-
dagehv-bthtfén de Stad te laten liggen
Aft. 4i- De Bsggerliedenaalt wie toestemming verleend is; óm door h untie knechts
te mogen laten Baggeren, zijn 'verantwoordelijk én aansprakelijk Voor dc welklieden
door hen ^eb'fulkt wordende
Aft 5. Van het bij de vorige Artikels omschreven verbod, zyti alleen uitgezonderd
de Stadsdiepe'rS en Ragge'rliedënwelke onder dë bevelen vati H. H. Burgemeester eti
Wethouders staan die dan ook alleen mógen gebruikt wordenwanneer men bij hét
gemis van in het water gévallen voorwerpen, verlangen mogt daarnaar te laten baggeren óif
diepen,
Art. '6. De overtrëditigen der bepalingen van deze Keur zullen worden gestraft mer
tëne boete van één tot irïjt gnldfen-, of bij onvermogen met eene gevangenisstraf van één
tot drie dagen. De Directeur en verder'e Beambten van Policie dezer Stad zijn hl-lést
inet derzeivtr handhavingterwyl de overtredingen voor de bevoegde Regtbank züllèti
Worden Vervolgd.
Afschrift dezer zal worden gezonden aan de Edele Gf. Achtbate h. H; Gedéptitetrdé
Staten der Provincie Zuid Hólland
Aldus gearrtsieetd bij den Raad dér Stad LèVden, op den 16, February 1843;
DU R I E U.
Mij kennelijk
v. PUTTKAMMER.
Afgekondigd deh ao. February 1843.
Bij my,
V. PUTTKAMMER.
1' 1 i f 11 =»J=iii aÉaa—a—a^mé
NEDERLANDEN;
Levdên, 26 Februariji
Uit 'sGravenhsgé meldt iilen van den 25icen dezer:
Zijne Ma), heelt aan den musikant Berlinwelke den aalten dezei
een concert (eh hove heeft gegeven, de Ridder-orde der Eiken Kroon ge.
schonken.
Zijne Maj. heeft den Weleerw. Heer C. W. Strmk, Predikant b(J de
Hervormde Gemeente te Dordrecht benoemd tot Ridder der orde vin den
Nederlandschen Leeuw,
Gisteren It nopen» Zijne Maj. Koning Willem FrederikGrief vtn
Nassau; het volgende bulletin uitgegeven:
De veranderingen, welke in de herstelling van Zijne Maj. worden waar.
genomen, zijn zoo onbeduidend, dat in de eerstvolgende dagen geen berigc
zal worden uitgegevens
(Ce/.) Beckers, Everard, Natorf."
Gisteren heef: alhier een groot ongeluk plaati gehad daar de zolder
van een pakhnis, waarop drooge erwten lagen, en in welka onderste gedeelte
twee menschen werkzaam waren, plotseling 1» ingestort en voornoemden
verpletterd heeft. Beiden waren vaders van talrijke huisgezinnen. Het
pakhuis was In eene kleine straat, Haagpoort gefieeten, welke iu de Spui
straat nitkomt.
De Staats-Courant van Zaturdag de wet bevattende voor den aanleg
van een' steenweg van Maastricht tot de GelderSche grenzen, voegt er tevena
eene berekening van onkosten bjj, welke te zimen 1,083,000 bedrigen;
doch van Welke, wegens bijdragen van lommige gemeenten, ter sotbria van
ƒ33,000 en wegens toegestane sommen op de begroo'tingen van 1843 en 1843
ter somma van ft 00,006, 133,600 moeten worden afgetrokken,- eu du»
alsnog te voorzien blijft in eene som van f 950,000.
-Uit Dordrecht schrijft men van 34 Feoruarij:.
Gisteren morgen; otóstreeks 5 ure, ia, op den *s Gravendeelachen dijk
tusschen Kilzigt en hec regthnia van Wieidrechteen ichipper, die zich,
door tegenwind belet met zijn achip op te varen, te voet naar deze itad
begaf, door vier personen gewelddadig aangerand en van het geld dat hij bi}
zich droeg; ten bédrage van f 700, beroofd. De misdadigers hebben zich
vervolgens in een schAiije, dat in het riet verborgen lag; verwijderd. Aan
de }usfitie is van het gebeerde aangifte gedaan, en men hoopt dit dezelve
er in slagen zai om de boosdoeners op te sporen.
Het Provinciaal Geregtshof van Gelderland beeft den a3steti dezerover
J. M. Vidon (reeds te voren voor misdaad tCr dood veroordeeld,- doch toen
begenadigdde straf de: doods uitgesproken, wegen: gepleegtfen moord;
als medepligtlgen bij denzelven zijn P. van Feen tot geeselitrg,- brandmerk
en 15 jaren gevangenisstraf, W. F. van dér Weide tot geeïeiing en 8 jaren eti
H. W. van aer Weide tot 2 jaren gevangenisstraf verwezen.
De Theologische Faculteit te Utrecht heeft de gouden medaille op
derzelver uiige cheven prijsvraag toegekend aan den heer Sepp, student a'zn'
bet Seminarium der Doopsgezinden te Amsterdam.
Ook beeft voornoemde faculteit aan den heer H. E. Stenfori Croese
student te Utrecht,- op dezelfde prijsvraag een gouden medaille toegekend.
Op p Februarij overleed te Maastricht Willem CambieroUd 10 jaren,
zoon van deti heer CambierResident in de Oost-Indte. Dit overlijden
door het publiek gerucht aan de verregaande mishandeling toegeschreven
wordende, welke dit kind, ten huize van zijnen oom, den gepensioneerden
Fngenienr-Kapitein Cambier aldaar,- aan wien hetzelve door zjjneb vadef^
ter opvoeding was toevertrouwd,- zoude hebben ondervonden, is na regter-
Itjk onderzoek de echtgenoote van den voornoemden Kapitein, /inna Maris
Coeien genaamd, in hechtenis genomen.-
Uit bet H'ertogdom Limburg melde Uien van den 16 Februarij:
In den morgen van den 1 Februarij ia de woning en Ital van den landbou.
wer H N01. op de Zeldersche Heide, onder Oitersum gelegen, geheel tf.
gebrand, de oorzaak daarvan is vpor alsnog onbekend, de verbrande gebou.
wen waren voor fj00 geassureerd. De getedene scHzde wordt op f 1006
begroot.
-w- In hec gehucht Leuken,- gemeente Weert, iz in den avond vin dén
7 Februarij ih de woning van den landman Aardetibergbrand oiitdekc, welke
doof de spoedig aangebragte Hulp geene beduidende gevolgen heeft gehzd.
Men schrijft de oorzaak van dien brand aan kwaadwilligheid toe, vermits er
onder het dak eene bijna geheel verbrande tUrf, welke met werk omwonden
bleek te zijn, gevoilden is.
Ih den nacht van den loden is er eene inbraak gepleegd In de kzpèl
van St. Roza, op de Kaalberg, onder Sittard gelegen, waarbQ de zich in'
het oiferblad bevindende gelden ontvreemd zjjo. De dadert zjja nog onbekend/
2 W f T S E A N D;
Ült Bern wordt het volgende geschreven:
Onze Regeringsraad heeft op den rondgainden brief van hec eedgènoód-.
schappelijk bewind betrekkelijk de kloosters in Aargao aan hetzelve te ken.
nen gegeven, dat hij zich tot een antwoord te meer verpligt achtte, omdat
het voorzittend kanton in deszelfs brief voor een bepaald geval aanspraak
maakte op de medewerking der overige kantons ter uitvoering van zijne maat.
regelen. Dit antwoord is in zeer waardigen toon gesteld; daarin wordt tins
getoond, dat de vraag wegens den verkoop van kloostergoederen aan den'
algemeenen Landdag onderworpen, maar -Joor denzelven niet beslist, en
dus nog. hangende isdat geeD voorzittend kanton bevoegd is, om astt een