Aè. lStó»
lëydschè
N*. isi.
C O U R A N
-»»
MAANDAG',
e«»r5re
wezer^»/,
bedefi*.
s'6 DECEMBER.
■NEDERLANDEN.
Lettden; 25sien December,
Bij Wiluit van den 22Sten dézer heeft Zijne M-je'steit, in plaats van den
•Heer jhr. Mr, G, de Mey, op verzoek eervol ontslagen, 10 Burge-
veester onzer Stad benoemd den Heer P. du R'ieU tha.is We houd r.
Nog heeft Zijne Majesteit tot Burgemeesters in de navolgende steden
^er provincie Zuid Holland bl).continuatie benoemd, als: te Rotterdam
den heer Mr. M, C. Bickon üan JJsselmonde-; te Do-drecitJnr. J. C. Jantzon
'van Erjjfrenten van Capellete Dei ft, den neer Mr. II. van fier hel; te Sen ie
-dam, oen heer J. 'Loèpwjtte Gouda, d?n beer Mr. J. IV. Blankente
^Gorinchem den heer Mr. ABoxman te Vlaardingenden heer H. L, van
Linden van den Heuvelte Maassluis den heer A. de Jongh; te Brille den
'heer J, van der Minne-, en te Woerden den heer J. de Brausv,
"Uit 'sGravenhage meldt mén van den aksten dezer:
Naar ihén verneemt, nebben de heeren Hermans en Camp., blhier
'eene prachtige koetscoupé, vervaardigd volgens eene nieuwe constructie van
Veerén "(van één blad,) aan Zijne Maj. den Koning aangeboden, en heeft
het H. D. behaagd, die koets, na 'eene allernauwkeurigste bezigciging, aan
4e koopen.
Men verneéirit, dat het Hare M1»j. de Koningin behaagd heeftden
héere Dunckler den zooneersten sólo-klarfnettfst van den Koninglijken
schouwburg, een zeer vleijenden brief të doen coekoihen, welke vergezeld
ging met dè coezeriding van een speld met edelgesteenten omzet, als een
bewijg van Harër Maj*. bijzondere tevredenheid over de zamenstelling van
'onderscheidene stukken, die hij voor de piano vervaardigd heeft,
De Hooge Raad-, Kamer van Strafzakenheeft, in deszelfs zitting
'van 20 dezer, overeenkomstig de conclusien van het Openbaar Ministerie,
voorgedragen door den Advocaat-Generaal Dekethuitspraak gedaan in de
-raak van den heer J P. EGensredacteur van hei Journal du Limbourg
tegen den postdirecteur van Maastricht den heer Roujfaer. De H->oge Raad
•heeft het incidenteel arrest vernietigd en een princ pale regt doende, den
'requirant verklaard 'alsnog gerègtigd tót hec doen hooren zijner getuigen tot
-ontlasting en voorts, met vernietiging van het definitief arrest, de zaak ver
wezen naar het Hof van Noórd-BrabanÜ,
-iü- Tot hiertoe was Nederland, ten aanzien der vervaardiging van de
ijzeren drukpersen en toebehporen, bjjkans uitsluitend van den vreemdeling
afhankelijk; geene enkele fabrijk van dien aard bestond er in ons Rijk.
That.s verneemt men met genoegen, dat de heer HP. Hotzin de werk
tuigkundige Wetenschappen wél ervaren, in deze Residentie eene fabrijk
van. persen gevestigd heeft. De persen, die in de werkplaatsen voorhanden,
'èn die naar verschillende stelsels en in onderscheidene grootten vervaardigd
zijn, hebbën hén, die dezelve hebben bezigtigd, overtuigd, dat de heer
Hor» '#»üieelre der door hem beöefencle wetenschappen, volmaakt
bekend was en de per'sënuit zijne werkplaatsen voorcg'ekumen hebben de
goedkeuring van kenners verworven. Reeds heeft de heer Hotz in dit Rijk
persen gelevérd, dië, wat ?jui'stheld en fijnheid v'an werking betrefc, aan alle
vereischten "hebb'ën voldaan, én zelfs noudc hij zich op dit oogenblik bezig
er een te vervaardigen, die hém voor eerle Öer voornaaiösce drutkerijen van
'het Land besteld is. Het rs met genoegen, dat mén zoodanige instellingen,
die van de vorderingen ónzer nationale nijverheid getuigen, aanduidt'en men
aarzelt niet de inrigting van dëü heer 'Hotz aan te bevelen, die in alle opzig»
ten verdient, dat de drukkers in dit Rijk, hem den voorrang boven de bui*
'tenlanders vérlëenén.
Bij het ontwerp van Wèc omtrent de verdeëling der grondbelasting
tusschén de gebouwde en ongebouwde eigendommen, II, Dingsdag aai de
Tweede Kamer der Staten-Generaai medegedeeld1, was de volgende memorie
van toelichting gevoegd-.
Het bedrag der grondbelasting, bij de Wet van 1834 {Staatsblad N°. 34J
'vastgesteld, hééft, feedert f835geene verandëringen ondergaan.
Intusschen lag het in den aard van deze belasting, en ook de beginselen,
*blj de wet van 6 Junij 1840 {Staatsblad N°. 17) aangenomen, vorderen, dat
de eenmaal daargestëlde gelijkmatigheid en evenredigheid door gepaste maat
regel wierdén bestendigd en verzekerd.
De hierbij gevoegde wet is öiec dat oogmerk ontworpen,
physieke oorzaken oétenën een en gefceadigen invloed uit oj!> de gesteld
"beid, oppervlakte, vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid van den bodem.
'Terwijl overstroofaingen éerzandingènvèrnieling door brand of storm vla
gen, uetostbare Voorwerpen doen verdwijnen. Worden door menschelijke
vlijt én volharding n'euïve landstreken óp de zëe véroverd; meren en poelen
Uitgedroogd; nieüwe gebouwen rijzen op, óm eène vermeerderende bevol
king 'te huisvesten, én vervangen Wat door ouderdom vervallen of door
tampen vernield is. De ondervinding betoogc thans reeds, hóe noodzakelijk
bet is, den invloed të bepalen-, welken deze vereenigde omstandigheden op
tde belastbare opbrengst, op dfe belasting, op de gewéstelijke aandeelen zul
len uitoefenen.
De gebouwde eigendommen, aan meerdere wïs'sèlvallighèden onderhevig
tfaU de grondzijn bovendien aan andere regelen van belastbaarheid en van
Vrijstelling onderworpen. De beginselen bij de wetten van 15 September 1807,
Van 20 Maart fc8lÖ, vati 28 Maart 1828, en van öjnnij 1840, aangenomen.
Vorderen, dit dé verponding voor dezen, van de digenlifk gezegde grond.
belasting wordé afgezonderd, én dac deze laatste onttrokken worde aan den
Invloed van omstandighedenwélke haar geheel vreemd zijn.
Van d'iür, in het ontwerp, de splitsing tnsschen de beide voorwerpen van
belasting. De afnemende bevolking in sommige oorden, de toevloed van
Itfwonérs In anderen, de aanbouw van buizén, wier tijdperk van vrijdom
weldta eindigt,-dit een eh ander Vordert, dat de herziening der belastbare
Vvtatdè plaats grjjpe, èn Wel met des te meer aandrang, haar mate men zich
iheèr eh meer van het tijdperk van 1816-182Ö verwijdert. Ook dit voor-
toitzigt vorderde die splitsing; welke overigens berust op de kadastrale be
grootingeh, nadat de herziening, bij het Koninglijk besluit van 7 Januarij
183*3, N°« i, nlar aaöleiding der wet van 2 Januarij 1832 bevolen, was
kfgeloopen.
Ten einde de eenmaal vastgestelde evenredigheid, zóo veel mogelijk, In
Wezen te houden, is, bij de art. 2 en 3 van het ontwerp bepaald, dat de
We- of afneming der belastbare Waarde, gelijke bij- of afschrijving op hec
(contingent van iedere provincie zal re weeg brengen; orde en regelmatig
held bragten mede, dat men, tot het tijdstip van 1835 terugkeerendealle
fcedert voorgevallene veranderingen in den maatregel begreep.
In de wet van 28 Maart 1828 ziin geane wijzigingen voorgesteld; alleefs
is, op het voetspoor der wee van 6 juni) 1840, aan de belanghebbenden
de verpligilng opgelegd, welker gemis zich zeer doet gevoelen, om van
bet tijdstip van ingebruikstelling van nieuw opgerigce gebouwen aangifte te
doen, van den vrijdom en van het tijdstip waarop deze aanvangt en
verstrijkt, geregelde aanteekenii g kpnne woiden gehouden. Óniekerhe^v
verzuim of willekeur in de toepassing der wet zullen daardoor zijn voor,
gekomen.
De maatregelen in het Wefs-óntwerp voorgesteld, óéir alleen kunnende
toegepast worden waar het kadaster gen<?el volkomen is t zoo is eene
tijdelijke uitzondering ten aanzien van het Hertogdom Limburg noodzakelijk
geworden; het wéts-ontwerp bevat, te dien aanzien, de door de omstan»
digheden gevorderde uitzondering
Het Journal de la Hiiye berigr, dsr de Ridder IVillèm Lobi, Consul-
Generaal der Nederlanden op het eiland Cuba, van de bpaansche Regering
voor zijn handelshuis het uitsluitend regt verkregen heeft, om de wateren
van het arsenaal aan de Havana uit te diepen en bevaarbaar te maken. Zoo
het schijnt is hieraan verbonden een regt op het bezit van hetgeen bij die
uitdieping gevonden zal wórden, w'ant het artikel zegt, dat net huis Lobê
daardoor meester wordt van vijf linieschepen (twee van 120, twee van 74
én een van 04 stukken) die in de doorvaart verzonken liggen, behalve nog
een fregat en eemge kleinere vaartuigen. De heer Lobé is thans in hec
'vaderland, om zich uit onze fabrijken de hoodige machines te verschaffen.
Uit Delft schrijft men, dat door de afdeeling Toonkunde van het
genootschap Tandem fit sur cuius arboronder medewerking der zangvereeni.
ging van de afdeeling der MaatschappijTot bevordering der Toonkunstalhier-,
op Dingsdag, den 27scen dezer, een groot concert gegeven zal worden
waarop men het Oratorium van Hajdnde Scheppinghec meesterstuk dat
den naam van dezen componist vereeuwigt, zal uitvoeren.
-Uit Rotterdam wordt gemeld, dac er eene wel-ingerigte zee-stoom,
booc zal gebouwd worden, geschikc tot sleping der schepen van Brouwers»
haven naar Hellevoetsluis en vice versa.
In den middag van den iyden is op den Banjaard verongelukt het
Engelsch schoonerschip IsabellaKapt. H. Sclatermet krenten en ijzer-;
van Londen naar Rotterdam bestemd. De equipage is behouden aan wal
gekomen. Het schip zal vermoedelijk weg zijn, dóch van de lading eö
den inventaris is reeds een grooc gedeelte geborgen.
Het schip ManhattanKapt. G, IV. iVetherillden 16. December van
New-York in Texel binnengekomen, heeft de uit- en thuisrerze van het
Nieuwe Diép naar New-York en terug, daaronder begrepen de -tijd voor
het lossen en weder innemen eener vólle lading, in den buitengewoon kor»
ten tijd van 74 dagen volbragt.
'Uit Zutphen meldt men van den 2isteh dezer;
Men verneemt, dat laatstleden Zondag den fSden dezer, ónder tie gemeente
"Eibergén, döor twee onbekende manspersonen, tusschén de 20 en 30 jaren
oud, aan onderscheidene ingezetenen aldaar zijn uitgegevenvalsche Zeeuw"-
'scire 'Rijksdaalders; bij de ontdekking der misdaad waren zij verdwenen eh
meiregens aande aile aangewende pogingen daar ter plaatse, is hec niet mogeh
geluk'ken deze bedriegers re achterhalen en aan de bevoegde iautoriceit over
te leveren. De jusiine heeft intusschen dadelijk desaangaande het vereischtè
geregtelijk onderzoek geopend en onmiddelgk de meest doelmatige nasporin-
'gen in het werk gesteld.
Er is rhans eene tweede vervolging tegen den (re Gronineen uitkomen
de) Polksvriend begonnen, wegens een artikel, ten opschrift hebbende':
onderzoekt alle dingen en behoudt het goedevoorkomende in de cp den 25
en 29 November en op den 2üen December jl. uitgegeven nummers.
De Raadkamer der Arrordissements Regcbank te Groningen overwegende;
1°, Dat door dit arrikel en meer bepaaldelijk door de preiode. welke begint
met de woorden: had H'illem tl van den beginne van Hoogsdeszelfs troonsbe
klimming af, en eindigt met de woorden; schandelijke vetwaa loozing van de
spieuk onderzoekt alle dingen en behoudt het goedede Persoon van Z. M.
U illan II geafht moet worden boosaardiglyk en openbaar ce zijn gesmaad"
gehoond en gelasterd, als woidende daarbij van Z. M. gezegd, dat hec
Hoogsidenzelven aan den wil en den moed heeft ontbroken, om, meer dan
geschied is, aan goeden raad gehoor te geven en dat daardoor onder anderen
eene schrikbarende uitbreiding van het beginsel der aristocratie, der volks
verdrukking en van het nepotisme is te weeg gebragr, zoodat Z. M. zicli
thans hartdoorknagende zelfverwijten zoude hebben te doen over de volko-
meneschandelijke verwaarloozing van de spreuk, wélke cót opschrift van
het artikel strekt
2°. Dat bij hetzelfde artikel aan 's Konings Ministers daden worden te last
gelegd, die, wanneer zij bestonden, hen, zoo 'al niet aan criminele of
correciionnele vervolgingen, dan toch aan den haat én de verachting dér
burgeren zouden blootstellen; namelijk dac zij (de Ministers) en anderen
(dus luiden de wporden van het artikel) kruipendenietswaardige hovelingen
hem (den Koning) van alle zijden misleiden en bedriegen; en op eene andere
plaats, dat zij (de Ministers) met listig opzet voor den Koning netten span.
r.en, ten einde voor Hoogstdenzelven 's lands toestand te verbergen en Z. M.
te misleiden omtrent de gezindheid en de denkwijze der natie;
3°. Dat in de noot of aanteekening óp de in het bedoeld artikel voorko.
mende woorden; hooge regering, geplaatst aan den voet der tweede kolonk
der eerste bladzijde van N°. 92 van gemeld aagblad, aan den Hoogen Raad
der Nederlanden een feit worot te last gelegd, hetwelk, wanneer het plaatt
vond, dat regteilijk collegie aan den haat en de verachting der burgeren en
deszelfs leden aan criminele vervolging zoude blootstellen het feit namelijk
van, in strijd met alle regtskennis en gezond verstand, de woorden; hooge
regeringverkeerdelijk te hebben verklaard en opgenomen, enkel om in
staat té zijn, om een condemnatoir vonnis te vellen;
O. dat dienvolgens door de plaatsing van meergemeld artikel en de daarbij
behoorende aanteekening, in een door den druk verspreid en uitgegeven
dagblad geacht moet worden té zijn gepieegd:
iö. Jegens den Koning het wanbedrijf van boosaardige en openlijke be'ee*
diging en lasteringvóórzien bij art. I der wet van dén iscen lunij 1826
{Staatsblad N°. 15);
2°. Jegers Zr. Ms. Ministers het wanbedrijf van laster, voorzien bij arr#
3Ö7, 368, 37°» 371 sd 374 van het Wetboek van Scrafregc, in verband met
au. 2 der wet van den léden Mei 1821 {Staatsblad N°. 34);
3° Jegens den Huogen Raad der Nederlanden hetzelfde wanbedrijf vtA
las.er;