1 A0. 1843. LEYDSCIIE VRIJDAG, Burgemeester en Wethouders der Staö Leyden, breneen mits deze ter fcennisse van de belanghebbende, dat bij Hun Ed. Aclitb. van den Heer Controleur der Directs Belastingenis ontvangen het tweede gedeelte van het Kohier der Pe'rsoneelé Belasting di«nst 1842 en 43, welke op den 2ssten dezer maand is executoir verklaard, en dat de zelve aan den Heer Ontvanger is verzonden. Ley den. den 28 Julij 1842. J J. G. DE M E y. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUT TE AM MER. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Gehad hebbende het verzoek van Dirk Rienks, Instrumentmakerwonende alhier op de BreedestraatWijk 4 N#. 322, strekkende ter beicomiug van de vercischte vergun» mng om in deszelfs gemelde woning een Fonrnuis te doen plaatsen. Gelet op Zijner Majesteit besluit van den sisten January 1824, rakende vergunningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken. Brengen by deze ter kennis van alle daarbij belanghebbende, dat tot het hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbij gelegene en belendende Panden ten opzigte der Information de Commodo et Incommododoor de Commissie van Fabricage zal worden gevaceerd op het ^Raadhuis dezer Stad, op Dingsdag den aden Augustus eerstkomen de, des middags ten twaalf ure, zullende de belanghebbenden verpligt zijn hunne be zwaren tegen opgemeld verzoek op dien tijd bij genoemde Commissie in te brengen terwijl bij verzuim daarvan zij gehouden zullen worden, tegen de inwilliging van hetzelve zich niet te hebben verzet. Leydenden 28 Julij 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. DE ME'Y, Ter ordonnantie van dezelve v. PUTTKAMMER. w. 9®. C O I) E A n 29 JULIJ. NE DERLANDEN. Leyden, 28 Julij. Zoo als reeds korrelijk in onze Courant van Maandag vermeld Is gewor den, heeft de Algemeene Synode der Ned. Hervormde Kerk, den i8den dezer, op de verschillende, aan haar, in hare laatste synodale vergadering van dit jaar 184.2, ingediende adressen, ter zake van de algemeene kerke lijke aangelegenheden, een stellig besluit genomen; de woordelijke tekst daarvan luidt als volgt: „De Algemeene Christelijke Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, „Overwogen hebbende hec verslag harer Commissie, aangesteld in de zitting van den 7den dezer, om de vergadering te dienen met eene be- knopte opgave omtrent de onderscheidene adressen en verzoekschriften den tegenwoordjgen toestand der kerkelijke aangelegenbeden betreffende, die bij haar ingekomen en door haar gelezen waren; „Latende voorts die adfessen en verzoekschriften, zonder van dezelve verdere notitie te nemen, in derzelver respective waarde of onwaarde; „Tevens besluitende op onderscheidene voorstellen harer medeleden, uit den tegenwoordigen toestand der Kerk voortgevloeid; Overwogen hebbende de verklaring der Synodale Vergadering van ip Jnlij 1841, zoo in haar geheel ais bijzonder met betrekking tot het daarbij aangevoerde, omtrent de strekking van het formulier van onderteekening voor aankomende leeraren, bij art. 38 van het Reglement op het examen en ie toelating tot het Lecraaramht verordend Gelet hebbende op art. 9 van het Algemeen Reglement voor het bestuur ier Nederlandsche Hervormde Kerkop art. 29 cvan het genoemde Regle ment op het examen en de toelating tot het Lecraaramhtalsmede op art. 22 en 25 van het Reglement op het godsdienstig onderwijs „Eindelijk, overwogen hebbende, dat geen Christelijk Kerkgenootschap duurzaam kan bloeijen of bestaan, zoo er niet in de hoofdpunten der gods dienstige overtuiging en leere, ove-eenscemming is tusschen de gemeenten en derzelver leeraars en verdere godsdienst-onderwijzers; Verklaart alsnog ten overvloede, voor eens en voor altijd, dat zij, ten vorige jaré haar gevoelen omtrent de waarde en het verbindende gezag van de symbolische boeken der Hervormde Kerk duidelijk en volledig hebbende uitgedrukt, bij die verklaring blijft volharden; dat zij, uit dien hoofde, elk gevoelen afkeurt en blijft afkeuren, waardoor het gezag van Gods on feilbaar heilig Woord, begrepen in de schriften des Ouden en Nieuwen Tes- laments, en de wezenlijke leer der Hervormde Kerk wordt ondermijnd of bestreden; doch dat zij gehouden is geene uitspraak over iemands ge. iondheid in de leere te doen, dan wanneer de zaak langs den wettigen weg der kerkelijke reglementen tot haar gebragt is; dat voor zoo verre de gezindheid der Synode omtrent de handhaving van de leere der Hervormde Kerk in verband staat met de akademische opleiding van derzelver aanstaande leeraren, zij dit hoogst gewigtige belang ten vorigen jare heeft behartigd, en op dien weg hoopt voort te gaan;dat zij in het koninglijk besluit tan 2januarij 1842 geene aanleiding gevonden heeft, om tegen de sedert Óen jare i8c6 bestaande verordeningen omtrent het onderwijs te proteste- ren; gelijk zij reeds, van den aanvang harer instelling aan, de zaak van druBget godsdienstig onderwijs, met bijzondere zorg, zich heeft aangetrokken, ~eret,jj ujt j,et gen0emde besluit aanleiding heeft genomen, om te doen, wac 8e''ln dezen der Kerke betaamt; dat zij eindelijk zich voorbehoudt, van iet regt zich te bedienenhaar bij art. 15 van het algemeen reglement op arden iet bestuur der Hervormde Kerk toegewezen, en van de zijde der Hooge aet Regering, bij de dispositie van Zijne Exc. den Minister van Slaat, belast n Petoet de generale directie voor de zaken der Hervormde Kerk enz., van den Cisten Julij 1842, N°, 15, stellig erkend en nader toegeligt, om in dat digemecn Reglementlangs den door hetzelve voorgeschreven weg, zooda. lige veranderingen te provoceren en te bereiden, als de siaat der Kerk tereischen zal; en dat, wat de van harentwege geëmaneerde reglementen letrefl, zij zich bedient, en, op haren tijd, zal blijven bedienen van de «agt, die zij, bij het slotartikel van elk reglement zich heeft gereserveerd. „Heeft voorts besloten en besluit bij dezen, handelende in den geest der '""""Vvenaangehaalde Synodale verklaring van den 19 Julij 1841, aan de provin denal|lale kerkbesturen hunne verpligting te herinneren, om geene Candidaten p°TPBT 'et 'eerear8aII|hc toe te laten, en insgelijks aan de Classicaie Besturen, geene lidmaten toe te laten tot het geven van godsdienstig onderwijs, m de zoodanigen, die bij het examen, volgens de regiementen, door hen jelegd, aan de overige vereischten voldoende, tevens getoond hebben de ire, die in Symbolische geschriften der Hervormde Kerk voorkomt, gelijk die haren aard en geest het wezen en de hoofdzaak uitmaakt van de belijdenis ir Hervormde Kerk, te zijn toegedaan. „Heeft eindelijk besloten en besluit bij dezen, aan de hoogere en lagere «k-besturen 111 het algemeen hunne verpligting te herinneren, om volgens bestaande reglementen en overeenkomstig den inhoud en geest der Syno. 'Ieop heden ten overvloede bekrachtigde verklaring van den ïpjupij 1841, d. alli Wi woo j de 184 op VEI tien; s he JOK It ERÏ op de >re va te doen. wnt zii in hunne betrekking vermogen ten einde de eerbiediging van het Goddelijke gezag der H. Schrift, ex het ootmoedig, vertroostend en reinigend 'geloof in den eenigen Zaligmaker van zondaren te bevorderen, en met allen ijver te waken tegen het drijven en voorstaan van zoodanige ongebreidelde vrij zinnigheid, welke de grondslagen van ons gezegend Christendom in het gemeen en die van onze Hervormde Kerk in het bijzonder zoude ondermijnen. Willende de Synode niet geacht worden, door deze ondersctieidene herin neringen iets te derogeren aan de loifelijke waattzaamheid der respective Kerkbesturen om, overeenkomstig pligt en roeping, hec heil der Hervormde Kerk en de handhaving van den dierbaren hoofdinhoud harer leer te behartigen.** De 27ste vergadering van de Algemeene Synode der Hervormde Kerk is li. Zaturdag, op de gewone wijze gesloten. Zooals uit de nu bekend geworde verslagen der Gedeputeerde Staten van de onderscheidene provinciën blijkt, bestond de bevolking derzelve op 1°. Januarij van dit jaar,als volgt: Noord-Braband 375,221 zielen, Gelderland 351.109, Zuid-Holland 535,219, Noord-Holland 453.187, Zeeland 152,694, Utrecht 146,651, Vriesland 232,712, Overijssel 202,854, Groningen 180,270 Drenthe 75.703 en in hec Hertogdom Limburg 194,018, Bedragende alzoo, volgens deze berekening, de geheele bevolking van het Koningrijk der Nederlanden op 1 Januarij jl. 2,899,638 zielen. Volgens de tienjarige volkstelling bedroeg diezelfde bevolking op 1 Januarij 1840 2,860,450 zielen. Hetgeen dus in twee jaren eene vermeerdering aanduidt van 39,188 zielen. Hierbij verdient opmerking, dat de vermeerdering in die'cwee jaren onge twijfeld grooter is, daar in de getalen, die in de onlangs uicgebragte versla, gen der Provinciale Staten voorkomen, niet overal de garnizoenen begrepen zgn. De manschappen van Zijner Majs. zeemagc, die op de schepen en vaarcuigen van oorlog op x Januarij 1840 waren ingescheept, waren ook in de telling van dat jaar niet begrepen. Hun aantal bedroeg toen 5,299, Uit 's Gravenhage meldt men van den 27Sten dezer: Zijne Maj. den Koning vertrekt aanstaanden Woensdag den 3den Augus. tui, des morgens ten 5 ure uit 's Gravenhageom H. D. bezoekreis in Noord-Holland af te leggen. Zijne Maj. keert in den avond van den 6den naar's Gravenhage weder, na Alkmaar, den Helder, Texel, Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Edam, MonnickendamParmerend en Zaandam be. zocht te hebben. Zijne Maj, de Koning beeft voor den opbonw van hec Raadhuis te Luxemburg 5000 gegeven, -Zijne Maj. Koning Willem Frederik, Graaf van Nassau, heeft dezer dagen het huis, toebehoorende aan den heer van Heeckeren van Keil, vroeger hec eigendom van wijlen den heer Stratenusin het Lange Voorhout alhier, aangekocht. Men verneemt dat Zijne Maj. dit fraaije gebouw ten geschenke heefc gegeven aan H. K. H. Mevrouw de Prinses Sophia, ten einde door H. K. H., in geval zij na haar huwelijk deze Residentie wil bezoeken, be» trokken te kunnen worden. De Staats-Ccurant van Woensdag deelt de wet mede van overschrij ving van geldsommen op de begrootingen van 18411843 voor de diensc der gevangenissen, en is daarbij een staat van die sommen gevoegd. Men schrijft uit Monster van 24 Julij: Een Westlandsch toertje is in hec zomer-saizoen altoos aangenaam, nu is bet een waar genoegen, daar de tuinderij algemeen voortreffelijk staat, in» zonderheid de druiven tegen de kostbare steenen muren. Als bet weder nog ééne maand gunstig blijft, zullen trossen blaauwe druiven van twee en drie halve Nederlandsche ponden geene zeldzaamheid zijn; terwijl de vrucht zoo kern gezond is, dat de druif op hec goede punt van rijpheid gesneden en naar eisch behandeld, lang, vermoedelijk wel tot de lente, oogelijk en smakelijk blijven zal. Vroeger gingen er, bij zulke kwaliteit, vele druiven uic het Westiand naar Engeland; wij vertrouwen, dat zal ook thans hec geval worden. Van de aalbessen nemen de stoomboocen vrij wat mede. Ook abrikozen en persiken staan goed en beloven veel. Uit Gorinchem meldt men van 26 Julij. Gisteren in den vroegen morgen heeft de geleidet van een olifant, van de Utrechtsche kermis herwaarts gekomen, beproefd om den kolossus aan boord te doen gaan van de stoomboot de Stad Gorinchem, ten einde de Middel- burgsche kermis te bezoeken; doch hec dier heeft volstrekt geweigerd aan boord te stappen en is naar zijnen stal teruggeleid moeten worden. Aanvan kelijk scheen de onderneming ce zullen gelukken, want de|olifanc, wien men de oogen bedekt had, was reeds vrijwillig op de brug getreden, die van den wal op den stoomboot gelegd was, met zijn slurp naauwkeurig vooraf den weg onderzoekende, dien hij betreden moest. Zoodra bij echter in dat on, derzoek tot aan het scheepsboord genaderd was, en ontwaar werd, dat aldaar de effenheid van het pad ophield, doordien hec scheepsdek veel lager ligt, trad hij terug. Alle verdere pogingen van de geleiders, vleijende of ernstige, zijn vruchteloos gebleven. Telkens als hij aan de brug was genaderd maakte hij 'regisomkeert, en stond onbeweeglijk gelijk eene rots, tot dat zijn cornak zich van de stoombooc verwijderde. De inscheping ware mogeiijk gelukc zonder hec blinddoeken; want dan had het dier kunnen zien, dat de diepte van het dek onder het scheepsboord hem niet behoefde af te schrikken. Hec is te verwachten, dat eene nieuwe proeve tot inscheping die aanstaanden Donderdag; naar men wil, genomen zal worden, even vruchteloos zal zijn, nu het dier een tegenzin in hec reizen per stoomboot heeft opgevat en Zee. lands hoofdstad verstoken zal blijven van zijne tegenwoordigheid. Om een denkbeeld van zijne grootte te geven, diene, dat hij in de stad een boeren huifwagen voorbijgaande, gelijke hoogte daarmede bereikte, en zijne verba zende kracht kon men opmaken, zoo die nog niet bekend ware, toen hij een twintigtal personen, die een touw vasthielden, dat aan een zijner poo. ten gebonden was, welken zij op die wijze in beweging wilden brengen, enkel door het verzetten van dien poot hun evenwigc deed verliezen. Uic Amsterdam wordt van den 27ste» het volgende gemeld: Wij vernemen met genoegen, dat de toestand van den heer de Lach, na het voorval waarvan wij II. Maandag melding maakten, bij voortduring hoop op herstel oplevert. De-gevorderde leeftijd van den verwonde, deszelfs alge- meene bekendheid bij de bevolking dezer stad, in welke hij gedurende meer dan een vierde van eene eeuw zijne werkzame betrekking heeft vervulden de boosaardigheid eener vrouw, welke gedurende 2 jaren onder zijn dale was gehuisvest en zijn brood had gegeten, wekt de algemeene deelneming en belangstelling op. Het publiek gerucht doet echter het gebeurde onder ver schillende bijzonderheden beschouwen, welke zich niet schijnen te neves. tigen. Het schijnt te blijken, dat de Policie-agenc, met welke de huis. hondster in het huwelijk zonde treden, ten eenen maie onkundig is geweesc van het geheele voorval, toe dat hij in zijne dienstbetrekking daar geroepen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1