A". 1842. LEtDSCHE IV0. 155. 0 O IJ II A IV Tj WOENSDAG^ z8 DECEMBER. NEDERLANDEN. Leyden, 27sten December. Heden morgen ten 5 urè is H. K. H.'Prinies albert van Fruissen ome Itad gepasseerd en heefc, na van paarden verwisseld en zrch eenige «ogenblikken bij den Paardetipostmeester IV. L. Burgers ie hebben opge ffiouden hare reis naar 's Gravènhage voortgezet; werwsaris H. K. H. werd voorafgegaan door eenen Adjudant van Zijne Maj. Koning tVillem PrederikGraaf van Nassau; welke de Prinses hier had opgewacht. H. K. H. bad de reis gisteren morgen van Dusssldorf over Kleef én Arnhem -genomen en den gaheeten nacht doorgereisd. Zatordag jl. is er eene aigetneene en openbare vergadering van den Hoogen Raad gehooden waarin de hij Zijner Majs. besluit van 8 Novetn bef jl. benoemde "nieuwe Raadsheer bij dit regterlijke collegie, Vit. F. de Greveals zoodanig plegtig is geïnstalleerd en zitting genomen heefc. Te dier gelegenheid zijn er door den President èn den Procureur-Generaal bij den Raad, hartelijke toespraken gehouden, waarin zij hulde bragten aan de verdiensten en goede hoedanigheden van den overleden Raadsheer, Mr. /V. W. Ardesch, In wiens plaats de heer de Greve thans is opgetreden; voorcs wenschten zij den nieuw benoemde geluk met de betrekking, die hem ten deeie heeft moge vallen en tot welker Dekleeding hij door den Raad aan de Tweede Kamer der Staten-Generaai was aanbevolen geworden. Zij gaven op de ondubbelïinnigsie wijze hunne vreugde te kennen over de benoeming van hem, die eerst als Pleitbezorger en daarna als Hoogleeraar in de Regten van zijne groote regtskennis bewijzen had gegeven. Terwijl zij eindelijk het treffende dezer gebeurtenis, voorzoo veel zich zeiven betreft, schetsten, omdat zij than, als ambtgenoot begroetten den zoon van hunnen hooggeschat, ten vtiend en hunnen waardigen ambtgenoot in hec voormalig Hooggeregts hof vbn *s öravenliage. Bij de aan de Tweede Kamer der Staten-Generaai overgelegde wet- ten op de personele belasting, was de volgende memorie van toelichting gevoegd: De wet van 12 Julij 1821 heeft, onder de grondslagen van het toenmalige £nanriele stelsel, befastingéii opgenomen, welke, de eerste en onontbeerlijk ste behoeften' dés "leVéns treffende, alle klassen van ingezetenen, hetzij rijk, hetzij arm, bereikten. Ter zijde echter van die middelen, heeft zij de directe belastingen geplaatst, bestemd om het evenwigt In stand te houden; om de meer vermógendén, de gegoeden en de middelbare volksklasse lasten 'op te leggen 'van welke, vóór weeldej rijkdom eb welstand berekend, de minvermogenden behoorden verschoond te blijven. Oorzaken, welke hec hier eer plaatse even overbodig is op te sporen als san te wijzen, hebben, zelfs iri de meest bloeijende Staten, de armoede en behoefte doen toenemen; de prijzen der eerste noodwendigheden zijn, onder den drukkenden last der tijden, gestegen; eene toenemende, zich.in de jjroólefe' sneue»! v fi»3 c bevotUing fceefc do teou» dór góringb wo- ItingfMY„doen 'rijzen. De Regering, op dergelijke verschijnselen opmerkzaam, begreep deb loop .der omstandigheden te moeten volgen, de belasting bp de armoede ie moeten 'verltgién: zoodanig is het leidende denkbeeld van het ontwerp van wet, hetwelk thans aan de beoordeeling dér Siaten-Generaal wo'dt onderworpéh. Onafhankelijk van die wijzigingen. Voor welkè de grondslagen van het belastingstelsel eenmaal zullen worden vatbaar bevonden, is het de wensch "en de bedoeling der Regering, ótn thans reeds die verbeteringen voor te stellen, welke de veranderde loop der tijden en omstandigheden vereischten immers voor zoo verre de behoeften der schatkist zulks toelaten. Met dat oogmerk wordt in het ontwerp aan den maatstaf der matigingeh én vrjjsceilingenzoo als zij, naar opklimmende volgreeksen, in art. I 1, in verband met art. 5, 7, en art, 2, 2, der wet van 29 Maart 1833, (Staatsblad n°.4). mitsgaders in art. 1 1 der wet van 29 December 1835 (Staatsblad n". 43)zijn vastgesteld, nieuwe uitbreiding gegeven. Aan de vrijstellingen art. 5, 2, der wee toegekend, worden nieuwe ontheffingen toegevoegd. De maatstaf der belasting en der belastbaarheid, naar den vierden grond, slag, U in het ontwerp in dier voege gewijzigd, dat den mingegóede daar door eene wezenlijke verligting zal worden toegebragt. Waar de werkboden en psarden voornamelijk en hoofdzakelijk voor ne ring of bedrijf bestemd zijn, zullen belastingen op de weelde dezelve niét meer bereiken. Voor de bleekerijen, beroep hetwelk meer dan eenig ander veler handen arbeid vordert, zat hec drukkende der belasting (art, 16, 4) zijn wegge- nomen. De «hans bestaande vrijstellingen in art. 19 liet, g gegeven, zullen zijn Uitgebreids en die liet. k uitgedrukt, beter en duidelijker zijn omschreven. Ten platte lande, en in de min bevolkte steden is het houden van paar. den, veelal meer behoefte dan weelde; het hoofddoel is de noodzakelijk heid, om zich uit afgelegene oorden derwaarts te begeven, waarheen belan- gen, stand of nering roepen: ofschoon ook daar, aan hec houden van paarden, een graad van gegoedheid moge verbonden zijn, welke de opleg, ging eener belasting kan regevaardigenzoo behoort echter deze belasting, raar hec hoofdoogmerken niet naar de bijkomende omstandigheden, te wordeD geregeld. De vrijstelling voor het afwisselend gebruik van werk. boden (art. 18, 1) toegekend, is daarom, in de daarbij voorziene geval, len (art. 27. 4J. tot de paarden uitgestrekt. Deze reeks vaD vrijstellingen, door de billijkheid geboden, verzwakt lntusschen eene belasting, van welke de schatkist belangrijke bijdragen moet verwachten; de behoeften der schatkist zijn, voor het oogenblik, in geenen deeie van dien aard, dat zij het geeltelijk gemis dier bijdragen zouden kunnen toelaten; men is, uit dien hoofde, tot de noodzakelijkheid gekomen, om, in de serie der belasting naar den derden grondslag, eene geringe opklimmende verhooging voor te stellen; veihooging, welke een noodzakelijk en onafscheidelijk bestanddeel der wet uitmaakc, en enkel voor de meer aanzienlijke woningen eenig, hoezeer gering, onderscheid, in den aanslag zal kunnen te weeg brengen, De belasting naar den vijfden grondslag moest ook die lieden treffenwelke als dienstbaren of als gebrnode dienaars tot de domesticiteit behoorende, voor hunnen meester de jagt uitoefenen. Tot dusverre had men zich van dezen last weten te vrijwaren. Alle twijfel zal voorcaan deswege zjjn af gesneden. De huisbewaarders en huisbewaarsters en werklieden op buitenplaatsen zijn, onder eeue nieuwe, hoezeer matige classificatie, belastbaar vemlaard; het bezigen van pasrden onder den zadel, of voor 'rijtuigen heeft nieuwe voorzieningen en omschrijvingen vereischt eindelijk zijn in het ontwerp dè 'gevallen aangewezen, waarin commerciële agenten van vreemde Staten niec aart de belasting onderworpen zullen zijn. Verschil van gevoelen over de doelmatigheid van enkele bepalingen, over Juistheid en duidelijkheid van bewoordingenkan bil de beeordeeling van Zoodanige wècsomwerpen als her ouderwerpelilke verwacht worden, maar overigens meent de Regering zich te mogen vleijen, dat de Staten-Generaai aan de nuttige en billijke strekking der voorgedragen bepalingen hUDne goed. keuring 'niet onthouden zullen. Gelijksoortige bepalingen als in de wet op het regc van patent noodig be vonden zijnde, ten einde te voorzien in de oninverdérbare posten, ontheffin gen, afschrijvingen en verminderingen in de kosten van herziening en de oninvorderbare kosten van vervolgingzoo is te dien einde acht ten honderd van de belasting afgezonderd. De afrekening, aan de controle der Rekenkamer onderworpen, zal de overstorting en verantwoording aan 's lands schatkist waarborgen. -Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden gelige de navolgende door Zijne Maj. verleende octrooijen: Een octrooi, in dato 14 Februarij 1842, voor den tijd van tien jaren ver leend aan H. Cros/eywoonachtig te Londen, domiciliUm gekozen hebbende bij a. S. Preston, te Rotterdam, op de invoering van zekere verbeteringen ïn de zamenstelling van stoommachines en werktuigen, ook aanwendbaar tot andere doeleinden dan die van beweging. Een octrooi, in dato 31 Mei 1842, voor dén tijd van vijf jaren verleend 'aah Sterckx Carlier, woonachtig te Antwerpen, domicilium verkozen heb. bende bij Loffelt te 's Gravenhageop de invoering van eene machine om tabak en karotten te bewerken. Een octrooi, id dato 23 Junij 1842, voor den tijd van tien jaren, te re. keheu van dén 14 Februarij 1842, verleend aan II. Crosley voornoemd, op de invoering van nadere verbeteringen, aangebragt aan net onderwerp van bovengemeld octrooi. Een octrooi, in dato 19 October 1842, voor den tijd van tien jaren, gerekend van den 7 Julij 1842 af, verleend aan J. J. Janssen de Kuyper woonachtig te Brussel, domicilium verkozen hebbende bij Oppe/t te'sGra. r venhage, op de uitvinding van nadere verbeteringen in de zamenstelling van ijzeren spoorwegen, waarvoor hij, in dato 7 Julij jl., een octrooi heeft ge. kregen voor den rijd van tien jaren. Een octrooi, in dato 8 November 1842, voor den tijd van tien jaren, verleend aan A. Sterkman 's Gravenhageop de uitvinding van verbeteringen aangebragt aan de nieuwe bezUtnigings-kagchels met warmtebuizenwaar voor hij den 13 April 1834 een octrooi voor den tiju van tien jaren heefc bekomen. Een octrooi, in dato 16 November 1842, voor den tijd van tien jarêti *c: Sijand non T. H, Liddellwoonachtig op Ravensvvorth-Castlein hec graafschap Durham, in Engeland, domicilium gekozen hebbende bij de gè- gebroeders Sichel te Amsterdam, op de invoering van een nieuw bijtmiddel tot het verwen van alle stoffen, Ëen octrooi, in dato 21 November 1P42, vóór den tijd van tien jaren verleend aan H, Philipsbotnwoonachtig te Keulen, domiciliuni verkozen hebbende bij 'Gr'ohé <5? Sanders, commissionairs te Rotterdam, op de uitvin# ding eener nieuwe wijze om suiker te fabriceren, zuiveren en raffineren, ïn de Utrechtsche Cdutant leesc men onder dagteekening van deh 2S«re'n dezer: Gisteren avond mogtén wij het genoegen smaken, om in de gewone weke» lijksche vergadering, van het Physiscb gezelschap alhier -9 eene voorlezing te hooren van Professor llexanaerfn den zóraer van dit jaar werden ef twee vergaderingen van geleerden, daartoe opzettelijk zoo uit Frankrijk en DuitSchland als uit hét overige gedeelte van E'irópa bijeengekomen, te Straatsburg en te Mentz gehouden, ten doel hebbende, om de belangens der wetenschappen te bévórderen en met elkander middelen te beramen of voor. stellen te doen, die .daaraan bevorderlijk konden zijn. Onze géleerde stad- genoot, onder de daartoe uit Nederland derwaarts vertrokkenen behoorende* heeft ons door zijne zoo keurige redevoering van gisteren bet duidelijkst: bewijs gegeven, dat de Hólfandsche geneeskundige lacclteit in bovenge melde vergaderingen van geleerde mannen ook door hem op eéne waardige wijze is vertegenwoordigd, - Niet gewoon om aan het uitwendige te blij ven hangendrong zijn diep onderzoekend oog en aan doorrijke ervaring zoo heldere geest meer in hec binnenste der zaken door, op eene wijze, dié zijne Hollandsche nationaliteit tot eere vérstrekt, Kortelijk schetste zijné Hooggeleerde ons zijne re :s derwaartstelkens ons belangrijke bijzonderheden* die hem mederiè'elihg waardig schenenverhalende. Onder anderen werd door hem loffelijke melding gemaakt van de nieuwgebouwde zieken inrigiing, mee het daaraan zoo doelmatig verbondene, afzonderlijke gebouw voor besmette, lijke ziéktè te Zurich, het blinden-insticuur aldaarvoorzien van de beeldte. nissen van eenen Hess en Lavaterverder de kabinecten en schilderijen en mineraliën benevens het museum te Frankfort, benevens van die te Munster te Straatsburg; telken reize in het reisverhaal geene gelegenheid latende voorbij gaan, wat strekken kon om vergelijkender wijs ons door velen zoo iningeacht Vaderland,derzelver bewoners en voortbrengselen in een voordeellg licht te plaatsen. Ten slotte gaf Zijn Ed, ons een kort overzigc van hèc verhandelde in beide wetenschappelijke vergaderingen, hetwelk toe resul tateb voerde, die voor onze Vaderlandscbe geleerden zeer vleijend mogcen beeten, dat namelijk velen onzer geleerde landgehooten er weinig hun onbe kends zouden gehoofd hebben j en misschien in staat zouden geweest zijn daar nog iers bij te voegen. Wat stijl en voordrage aangaat, deze waren als gewoonlijk keurig, vloeijend en aangenaam; hooge ernst van tijd tot tijd door zuiveren humor afgewisseld, straalde in de gansche voorlezing door; kortom de Hoogleeraar Alexander heefc op gisteren avond, door zijne kernachtige taal, aan een bijzonder calrijk auditorium een groot genoegen verschaft eii hierdoor zijn roem als geleerde redenaar ten volle bevestigt* T U R K Y Ei Belóraöö, dén n December. Volgens de nieuwe depêches welks Eiamul-Pacha gisteren uit Konstantinopel ontving, schijnt de Porte getrachc te hebben, de Servische vraag uit de hand van Rusland, hetwelk daarin de wét alleen wil voorschrijven, re nemen en dezelve onder liet bereik der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1