Jr. isèv
LEYDSCBE
COUR A N T;
Aa. 1843-.
WOENSDAG,
ia OCTOBER.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, maken bi? deze bekend, dnt
van af den iöden October aanstaande binnen deze Stad zullen gevestigd en den volgende
diig, *s morgens ten acht ure t geopend zijn de navolgende Kantoren voor het Kadaster
en van de regten van HypotheekRegisfratieZegel en Succecssieals:
Kantoor Na. i voor liet tweede Arrondissement der i*rovincte Zuid Hollandvoor de
Hypotheken en het Kadaster.
Bewaarder Mr. H. A. NEDERBUllGH.
Kantoor N°. 2 voor de gemeenten, uitmakende iiet ie Kanton van het ae Arrondisse
ment, voor de Registratieen de ontvangst wegens Successie en Zegehegt enz.
Ontvangtr P. de HAAN, Jr.,
Aldus afgekondigd, ingevolge eene aanschrijving van den Heer Staatsraad, Gouverneur
vaft Zuid-Holland, van den 5 October 18:4.2, op den ioden daaraanvolgende.
G. DE MEY.
Mij tegenwoordig,
v. PUTTKAMMER.
NEDERLANDEN.
Leyden, 11 October.
Vervolg en slot der benoemingen van ons vorig Nommer door Zijne Maj.
|den Koning gedaan, bij het hooge huwelijk van H. D. Dochter.
Tot Ridders van de 4de klasse der Militaire Willems-orde zijn benoemd;
De Majoor H. de Har.i hotnmeAdjudant van Z. K. H. den Prins van Oranje;
de Kapitein K. A. Pfeiffer, Adjudant van den Generaal-Majoor de Hart; de
lste Luitenant G. G. Staring, van het regiment grenadiers; de Majoor A. J.
J. Verheyen, van het 3de regiment ligte dragonders; de iste Luitenant-
Aajudant K. A. Akerslooc van Houten, van het regiment grenadiers; de Ka.
pitein A. Bredie, van het 2de regiment infanterie; fle gepasporteerde serge
ant P. van den Bergen; de Majoor S. F. Klijnsma, van het corps ingenieurs,
mineuts en sappers; de sergeant P. W. Nieuwland, Van het regiment grena
diers; de sergesnt J. Ludding, vin het regiment jagers; de gegageerde mare-
chaussée te paard A. Parfait, en de gewezen iste Luitenant-Adjudant bij
het iste bataljon van de iste afdeeling der voormalige mobiele Geldersche
schutterij, J. P. L A. Gezelschap, ter zake van het door hen gehouden
gedrag, de vier eerstgenoemden in 1830 en 1831, de vier daarna vermelden
in 1830, en da vier laatstbedoelden in 1831.
Tot Commandeur der orde van den Nederlandsche Leeuw: Jhr. Mr.
A. G. van RappardDirecteur van het Kabinet des Konings de Hoofd.
Intendant, J. Wagenaar, van bet corps militaire intendanten; toe Ridders
van dezelfde orde: de Mijoor A. H. Baron Sloet van Oldruitenborg, Adju.
dant van Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden; de Luitenant-Colonels:
A. W. H. Nolthenius de Man en H. F. Baron Forstner van Dambenoy, van
den gei'.cralen staf; de onder-lDtendant van de isre klasse L. J. Nieuwen.
ttuitcuvan law, ujiiuairc inicnuauicn j uc xvupuciu r. j. l>, x\, i\uu
van Trojen, Adjudant in het provinciaal commandement van Zuid-Holland;
de Luitenants-ColonelsG. T. W. von Hoff en G. B. van Bronkhorst, plaat,
aelijke commandanten, respectivelijk van Vlissingen en Gorinchem; de Lui.
tenant-Colonel W. de Villeneuve en de Majoor C. W. A. van de Poel,
beiden van het iste regiment infanterie; de Majoor W. A. Kriesveid, van
het 5de regiment infanterie; de Majoor T. H. Piper, van het 6de regiment
infanterie; de Lnitenant-Colonel W. G. van den Hoopvan het 7de regiment
infanterie; de Majoor P. G. Lambert, van het pde regiment infanterie; de
Majoor L. J. Barre, van het algemeen depót der landmagt N°. 33; de Lui-
tenant-Colonel, C. G. van der Sleyden, Commandant van het 3de regiment
ligte dragonders; de Luitenant-Colonel W. van Toll, van het iste regiment
lanciersde Majoor H. J. J. Gelinclt en de Kapitein P. H. van der Meulen;
beiden van den staf der artillerie; de Kapitein der artillerie, C. H. G. Steuer.
wald. Adjudant van den Directeur Generaal van Oorlog; de Majoor J. H.
van Deventer, van het ede regiment artillerie; de Luitenant Colonel A. M.
Beyerman en de Majoor C. Daniels vanWykhuize, beiden van het 3de reg.
artillerie; de Majoor L.C. G. Delecourt, van bet regiment rijdende artillerie;
de Kapitein G. J. Stieltjes van het corps pontonniers; de iste Luitenant P.
Oliviers, van het corps Koninglijke marechaussée; de Colonel D. Bos, de
Majoors J. A. A. C. Jhr. van Rappard, E. J. Eekhout en F. H. de Veije,
mitsgaders de Kapitein M. D. Graaf van Limburg Stirum, allen van het corps
ingenieurs, mineurs en sappeurs: de Luitenant-Colonel op non-activiteit,
G. G. van Kretschmar van Wijk; de gepensioneerde Majoor der artillerie
P. F. de Seijff, en de Majoor-Commandant van de dienstdoende schutterij te
Delft, J. D. Hoekwater.
Tot Commandeurs der orde van den Nederlaedsche Leeuw, zijn benoemd
de Ridders: Mr. W. B. Donker Curtius van Tienhoven, Vice-President van
den Hoogen Raad der Nederlanden; H. R. W. Baron van Goltsteinlaatste -
Ijjk Minister Resident bij da Hanzesteden; Mr. F. A. van Hall, Minister
van JustitieJhr. Mr. A. W. C. M. Heldewier, buitengewoon Gezant en ge.
volmagtigd Minister bij het Hof van Sardinië, A. van Hoboken van Rhoon
en Pendrecht, scheepsreeder en koopman te Rotterdam; Jhr. M. W. de
Jonge van Campens Nieuwland, lid v«n den Raad van State; Mr. P. Merkus
Vice-President van den Raad van Nederlandsch Indië en waarnemend Gou.
verneur-Generaal aldaar; J. J. de Rovère van Brengel, Inspecteur-Generaal
der registratie, loterijen, enz.; J. C. Rijk, Directeur-Generaal van marine;
A. C. J. Baron Schimmelpenninck van der Oije, Gezant en gevolmagtigd
Minister bij het Hof van Pruissen; E. Baron Sirtema van GrovestinsZaak.
gelastigde bij het Hof van Spanje; Jhr. H. I. J. L. Ridder de Stéurs, gepen,
sioneerd Generaal-Majoor, laatstelijk bevelhebber der landmagt in Neder.
Jandsch Indië.
Tot Ridders van opgemelde Orde zijn benoemd: J. G. R. Baerts, pro.
vinciaal Inspecteur der directe belastingen, in- en uitgaande regten en ac.
cijnsen in Zuid-Holland; Mr. J Bakker Korff, referendaris bij het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken; H. L. Bergeyron, Consul der Nederlanden
te Cette (Frankrijk); W. J. van den Bergh, Referendaris bij liet Departe-
ment van Binnenlandsche Zaken; J. G. Bertelman, te Amsterdam, toonkun.
stensar, lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut; J. F. Bogaard,
jHoofd-Commies bij het Departement van Koloniën; J. Brinkman, Professor
van het seminarie der Hollandsche zending in Zuid-Holland, gevestigd te
Warmond; J, C. Cankrien, Consul der Nederlanden te Huil (Engeland);
Mr. J. G. A. Clanc, te 'sGravenhage, practizijn der registratie en Domei,
oenW. Crull, Consul (voor het Groothertogdom Luxembuig) te Wirmir,
iu het Groothertogdom Mecklenburg Schwerin; Mr. B. J. Daendels, Hoofa.
lospecteur der Directe Belastingen in- en uitgaande regten en accijnsen in
Zuid-Holland; H. DibbetsInspecteor voor de Rhijnvaart; T. Dixon
Consul der Nederlanden over de staten vsn MassacbuSets, Rhode Island,
Maine en New Hampshire; Mr. D. Donker Curtitis, Advocaat te 'sGraven
hage; Mr. P. J. de Fremeiy, Raadsheer in het provinciaal geregtshof i»
Zuid-Holland; Jhr. Mr. I. L. H. A. Gericke, secretaris bij de Nederlandsche
legatie, te Parijs; W. Gevaerts, Agent van den algemeenen Rijks-Kassier
te Dordrecht; A. Gevers, landeigenaar op Java; Jhr. M. B. H. W. Gevers,
lid der Algemeene Rekenkamer; Mr. J. B. Gravenhorst, President van de
Regtbank van Curafao; Mr. J. L. G., Gregorij, Referendaris bij het De
partement van justitie; Prins Teiemaipie Handjeri, eerste tolk vin hec
Russisch-Keizerlijk Gezantschap te Konstantinopel; J. A. Helper Sesbrug.
ger, President van het Hersteld Evangelisch-Lutliersch kerkbestuur; W. V.
Helveiios van Riemsdyk, Landeigenaar op Java; A. H. ter Hoeven, Presi
dent van het provinciaal kerkbesiuur van Noord-Holland en Predikant dec
Nedetduitsche Hervormde gemeente te Amsterdam; D. Grave van Hogen,
dorp, lid der Ridderschap van Zuid-Holland; D. T. Huët, Predikant der
Waalsche gemeente te Rotterdam; S. B. T. Jonve, Consul der Nederlanden
te Toulon (Frankrijk) J. C. van der Kemp, lid van den Raad der stad 's Graven-
hage; P. A. Kervel, Landdeken van Rijnland en Roomsch-Kath. Pastoor
der St. Pieterskerk te Leyde»Mr. A. de KethAdvokaat-Generaaf bij
den Hoogen Raad der Nederlanden; J. H. de Kokelaer Bouwens, Referen
daris bij het Departement van Financiën; B. de Kmyfl, Hoofd-Ingenieur
van den Waterstaat, te 's HertogenboschC. de Laiegnère, Oud-Agent
van den Algemeenen Rijks-kassier te Rotterdam; R. Louatto, Adviseur
voor de zaken der maten en gewigten, bij het Departement van Binnen
landsche Zaken; G. A. van der Lugt, Roomsch Katholijk Pastoor der St.
Marie kerk te Amsterdam; F. J. Mahieu, Directeur over den arbeid in de
strafgevangenis te Leeuwarden, en Inspecteur over den arbeid in de Rijks,
gevangenissen; Mr. L. van Meerten, Referendaris bij het Departement
van Financiën; Jhr. Mr. G. A. Melort, lid van de plaatselijke School
commissie en Raadsheer in het Provinciale Hof van Zuid-HollandH. van
der Meulen, grondeigenaar en lid van den Kolonialen Raacf te Cutpao;
P. M. vin Meurs, ambtenaar bij het Gouvernemc van Noord-Braband;
P.' C. Molhuijien, Predikant bij de Nederduitsche Hervormde Gemeente
te Deventer; J. Moll Jz. Predikant bij de Nederduitsche Hervormde ge.
meente te 'sGravenhage; Ridder Munthe de Morgenstjernegewezen
Secretaris der Deensche Legatie en fungerend Zaakgelastigde in de Ne.
derlanden; H. J. Nassau, Rector der Lat. school, te Assen; Mr. C. B. Ne-
derburghte 's Gravenhage, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Jhr. Mr. J. T. H. Nedermeijer Ridder van Rosenthal, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal; H. Nyssen, Consul der Nederlanden te Tunis;
L. M. F. Plate, President van de factory der Nederlandsche Handel-Maat-
schappij te Batavia; A. van de Poll, lid van den Raad der stad Amsterdam,
grondeigenaar in Suriname; P. J. Prinsen, Schoolopziener en Directeur van
"a IVljlio liwvvhovVww! «uJnrr^oera «o Unnr Uw» JU». J. J. amraulmap
Elsevier, Koloniaal-Secretaris te Curapao; Mr. A. S. van Reeseraa, Advo
caat te Rotterdam; R. T. F. Reudler, Predikanc bij de Evangelische Lu-
thersche gemeente te 's GravenhageC. J. RieszGeneraal-Majoor titulair
laatstelijk waarnemend Resident te Soerabaya A. F. J. Romswinckel, Re
ferendaris bij het Departement van Justitie; J. C. Romswinckel, Oudraad
van Indië, landeigenaar op Java; H, Roose, Consul der Nederlanden te
Malaga (Spanje); W. van Rijnberk, algemeen Boekhouder bij het Departe
ment van Koloniën; Mr. P C. Schooneveld, Advocaat te's Gravenhage
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; J. Schouten, lid van den
Raad der stad Dordrecht; B. Schreuder, te Maastricht, Adviseur voor het
Lager Onderwijs in het Hertogdom Limburg; J. C. Seciétan, Predikant der
Waalsche gemeente te *s GravenhageJ. F. Sem Landdeken van Delfland
en R. K. Pastoor der Sint Jacobuskerk te 'sGravenhage; Staats Boo-
nen, Luitenant-Colonel der schutterij te Amsterdam; S. E. Stein, lid en
Secretaris van de Hoofd-Commissie voor de zaken der Israëliten; Mr. F. M.W.
Testa, Secretaris bij de Nederlandsche legatie te Berlijn D. Uyctenhove
Voorzitter der Commissie voor de öprigting van het standbeeld van den Ad.
mitaal de Ruyter, te Vlissingen; H. van de Velde, Referendaris bij hec
Departement van Marine; E. G. Veldwyk, lid der Kamer van Koophandel
te Amsterdam; A. H. Verster van Wulverhorst, Houtvester in het eerste
jagtdistfict van de provincie Zuid-Holland; A. de Vries, Predikant der Ne.
derduuscne Hervormde gemeente te Rotterdam; G. Vriese, te Amsterdam,
landeigenaar op Java; G. VosmaerDirecteur van de Algemeene Lands-
DrakkerijD. Willink, Consul der Nederlanden te Liverpool (Engeland);
J. F. Wilkens, iid der Staten van Zuid-Holland, en van den stedelijken Raad
te Rotterdam; Unico Wilkens, te Amsterdam, grondeigenaar in Suriname;
Jhr. Mr. L. de Witte van Citters, lid der Staten van Zuid-Holland; J. C.
Zimmerman, Consul der Nederlanden te New-York, New-Yersey en Con-
nectitut.
Ais broeders in de orde van den Nederlandschen Leeuw zijn opgenomen:
F. J. Behr, Commissaris van Poiicie te 'sGravenhage; G. H. Bokkelkamp,
eerste Provinciaal- en Rijks Veearts in Zuid-Holland; J. van Duuren, Op
ziener van het krankzinnigen-gesticht te Nijmegen, en Jacob van Wjjk
Roelandszoon, Onderwijzer te Kampen.
Nog heeft Zijne Maj. benoemd tot Commandeurs der orde van den Eiken
Kroon: de Generaal-Majoors en Adjudanten van Zijne Maj. jhr. R.A. Klerck,
O. I. H. Graaf van Limburg Stirum, Jhr. J. N. Everts en J. F. Graaf
Dumonceau en de Generaal-Majoor P. R. Falter; de Colonel P. L. Bec.
kers. Inspecteur van den geneeskundigen diensc der landmagt, en de Kapitein
ter zee titulair A. Roepel.
Tot Ridders dier ordede Chirngijn-Maj oor van den 3den rang J. C Dumont,
de Chirurgijn-Majoor der 2de klasse J. W. Kelk, de Havenmeester van hec
Nieuwe Diep, Mulder; de heer J. L. Crap Hellingmanaan den Helder,
en de Nederlandsche Vice-Consul te Cadix, C. van Herck.
Bij Zr. Maj. besluit van den 5den dezer N°. 51 is, in afwachting
dat er tot afdoende maatregelen zal kunnen worden overgegaan, met opzigc
tot de zoodanige zee-officieren, die, uithoofde van ligchaamsgebrekenzie.
kelijkheid, of om andere redenen niet voortdurend voor de actieve diensc
gereed Zijn, en dus niec In hec vaste korps zee-officieren zullen kunnen
verbliiven, ten koste van voor alle diensten beschikbare officieren, deDirec.
teur-Generaal van Marinè intusschen gemagtigdom ten aanzien van die
zee-officieren, welke zonder behoorlijk geconstateerde redenen, maar onder
deze of geene voorgeveus, trachten zich zoo veel mogelijk van de active
dienst te onttrekken, het vast of non-activiteits traktement geheel of voor
de helft, naar gelang dat hij Directeur-Generaal daartoe termen zal vinden,
te doen stilstaan, onverminderd de nader aan Zijne Maj. te doene voordrag;
tot derzelver finale afvoering uit hec vaste korps zee-officieren.'