prijs-courant van effecten.
Gebl
Hollafidsche Ijzeren Süöörweg-MaatscHappii.-
AANBESTEDING.
Êy de Wed. ANTHONY de KLOPPÈK en ZOON, teLeydeo*.
Deze handelwijze op de geschiedenis van Engeland toepassende, zoude
men haar van die soort van philosophiscbe wonderbaarlijkheid ontdoenwelke
dezelve bij uitsluiting van alle nieuwe geschiedenissen schijnt te omringen.
Zoo men de oogen van het tegenwoordige afwen'dende om niet onder des.
zelfs invloed te blijven, zich in denkbeeld tót vroegere tijden terugbrengt,
zonder dezelve met de tinten onzer tegenwootdige opiniën te kleuren, zal
men tot onder dezelfde namen, geheel verschillende dingen zien. De woor
den Parlement, Hooger- of Lager-Huis, zullen de begoocheling verliezen
waarmede de tegenwoordige vrijheid van het Engelsche volk dezelve om
ringt. Men zal die vrijheid, vrucht der nieuwe beschaving, op een nog
niet ver verwijderd tijdstip, dit eene orde van zaken zien voortkomen,
waarvan het beginsel zoo onedel mogelijk was, Waarbij het raagtig gedeelte
der natie zich beroemde van vreemden oorsprong te zijn, en deszelfs be
zittingen, deszelfs waardigheden en adel, met den degen veroverd te heb
ben; waarbjj de onderscheiding van klassen slechts de uitdrukking van den
afstand tusschen den veroveraar en den veroverden was, waarbij alle maat
schappelijke magten met dezen gewelddadtgen oorsprong bevlekt waren
waarbij het Koningschap, regteos aan het geslacht Van het hoofd der vér
overing behoorende, eigenlijk geene instelling maar eene daad was. Uit het
midden van dit alles heeft zich het hedendaagsche Engeland verheven, dat,
bijna'in alle opzigten, het tegenovergestelde van het oude Engeland ts.
Het tijdsverloop dat dezelve van eikander scheidt, vertoont veeleer het
trapsgewijs verval van eenen gewelddadigen stand van zaken, dan de lang.
zame vorming eener maatschappij, bestemd om andere tot voorbeeld te
strekken. Deze laatste zienswijze heeft echter de bovenhand behouden s
dezelve heerscht bijna alleen bij de geschiedschrijvers der Engelsche con'
stltutie, niet dat zij dezelve na rijp overleg boven de andere hebben ver.
kozen, maar oindat allen verzuimen bij hunne constitutionele geschiedenis
de groote daadzaak eener territoriale verovering, op den voorgrond te. plaat!
sen. De verovering is de algemecne bron van alle staatkundige magten,
welke van af de twaalfde eeuw in Engeland zijn blijven bestaan: het oog
moet op deze oorspronkelijke daadzaak gevestigd blijven, alvorens tot op
onzen tijd hare toenemende wijzigingen te volgen. Wij zullen trachten dezen
regel op de geschiedenis van liet Koningschap, van het Parlement en van
het Kies-stcUei in Engeland toe te passen.
I.
van den aard der koniNclijke magt.
De Saksische bevolking, door hare onderwerping, geheel haar maatschap,
pelijk besiaan verloren hebbende, en de magt hater oude Koningen in vreemde
handen zijnde overgegaan, veranderde de titel van Koning, voor de over
wonnenen van aard, en behield dezelve alleen voor de overwinnaar» deszelfs
oude beieekenls (i). Voor de eersten, drukte het Saksische woord king,
dat de Normandier, door dat van reij vertaalden, niet meer dan eene geweld
dadige en onwettige magt ttit; en het was alleen wanneer men denzelven
op de bewoners van Engeland toepaste, dac deze titel het denkbeeld eener
afgestane of toegestemde autoriteit deed geboren worden. Deze vreemd
soortige vereeniging van twee geheel verschillende beteekenissen deed de'
uitgestrektheid der voorregten van den persoon, die den titel van Koning
droeg, weldra onzeker zijn. De Sakser, voor eenen meester bevende, was
tor eene onbeperkte onderwerping en dienstbare toegevendheid geneigd, ter-
wijl de zoon van den Normandlër, trotscher omdat bij sterker was, dit alle»
niet onder zijne pligten rekende. Door eene natuurlijke strekking helden
de Koningin over, om te gelooven en te doen gelooven, dat de titel welké
zij droegen hun regt gaf op eene gelijke ooderwerpiqg vin de zijde »(n al
hunne minderen, en zij trachten dien ten gevolge de beide menschenrasseo,
welke het land met een zoo verschillend lot bewoonden, in eenea gelijken
toestand ten hunnen opzigte te plaatsen. Van Mr kwam bjj deze Angltr-
Norraandische Koningen eene strekking tot afzondering, welke vroegtijdig
de zonen der makkers van Hertog iVillem beleedigde (a). Zij verontwaardig,
den zich, dat hun opperhoofd, de beide afgetcheiden gedeelten zijner Ko-
ninglijke magt vermengende, hen wilde behandelen als de Saksen die zjjoe
Steden en'dorpen bevOIKten. Ilunne Oppositie tegen d«<e vordering Dfagc
onlusten en oorlogen roede. De verachiilen'de gebeurtenissen welke deze
worsteling kenmerkten, deden de weifelende magt der Koningen, dan naar
hare geweldadige, dan naar hare wettige wijze onverbellen. Er waren ten
dien opzigte dobberingen welke men niet ten tijde der Anglo-Sakslsohe bee*,
schappij gevonden had, omdat de natie één was. (3).
In de twisten welke deze vreemde toestand deed geboren worden, toet»
de vijandelpheden werden opgeschorten dat eike partij hare regten voor.
stelde, om dezelve door de tegenpartij te doen erkennen, riepen de Nor.
mandiërstegen de heerschzucht van hun opperhoofd, de overleveringen
van het Anglo Saksische Koningschap in. Zij beweerden dat de oude palen
der Koninglijke magt moesten wordeD hersteld, en namen alles op, wat de
overlevering aan de hand gaf, om deze palen te verduidelijken. Db Nor.
mandische regtsgeleerden stelden, op mondelinge inlichtingen, de cosrumen
te boek, welke Engeland vóór de verovering hadden beatuurd en versierden
hunne verzameling met den naam van wetten van Koning Eduard, den belijder.
Zoodanig was de oorsprong van deze inroeping der wetten van Eduard,
zoo dikwijls door de Anglo-Normandische baronnen in Engeland, in de
twaalfde en dertiende eeuwen tegen hunne Koningen gedaan. Het doel
hunner klagten en van hunne opstanden was niet om voor alle inwoners van
het land, zonder onderscheid van oorsprong, waarborgen tegen eene alge-
meene verdrukking te verkrijgen. De Charte's, welke utt eene Tijdelijke
overeenstemming der beide partijen voortsproten, getuigen, dat er eigenlijk
slechts zake was van garantie voor de enkele bezitters der gronden na tie
verovering verdeeld geworden: zij die op een goed levendat hun niet in
eigendom toebehoort, blijven in de klasse waarover de Koninklijke magt
absoluut is, en kunnen die klasse alleen door eene persoonlijke enianclpatie
verlaten. Inderdaad, de costuroen welke ten tjjde der Saksische onalhan.
kelijkheid hadden bestaan, konden alleen herleven ten behoeve van hen die
zich na de verovering in den toestand der 011de vrije Saksische mannen be.
vonden, en bijna geheel het Anglo Saksische ra» was van dien stand ver
vallen. Door deszelfs grondeigendommen te verliezen, had' hét dé vrijdom
men verloren welke in de middeleeuwen alleen daaraan gehecht waren: het
was in die klasse van pachters en schatpligtigen vervallen, welke ae oude
landswetten keorls (van daar misschien bet Hollindsche kerel") noemden, en
voor wien diezelfde wetten zeer hard waren geweest. De Sakseri, bewo
ners der steden, bevonden zich in den staat van slavernij, welkeop het
platte land, hen drukte die geen grondeigenaren waren; want zij werden
slechts als eenvoudige pachters der stad beschouwd, welke hun geen domi»
cilium was. Het bezit van de meeste steden bij de deeling der veroverde
gronden, als zoo vele groote loten toegekend geworden, was de voornaamste
eigenschap van het Koninglp prerogatief in deszelfs willekeurig gedeelte.
{Vervolg hierna.),
(O to66. f2j Van af het jaar 1074.
(3) Regeringen van Willem de Koode, Hendrik 1 en Stephen 1087—1154'.
Amsterdam 13 Augustus 1842.I
De Prijs van de BOTER aan de Waag binnen Leyden.
Zaturdag, 13 Augustus 1842.
Van 37 tot 41 4 42 gulden;
Nederlanden,
Werkel. Sell, ij pCt.52!;«52^|
Dito *- 5 IOIT',4
Ultg. 4
Kans-Biljet. 4
Amort.Synd. 4^ 94|*94rJ
3r 77'tts*
Hand.-M. I43;"44r
O. I, Leen. 5 99J4
H. Spoorw71 4 -
Rhijn Dito91,4
Rott. Dito 4J 70J4
Haarl. Meer 5 4
Frankrijk.
Fnschr. Grb. 3 pCt. 4
Rusland.
H. fit C°. 1708 5 pCt. 4
>»fl S - - 4 -
Inr en Ceri. 6 i
,8|J 5 - - -
Gebl Pruissen,
^«ÏGeldl. te Lend. 4 pCt. 4
\andeelen van dito.. I
Spanje.
94fjjNleuwe 1835 85 *5pCti7{4i8}J
II DitonnbeD.it....ïaïaiit
'43?
Ditoonbep.st.... '3ï"4ï
Dito passive.....— 4
Dito üitgèst—4
Coupon: Ard.24?»
Oostenrijk.
|OblGbll Sc C°. 5 pGt. 4
[Certificaten.2!- 4
[Nee. Mettliek 2,4
Iaenl ......5 4
Dito ih Lond. 5 - 4
Bank-Aktien.3 4
Napels. j-
Certlficateh.5 pCt.
Dito in Napels. 5 —1—1
BJR 00D2ETT1NG vook tilt STAD LETDEN,
Ingaande Maandag den 15. Augustus 1842.
Maximum van den prijswaar niet bovenmaar wel beneden241 mogen worden veel
kocht, ingevolge Koninklijk besluit, van dert 25 Jinuarij l82ö, fStaatsblad N°. 5A
en de dispositie van H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 5 DecemUt
J828, (Pröviaciadtl/taa n°. 161.)
het Roggebroodvan zuivere rogge gebakken, wegende 3 Ned. ponden, op 35 cental
Ren pond vijf ortcenop17! —I
liet Tarwebroodbeste soort, wegende een Nederl. pond, op 33
Vijf oneen i6j
Het Franschbruodvan een Nederl. pond, op 4 33
Vijf oneen, op16
Het Huisbakwegende een Nederl. pond, op 29
Vijf oiicen .op14 j
Het minste stort of zoogenaamd krop uit de zak, van etn Ned. pond, op 25
Vijf oneen, op 12}
Alles gebakken overeenkomstig art. 2 Van het Reglement op het Bakken én Verkno
pen van Broodge'afresteerd den 20 Januarij 1840.
Leyden, den 11. Augustus 1842.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden,
J. G. DE MET.
"ter Ordonnantie van dezelve
V. Pu+TKAMMER;
Na eene langdurige kwijning overleed glstefen aan bijkomende Koort
senmijn geliefd ondite Zoontje, ABRAHAM, Mn den ouderdom van tied
jaren. Diep wordt het vroeg gemis van dit veel beloovend en bemlnuelijl
Kind door Mij en mijne overige Kioderen betreurd.
Leiden ii Augustus 1842. Van der HOEVEN.
Eenige Kennisgeving.
Heden overleed aan etn spoedig ióëgehóihen vérvii van fefachtêrfj
na een lijden van ruim (zeven weken, mijn geliefdé Vader PIETER
BRUGMAN, in leven eerste Assessor deier Gemeente, In déo Ouderdom van,
twee en tachtig jaren en vijf maandeA.
Hoe zwkar Mij en mijne Kinderen, dit verliéi treft, zat eeti leder besef
fen, die dee overledenen gekend heeft.
LeïderdOrp G. BRUGMAN,
12 Augustus 1849, Wed, W. boRsje.
Voof de fnehigvntdigë blijken van déëlóethlng bij het overlijden etn1
tijne Schoonzuster, Mejiifvrouw J. de GROOT STfFFRY, betuigt de
Ondergeteekende. 1«-». u 11
-
Leiden den rsden Augustus 1844.
tfAUZON He. BQTSMINART.-
De Raad van Adminiatraiie der Hellandsche IJzeren-Spoorweg-Maatschappij
gevestigd te Amsterdams verwittigt de Gegadigden, dat op Vrijdag deiï
2den September 1842, dei Oiiddaga ten 12 ure, in het Locaal hét iVapeh
van Amsterdambuiten de Wiilemspoprt te Amsterdam; ten overstaan van
de Notarissen COMMELIN en WÊYLAND, bij Inschrijving op Gezegelde
Billenen en Opbod zal worden Aanbesteed: 1
Het maken van een STATIONS-GEBOUWop hei Plein huiiets dt
IVHiemspoort te Amsterdam.
4°. Het maken van een STATIONS-GEBOUW, buiten di Rijnsourger-
poort te Leiden.
De Bestekken en Voorwaarden, waaróp deze Aanbesteding zafplaatsheb
ben, zullen verkrijgbaar zijn aan het Hoofd-Kantoot der Administratie' van
de Hoifandtche Ïjzeren-Spoorweg-Maatschappij, op de Heerengrachtbij
bet Koningsplein, te Amsterdam, voorts aan de Stations van den Spoorweg,
en ter lezing leggen in de voornaamste Logementen en KofEjhuizen te Am
sterdam, Haarlem, Leiden, 's GravenhageDelft én Rotterdam, en eenige
tustchen gelegene plaatsen, ZDlIende nadere Informatien te bekomen zijn bij
'«Rijks Ingenieur van den Waterstaat F. W. CONRAD, ingenieur-Direc
teur van de Hollindsche IJzeren-Spoorweg-Maatschappijte Bennebroek',
bij den Adjunct-Ingeniem-Dirgcteur G. G. van hall, san bet Station
Veenenbnrg, alsmede bjj den Hoofd-Opzigter van de onderdirectie te Haar
lem C. OUTSHOORN, zullende aanwijzing in loco worden gedaan te Lei
den, op Woensdag den 31 Augustus, én te Amsterdam dei Dondersdags
den isten September, dés voormiddags ten i, ure.
De Raad van Administratie Voornoemdi
AmsterdamEn namens denzelven,
den 4 Augustus 18412. L. J. J. SERRURIER President.
GERKEN, Secretaris.
Alle degenen die Iets te vorderen hebben van,- of verschuldigd zijn
san den Boedel van Mejufvrouw CATHARIliA CORNÉLIA PAATS,
gewoond' hebbende te Leyden en aldaar op den 25 Jonij 1842 overleden.-
gelieve daarvan opgave of betaling te doen vóór of op den 15 September
l'8'42, aan den Ondergeteekenden te Leyden.
j. E. dé BRUYN, Executeur.
De Ondergeteekende berigt bij deze zijne geëerde Stadgenooiendac
hij op Heden zijnen WINKEL in TABAK, SNUIF, GIGAllEN, KOFFIJ,
THEE en KRUIDENIERS-WAREN, op de hoek van de Lokhorststtaan
en St. PIETERS-KERKGRACHT, geopend heeft, en beveelt zich' in dé
gunst zijner Medeburgers aanbeloovende alles te zullen aanwenden wat'
hem hun vertrouwen waardig kan maken,
Leyden, 13 Augustus 1842. F. J. C. CAPTEYN.
De Boekhandelaar C. C. van der HOEKte Leydenzal op Vrij
dag morgen den I9den Augustus 1842, ten zijnen huize Verkbopen: eenige-
Restanten van PAPIER-SOORTEN. PÈNNEN, SPE-EL- en VISITE*.
KAARTEN, OUWELS, POTLODEN, EINDER-PRENTEN en PREN~
TE-BOEKJES; afkomstig uit het Papier-Magazijn van Mejufvrouw
SCHREUDER, aldaar.