A\ 1843. LEYDSCHE 144. COURANT. VRIJDAG, a DECEMBER. NEDERLANDEN. Leyden» isten December, Vervolg en uit het derde hoofdstuk-Financien, van het tractaat tns. Schen Nederland en Belgie gesloten. Zie ons vorig Nummer,) Art 65. De wederzijdsche verpliguugen der beide gon/ernemer.cen be treffende de verdeeling der openbare schuld van het voormalige Koningrijk der Nederlanden, en de verevening der schuldvorderingen en reclamatien hierboven vermeld, zijn door de uitvoering dier bepalingen geregeld, en alle vorderingen en aanspraken uit dien hooide van weêrsrljden vervallen en - aan beide Gouvernementen ontzegd. Het is de bedoeling, dat de rente op het Amsterdamsche Grootboek in geschreven, als bij art. 69 van de Weener akte vermelde schadevergoeding voor het gemis der inkomsten uit de Souvereiniteit-regten van het Hertog dom Bouillon voortvloeiendein gemelde bepalingen niet is begrepen, en dat die rente blijft ten laste van de Nederlandscne schatkist. Are 66» Tegen het genot van het kapitaal van 1,000,000 gulden 2pCt. te verstrekken uit het bij de wet van 6 Januarij 1815 ingestelde fonds van den landbouw, en hetwelk, volgens 5 van bovenstaand art. 63, van het Amsterdamsche Grootboek ten behoeve van het Belgische Gouvernement zal worden overgeschreven, belast zich her gedachte Gouvernement om regt te doen aan alle vorderingen, welke Belgische onderdanen op het genoemde fonds zouden kunnen doen gelden. Art, 67» De reeds bewerkstelligde ontvangsten op de voorschotten door de schatkist, door het fonds van de nijverheid of door het Amortisatie- Syndicaat aan gemeenten, aan corporatien aan openbare of bijzondere instel lingen en aan particulieren gedaan, blijven het eigendom van het Gouverne ment, hetwelk die ontvangsten neefc bewerkstelligd. De schuldvorderingen, voortspruitende uit voorschotten van gelijken aard, welke op den igden April 1839 nog invorderbaar waren, zullen behooren aan het Gouvernement, hetwelk tegenwoordig in het bezit is van het grondgebied, waarop de schuldenaar zijnen zetel of zijne woonplaats had op den 30sien Septemoer 1830, voor zooverre hij sedert dat tijdstip en vóór den 19-ien April 1839, dezelve niet gevestigd heeft op het andere grondgebied. Art. 68. De pensioenen vóór den isten November 1830 verleend aan Nederlanders of aan Luxemburgers, op dat tijdstip in de Zuidelijke provin. ■cien woonachtig en dij voortduring in Belgie verbleven zijnde, zullen ten laste der Nederlandsche of Groothertogelijke schatkist zijn. De pensioenen vóór den isten November 1830 toegelegd aan Belgen, in de noordelijke provinciën op dat tijdstip woonachtig, en bij voortduring in de Nederlanden of het Groothertogdom Luxemburg verbleven zijnde, zullen len laste van de Belgische schatkist zijn. Elke der beide hooge contracterende partijen behoudc zich voor faciliteiten en vrijstellingen te verleenen aan diegenen harer onderdanen, welke in het genot zijn der hierboven aangeduide pensioenen en redenen zouden mogen doen gelden lor behoud van hun tegenwoordig verblijf. De pensioenen door hec Belgische Gouvernement verleend sedert den isten November 1830 tot cp hec tijdstip der overgave aan de Nederlanden van het Hertogdom Limburg en het Groothertogdom Luxemburg aan perso nen in die landstreken geboren, en die niec, overeenkomstig de Belgische wetten op dat stuk, verklaard zullen hebben Belgen te willen blijven, zul len ten laste van de Nederlandsche schatkist zijn. De pensioenen door het Belgische Gouvernement verleendsedert den ïsten November 1830, aan personen geboren in de bij de vorige paragraaph vermelde landstreken, die, overeenkomstig de voornoemde wetten, zullen verklaard hebben Belgen te willen blijven, zullen ten laste van de Belgirche schatkist zijn. Elk der beide landen behoudc, ten laste van deszelfs schatkist, de pen sioenenwelke vóór den ïsten November 1830 zijn toegekend aan vreemde lingen die op den i9den April 1839 op deszelfs grondgebied woonachng waren. De pensioenen, sedert den 25sten Augustus 1815 tot den ïsten November 1830 verleend aan vreemdelingen buiten de beide landen woonachtig, zullen ten laste der beide schatkisten zijn. Zij zullen bij voortduring door de Ne deriandsche schatkist betaald worden. Na gedaan onderzoek naar het bedrag der laatstvermeide pensioenen is overeengekomen, dat door Belgie te dier zake aan genoemde schatkist zal worden teruggegeven eene som van 40,000 gulden, eik jaar met een tiende of f 4000 verminderende, tot aan den ge'neelen afloop. Al de voorafgaande bepalingen zijn toepasselijk op de betalingen sedert 19 April 1839 gedaan. De pensioenen, wachtgelden, non-activiteics- en reforme-tractementen iindere dan de pensioenen waarvan zoo even is gesproken, blijven ten laste van het land, dat dezelve op den ipden April 1839 betaalde, echter onder worpen san de wetten en regelen van dat land, Art. 69. De in geld verstrekte borgtogcengelijk mede de stortingen door Belgische onderdanen bewerkstelligd, vermeld bij 2 van art. XXII van hec tractaat van 19 April 1839, zullen regestreeks door de Nederlandsche schat kist aan het Belgische Gouvernemenc worden teruggegeven met de renten, te rekenen van den ïsten Julij 1830 tot den 3isten December 1842. Insgelijks zullen door de Nederlandsche schatkist regtstreeks aan die van Belgie worden overgegeven, de consignatiën en de geregtelijke depóts aan Belgische onderdanen toebehoorende en als zoodanig gestort vóór den iscen October 1830 in de consignatie-kassen van het Koningrijk der Nederlanden, met de renten, bepaald bij de wet van 28 Nivose, XlIIde jaar. Daarentegen zal het Belgische Gouvernemenc aan de Nederlandsche schat kist te goed doen eene rente van 4 ten honderd op de sommen, welke het zelve heeft ingehouden bij de halfjarige vervaltijden van de rente van 5 millioen gulden, sedert hec tijdstip der genoemde inhoudingen tot op den gisten December 1842, onder aftrek telken halfjarige van hec bedrag der renten bij are. 64 hierboven vermeld, voor de verevening van oude schuld vorderingen. De inkomsten der werbeliik in beslag genomen goederen en de consignatiën Belgische onderdanen betreffende, welke door Frankrijk zijn terug gegeven, en nog in depót in de kassen der Nederlandsche schatkist zich bevinden zullen insgelijks aan het Belgische Gouvernement worden overgegeven. De som door Oostenrijk teruggegeven ter uitvoering van de overeenkomst van 5 Maart 1828, voortkomende uit de bewaarplaatsen ^depositairerieo) van Mechelen en Henegouwen, zal door de Nederlandsche schatk'sc aan die van Belgie worden terug gegeven. Uic 's Gravenhage meldt men van den 3oscen November; Zijne Maj. de Koning is heden morgen ten 5 ore uit deze Residentie naar Tilburg vertrokken. Zijne ft/Taj. heeft J. Grelenopzigter -over de wagenmakers bij de artil erie, stapel- en constructie-magazijnen te Delft benoemd tot Broeder der Orde van den Nedeflandschen Leeuw. Heden morgen zijn alle de afdeeiingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal vergaderd geweest over het ontwerp von wet, houdende bekrachtiging van het tosschen Nederland en Belgie gesloten tractaat. Heden namiddag heeft de centrale afdeeling, over oic onderwerp, eene bijeenkomst gehouden. Heden avond heeft er eene vergadering der centrale afdeeling plaats gehad over de ontwerpen van wet, uitmakende het tweede boek van ij,et wetboek van scrafregt. Morgen ten 12 ure zal de Kamer vergaderen, om te beraadslagen over het ontwerp betrekkelijk het tarief der justitie-koscen en over hec voorstel van den heer van Dam van hselt. Vóór de zitting zullen de afdeeiingen derzelver raadplegingen over hec ontwerp, nopers het tractaat, voortzetten. Na den afloop der zitting, zat de centrale afdeeling, over dat onderwerp, eene bijeenkomst houden. Uit het gisteren door de centrale afdeeiingen gedane algemeene ver slag, nopens het wets ontwerp houdende eene nadere tijdsbepaling van de wettelijk verbindende kracht van het tarief van juscitie-kosten en salarissen in burgerlijke zaken, blijkt, dac de centrale afdeeling hec ervoor houdt, dac op de bij dat ontwerp voorgestelde wijze ongetwijfeld het doel bereikt wordt hetwelk men zich mee hetzelve voorstelt, zonder dat daardoor toe raoeije- lijkheden. of gewigtige bezwaren aanleiding wordt gegeven. Zij beschouwc het echter als eene andere vraag, of men hec wees-ontwerp niet minder omslagtig had kunnen maken en door eene andere redactie het denkbeeld niet juister had kunnen uitdrukken? Zij meent, dac het ontwerp in beknopt» beid en juistheid zou kunnen winnen. Men verneemt, dat Chiavatinidie beschuldigd wordt, hier te lande valsche coupons gemaakc of in omloop gebragt te hebben, te Milaan in hechtenis genomen is. Van den 1 sten December, In de zitting van de Tweede Kamer der Scaten-Generaal van heden is ingekomen eene missive van den heer van der Heimdie verklaart de op hem gevallen keuze van Griffier der Kamer aan te nemen, en dat hij dientengevolge zich bij requaest aan Zijne Maj, heeft vervoegd, om als Griflier der Staten van Noord-Holland eervol te mogen worden oncsiagen. De Voorzi ter gaf kennis dac tot rapporteurs der voordragt nopens hec verdrag met Belgie, in de secLien zünJbenoemd de heerenSnouck Hurgronje9 van Rappardde ManLuzae en Bruce Vervolgens is beraadslaagd over hec ontwerp van wet nopens het tarief der juscitie-kosten in burgerlijke zaken. Nadat de heer van Panhuys kortelijk het woord heeft gevoerdaandringende op eene spoedige voordragt ook van hec tarief m strafzaken, en nadac Zijne Exc. de Minister van Justitie hierop verklaardedat men zich hiermede bezig hield, is de voordragt mee algemeene stemmen aangenomen. Voorts is beraadslaagd over het voorscel van den heer van Dam van hselt De heeren den Tex% LuzacRijckevorselvan HarencanpelGoltstein Repelaerde Voorzitter de heer van Dunen Zijne Exc. de Minister van Financien hebben daarover het woord gevoerd. Ten slotte is het voorstel met 44 tegen 2 stemmen verworpen. Voor heb ben gestemd de heeren ran Dam en Luyben, Na hec uitbrengen van verslag op eenige verzoekschriften, hij monde der heeien Vegelin van Claerbergenvan Panhuys en van Harcncarspelis de zitting tot nadere bijeenroeping ge-cheiden. Uic Amsterdam meldt men van 30 November: Men verneemt, dac op gisteren door de Wel-Ed. Gr. Achtb, HH. Bur- gemeestei en Weihouderèn dezer stad, zijn verzocht de heeren Pt ins 9 Ingenieur van den Waterstaat, F. IV. ConradIngenieur, het beheer heb. bende over de werken aan den spoorweg, en G. Moele Jr. Bouwmeester alhier, om het ongeval aan de fondamenten van de nieuw te bouwen beurs na te zien en te beoordeelen of de gemaakte plans tot derzelver herscel doelmatig zijn, of andere voor te dragen. Wij hopen, dat deze heeren den door hun opgenomen moeijelijken arbeid met gewenschc gevolg mogen be. kroond zien, en wij ons spoedig verheugen, dat de verdere opbouw zon der stoornis worde volbragt. Het Provinciaal Geregtshof in Noord-Holland heeft J. N. Splint er ink, oud 20 jaren, die in de maand Mei I. I. zijne moeder met een* mes eene wonde had toegebragt, waaraan zij twee dagen daarna gestorven was, ver oordeeld toi de stras des doods. Uic Groningen schrijft men van 28 November: In den nacht van den 24sten en 25$ten dezer is afgebrand de schunr achter de behuizing, bewoond door Kornelis Meinderts Bakkerlandbouwer te Niekerk. Bij dezen brand zijn omgekomen twee paarden, vijf melk beesten, drie pinken, twee varkens en twee honden. De oorzaak van den brand is onbekend. Deze ramp is des te meer te betreuren, uit hoofde deze boerenplaats, na herhaalde poging tot brandstichting, in het voorle den jaar geheel is afgebrand, en de dochter van den bewoner ten gevolge van dien brand toen is overleden. Het behoud van hec tusschenvertrek en woonhuis moet worden toegeschreven aan den brandgevel, die den zolder van het woonhuis van de schuur afscheidt. De behuizing en schuur, be nevens de meubelen en het boeren beslag, zijn verzekerd voor brandschade, Den 30 November waren de Effecten aan de Beurs te Amsterdam als volgt: at 2jpCc. Werk. Sch. 52^, 5 pCt. ioijfA^and.-Maacsch 129^, SPANJE. Espartero was den 21 November nit Madrid vertrokken, na van de Cortes' de verzekering ontvangen te hebben, dac zij zijn plan goedkeurden en zijne onderneming zouden ondersteunen. De volgende telegraphische depêches zijn den 28scen te Parijs bekend geworden Bayonne, 25 November De Regenrdie den 2isten met den Minister van Oorlog naar Barcelona vertrokken is, zal cien weg nemen over Saragossa. Hij gaac vergezeld van twee regimenten infanterie en een van de cavalerie, benevens eene batterij en vier compagnien sappeurs, die te Madrid vervangen zullen worden door onderscheiden, uit andere provinciën ontboden regimenten. De nationale militie is voor het oogenblik hec eenige garnizoen van Madrid. De Cortes hebben hunne medewerking aan den Regent beloofd maat sJecnts $ot het nemen van constitutionnele en wettelijke maatregelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1