è&ïsrtM-ssr* s rsi. w. - groot- britannie. f r a n k r ij k. mengelingen. later hoopt hij wel aan zijne eerzucht volkomen genoegdoening re zullen kunnen verschaffen. Volgens dezelfde berigren vleit zich de thans in Servie bovendrijvende partij, dat de keus van Alexander Petrowich tot Vorst van Servie te St. Pe tersburg niet onaangenaam zal zijn De jeugdige Verst is in Rusland opge» voed. De meeste Consuls te Belgrado hebben geweigerd, om met de nieuwe Regering van Servie betrekkingen aan te knoopenzoo lang zij niet van de Hoven, waartoe zij behooren, voorschriften ontvangen hebben, hoe in dit geheel onvoorziene geval te handelen; iets wat zich ligt laat verklaren. Zij beschouwen dus ook Michael nog als wettige Vorst V2n Servie. Opmerkelijk is het echter, dac -de Oostenrij-ksche Consul, welke dien Vorst bij zijne vlugt naar Semlin gevolgd was, sedert eenen wenk heeft bekomen, om naar Belgrado terug te keeren, DUÏTSCHLAND. Op hunne reis van Freiburg naar Bazel is de as van het rijtuig waarin HH. MM. de Koning en Koningin van Pruissen zaten, gebroken, waardoor wel eenig oponthoud, doch geen ongeluk ontstaan is. HH. MM. zijn van Bazel naar Neuchacel voorrgereisd. Uic Weimar meldt men van den 25sten. Eergisteren heeft onze Erf- Groothertog de reis naar Nederland aanvaard, waar in de eerste dagen der volgende maand zijn huwelijk wordt voltrokken Men betrekking tot deze verblijdende gebeurtenis maakte ons Regeringsblad van gisteren eene alge- meene amnestie van onzen Groothertog bekend, wegens zulke militairpligti gen, die toe 31 December 1808 geboren, doch ongehoorzaam jegens de wee en mitsdien hunne militaire verpligting ntet nagekomen zijn; zoo zullen ook die militairpligtigenwelke van 1 Januarij 1809 tot 31 December 1816 zijn geboren en niet zijn opgekomen, van de wettelijke straf der duboele dienst jaren verschoond blijven. Voorts worden nog andere militairen in meerdere of mindere mate begenadigd. -De heerlijkheid Fulneck in Silezle is door den Koning van Belgie voor 900,000 fl. gekocht. Wederom wordt van twee zware branden in het Oostenrijksche gewag gemaakt, namelijk van de stad Holleschan, die voor het grootste en van de stad Kojetin, die voor een gedeelte is afgebrand. Deze zomer is in noordelijkste gewesten eene der warmste geweest; in Lapland steeg dezelve tot 18 graden in de schaduw en 40 gr Reaumur in de zon. Londen den 26 September. In den Geheimen Raad, welke Hare Maj, Zaturdag ie voren gehouden bad, is bepaald de zittingen van het Parlement tot den 10 November te prorogeren. Tevens is in dien Raad een formulier aangenomen van een plegtig dankge bed voor den gezegenden oogst, waarover men zich thans in Engeland verheugt, Men schijnt nog geloof te hechten aan de bekendmakingen van eenen zekeren fierce, wegens bet bestaan van eene Chartistische zamenzwering tegen het leven der Koningin, ten minste er is een prijs van 100 uitge loofd voor hem, die de in die zaak betrokken personen in handen derPolicie kon brengen, floor de wijzigingen-in het toltarief gemaakt, is de prijs der voor. naamsie levensbehoeften aanmerkelijk verminderd, het vleesch onder anderen wel 15 h 20 pCc., hetwelk het gevolg is van den meerderen aanvoer uit Spanje en de Nederlanden. Men klaagt zeer over de werking der belasting op de inkomsten, vooral omdat de ambtenaren, die in de Londensche city de heffing der belasting of bet verzamelen der opgaven daarvoor moesten bewerkstelligen, de hun bij de wet opgelegde verpligting tot stipte geheimhouding niet nakomen, waar. Uoor het is uitgelekt op welk bedrag de allereerste kooplieden der hoofd stad hunne inkomsten hebben geschat. Die waarderinj levert weder een bewijs van den Britschen rijkdom op. Een handelhuis heeft zijne winsten 70,000 f .8jo,ooo) 'sjaars berekend; twee andere op 40,000 "r( f-veischeidein» op 30,000 ^Con'hprrekitefifk "gering a'antat er gevoerd^ worden.^ Vereenigde Staten op eenen "canada',nda0aredegeb"etrekkingen met de rust in goeden voet gebragt zijn. wederom veranderd. Er schijnen man- Het Ministerie tnPoKBjj»geUomen te zijn. het prijs nen van de gematigde partij aan Op de laatste tentoonstelling te Parijs was een horologie te zien, ver vaardigd te Versailles en slechts zoo groot als een 25 centimesstuk; raderwerk koD alleen door een mikroskoop bezigtigd werden; de was 50,000 fr. De bekende Deutz is, op kosten van het Gouvernement, naar Ame rika overgevoerd. Uit berigten uit Algiers tot 20 September blijkt, dat de Generaal (TArbouvilledie uit Mosiaganem was getrokken, om een weerbarstigen stam te kastijden, meer tegenstand ontmoet beeft, danjiij verwachtte. Er moeten van zijne troepen 50 man buiten gevecht gesteld zijn. Vijf en twintig zwaar gekwetsten waren van Mostagancm naar Oran gezonden. Een bedenkelijker verschijnsel is het welligc, dat het Fransche legerkamp te Setif (het voor- name verbindingspunt tusschen de provincie Constancine en het westelijk gedeelte van hec voormalig Regentschap) door verscheiden in den omtrek wonende stammen is aangetast. De bezetting van het kamp beeft een vrij levendig gevecht moeten doorstaan, waarbij een officier en 5 soldaten ge. sneuveld zouden zijn, terwijl tot de gekwetsten 4 officieren en eeti 5otal sol. daten behoorden. Officiële berigten zijn omtrent deze beide gevechten nog niet openbaar gemaakt. De Gouvemettr-Generaa! Bugeaud maakte zich bij het afzenden dezer lijdingen, gereed om zelf, aan het hoofd eener kolonne „pnpn togt in eene oostelijke rigting van de stad - - r>i a rr» ar Die togt van omstreeks 5000 man, eenen togi Algiers, door het land van den stam der Issers heen, te volvoeren, zo;; j;;'intig dagen duren. Dezer ai£9P heeft men de proef genomen met een nieuw dnikerswerk. tuig, waardoor de mensdii wordt in staat gesteld om met hetzelfde gemak ónder wat.r als op het land alien arbeid te verrigten. De proefneming, welke in het fraaije park van Vissoui nabij Antony heeft plaats gehad, werd gedaan onder de oogen van den Maire dier plaats en in bijzijn van een groot aantal personen, die hunne uiterste bewondering en goedkeuring aan den óltvinder hebben te kennen gegeven. Deze toescel, die naar de verzekering den maker geen twijfel nopens de welslaging laat bestaan, is bestemd in het belang der menschhetd eene zeer gewigtige rol te spelen. wiize de schipbreuk van de net r Hec Journal da Havre deelt op deze w.,-. Leopoldina Rosa mede, waarvan wij in een onzer vorige nommers met een woord hebben melding gemaakt: Het schip Leopoldina Rosa is in de eerste dagen van Mei jl. van Bayon. Montevideo uitgezeild, gevoerd door den kloeken en ongelnkkigen «oheeDsmanschap, aan boord 300 ne"naïr Montevideo ïinar welke ook de stroomslag hetzelve voorrctnwde. Her wis roen 5 ure des morgens. Met hec aanbreken van dqp dag herkende men het land. De Leopoldina bevond zich tusschen de> klippenwelke men Cartilloi noemt. „Hec schip was onherstelbaar verloren; onmiddeiijk was men op de red# ding der menschen bedachf. Het schip, door de branding naar de kust ge# dreven, had tusschen 'en den wal niet meer dan anderhalve kabel lengte; konde men er in. slagen om eene overbaal-reep van boord naar den oever daar te stellen, zoo was de redding der menschenlevens geiüakkelnk en bijna zeker. Ten dien einde werd de sloep, met twee wrikriemen toe gerust, in zee gelaten om eenen paal aan land te brengen, maar de sloep sloeg terstond in de hevige branding om, en nog naanwelijks konden de sloeproeljers weder aan boord van hec schip opklimmen. „Nu van dit hulpmiddel beroofd, gaf de Kapitein aan eenen matroos be vel, zich eene koordlijn om de middel vast te siaan en naar den oever te zwemmen, alwaar hij eene aan de itoordlijn vastgemaakte greling fhet klein ste kabeltouw) naar zich toe kende halen. Maar de gecommandeerde ma troos gehoorzaamde niec. Een ander werd gecommandeerden wederom een ander, en findien het ons niet plegtig als waarheid ovierd verzekerdzouden wij het niec durven herhalen) allen weigerden. Kortomde scheepsmanschap, vergetende dat hec loc van drie honderd menschen op haren moed en hare pligtmatige gewilligheid berustte, was, op twee personen na, enkel op haar eigen behoud bedacht. Zij redde zich en liec aan boord den Kapitein den eersten Stuurman, den Doctor, den Hofmeescer, een jong matroos en een kajuitjongen, die moedig op hunnen post bleven. „De passagiers, aldus verlaten door de manschap, in welker kracht en ervaring zij hun eenig plechtanker moesten vinden beseften al hec vreese- lijke van hunnen toestand, en, alleen de wanhoop raadplegende, wierp zich een deel hunner in zee, om zwemmende den oever te bereiken. Aan enke len hunner moge dit gelukken, doch de meesten, geene kracht genoeg tegen het geweld der golven hebbende, door de zich tegen de rotsen verbrijzelende branding aangegrepen en voortgerold, verdronken al worstelende, voor hec gezigc hunner medgezellen, die, niec kunnende zwemmen, hun voorbeeld niet hadden durven volgen. „Eene omstandigheid, die welligt er toe bijdroeg om die passapiers te doen aan boord blijven, welke hec schip niec hadden verlaten, was hec schouwspel, hetwelk van op den oever zich hun aanbood. De ramp had aldaar eene menigte dieronder den naam van Gauchos bekende, ellendigen doen zamenvloeijen, een haveloos bloedgierig roofgespuis, die, de kust afloopen. de, zich van de aan land gedreven goederen meester maaktende kisten verbrijzelden en hetgeen er zich in bevond wegroofden, en met hunne wa penen een iegelijk bedreigden, die zich tegen hunne rooverijen scheen te willen verzetten. Tusschen dit driedubbelde gevaar, hec te gronde zinken van het schip, de woedende brauding en de hen op hec land wachtende Gauchos, verkozen de schipbreukelingen het eerste, als hec eenige dac hun nog toeliet eene laatste straal van hoop op de cusschenkomsc der Voorzienig heid te behouden. „Gedurende dezen vreesselijken dag, had nog de Leopoldina Rosa tegen stand geboden, maar omstreeks vijf ure des avonds deed zich een cweede gekraak hooren. De achtersteven barstte uic een. De hut sloeg open en werd door de zee ingenomen. Toen greep het ontzettendst tooneel plaats: meer dan zestig personen, mannen, vrouwen en kinderen, in deze enge ruimte opeen gestapeldwerden in een oogenblik door de golven verzwolgen Weldra hoorde men nog slechts hec geklots van den golfslag tegen de wan den der hut. Allen waren ontzield, allen uitgenomen eenige weinigen, die, geholpen door hen, die kordaat genoeg geweest waren op hec dek te blij. ven, nog op de kap van hec luik werden opgeheschen. „Het was toen middernacht, een gedeelte van hec middendoor gespleten dek was van den achtersteven afgescheiden, alwaar de nog overlevenden weerstand boden. „De sloep, die tot dus verre was bewaard gebleven, en welker behoud nog een flaauw schijnsel van hoop opleverde, vloog in dit oogenblik in spaanders, Stootende tegen hec schip, welke oiceenbarscing zij nog verhaastte. -y.tr-u-- 1rnp?*r £»w«* o.i»- -t-. schipbreukelingen niets me«5r o land gew0rpen. ,e klampen, om met hetze v o^euen^.diouws^^^^ Frappa*. H«b.d „Wij onthouden ons v senrijven, 1 wat het r... biedc. Van deze grooie met den dood ven, hetwelk, in den tijd van weinige minucen, alles te het menschelijlt lijden meest vreesselijk, meest beklagenswaardig aan. ji ...orste|enije menschenschare verging -f anderen, eindelijs minder ongeiUKKig, smaguv.,, onder dezen tellen wij den getuige, van wien wij di die, hec oog op den Kapitein gevestigd, hem eer zij beeld volgde, besloten hebbende om zijn lot te dee'len. „Twee honderd en dertig passagiers, waarvan het grootste gedeelte in vrouwen en kinderen bestend, zijn als slagcoffers van deze vreesselijke ramp bezweken, Siechts twee en zeventig zijn als door een wonderwerk gered en door de Fransche galjoot f Eclair aan boord genomen. Deze laatstge. melden roemen zeer het kloekmoedige en edel gedrag van Don Vincents d?A* córta en van Don Nat alio Molina J:~u dit verhaal hebben, en ijde stond en zijn voor- wier tegenwoordigheid op de Pjaat8d®j crhiöhreuk de geweldenarijen der Gaochos tegen hen stuitte hun ongeluk lege*» verdere mishandelingen beschermde. en hen in Door ontstane brand in een postwagen, nabij Madrid, is onder ande. Noordsche brievenpost uic Hamburg van 23, 24 en 25 Augustus ren de verbrand OVER HET ROMEINSCHE RIJK, DE OORZAKEN VAN DES- ZELFS VAL, EN HET DUBBEL KARAKTER VAN DE INSTELLINGEN DER MIDDELEEUWEN IN HET OOSTEN EN WESTEN. (JPervolg en Slot,') Van het oogenblik af aan, dat de invallen der Saracenen Europa bedreigden wapende de vrees hunner vorderingen en de haat hunner godsdienst, aau alle kan. ten, die mannen van hec noorden, die werkeloos op den bodem van Gallie, Spanje en Italië leefden, tegen hen. Frankische gelukzoekers gingen dezelve meer dan eens op de oevers van Calabrie en Sicilië overwinnen; en, toen een Paus, door de welsprekendheid van den monnik Petergeheel het Chris- hen deed opstaan, ivas deze groote opstand slechts de -j 1 e»l tron personen, mannen, vrouwen en welke de hoop op eene betere toekomsc hun vaderland na en naar de onbebouwde vlakten van Uragnay heneuvoerde. „De reis was lang geweesc, doch hec land was nabij, en reeds deed het uitligt op eene behouden aankomst de ongemakken en ontberingen der reis vergeten, toet», niet verre van den oever, de Leopoldina Rosa door een storm uit bet Z. Z. O. werd overvallen, die het schip naar de kust dreef, behalve zijne"^^^'"alkische provinciën, kindereti, j «ariorpn derland had doen verlaten, telijk Europa teg aanvulling der gedeeltelijke en onoeKeuuc 0 reeds lang voorbereidden. De Grieksche Keizer smeekte de krijgslieden van het westen, een gedeelte dier legers, welke Azie en Afrika moesten over» -j~u«-irrinn^n af ce zendendit werd hem toege onbekende ondernemingen. welke denzelven stroomen, op zijne bedreigde bezittingen ar te zcnu^t. staan en eene ceugellooze menigte verspreidde zich over Griekenland; alles werd geplunderd om in haar onderhoud te voorzien; hec uitgepurce Keizerrijk berouwde zich die lastige bondgenooten te hebben aangetrokken; er ontstond haat tusschen de Grieken en westelijke Christenen, welke men in Grieken» land Latijnen noemde, Traccaten verzoenden dezelven weder voor eenen tijd; maar hun wederzijdsche afkeer barstte eindelijk met zoo veel hevigheid los, dat Constantinopel door de bondgenooten van het Keizerrijk werd bele gerd en geplunderd. De verovering bepaalde zich niet tot deze begiuseleo,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 3