A0. 1842. leydsche IS10. 116. COUR A N T. WOENSDAG, 28 SEPTEMBER. N E D E R L A N D E N. Leyden, 27 September. Zijne Majesteit heeft benoemd tot Heemraad in het Polder-bestuur van West-Nieuwlandgemeente Ouddorp, J. Breentot Dijkgraaf van Oudeland, in dezelfde gemeente T. Lodder, tot Dijagraaf van den polder het Buiten, land van Rhoon A. Groenenboomen tot Heemraad van laatstgenoemde pol» der, allen in Zuid-Holland, A. de Koning.- Nog heeft Zijne Maf. benoemd tot ontvangers der registratie in Zuid- Holiandte Woubrugge, J. C. van brokei, surnumerair, te Schoonhoven, L. M. van Eych, thans te Ommen, te Viaardmgen, Mr. A, de Wit, thans te Weert, te Vianen, W. Chevaileau, thans te Nykerk, en tot surnumerair van de registratie in Zuid-Holland, C. L. A. B. van Ghert. Voorts heett Zijne Maj. bepaald, dat met de invoering van [I. D. besluit van 7 September 1842, zal worden opgedragen; het kantoor van registratie der burgerlijke acten te 's Gtavenhageaan den den heer C. L. Loderone vanger van de registratie aldaar; het kantoor van ontvangst van Successie- regten te 's Gravenhageaan den heer M. de Crane, thans ontvanger der registratie aldaar; het kantoor van registratie der burgerlijke acten te Rotter dam, aan den heer C. C. Dutilh, thans ontvanger van de registratie aldaar; het kantoor van ontvangst van successie-regten te Rotterdam, aan den heer C. van Foslenhoventhans ontvanger der registratie aldaar. Zijne Maj. heeft aan de heeren van OltcrlooSecretaris van Prins Fredetik. den Generaal-Majoor Nepveu, Adjudant van Zijne Maj., den Lui tenant-Colonel Barre, Adjudant van Prins Fredcrik, vergunning verleend tot het dragen van de Ridderorder van St. Stanislas, 3de klasse, van Coin, mandeur der orde van den Rooden Adelaar met de Ster en van de Ridderorde van St. Stanislas 2de klasse, hun door HH. MM. den Keizer van Rusland en den Koning van Ptuissen vereerd. Het heeft Zijne Maj. behaagd, den beroemden schilder van Os, te benoemen tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Iedereen, die het uitstekend talent van dezen kunstschilder kent, zal zich over deze benoeming in hooge mate verbeugen. ra- Zijne Maj. heeft goedgekeurd de uirgebragce beroepingen op S, K. Thoden Van Feizen als Predtkanc naar Nijmegen, thans te Wolvega en van H. C. Foorhoeve naar Ophemert en Zennewjjnen, klassis van Bommel, thans Candidaat bij hec Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland. Z. K. H. de Prins van Oranje heeft voor de nagelaten betrekkingen van de met de Jonge Pieter verongelukte visschers 100 gegeven. Zijne Esc, de Minister van Binnenlandsche Zaken heeft, betrekkelijk het over de grenzen brengen van vreemde landloopers en bedelaars aan den Gouverneur van Zuid-Holland berigt, dat het als een middel ter bevordering van meerder gemak en regelmaat is toegeschenen, dac voortaan allen, welke uit het gedeelte dier provincie bezuiden de Lek gelegen naar Pruissen wor. den uitgeleid, alleen over Nijmegen of Kranenburg worden afgezonden, en al wat uit het gedeelte benoorden de Lek gelegen naar denzelfden kant ter uitleiding zou voorkomen, alleen (naar gelang der meer zuidelijke of noor. d el ij k e ligging van de plaats der bestemming) hetzij over Arnhem en Elten, hetzij over Amersfoors en Deventer of Zwolle, worden afgezonden. De Staatsraad, Gouverneur der provincie Zuid-Holland heeft, onder dag teekeniog van den i3den dezer, de volgende circulaire, houdende last tot het naauwkeurig handhaven van de bestaande verordeningen tegen de bede- larij en landlooperijaan de besturen gezonden: „Naardien de ondervinding heeft aangetoond dat er, inzonderheid voor de landlieden, groot ongerijf ontstaat uit het rondzwerven van bedelaars en landloopers, welke de gewoonte hebben om bij de boeren te komen eten en Overnachten, terwijl de vrees voor brandstichting, waarvan de gegrondheid nog onlangs, in eene der gemeenten van dit Rijk, door de daad is bewezen, deze beweegt om aan hun verzoek te voldoen; zoo heb ik de eer, mede ten gevolge eener bij mij ontvangen missive van Zijne Esc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, UEd. andermaal te vermanen, om de bedelarij kracht dadig te weren, en zulks vooral ten platten lande, door het doen aanhouden dergenen die zich daaraan schuldig maken; gelijk ook, om, voor zoo verre zulks mer de bestaande verordeningen is overeen te brengen, ten strengste tegen rondreizende personen te waken, en tevens een waakzaam oog te hou den op die vreemdelingen, welke met orgels, poppen, inktsnuisterijen enz., zonder pas of patent, hun zwervend bedrijf, in strijd mee eene goede policie Uitoefenen Het zal mij aangenaam zijn, met den stand der zaak, en met alle voor. vallende belangrijke bijzonderhedenvoortdurend bekend gemaakt en gehou- den te worden." In de Staats-Courant leest men; Het zou niet behooren tot de taak der Staats-Courant om de door zekeren Karl Heintzen, in de Kölnische Zeitung geplaatste artikelen, tegen de mili taire dienst in Nederlandsch-Indië te wederleggen, al ware het ook uitge maakt, dat die artikelen eene wederlegging verdienden. Maar wij oordeelen het met de bestemming onzer courant overeenkomende om daadzakelijke tonwaarheden, tegen de Nederlandsche Regering gerigt, waar het pas geeft, zegen te spreken. Uit dit oogpunt achten wij het niet ondienstig te verkla- sen, dat wij ons hebben verschaft een officieel uittreksel uit de koloniale stamboeken, waaruit blijkt, dat in den loop van 1842 naar de Nederlandsche koloniën zijn vertrokken 1290 militairen, waaronderi 1088 Nederlanders, £0 Duitsche», en van andere natiën 112. Te Dordrecht heeft den 24sten de jaarlijkiche prijsuitdeeling plaats gehad aan de leerlingen der stads bouwkundige teekenschool, bij welke gelegenheid de Voorzitter eene doelmatige aanspraak hield. Het verbod, op den uitvoer van aardappelen in België gelegd, is tot ?i Augustus 1843 verlengd en de belasting op den invoer gesteld op 5 cen- imes per Nederlandsche mud. AFRIKA. Berigten van de Kaap de Goede Hoop van 30 Junij melden, dat de voor naamste wijkplaats der Boeren Pieter Mauritzbergdoor de Engelsche troe. pen, onder bevel van den Luitenant-Colonel Cloete, was ingenomen en de Boeren zich grooteudeels zau de genade van het Gouvernement hadden overgegeven. T U R K Y E. De Oostenrijksche Beobachter jdeelt eene proclamatie aan de Serviërs mede, die van den 9 September uit Belgrado is gedagteekendwaarbij hec te voren vermelde voorloopige Destuur van zijne optreding kennis geeft en de bevolking aanmaant, om aan dat bewind gehoorzaam te zijn en zich rus. tig te houden. Uit de met deze proclamatie openbaar gemaakte stukken blijkt, dat dit voorloopig bestuur toen reeds uit elf leden bestond, meeren- deels leden van den SeDaat en andere aanzienlijken, die door Vorst Michall waren verwijderd; alsmede, dat de in het medegedeelde artikel genoemde Afgevaardigden of Vertegenwoordigers des Sultans, Kiamil-Pzchz, en Sche- hib-Effiendi aan de optreding van het voorloopig-bestuur, ten minste tijdelijk, hun zegel hechten. Met Vorst Michaél zijn verscheidene der hem ter zijde gestaan hebbende bewindslieden naar het Oostenrijksche gebied geweken. Over den waren aard der jongste gebeurtenissen in Servie heerscht nog veel onzekerheid. Sommige Duitsche dagbladen willen daarin de werking van Russischen invloed zien, terwijl de berigten zeiven veeleer schijnen aan te duiden, dat de Porte de beweging begunstigd heeft. In allen gevalle schijnt men hier meer aan een onderlingen strijd der Bojaren, die vroeger de door Vorst Milosch ingevoerde verbeteringen zoo hevig bestreden hebben, dan aan eene eigenlijke volksbeweging te moeten denken. De opstandelingen in Servie hadden te Belgrado eene volksvergade ring gehouden, waarin bepaald was, dat Vorst Micha'èl van den troon ver. vallen werd verklaard en Alexander Petrovitsch, zoon van Gernj George, bekend uit den aanvang van den Servischen vrijheidskrijg, tot Vorst benoemd werd. Men moet nu afwachten hoe de Porte, alsmede Oostenrijk en Rus. land, dat besluit zullen opnemen. RUSLAND. Zijne Maj. de Keizer is den 13 September van Petersburg vertrokken om eene groote reis door het binnenste des Rijks te doen. Zijne Maj. zal eersc naar Kiew, dan naar Wosnessensk gaan, om aldaar de bijeengetrokken troe. pen te inspecteren. Ook zullen de havens der Zwarte zee, als Odessa en Sebastopol, door Zijne Maj. bezocht worden. Zijne Maj. zal over Warschau naar Petersburg terugkeeren. Den nden dezer heeft te Petersburg de plegtige doop plaats gehad van de jonggeboren dochter van den Grootvorst Troonopvolger. Men heeft te Peteraburg het treurig berigt ontvangen, dat de stad Kasan grootendeels eene prooi der vlammen geworden is. Meer dan 1,200 huizen, onder welke 400 steenen, 12 kerken, verscheiden der grootste win kels en de Universiteit zouden geheel af- en uitgebrand zijn. De tweede Petersburger verzekerings-maatschappijonder welker kring Kasan behoort, lijdt hierbij een aanmerkelijk verlies. De aandeelen in dezelve, die nog onlangs 410 h 415 roebels golden, zijn sedert voor 230 verkocht. Ook te Jaroslaw zijn ettelijke huizen, benevens een veertigtal winkels mee derzelver waren, door eenen zwaren brand vernield. Een Russisch linieschip, bemand met 93 koppen, is in de nabijheid van Lendesnas gekanteld en daarna op ongeveer twee mijlen afstands van Christiaansand gestrand; 150 man was door eene Noorweegsche Gouverne- ments-stoomboot en nog 300 anderen door booten van Mandahl en Fahrs gered. Zoodac er nog nagenoeg 500 man verongelukt zijn; onder deze zijn 18 officieren. DUITSCHLAND. Nadat Zijne Maj. de Koning van Pruissen uit Elberfeid eene kabinets order had afgevaardigd, is Zijne Maj. den 2isten te Rastadt en na hec bezoeken van de stad en derzelver omtrek, die, zoo als in der tijd gemeld is, eene vesting zal worden, naar Freiberg voortgereisd. De kabinets-order is van den volgenden inhoud; „Op het oogenblik dat ik mijne reis door de westelijke provinciën vol.' b.enge, gevoel ik de behoefte om mijne dankbaarheid te betuigen voor hec liefdevolle onthaal, hetwelk de Koningin en ik allerwegen, in de grootste steden gelijk in de kleinste dorpen, ontvangen hebben en hetwelk mij toe een hernieuwden waarborg strekt van de verknochtheid en trouw, waarmede de Rhijnlanders en Westphalers aan mij en mijn huis verkleefd zijn. „Niet minder ben ik voldaan over de orde en stiptheid, welke ik in alle deelen des bestuurs gevonden heb, en verzoek u in beide betrekkingen, de autoriteiten en de gezamenlijke ingezetenen der aan uwe leiding toever trouwde provinciën mijne bijzondere tevredenheid te betuigen en hen vau de voortduring mijner genegenheid en genade te verzekeren." Het Pruissische Rijk is van 1816 toe 1840 met 4,579,470 inwoners toegenomen, bedragende in het laatstgenoemde jaar 14,918,501. De bijeenkomst van Duitsche Natuuronderzoekers en Geneeskundigen te Mair.tz wordt door eenige honderden leden bijgewoond. Des middags van den 21 September hebben de leden zich aan eenen maaltijd vereenigdwelke 1,040 personen bevatte. Er is bepaald, dat de vergadering het volgende jaar te Gratz, in Oostenrijk, zal gehouden worden. Naar men verneemt, is de heer J. P. Wagnerwelke voornemens was, om zijne electro-magnetische machine, ter gelegenheid van de tentoonstel ling van nijverheid en van de bijeenkomst der Natuuronderzoekers in Maintz, op den Taunns-spoorweg te laten werken, hierin verhinderd geworden door de traagheid van zijne werklieden, welke met den hun opgedragen arbeid niet op den bepaalden tijd gereed zijn geweest, en heeft hij nu den tijd, waarop met zijn werktuig op den genoemden weg eene proef genomen zal worden, bepaald op den nationaien feestdag van 18 October, In liet Polytechnisch Journal leest men, onder het opschrift; middel tegen rotten, het volgende: Men vermeent dat de rotten van natuur zulk eenen afkeer tegen een zeker kruid, handstong 'Cjnoglossum officinale'), hebben, dat zij de gebou. wen, waarin zulke planten gestrooid worden, dadelijk verlaten, en zoo lang die planten daar liggen, niet weder derwaarts terug keeren. Deze plane groeit op groen land en aan den rand der slooten. Zij moet in het begin van den zomer, dat is, kort vóór of na St. Jan, verzameld worden, omdic zij dan liet krachtigste is. De stelen moeten gekneusd worden, en men strooit dezelve op die plaatsen, vau waar men de rotten verdrijven wil.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1