A*. 1843. L E Y D S C II E N°. 83; 0 O U R A N T. VRIJDAG, NEDERLANDEN. 5 AUGUSTUS. LeTDEN, 4 Augustus. ölsteren is onze stad vereerd geworden met een bezoek van H. K. H. de Hertogin van Beijeren; na de onderscheiden Museën en merkwaardighe den te hebben bezigtigdheefc H. t>. het diner bij Dr. Sibdli op het Ra penburg alhier gebruikt. Heden zijn in onze stad gearriveerd, en bij den heer L. C. Smits, Logement en Stalhouder in het Stadhuis van Amsterdam, bij de Witte Poort, afgestapt HH. KK. HH. de kinderen van Prins Fredesik, welke ge- durende den zomer zich op het Huis de Paauwhalfweg Leyden en 's Gra. venhage ophouden. H. D. hebben de bijzonderheden onzer stad bezigtigd en zijn ten half twee ure weder vertrokken. ZijneMaj.de Koning heeft gisteren ochtend, op H. D. reis naar Noord- Holland gebruik gemaakt van eenen bijzonderen wagentrein op den ijzeren spoorweg van af Postburg tot Haarlem en heeft dien weg, 4 uren gaans lang, in een half uur afgereden. Zijne Maj. was door de bestuurders van den ijzeren weg opgewacht len verwelkomd en heeftna een kort verblijf en het gebruik van eenige ververschingen aan het stationsgebouw te Haarlem, verder de reis voortgezet, Bij Zijne Maj. besluit van 17 Julij II. N®. 61is aan Wouter en Jakobus Kos te Well, wegens het edelmoedige gedrag door hen betoond in de met levensgevaar voloragte redding van de, in den avond van den 8lten Maart II., over boord geslagene huisvionw van schipper Johannes van der Pluim, op de rivier de Maas, aldaar, als een blijk van Zijne Maj. goed. keuring en tevredenheid, aan ieder hunner verleend de bronzen medaille, vastgesteld bij Zijne Maj. besluit van den isten December 1841, N°. 72, ter belooning van menschlievende daden, benevens een loffelijk getuigschrift. Bij besluit van a7 JulijN°. 64, heeft Zijne Maj. aan 1Jobse, J. Cj«at, S. den Hengit en J. Jzn. Adriaanse, allen inwoners van Zontelande (Zeeland), verleend de zilveren medaille, ingesteld bij Koninglijk besluit van 24 Januarij 1841, als een blijk van Hoogstdeszelfs goedkeuring en tevre» denheid over het door hert gehouden menschlievend gedrag op den 17 No. vember jl.bij gelegenheid der met levensgevaar volbragte redding van elf j schipbreukelingen op het strand voor het dorp Zoutelande. Bij Zijne Maj. besluit van 22 Julij, N°. 65, heeft het den Koning be haagd, aan de R. C. gemeente van de Regulieren kerk te Nijmegen, alsnu definitief te verleenen het vroeger aan haar toegezegde Rijks subsidie van 0,000 gulden. Het heeft Zijne Maj. den Koning behaagd, tot Inspecteur van H. D. verzameling van hedendaagsche schilderijen te benoemen den heer P. C, Koning, wiens kennis in dit vak op prijs gesteld wordt. Zijne Maj. heeft aan H. D. Consul-Generaal te Athene den titel ver leend van Zaakgelastigde bij het Hof van Griekenland. De Staats-Courant van heden bevat het volgend artikel: De Commissie, bij Koninglijk besluit van den 15 Augustus 1836, N°. 102, ingesteld, tot het Vervaardigen der vereischte ontwerpen om de nieuwe Ne. •derlandsche wetgeving voor Nederlandschelndie toepasselijk te maken, en I aan het hoofd van welke zich bevindt Mr. C. J. Scholten van Oud Haarlem, Preiident der hooge burgerlijke en militaire geregtsnoved van Nederlandsch- Indie, heeft thans een belangtijk gedeelte harer taak volbragt, door de za. menstelling van een Reglement op de regterlijke organisatie en het beleid der Ju. stitie in Nederland'.eh-Indie Dat reglement is, na een naanwkeurig onderzoek bij de Departementen van Koloniën en van Justitie, en bij den Raad van State, door Zijne Maj. gearresteerd geworden bij besluit van den 27 Julij jl., N°.55, met bepaling, dat hetzelve dienen zal tot grondilag bij de vervaardiging en beoordeeling der verdere ontwerpen, welke strekken moeten om bovengemeld doel te bereiken. Sedert eenige weken wordt in de Residentie algemeen verhaald, dat Zijne Maj. Koning Willem Frederik, Graaf van Nassau, het schoone bui. tenverblüf van den heer Mr. Alsche en de bij hetzelve gelegen woningen, beeft aangekocht voor Zijne Maj. Koning Willem II. Bij onderzoek is ge. blekendat dit gerucht geheel verzonnen Is en er geen aankoop heeft plaats gehad. Aangezien er verschil van gevoelen bestaat over de toepassing van art. 254 van het wetboek van strafvordering, bij het eerste art vermeld, heeft Zijne Exc. de Minister van Financien, na daarover zijnen ambtgenoot voor de Justitie te hebben geraadpleegd, bij missive van 8 Julij II. N°. 62 (afdeeling registratie), te kennen gegeven, dat de bedoelde kosten steeds nevens de geldboeten, door de ontvangers der registratie, in ontvang moeten worden genomen; weshalve het bedrag daarvan ook zal moeten worden ver. meld in de schriftelijke magiiging, welke door het Openbaar Ministerie, voorgeschreven bU het ïde lid van genoemd «rt. 254, wordt afgegeven, en ook zal moeten worden gebragt op de Staten welke ten gevolge van het in 1839 voorgeschrevene, aan de Gouverneurs moeten worden Ingezonden. Ujc opgaven bij het Departement van Financien gegekomen, it gebleken, •dat bij slooping van gebouwen, of het onbelastbaar worden van belastbare percelen, de belastbare opbrengst in de kadastrale registers niet altijd tijdig wordt afgeschreven. Dit heeft, zoo als van zelfa spreekt, ten gevolge, dat 'de aanslag dier percelen op de kohieren der grondbelasting vermeld blijft, du daarvan jaarlijks remissien moeten plaats hebben, dac hieruit weder van Jaar tot jaar herbelastingen ontstaan, en dat door een en ander tevens het ■werk der grondbelasting noodeloos vermeerderd wordt. Zijne Exc, de Mi nister heeft derhalve de gewestelijke overheden verzocht, wel te willen zorgen en de vereischte voorschriften te geven, ten einde de bedoelde af schrijvingen geschieden in het jaar, waarin de alooping der gebouwen plaats ■heeft, of de belastbare percelensia onbelastbaar geworden moeten beschouwd ■worden; en te dien einde met overleg van de ambtearen der belastingen wordt gehandeld, opdat niet, zoo als nu soms het geval is, jaarlijks afschrijvingen -worden toegestaan, die door de ambtenaren van het kadaster, niettegenstaande de beslissing der Gedeputeerde Staten, niet worden in aanmerking genomen, «n alzoo de aanslag voortdurend een kohiere wordt gebragt. Door eene meer overeenstemmende wijze van handelen der ambtenaren vleit Zijne Exc. zich, dat de hieruit voortvloeiende, zich ieder jaar herhalende, herbtlastingen wegens dezelfde eigendommen zullen kunnen voorgekomen worden. Gisteren is er, in de kapel van het Franiche Gezantschapin de Residentie, eene plegtige lijkdienst gehouden voor de rust der ziele van Z. K. 11. den Hertog van Orleans. In het logement het Witte Hert, la de Heerenstraat, té 'sGravenhage, worden thans de kunstverrfgtinfen vertoond van den heer J. Lcdgweodu!e Glascotiin Engeland, zoncei ai men en met slechts éën been overigens wel gemaakt geboren; hij is, volgens de aankondigingdie men in het dagblad van *s llage leest, buitengewoon vlag en kan, zonder de minste hulp van ande ren, al de vereischt wordende bezigheden verrigten, die de behoeften vor. deren, en heeft bovendien, door oeiening, zich verschillende buitengewone verrigtingen eigen gemaakt, welke hij op eene bevallige wijs aan het geëerde publiek zal vertoonen. Hij zal zich scheren, eene fle'sch ontkurken eb drinken; eet, en gebruikt daat'.oe mes en vork; vermaakt pennen en schrjjfc daarmede vlug en goed; steekt een draad door het oog van de fijnste naald en naait daarmede; laadt en lost een geweer; neemt een horoiogie uiteen en zee het weder in eikander, windt hetzelve op, en slaat zijn been out zijne hals all een doek. Hij moet een zeer innemend voorkomen hebben. De Koninglijke Akademie te Delft zal met 1°. November aanstaande geopend worden. Den isten heeft in het gebouw der Maatschappij van schoone kun. nensten de uitdeeling plaats gehad der prijzen aan de leerligen der houtsnee, school. De Voorzitter J. W. ten Hagen, hield bij die gelegenheid eene gepaste aanspraak, waarin hij vooral met dankbaarheid herdacht aan de milde ondersteuning van Zijne Maj. Willem II en Zijne Maj. den Graaf van Nas sau aan wier fondsen deze school hoofdzakelijk derzelver inrigting ver schuldigd is. Men meldt uit Amsterdam van den 3den dezer: Heden is alhier de algemeene kerkelijke vergadering der Herstelde Evang. Lmhersche kerk op de gewone wijze geopend geworden door Zijne Exc. den Minister van Staat Baron H. van Zujlen van Nqevelt. De vergadering werd bestuurd door de Hoog Eerw. heeren J. A. Helper Sesbrugger, Predi kant te Amsterdam, als President; T. C. C. Everts, Predikant te Enkhuizen, als Vice-President, en D. R. Uckerman, Pred. te Amsterdam als Secretaris. Nog wordt uit Amsterdam het volgende gemeld: Den isten dezer is de passage voor rijtuigen langs de geheele uitgestrektheid van het Rok-In weder geopend geworden. De belangrijke werken, aan dit ge. deelte ODzer stad, zijn alzoo, behalve nog eenige versieringen en andere kleinigheden, voltooid. Wij kunnen niet nalaten het stedelijk bestnur voor deze zoo belangrijke verbetering en verfraaijing van het middengedeelte on zer stad dank te zeggen. De vreemdeling, die deze plek voor eenige jaren gezien heeft, zal thans bij het beschouwen van de breeds roijale straat, van de sierlijke draaibrug, van de schoone en stevige langebrug en van het ruims luchtige plein, hetwelk weldra mee het beeld en den naam van Rembrandt zal pronken, moeljelfjk het bekrompene, sombere en en onaanzienlijke voor komen dezer plaatsen zich voor den geesc kunnen brengen, terwijl de stad genoot met erkentelijkheid waarneemt, dac op deze wijze door de zorg van bet bestuur zooveel mogelijk in den last en zelfa hec gevaar is voorzien, waaraan door het meer en meer toenemende verkeer, vooral van rijtuigen vin allerlei soort, in de Kalveratraat de voetgangers werden blootgesteld. Op den ijzeren spoorweg van Amsterdam tot Veenenburg zijn in julij vervoerd 52,909 personen en is ontvangen 25,760.42^, de geheele opbrengst van dit jaar was f 90,236.85 en het getal vervoerde personen 190,580. Men schrijft uit Alkmaar van den 3den dezer: Zijne Maj. de Koning heeft heden, omtrent 10 ure, zijne intrede in deza stad gedaan, welke allerwegen met groen en eerebogen was versierd. Zijne Maj. is door den Burgemeester en de leden van hec stads bestuur opgewacht en begroet; heefc zich vervolgens naar liet stadhuis begeven, en aldaar aan een groot aantal personen gehoor verleend; vervolgens de stad en wel bepaaldelijk ds groote kerk bezigrigden, na met den Gouverneur der Provincie en de voornaamste overheidspersonen, op het stadhuis, het mid dagmaal te hebben gebruikt, ten half drie ure, de reis naar den Heider voortgezet. Op weg herwaarts is Zijne Maj. in de verschillende gemeenten door de Besiuren opgewacht en verwelkomden door de menigte met gejuich be groet. Ook hier ter stede is Zijne Maj. met vreugdebecooning ontvangen. H. D. is ingehaald, verzeld en uitgeleid door het alhier gevestigde schut tersgilde, In 't zwart gekleed, en voorzien met oranje, witte en groene sjerpen, zijnde de kleuren van het genootschap, en ronde hoedenmet oranje cocarnenterwjjl de schutterij en de troepen der bezetting langa 'sKonings weg gesciaard waren. Zijne Maj. werd vergezeld door drie zijner Adjudanten, zijnde de heeren SnouckartMiellet van Coehoorn en Merkes. Zijne Maj. heeft de orde van den NederlandsCheo Leeuw verleend, on.*' der anderen, aan de heeren Mr, J. A. Kluppel en Mr. G. van Leeuwen. Men schijft uit Nijmegen van den 2den dezer: Heden voormiddag werd in de Waaliche kerk, met de daarbij passende plegcigheden, het nieuwe Gymnasium alhier ingewijd, door de nieuw be noemden Rector, den wei-edel zeer gel. heer Dr. J.J. Kr eenenmee eene Latijnsche redevoering: de antiquarum et recentiorum linguarum studio lm gymnasiis conjungendo. Na dezelve heefc zijn wel-ed. zeer gel., met de meest gepaste aanspraken aan de Regering der stad, aan HH. Curatoren, aan de afgegane en de tegen woordige Praeceptoren en aan de leerlingen gesloten, en het spreekgestoelte ingeruimd aan den wel-ed. zeer gel. heer Dr. F.W.C. Kretkedie met eene Nederduitsche redevoering, over net nut van de beoefening der Wis- en Na tuurkundige Wetenschappendeszelfs post als onderwijzer in de wiskunde en aanverwante weienschappen aanvaardde. Ook zijn wel-ed. zeer gel. eindigde met de, bij zulke gelegenheid, passende aanspraken. Tegen heden namiddag hebben HH. Curatoren de HH. leden van het dagelijksche bestuur en onderwijzers van het Gymnasium, in het logement de Plaats Roijaal, ter maaltijd genoodigd. Uit Leeuwarden meldt men van den 3den dezer: Sedert de mededeeling van onze vorige berigten omscrent den noodlottjgen brand van den 27 Julij, zijn er zeer vele pogiagen in het werk gesteld om het lot der ongelukkig geworden kramers te lenigen, en is het fonds, dat te hunner hulpe is bijeengebragi, van de vroeger Vermelde som van f 4,247 reeds tot ruim ƒ6,000 gestegen. Zoo als wij eerstelijk opgaven, is het getal der verbrande kramen 34 er. dat der beschadigde 8hoewel meerdere personendan dit getal, deel hebben aan de schade, die ten bedrage van nagenoeg eene tohne gouds is opgegeven. Mee erkentenis vermeiden wij, dat de extra- representatie in den schouwburg, van den heer Engelman c. s., de som van 209 heeft opgebragt; alsmede dac het verdienstelijk corps muzijkanten van het 9de regiment infanterie het voornemen had, zich, tegen entrée ten be hoeve der opgelukkigen, Zondag voormiddag in den Stads- of Prinsentuin;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1