A0. 1843- LEYDSCHË /W N6. 03. C O l' K A N T. WOENSDAG, NEDERLANDEN. O O S T - I N D I E; ros» Leyden, 9 Augustus. Indien de werkzaamheden het toelaten zouDonderdag aanstaande eeh ^roeftogt op de ijieren fepoorwèg tot aan de Haarlemmervaart worden on dernomen. Het volgende is het verslag van de koloniën der Maarschappij van Weldadigheid over de maand Julij: De gezondheids-toestand was, behalve eenige gevallen van roodvonk te Veenhnizenvolkomen gewenscht. Het getal sterfgevallen was over lunij 36, waarvan 22 tot de bedelaars-'-koIonisten behoorden^ onder welke natuur- iqk altoos de grootste sterfte plaats vindt. De bevolking is in de vorige maand weer belangrijk geklommen, met 172 personen en dit tijdens er een groot getal kolonisten ontslagen en het thans zomer is, dat een bewijs oplevert, die het ook hier te lande met de midde» len van beslaan voor den gemeenen man niet besc gesteld is. Het weersgestel was, gedurende Het laatsc van Junlj eenigzlns vochtig en overigens en doorgaande buitengewoon warm, doch In de laatste dagen we. derom zeer droog, zoo dat er thans bijzonder naar eebigen regen verlangd wordt. De rogge is vroeg rijp geworden en blij Tc maar een matig gewas beloven, uit hoofde zij te don staat en dat de halmen te weinig in getal zijn. Het zaad zal andets wel zwaar en goed zijn en ook de aren schijnen Dog al goed geladen te wezen. Men is reeds overal met maaijen begonnen, dat buitengewoon vroeg is. De hooioogst van de isten snee is reeds afgeloopen en was in de koloniën, gelijk overal elders niet ruim. In de gewone koloniën 250 voer. Te Ommerschans500 En te Veenhuizen 450 te zamen 1200 voer. Waarbij naar wij hopen de 2den snee nog eene belangrijke hoeveelheid zal aanbrengen, immers indien de nazomer eenigzins gunstig mog zijn. Het hooi is anders van eene voortreffelijke kwaliteit. Ofschoon het gras en de klaver bij de droogte moeijelijk meer opschiet 'ïia de hooijing, heeft de stalvoeding te Ommerschans en Veenhuizen tot dus verre nog kunnen worden voortgezet en heeft men zich ook in de gewone koloniën en te Wateren mee het veevoerder nog kunnen redden, alhoewel het zeer schaarsch is en zuinig wordt vervoerd, om nog het meest mogelijke te kunnen hooijen daar het hooi zeer duur en kwalijk te bekomen is, van waar het dan ook komt dat het rundvee thans uitermate goed koop is. De zomergerst staat bij de gestitihten re Ommerschans en Veenhuizen vrij welde haver iets minder, daar dit graan meer van de droogte geleden heeft. De boekweit staat zeer voldoende en de erwten en boocen te Ommer schans en Wateren volkomen gewenscht. Hetzelfde kan ook van de aardappelen worden gezegd, die over het ge heel bijzonder goed staan, beter zelfs dan men ze in de omstreken ziet en dat, niettegenstaande dezelve te Veenhuizen en in de gewone koloniën genoegzaam alleen op eene brembemesting geteeld worden. De tuinvruchten leveren thans reeds eene aanzienlijke hoeveelheid op. De wortelen staan zeer goed. Van de witte kool is nog niet veel te zeggen, doch de boerenkool en eenige knolgewassen benevens de nijen en prij staan uitmuntend. Op de turfgraverij was her drooge zomerweder uitnemend gunstig. Al de turf is reeds genoegzaam droog en daardoor van eene bijzondere deugdzame kwaliteit. De fabrijken blijven steeds goeden voortgang houden. In de gewone behoefte aan kleeding huisraad en gereedschappen wordt bestendig voor zien, zelfs gaat men nog voort van tijd tot tijd een ander handwerk daarbij uit te oefenen, zoo als, onder anderen de blikslagerij tot het maken van etensbakken en koffijketeltjes; ook eene stoelen makerij Is onder handen genomen. De katoenweverij leverr thans wekelijks weer ongeveer 800 stukken op, en de koffijzakweverij 14,000 zakken, terwijl de katoenspinnerij 14,000 pond garen in de week voortbrengt. Men is bedacht op middelen om het jute of koffijzak-garenhetwelk machinaal gesponnen, uit Schotland ontvangen wordt, zoo mogelijk met ▼oordeel uit de hand over te Spinnen, echter met verbeterde werktuigen, namelijk eenen zamengestêlden spinmolen, waardoor zeker getal personen ce gelijk en sneller zouden kunnen spinnen, op de wijze als op een lijn baan, en men vleic zich, niet zonder eenigen grond, daarin te zullen slagen. Het gedrag van de kolonisten is tegenwoordig zeer voldoende. De staat van bevolking der koloniën was als volgt: Gewone Koloniin 3,625Ommerschans 2,183; Veenhuizen iste gesticht 1,676; Veenhuizen 4de gesticht 2,202Veenhuizen 3de gesticht 1,326; PVateren 97; ambtenaren 371 algemeen totaal 10,146. De staat van het voorhanden zijnde vee was: Gewone Koloniën 4 paarden, 444 koeijen en 332 schapen; Ommerschans 46 paarden, 503 koeijen en 3 stuks jong vee; Veenhuizen iste gesticht 26 paarden, 79 koeijen, 5 stuks jong vee en 568 schspen; Veenhuizen 2de en 3de gesticht 28 paarden, 77 koeijen en 394 schapen; IVateren 8 paarden, 29 koeijen, 16 atuks jong vee, 6 kalveren en 737 schapen; te zamen 2,031. Bij Zr. Ms. besluit van 4 Angustus 1842, N°. 1is de Schont-bij- Nacht titulair J. C. Koopman, militair Commandant van het Koninklijk In- stituut voor de marine te Medemblik, toet den isten Augustus 1842 be. noemd tot Schout-bij Nacht-effectief, Zijne Maj. heeft bij H. D. omreis in Noord-Holland, behalve dé opgegevenen nog tot Ridders der Orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd: de heeren van OrdenBurgemeester van Zaandam, van Blei/s- wijk. Burgemeester, en Dr. JungiusLid van den Raad der stad Enkhoi zen; van de Bloc/juerrijBurgemeester, Joritsma, Med. Doctor, Herderschee, Predikant bij de Hervormde gemeente, en Does Landdeken en R. K. Pas toor te Hoorn 5 Boldingh, Predikant bij de Hervormde gemeente, en van Cent Landdeken van Noord-Holland en R. K. Pastoor te Alkmaar; voorts diamanten ringen aan de Commandanten der Eerewachten, en een dergelii ken aan P.Jo/ly, stads Teekenmeester te Hoorn, wegens een aan Z. M. aangeboden afteekening van liet portret van Jan Piettrsz, Koen, geboortig te Hootu en stichter van Batavia, M AUCUSTUS. jyjet génoegen verneem' Irieji, dat liet Harer Maj. onze geëerbiedigde Koningin goedgunstig behaagd heeft, aan den heer .7. C. Boon, bouwmeester des Konings, eenen kostbaren btiiianten ring ten geschenke te geven, als een bewijs van H. D. bijzondere tevredenheid voor de zorg, welke hij heeft betoond, aan het bouwen van een Badsolón en Sèrrealsmede verdere ver rigte werkzaamheden aan H. D. buitenverblijf, genaamd Buitenrustgelegen nabij het Schevenmgsche Tolhek. De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat in dit jaar uit elke der provinciën Noord-Hol land, Vriesland en Overijssel een kweekeling voor rekening van het fonds voor den landbouw in 's Rijks veeartsenij-school zal worden opgenomen; Deze kweekelingeb genieten mitsdien aan genoemde school, vrij kost, inwoning, onderwijs, bewassching en onderhoud hunner kleeding; Zij bren. gen echter voor eigen rekening eenig linnengoed en ontleedkundig gereed schap medeterwijl hun de bovénkleeding van wege de school wordt gegeven- Na afloop van den leertijd, welke gewoonlijk vier jaren duurt, worden de kweekelingen, naar gelang hunner bekwaamheid, en zich overigens wel ge dragen hebbende, tot burgerlijke vee-artsen, hetzij van de eerste, hetzij van de tweede klasse bevorderd, In het eerste geval genieten zij ieder een jaarwedde van vijfhonderden in het tweede geval van vier honderd gulden, beiden gedurende de vijf eerste jaren, nadat zij tot vee-artsen benoemd en als zoodanig geplaatst zijn. Door de heeren Gouverneurs der drie genoemde provinciën zal, door ieder in de zijne, nadere afkondiging geschieden van den dag en de plaats, waarop en alwaar de jongelieden, welke naar de bedoelde kostelooze kweekeltngs- plaatsen verlangen mede te dingen; tot het vergelijkend examen zullen wor. den toegelaten. Gisteren is in de Residentie aangekomen, en aan het Httcl de Bellevuè afgestapt, de heer Battels, Ministerieel Raad en Consul van Zijne Maj. den Koning van Beijeren, komende vaD Mnnchen, zoo men verzekert, met eene zending van genoemden Vorst bij onze Rereging belast. Bij uitspraak van het Provinciaal Geregtshof van Zuid-Hollandis de persoon van J, Bol/uit, oud 14 jaren, die voor de Arrondissement Regt. bank te Brielle, wegens moedwilligen manslag tot eene correCtionnele ge- vangenis van 4 jaren was verwezen, thans veroordeeld tot eene gevangenis van 10 jaren. De /imsterdamsche Courant van Maandag den togt van Zijne Maj. van Amsterdam naar Postbrug per stoomweg thededeelendevoege er bijdat die reis een klein oponthoud zou ondervonden hebben, doordiende assen van het rijtuig waarin Zijne Maj. zich bevond, door het snel rijden al te heet waren geworden zoodat Zijne Maj. in een ander rijtuig was overgegaan; Nog meldt men uit Amsterdam van den 8sten dézer: Gisteren schijnt er eenig oponthoud in de aankomst van sommige der stoomtreinen op den Spoorweg te hebben plaats gehad. Die, welke des voormiddags ten half tien van hier vertrokken was, is zoo Iaat te Haarlem aangekomen, dat de trein, welke vervolgens van daar vertrekken moest, eerst ten 12 ure hier te Amsterdam heeft kunnen aankomen. De derde trein van de laatste herwaarts bestemde rid is ook aan gene zijde Slooter. dijk blijven staan en door een andere locotief moeten afgehaald worden; Tn beide de gevallen was het de Leeuw welke den wagentrein sleepte; er schijnt dus met die locomotief iets niet in orde geweest te zijn. Men schrijft uit Leeuwarden van 3 Angustus: De oogst is in onze streken heerlijk. Aardappelen en boekweit staan zoo schoon ze maar kunnen het afgehooide land staat bijzonder frisch en de rogge wordt nog steeds binnèn gevoerd. Alle graansoorten staan voortreffelijk, doch tot nog toe hebben wij veel minder hooi gewonnen dan in gewone jaren, zoo dat daarvoor liooge prijzen betaald worden. Het tiahooi kan echter nog Zéér voordeelig worden. Uit Assen wordt van 2 Augustus gemeld: Wij hebben een' rijken oogst dn goeoe kwaliteit van aardappelen, en onk de winter-aardappelen beloven veel. Da rogge is binnen daarmede is men eene maand geleden begonnen. Het stroo is Diet zoo voordeelig als in gewone jaren, maat de korrel der rogge is uitmuntend, en geeft beter brood dan wij in de laatste jaren gehad hebben. Eenige regens, die onlangs gevallen zijn, zijn verfrissend geweest voor de weilanden. Den 8sten dezer waren de Effecten aan de Beurs te Amsterdam, als volgt: de aj pCt. Werk. Sch, 52}, 5 pCc. 101J; Hand.-MaatscH 143^4 Ard. Coup, 24I. Het Journal des Öibats deelt nbg de volgende bijzonderheden mede uit de berigten van de Engelsche-Oost Indische bezittingen: De Indische bladen maken eénén staat der Engelsche strijdkrachten open. baar, die in de maand Junij In de Chinesche zee vereenigd moesten zijn; Volgens dien staat zou de vloot van den admiraal Sir PVilliam Parker alsdan 56 oorlogsvaartuigen tellen, waaronder 5 linieschepen en 17 stoomschepen, gezamenlijk met 7000 zeelieden bemand, en zouden de troepen van allerlei wapen alsdan uit 15,000 soldaten bestaan, dlles zonder 40 of 50 transport, ichepen mede tè rekenen. W|j zouden eenige dwalingen in deze opgave kunnen aanwijzen. Zoo iiloët trien van de linieschepen de Agincourt aftrek ken, dié tot het station in Zuid-Amerika behoort, en de Belle-Isle, die ontwapend en in een transportschip veranderd is. Evenzoo zijp onder de irt China aanwezige stoombooten de Geyzer geteld, die nog In den Theems ligt, en de Ligthning, welke ré Portsmouth gebleven is. De tijdingen uit het (jabulsché zijn niet veel belangwekkender. De twee Engelsche legerafdeelingen, die zich te Candahar en te Jellalabad bevinden, worden door gebrek aan middeidn vail vervoer gedwongen om in die twee Steden te blijven. Zoo zij aldaar sedert de laatst onrvangene berigten niec zijn aangetasthebben zij van hare zijde ook niets ondernomen. Al de door de Indische bladen openbaar gemaakte brieven hangen een zeer treurig tafereel van den toestand der troepen op, die met den Generaal Pollock Jellalabad bezetten. Door de omstandigheden gedwongen en gehoorzamende aan den uitdrukkelijke» last om Sir Robert Sale (die zoo heldhaftig te Jellalabad had staande gehouden) te ontzetten, is Pollock uit Peschauer vertrokken, zonder de pakgoederen en middelen van vervoer zijner afdeeling volledig te hebbetl gemankt. Daarenboven heeft hij, om zich gemakkelijker eenen weg door de gevaarlijke passen van het Khijbergebergte te kunnen banen, een goed dee!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1