hlet op te leggen. De Advccaflt Thesigerals verdediger validen beklaagde, riep op een* pathetischen toon uit: „de stem van den heer getuige uit zijn graf de eerlijkheid van mijnen client!" Ook de Regter, Lord Abinger roemde, toen hij den braven kamerdienaar vrijsprakdeszelfs „excellent Cha racter" De beide regtsgeleerden worden in de openbare bladen scherp ge hekeld, De Sun meent, dat men uit dit voorbeeld leeren kan, op welke eene wijze de Engelsche aristokratie hare ibhatten in het buitenland be- ateedt, terwijl de Engelsche handwerkslieden van honger sterven. Ook 1de Timet sthijnc het als een ongelukkig toeval te beklagen, dat de erger lijke onthulling der geheimen van een' Ëritschen Pair juist in dezen agra- rlichen tijd vallen moet. Dit blad betreurt de vooringenomenheid der ïbke Britten voor vreemde vrouwen, vreemden wijn, en vooral ook voor vreemde dienstboden, en dat in weerwil van het voorbeeld van Cóurvoisier die voor ëenigen tijd den ouden Lord Russeil den hals afsneed en daarvoor gehangen werd. m FRANKRIJK. Parijs den 16 Sejkember. Bij een Koninglijk bevelschrift is de Hertog van AumaleColonel van bet 17de regiment, benoemd tot Generail-Majoor 'en ter beschikking gesteld van den Gouverneur-Generaal van Algerie, die toet de herfst of den winter een nieuwen veldtogt oostwaarts van de stad Algiers ondernemen zal. ,- i e j Men wj| weten, dat de Regering wederom in de noodzakelijkheid Xil zijn eene nieuwe leening aan te gaan, maar alsdan meer interest zal moeten toestaan, daar de Inschrijvingen der leening van 1841 a 3 pCt, taauweljjks geplaatst worden. Als CodsuI der Nederlanden te Straatsburg Is de heer C. E Hecht bevoegd verklaard te ageren, by ziekte of afwezigheid vin den erkenden Consul. 0e Gouverneur-Generaal van Algerie heeft aan den Minister van Oorlog twee depêches doen toekomen, waarin van het onderwerpen van eenige volksstammen berigt wordt gegeven. Prins Bodewijk Bonaparte houdt zich in zijne gevangenis bezig met Staathuishoudkundige schriften, en heeft een boekaeel geschreven, eene verzameling bevattende van alles wat over de riet- en beetwortelsuiker- quaesiie in het licht is gegeven. Gedurende de afgeloopen maand Augustus zijn In deze hoofdstad 5,400 ossen, 1,767 koeijen,6,960 kalveren en 37,998 schapen geslagt.zoo. dat dagelijks gemiddeld 180 ossen, 58 koeijen,232 kalveren en 1,265 scha. pen verkruikt zijn geworden. Het Fransche sChip Leopoldine Roié, Kapitein Frappaz, van Bayonne, beeft den 9 fuiy op de kust van Castillos schipbrenk geleden; van de 270pas- sagiers, die aan boord waren, zijn er nagenoeg 200 verongelukt. In de landgemeente van Abilly, departement van Jndre en Loire, was op de hoeve la Touche de dochter des huizes, Julie Pinard, gedu. fende de kerkdienst alleen gebleven. Een oogenblik begeeft zy zich, om lucht tè scheppen, in den kleinen tuin achter het huis, draagt zorg, de deur der woning, die naar denzelven leidde, op slot te doen. Toen zjj te. riigkeert vindt zij deze deur open staan. Met regt ontrust, haast zy zich naar biuneD en ziet tWee mannen bezig, om de voornaamste kamer van het huis, die insgelijks gesloten was, te openen. Op dit gezigt vliegt Julie naar deD tuin terug, maar wordt weldra ingehaald en weder in het buis ge. sleept. Hier klemt een der beide boosdoeners haar tusschen zijne beenen, terwijl de ander met een ploegkouter eene groote kist openbreekc en er de goederen en het geld uithaalt, Welke zq bevatce. Dit verrigt zijnde, begon, nen beide te beraadslagen, wat zij met het meisje doen zouden. De een beweerde dat het veiligst was, haar van kant te maken, en ontwijfelbaar sou h« dit voornemen ten uitvoer gebragt hebben, zoo niet zijn makker zich daartegen uit al zijne magt verzet had. Eindelijk komen zij overeen ten einde het meisje geen volk tot hunne vervolging mogt halen of bijeeu. roepen, haar in de ontledigde kist te sluiten. Julie Pienard wordt dus in de kist gesloten, welker deksel de roovers met stukken hout vast zetten, en hoe ongemakkelijk haar toestand ook wezen mogt, wenschte zij zich geluk er nog op deze wqs afgekomen te zijn, toen zij op eens weder be- weging in het verrek hoort en de kist op nieuw geopend wordt. Het waren de dieven, dié tertig kwamen; zij hadden berouw hun eerste voornemen niet te hebben uitgevoerd en gaven het arme meisje thans slechts de keus, welken dood zij sterven wilde. Men kan zich haren schrik en haar jammeren verbeelden; het was zoodanig dat daardoor het hart van den minsc verstokten der twee fielten andermaal bewogen werd. Deze man werd op nieuw haar Voorspraak en men eindigde met haar weder in de kist te sluiten, waaruit zij êerst ten half twee des middags door bet teruggekeerde gezin verlost werd. t)e bale, welken de dieven gemaakt hadden, was aanzienlijk, «rant zij had den niet minder dan 34,000 fr., behalve nog eenig linnengoed medegeno. inen. Het is echter aan de justitie gelukt, beide de daders en 33,000 fr. tan geld in banden te krijgen; twee metselaars uit een naburig dorp had den het feit gepleegd; de een is voor zijnlevende ander voor 15 jaren tot dwangarbeid verwezen. Een mechanicus te Brest, Huan genaamd, heeft aan de Akademie der wetenschappen het rtiodel van een toestel gezonden, door de toepassing Waarvan hij gelóóft de ongelukken op de spoorwegen te kunnen voorkomen. Deze uitvinding bestaat in eene veranderde zamenstelling van het midden der raderen, door welke niet het minste ongeluk gebeurt, al mogt de as Ook brekeh. Men zal zich herinneren dat de vreeselijke gebeurtenissen van den 8 Mei aan het breken van de as is toe te schrijven. Bij getogenheid dat dezer dagen ce Lorientin Frankrijk, een stoom-fregat vtn 320 paardenkracht van stapel is geloopen, wordt medegedeeld, dat er 14 stoomschepen op stapel stain, om de vaart tusschen Frankrijk en Amerika te bewerkstelligen; ieder dezer stoomschepen zal 450 paardenkracht bezitten; fA den looj> van 1843! zullen deze schepen in de vaart gebragt worden. promo ti en aan de le yd s ch e h o o g e s c h oo l. Den 12 September, de Heer Daniël Paulas Hendrik Abersonvan Amsterdam, in de ftegien, na het verdedigen zijner Dissertatie continens quaestiones quasdam de Jure Hodhrm, Den 14 September, de Heer petrus Johannis NortierAd. FiUvan Rotterdam 111 de Medicijnenna het verdigen zijner Dissertatiede Quinta Partus Periodo. MENGELINGEN. OVER DE GESCHIEDENIS DER. ENGELSCHE CONSTITUTIE. Vervolg en Slot. Vfat het ander gedeelte,' de vertegenwoordiging der dorpen en steden be treft, moet men, om er den oorsprong van te vinden, en haren aard te be gapen, de geschiedenis te baat nemen. De steden van Engeland konden, ten tijde der verovering niet in kleine loten Worden verdeeld gelijk het pltite land; bare bevolking kon niet in zoo vele ondetdeelen worden gesplitst. Al' ondeelbaar eigendom beschouwd, vielen dezelve in het domein des Ko nlngs of in dat der voornaamste Normandiache opperhoofden. De handelaars en ambaêhtslleden, die de steden bevolkten, werden niet uit hunne nederige woningen verjaagd door den vreemdeling die hun dezelve niet b'enydde;dezeive Welden éérst geplunderd en aan de nasporingen eener achterdochtige dwtn gelandij onderworpen; maar zij konden er daarna in vrede slapen, onder Voorwaarde eener zware schatting. Dikwijls kwam de Intendant des Konings óf van den heer, met een gewapend geleide, de magazijnen van den koop- snan nazien, zich verzekeren van wat hi}betalen kon, en bem' een hoofdgeld gêëvenredlgd aan zijn inkomen opleggen. !n d»zèn nieuwen sïssl van o-rA hankeiijkheidveranderde d e toestand der burgers, maar niet in evenredigheid v=:i dien der bewoners van het platte land, uit hunne woningen verjaagd., zoo zij grootten goed waren, bij genade als arbeiders ontvangen op den axlcr, welken zij bezecen hadden, door geweld aan den grond gekluisterd, welke hen niét meer toebehoorde, om in al jies.zeils lotgevallen te deelen, om. met denzelven verkocht, geleverd, gelegaceerd ce worden. Deze Intendant, welke ook zijn titel was, had eene weliekèurige magt op het bestuur d;r stad, dat Hem als eene soort van pacht werd toevertrouwd. Daar de verove ring niet tot doel had gehad de eene sóórt van gouvernement boven eene an dere te doen geiden, vonden oe intendanten der veroveraars geen belang om de stedelijke instellingen, de associatiën en de vereenigingen van k>opö lieden en handwerkslieden, welke men in de Saksiscne taal guild, noe «de ce vernietigen, maar alleen om dezelve in overeenstemming met den uien wen stand van zaken te brengen. Men voelde zel;s, dat het middel om de waaroè der steden op haar hoogste scandpunc te houden ([dg zijn de uitdrukk'ngen der oude accen) was, om zoo min mogelijk de gewooncen en gebruiken der Inwoners te scoren, mits er zich niets in bevond, dat den geest van oproer kon begunstigen. Öp deze wijze behielden de steden van Engeland, na de verovering, gedeeltelijk hunne oude handels-corporatiënhunne periodieke vereenigingen inde Guild-hall, of Hutting, en de verkiezing gunner aldermen of oudsten van de stad. Ook vlugccen de boeren, in het Normandisch vilains ot xatifs genaamd, afstammelingen der mannen die door de verovering van hunne bezittingen waren beroofd geworden, zoodra zij konden, naar de steden en dorpen, om een dragelijker lot te genieten. Op deze wijze wonnen de Koning en de Graven, die steden bezaten, onderdanen, ten koste der land-edellieden. Er kwamen zelfs Koninglijke edicten, welke deze verhuizing der lijfeigenen begunstigden, door hun de verjaring van een jaar toe te staan, tegen de vervolgingen, door hunne natuurlijke heeren, ten hunnen opzigte ingesteld wordende. In den grooten opstand der boeren in 1382, begaven zich een groot aantal mannen in de steden, om aan de gramschap hunner meesters te ontkomen. Er werd eene wet gemaakt, om de stedelijke corporatiën ce noodzaken hen aan te geven en uit re leveren. .Die was de eenige maal niet, dat de Koninglijke magt, hoewel met weerzin, (want de uitbreiding der steden vermeerderde er het inkomen van) op het verzoek der land-edel lieden, toestemde in wetten, gerigc tegen de neiging, welke de zonen der boeren hadden j om zich in de steden te vestigen. Het werd 2an eiken ambachtsman verbóden, tot leerling een kiöd aan ce nemen, dat tot deszelfs twaalfde jaar, voor den landbouw was gebruikt gewórden (1). Niettegenstaande deze concessien aan de belangen der groote grondeigena ren gedaan, hielden de Koningen, die de grootsce eigenaren van vlekken waren, zich bezig, de inkomsten van dezen eigendom ce verbeteren, door de bewoning der handel-steden meer en meer gemakkelijk voor de nijvere bevolking ce maken. Zij onttrokken zelfs zekere steden geheel aan alle administratie, afkomstig van de verovering, Londen, Bristol, Coventry, Lincoln, verkregen het regt van door hunne enkele Saksische magistraats personen bestuurd te worden, en de mannen leverkiezen, belast met de heffing der belastingen en het overmaken derzelve aan de Koninglijke schat kamer. Sommige der op deze wijze vrijgemaakte steden, welke men in de taal der oude weccen ingelijfde steden noemde, verkregen het voorregt van haar regtsgebied buiten derzelver wallen uit te strekken, en eene zekere Uitgestrektheid gronds te beheeren, welke aan de magt van den Bailluw en der Koninglijke officieren werd onttrokken. Men zeide van de steden, welke dit voorregt, het grootste van allen, hadden ontvangen, dat dezelve uit den aard Graafschappen waren, en men noemde vrijheid het grondgebied al zoo bjj de stedelijke regtsoefening gevoegd. Volgens andere accen, gaf de Koning eene stad in eeuwigdurende pacht aan hare eigene inwoners, onder voor waarde van zekere vaste renten, betaalbaar door de plaatselijke overheden, onder hunne verantwoordelijkheid. In andere plaatsen bepaalde hij bij abon nement eene zekere schaccingwaardoor de stad van de vervolgingen der Inzamelaars bevrijd werd 5 elders eindelijk dooreen vreemder contract, maakte hij eene dubbele schikking met den eigenaar van het kasteel, dat eene stad beheerschte, en met de stad zelve, op dat de ingezetenen het kasteel zouden bezitten eri onbevreesd mogcen zijn, onder voorwaarde eener rente, betaal baar aan den Koning en aan den ouden heer der plaats. In een woord, het eigenbelang wijzigde deze schikkingen in het oneindige; de uitkomst was overal dat municipale corporatiën in de steden, onder garantie van solemnele accen en KoninglijKe charters, geboren werden. Maar deze charters we-den meer dan eens overtreden; en, zoo de steden al naauwkeurig aan hunne verpligtingen {voldeden eischten de Koningen die de sterksten waren zonder schroom, meer dan hun verschuldigd was. Onder de schijnbare namen van aidessubsidesbénévolenceszagen de steden, welke niets anders verschul digd waren dan de rente door hun contracc van vrijmalting bepaald, zich even als de lijfeigenen van het platte land behandeld; zij klaagden en somwijlen spaarde men dezelve dan, wanneer het geldgebrek over was. Toen op het einde der XIII eeuw, Koninklijke mandaten, afgevaardigden der voornaamste vrij gemaakte steden dagvaardden om voor deu Koning en de Baronnen van het Parlement te verschijnen, ten einde op vragen° om geld te antwoorden, werden deze lieden, die jaarlijks de prijs hunner ste delijke vrijheid betaalden, en in deze nieuwigheid alleen eene poging zagen om de buitengewone afpersingen welke tegen hen, in spijt der bezworene chartes, werden gepleegd, te wettigen, door droefheid bevangen. De afge vaardigden der steden en vlekken, geroepen om zich bij den Koning in parlement te vervoegen, kwamen er niet om over de openbare zaken ge. raadpleegd te worden, waaraan men hen als vreemd beschouwde, en waar van de discussie plaats had in eene taal, welke zij niet spraken, de taal der verovering. Hunne geheel lijdelijke rol bepaalde zich tot het namens hunne mandatarissen toestaan van de gevraagde schattingenen wanneer de vraag eener subsidie te gelijk aan de ridders der graafschappen was gedaan, stem den deze altoos minder aanzienlijke sommen, het 15^ bij voorbeeld van hec inkomen hunner lastgevers, terwijl de burgers T*ïï interesten toestaan. Hec zoude dus verkeerd zijn van te denken dat de eerste verkiezing vani Afgevaardigden in de vlekken van Engeland, met zoo vele volksvreugde vergezeld ging als men thans bespeurt. Wanneer de alderman en de ge- meene raad van elke stad zoo vele afgevaardigden hadden benoemd, als hec Koninglijk bevej voorschreef, presteerden deze Afgevaardigden borgcogc van voor den Koning in zijn Parlement te verschijnen, zeker ceeken van bunnen weinigen ijver om er zich heen te begeven. Hec bevel toe verkiezing werd eerst niec aan alle vlekken gegeven. De genen waarvan de kroon het meeste geld te hopen had, waren die welke men het eerst aansprak; dit was wel is waar een zachter middel dan open baar geweld, om van de handeldrijvende bevolking eénen buitengewone belasting te verkrijgen; maar deze bevolking moest er meer van verschrik ken, omdat de ksacht tijdelijk is, terwijl de instellingen blijven bestaan. Gedurende eenigent tijd werden de vlekken aldus afzonderlijk en zonder regel opgeroepen. Wanneer hec eene jaar de verlangde som was toege staan, riep nien hec volgende jaar nieuwe Afgevaardigden op, of wel men hiéf dé schatting volgens de stemming van hec vorige jaar, of ook wel zond men Commissar ssen om de stemming op de plaats zelve te doen her- nieuwen. Langzamerhand werd de oproeping algemeen en regelmatig. De vlekken, welke geene Afgevaardigden zonden, dachten geene schatting te moeten betalen; maar hoewel er geen ander voordeel in de vrijlating der verkiezingen bestond, dan in de besparing der reis- en verblijfkosten van CO Statuten van Richard 111382—1399.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 3