F R A N K R IJ K. 83 5<S. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER én ZOON, te Leydw. DÜITSCHLAND. 2Kne Maj. de Koning van Pruis9en heeft den Nederlandjchen legatieraad den heer Ruhr, te Frankfort, vereera met de orde van den Rooien Adelaar j 3de klasse. De rust was te Geneve, volgens de laatste berlgieh* weder hersteld en waren de opstandelingen met de Regering in onderhandéTrng getreden. Er zou eene algemeene amnestie Uitgevaardigd worden De toestand van Sicilië wordt in Senaten van daar van 2 Februarij als zeer ongunstig afgeschetst, daar de ftan'öfel* landbouw ën hg verheid kw^'il. den en niets gedaan werd om dezelve op te beuren. Uit Rome meldt men van den löden dezer, dat dé schoonc winter» dagen door hevige regenbuien waren vervangen eri het vvóter "döór dezelVe; en door het spoedig smelten dei- sneeuw op de bergen* zoozeer was geè wassen, dat onderscheidene p aatsen onder Water stonden ën^de^wegen onrijdbaar geworden waren. Een derde deel van Rothe* was, omdat de Tiber buiten zijne oevers getreden wa3, overstroomd; vooral stond het water zeer hoog in de wijk van Ghetto, door de Joden bewoond; niet éért huis was daar toegankelijkde bewoners hadden op de tweede en derde verdieping moeten vlugten. Met schui<en Wérden benoodigdheden aangé. voerdzoodat niemand door gebrek behoefde om te komen; GROOT-BR1TANNIE. tn ons vorig nommer hebben wij gewag gemaakt van de rede van den Minister Peel in net Lager-Huis den 17 Februarij uitgesproken, toen er beraadslaagd werd over een voorstel van Lord Howich, Hetgeen verworpen werd. Zie hier van dezelve eenige zinsneden: Gij vraagt ons, wat wij gedaan hebben, otti ons Vaderland uit zijnën lijdenden toestand op te beuren? Wij hebben daartoe meer gedaan, of al thans meer trachten te doen, dan blooteltjk het tot stand brengen eener ver mindeting in de in- en uitgaande regten, Wij zijn thans omstreeks zestien maanden aan het roer van den staat geweest, en ik geloof, dat wij het regt hebben, om op hetgeen gedurende dat tijdperk is gedaan, zonder eentg ge voel van schaamte terttg te zien. Wij zim ef in geslaagd, om twee oorlogen ten einde te brengen. De edele Lord Palmerstonschijnt dit te willen one. kennen. Maar zoo het aan den edelen Lord behagen tnogtuitsluitend voor zich zeiven de eer van het eindigen des oorlogs met China te vorderen; ben iit volkomen bereid, om hem op dat terrein te ontmoeten, en hem' al de inlichtingen te geven, die hij tnogt willen erlangen. Al wil men de vraag, of zulks al dan met aan de wijsheid onzer maatregelen is toe te schrijven, in het midden laten, dan zal toch de edele Lord ten minste niet ontkennen, dat wij het goed geluk hebben gehad, om twee oorlogen tot een wenschelijk einde te brengen,, die de kapitalen van dit land voor eenen onvruchtbareu arbeid verslonden, en die, gelijk alle oorlogen, een dubbelen slag toebrag- ten, daar zij eendeels onze eigene hulpbronnen afleiden en anderdeels de hulpbronnen van die landen verstopten, met welke het voor ons zoo wen. fchelijk is een levendig handelsverkeer te onderhouden Wij hopen eenever mindering in de begrootingen van hec loopende jaar tot stand te brengen. Het tijdperk dier oorlogen is nog niet zoo ver verwijderd, omoui in ataat te stellen al dia bezuinigingen te bewerkstelligen, welke hec Parlement later mag ver wachten; maar toch koesteren wij het vertrouwen, gedurende de tegenwoor. dige zittting begrootingen te kunnen aanbieden, die in de drie takken van de openbare dienst, de zeemagt, de landmagt en het burgerlijk beheer, eene vermindering zullen aantoonen van omstreeks 850,000 ponden sterlings. Wij ziin dus ten minste den weg van vermindering der begrootingen binnen getreden. Gi durende de laatste drie of vier jaren, heefc er welltgc was het noodzakelijk en onvermijdelijk eene gestadig en trapsgewijze toene mende vermeerdering in de uitgaven en vermindering in de inkomsten des Rqks plaats gehad. Gedurende de tegenwoordige zitting zullen wij, zoo ik hoop, tene reeks van verminderde begrootingen openen. Wij zijn in staat gesteld geweest, om de bezetting van Canada met 4000 man te verminderen, en wij koesteren hec vertrouwen dat de vrede in die kolonie gevestigd is. Wij verheugen ons in het vooruitzigt van volkomene vriendschapsbetrekkingen met Frankrijk te zullen tot stand brengen. Wij hebben de regcen op koloniale voortbrengselen, in elk geval, waar deze met onze eigene kunnen tnedediti". gen, verminderd, en wij zijn dus een stap genaderd aan het stelsel, om onze kolomen als een intregrerend deel van het Rijk te beschouwen. Wij hebben, en zoo ik vertrouw roet gelukkigen uitslag, gearbeid aan het beslechten van die geschillen met de Vereenigde Staten welke veertig jaren bidden geduurd, door het gedurig uitstelltD der beslissing te bitterder weiden, en de hoofd aanleiding waren voor de vrees van het verstoren onzer vredelievende be trekkingen met dat land. Wij slaagden er in, om die geschillen uit den weg te ruimen, zonder eenige opoffering van de Britsche eer, en aan de andere zijde zonder zulk een gevoel van vijandschap tegen dit land op te wekken, als thans bij sommige gedeelten der Fiansche natie schijnt te bestaan. Voor den oorsprong der vijandschap zijd wij niet verantwoordelijk. Deze beide landen intusschen bieden thans een hoogst opmerkelijk schouwspel aan de beschaafde wereld aan. Het verdient bijzondere opmerkzaamheid, dat men thans twee mannen, die de aanzienlijkste betrekkingen in de regering van hun vaderland bekleedenieder van welken onder zijne natte het meetc door wapenfeiten en krijgskunde heeft uitgeblonken, mannen, die de kunst en de ellenden des oorlogs op de velden van Toulouse en Wacerloo hebben geleerd, en op elk slagveld tegenover elkander hebben gestaan Stetimus tela asprra centra Cor.tulimusque manui 5 het ii, zeg ik,, een hoogst opmerkelijk schouwspel, thans deze belde mannen (de Hertog van Wellington en de Maarschalk Situltdie de béste regters zijn over de opofferingen, waartoe de oorlog dwingc, ieder In hun land al hunnen invloed te zien besteden, om de lessen dei vredes in te scherpen: dat is eene roemrijke bezigheid voor hunne overgeblevene levens jaren! Het leven van beide is langer gerekt, dan de gewone maatstaf van bet menschelijk aanwezen op deze wereld medebrengt, maar ik hoop vurig lijk dat hunne dagen nog lang mogen worden gespaard, opdat zij hunne landgenooten kunnen aanmanen, om hunnen narionalen naijver ter zijde te aiellen en daarvoor den wedstrijd tot het meest mogelijk bevorderen van het geluk der menschheid in de piaats te stellen. Wanneer ik op het standpunt, het voorbeeld en de pogingen van deze beide mannen lec, die de morgenzon hebben zien schijnen op talrijke in slagorde geschaarde legerbenden, waarvan als de zon zou zijn ondergegaan zoo veel duizenden in het graf zouden rusten; ais ik zie, hoe zij die lessen des vredes inprenten en hunnen heil— zamen invloed tot het ontraden van oorlog aan hunne landgenooten bezigen; dan komt bet vertrouwen bil mij op,-dat de naamlooze en onverantwoorde lijke dagbladschrijvers die al duen wat zij vermogen, om de openbars denkwijze op te winden en alle handelingen tusschen de beide Regeringen, welke het aankweeken des vredts zoo zeer wenschen, in een verkeerd dag licht te stellen, aan Frankrijk diets makende, dat het Fiansche Ministerie een speelbal van Engeland is, en aan Engeiand.dat het Engelsche Ministerie de eer des linda uit vteei voor Frankrijk opoffert, het vertrouwen zeg ik, dat zulke personen het voorbeeld van twee zulke doorluchtige krijgshelden zich ten nutte zullen maken, en dat dit voorbeeld den invloed van de door mij aangeduide pogingen krachteloos zal maken: pogingen, niet ingegeven door ijver voor de eer des lands, maar door het lage doel, om nationale verbittering aan te moedigen, of het een of ander belang eener partij of van persoonlijken sard te bevorderen." !n een der Engelsche bladen leest men het volgende: De Chincsche Keizer heeft, ns met Engeland den vrede geslorén, en ver Kbeidene milüoeaea tot schadeloosstelling der oorlcgkosteu ons uitbetaald te hebben, *sn de Oxfordic'ie universiteit honor it cauia den doctoralea titel vtrkregeo. Ziine Hemeliche Majesteit, om zich daarvoor wedetkeerig te kwijten jweft nu een zeer galant briefje, op zijde geschreven, door den Ambassadeur Fi fo-iu naar Londen aau Koningin distort* gezonden, dus luidende: fc-Ik zelf, de alleenhéersther vin het Hethelsche Rijk, de Keizer slier Chinezen' op-deze airde, de schaduw Gods, enz enz., enz heb mee een genadig oog neer geêien op het door uwe schrijvers mij toegezonden ezelsvel, en daaruit ontwaard, dat Gij; met uwe roodharige kinderen, tot betamelpkén eerbied en tot belofte van beterschap teruggekeerd zijl, Opdat de aardbol zich overtuigd, dat ik vól barmhartige goedértiétenheid Ben, heb Ik vrédè gemaaktgij kimt wederom gerust voortleven op Hét nevelen-eiland, én zult niet meer Uitgeroeid worden, miri Uwe verwatenheid voor altijd eén éihdé neme, ik zal heilig woord houden. Ik heb bevolèn, Uwe kin deren niet meer roodhoistèlige barbarén te noemen; én hun geénen «Chrik meer aan te jagenzij zullen komenen handel drijvenopdat zij zich mogen onderhonden. Als zij verder niet tegen mij woeden, en niet meer; door hun misdadig onvers.and, tiJet gfoo e kogels mijne écèden verhielen, zal het hiin vergund worden, onder goedé bewaking eenen blik in hét midden vin mijn rijk te werpen, en van verre Het afschijnsel mijner wijsheid te bewonderen. Het is nog niet te laat, eh als zij opregt en ernstig zich boetvaardig eh be rouwend tonnen, kunnen zij nuttige léssen bekomen, en kennis opzamelen, I« heh Fi-fb lu bevolen, U tot Nicht van den Grooten Beer, én tot Zoater van Saturnus te benoemen; mitsgadeis den knop der onderscheiding met den smart eenen écrekan en eenen tabakazak tot vervrolijking aan té bieden; Moge hec u nimmer aan thee ontbreken, en mogen steedS uwe voeten kleiner worden: Mijne genadg is zeer groot! Een allerhoogst eigenhiudige briefi Neem dit wel id acht)" PAttijs den 31 Febröartj, Zijné Maj. de KonlDg zal op zijnen verjaardag, 5 Met aanstaande, den eersten steen leggen ain de graftombe van Napoleon -at— De Regent vin Spanje heeft bij een besTüic een Gouvèrnementaraad ingesteld, waarvan, behalve de Ministers, de voormalige Ministers, Opper, bevelhebbers bij het leger of de vloot, Grandes van Spanje, Aartsbisschop, pen of Bisschoppen, Voorzitters van Regcbanken eu andere booge ambtena ren, leden kunnen zijn. Het deserteren van Spaansché soldaten tiaar Frankrijk, hétgeen éenl. gen tijd minder was geweest, is in de laatste dagen weder stérk vernieec. derd. Allen worden meer landwaarts in vervoerd. In de vallei van Aren, in de Pyreneën, heeft een groote ramp gl muilezel drijvers met 14 muilezels' en onderscheidene marskramers getroffen. Deze namelijk van Estewy vertrokken, zijn bij den ingang van de Bonne- Aigue doof de door dwarrelwinden in beweging gebragte sneeuw overstelpt en hebben allen hun graf in dezelve gevonden. Er was eene ontzet, tende massa sneenw in de Pyreneën gevallen en bij plotselinge dooi vreesde men voor zware overstroomingen. PRIJS-COURANÏ VAN EFFECTEN. AmsterdamWoensdag 33 Februarij 1843, 4 2', 4i 3j Nederland, Werkelijke Schuld Duo Dito Amortisatie-Syndicaat Dito Dito Handel-Maatschappij Nieuwe Dito Oost-Indische Leening 5 Aandeelen Rijn Spoorweg 4j Dito Haarlemmer Dito Rotterdammer Haarlemmermeer 5 Spanje, L. bij Ard, van 85 5 Dito bij Dito, onbep, stukk. Dito Coup. Dito. 3 Passive a..1....., Deferred Fransche Ongestelde Rusland, Obi. Hope en Comp. 1798" en 1816 5 Duo Duo 1838 en 18395 Certificaten bij dito 183! en 1833 5 Duo bij Hope 4 Certificaten te Hamburg 5 Inschrijving in Assignation 6, Certificaten van Duo <5 Oostenrijk Obi. Colt en Comp. 5 Negotntie Metalliek2J Dito Dito .-. v. .5 Napéls, Certifiéaten 5^ Dito in Natelt 5 pCt. as li' 55ts «°i A 57} 139? los* 1 ooi 9*1 4i 33? *7s 4' 107 99 9°I 7° A 731 lol, 97ts 83| 129. 103! 100} 94? Gebl. I SS'f 101A fÜ* 139! 18>5 zöt *3 27* 4rr >07! i°7i 9°1 7°r« T 33* '°7f 7°ï De Kommissie vah Landbouw in de Provincie Zuid-Holland, maakt hiermede ter voldoening aan Zijner Maj Besluit vat. den 10 April 183a", N*. 12, bekend, dat de keuring der SPRING-HENGSTEN, dit jSar, zal plaats hebben", als volgt: Te doorschoten, op Maandag dén óden Maart, ten fi ure, Qot inehetn Donderdag 9b en J, 9 Dit InlandDmgsdag I4deu 10 BrittleWoensdag i5den 9 Oud-BeijerlandDonderdag löden 9 Zullende de premie- of vergeliiltende-kenr plaats hebben té Rotterdam, op Woensdag den 29«en Maarit, des middags ten twaalf ure, 'tCraóenhdge, oen 21 Februarij 1843. Vit naam der Kommissie van Landbouw voornoemd JOAN QUARLES' van LFHORDj decretaiis, LEYDSCHF. SCHOUWBURG. Maandag 27 februarij 1843, fjET VROUWTJE VAN DÉN DONAU, Beroemd Tover-Zangspelin 3 Bedrij ven. Na hetzelve: ZONDER TROMMEL NÓCH TROM PETBijspel mét Zang, in één Bediijf; Aanvang zés Ure, V Héden beviel zeet voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTER, mijne veelgeliefde Echtgenoot M. BROUWER BOSCH'. LéydéN si Fébruarij 1843* F* ki E. SCHÜSLER, Eenige Kennisgeving. Heden verloste gelukkig van eene DOCHTER, W. M. ne GRAAF, geliefde Echtgenoote vin Leyden den 33 Februarij 1843. G. W. van oer SPRüVT, Eenige Kennisgeving.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 2