L E Y D S C II E
VRIJDAG,
A0. 1843.
NEDERLANDEN.
Leyden, 21 Ju lij.
Heden morgen na acht ure passeerde onZe stad, na van paarden verwis-
leid te hebben, Zijne Maj. Koning 'Willem FrederikGraaf van Nassau,
vergezeld van H. D. Gemalin, de Gravin d'Oullremont. Na tot Zondag op
het Loo vertoefd te hebben, zullen de Graaf en de Gravin naar Silisien
vertrekken. Zijne Maj. heeft stellig zijn voornemen uitgedrukt ooi in Octo.
ber aanstaande de Nederlanden weder te bezoeken.
De Kamerheer Ceremonimeester heeft bekend gemaakt, dat het Hof
op heden den sisten dezer, den rouw zal aannemen voor den tijd van vier
weken, wegens het overlijden van Z. K. H. Ferdinand Philips Lodcwijk Karet
Hendrik Joseph Hertog van O/hans, zullende gedurende de twee eerste we»
,ken de groote of geheele rouw, gedurende de derde week de middelbare en
gedurenae de laatste week, de ligte rouw gedragen worden.
E Uit *s Gravenhage meldt men van den eosten dezer:
11 Zijne Majesteit heeft aan Jli. C. D. E. J. Bangeman Huygens, laatstelijk
n H. D. buitengewoon Gezant te Kopenhagen, het aannemen en dragen ver.
I'gund van de versierselen van Ridder-Grootkruis der Orde van Danneborg,
hem door Zijne Maj. den Koning van Denemarken geschonken.
Uit de antwoorden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal op de
van Regeringswege gedane vragen, betrekkelijk het stem- enkiesregt, blijkt
onder anderen liet volgende:
Twee derden der leden hebben zich verklaard voor het behouden der kie-
ei zers ter benoeming van staatsleden ten platte lande. Eenstemmig heefc
ei de Kamer zich verklaard voor het bepal n van een vasten census; en twee
n. der leden hebben verklaard, dat de beschrevene middelen benevens het patent-
iirtgt tot grondslag daarvoor aangenomen zouden worden, voor zoo veel de
lieden jbetreft. Ten aanzien van het platte land heeft zich insgelijks een
groot aantal leden voor de beschrevene middelen met het patentregt verklaard;
eenige weinige daarentegen wenschen de verhouding der bevolking en der
el belastingen tot grondslag van den census aangenomen te hebben.
Verder heeft eene groote meerderheid verlangd, dat de bij art. 133 der
es: grondwet bedoelde verdeeling van iedere provincie in districten tot de verkie-
zing door den landelijken stand der provinciale vergadering, bij de wet zal
e'worden vastgesteld; dat het getal der leden van de Provinciale en van de
''"Gedeputeerde Staten door de wet zal worden geregeld.
5 De vragen, of de thans in eenige stedelijke reglementen voorkomende be.
in> paling omtrent het kiezen van raadsleden uit de buitenterritorien van sommige
>e"sieden, in de wee zal worden opgenomen? en of men in de wet zal
''"opnemen het thans bestaande voorschrift, dat in sommige gemeenten van hec
'"'platteland de raadsleden geheel of ten deele door kiezers zullen worden be-
""tnoemd? zijn door de meerderheid ontkennend beantwoord.
'4* Voorts werd gevraagd: hoe zal de benoeming der gemeente-raadsleden ten
""[platten lande geschieden? a Door Gedeputeerde Staten, na het plaatselijk
jjestuur te hebben gehoord, zoo als thans plaats heeft? b. Door de gedepu-
leerde S'.acen, üp voordrage van Candidaïen door stemgaregtigden, of wel
h"lc. door kiezers, nadat deze door stemgeregtigden zijn benoemd? Voor de
toestemmende beantwoording van al deze vragen hebben zich slechts ten
hoogste een vijfde der leden verklaard.
Eindelijk, met beirekking tot de heerlijke regten, voor zoo veel de on.
'derhavige aangelegenheid aangaat, heeft de helft der Kamer de staatkundige
regten der heeren als zoodanig verworpen. Sommigen wilden hieromtrent
niets in de 'wet vermeld.zien. Een vierde der Kamer verlangt schadeloos
stelling ten behoeve der heeren voor het gemis.
"e'' De Staats-courant van Woensdag bevat de wet, omtrent de aflossing
'e^een intrekking van schuld over 1842.
in6' De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft doen bekend maken,
n l'dac hij Zaturdag den 23sten en 3os:en dezer geene audiëntie zal geven.
Er zijn den ipden dezer wederom twee haringjagers aangekomen.
De Evangelische Kerkbode deelt mede het onderstaande, in de tegen,
woordige tijdsomstandigheden, hoogst belangrijk ministerieel rescript, het-
.j. welk ten blijk verstrekt, hoe de Hooge Regering het verband tusschen Kerk
'„'en Staat, zoo in het algemeen, als bijzonder met betrekking tot de Her-
'vormde Kerk onzes vaderlands, beschouwt, door derzelver kerkelijke onaf-
eBhartelijkheid openlijk uit te spreken.
De Minister van Staat, belast met de Generale Directie
voor de Zaken der Hervormde Kerkenz.
»EW Ontvangen hebbende het aan Zijne Maj. den Koning geadresseerd, en
erdoor H. D., bij kabinets-order van den 30 Juni) 11., N°. 12, aan hem geren-
,c 3-vooijeerd adres van de predikanten B, Moorreeste Wijk (in hec land van
on Hensden), en C. D, Louis Bahlerte Aalst, daarbij overleggende afschrift
523 van een door hen, in vereeniging mee een groot aantal andere personen,
me aan de algemeene synode der Hervormde Kerk ingezonden protest tegen het
°42 besluit dier kerkvergadering van het vorige jaar, op het toen door hen
®e'eaangeboden adres; en verzoekende, dat Zijne Maj. ie Synode op dat besluit
edoe terugkomen, of wel, zelve de noodige verordeningen bevele, ten einde de
29' Hervormde Kerk op den ouden voet worde hersteld, en allen, die daarvan af.
1 be Wijkenuit dezelve uitgaan
iken Heeft goedgevonden:
onin| Vooreerstaan de adressanten bij deze te kennen te geven:
legei Dat zij in dwaling verkeeren, wanneer zij, zoo als nit het slot van hun
raatbdres schijnt te blijken, mogten vernemen, dat de Hooge Regeering be.
oot voegd zonde zijn, aan de algemeene synode bevelen te geven, om de han.
gende kerkelijke geschillen in dezen of genen geest te beslissen, of wel,
[00g. iie zelve door verordeningen af te doen;
jeetje Dat, wel is waar, de thans bestaande inrigting der Hervormde Kerk
Heg, [waarvan de verdere in werking zijnde kerkelijke reglementen een gevolg
j Je 'flO 'n de maand Januarij van hec jaar 1816, naar aanleiding van de coen.
*0. matige geheel bijzondere omstandigheden, toe stand is gekomen door over-
eej leg van de Hooge Regering van dien tijd met de Kerk; maar, dat door
deze buitengewone tusschenkomsc van den Staac het Hervormde Kerkbe-
stuur eenmaal gevestigd, en sedert eene reeks van jaren algemeen erkend
score 'iinde, geene handeling van dien aard meer te pas kan komen;
vet„ Dat het, noch met de bepalingen der Nederlandsche grondwet, noch met
de bedoelingen der Regering zou overeenkomen, dat dezelve zich eenig jus
in sacra zoude aanmatigen, noch zelfs eenig jus circa sacra uitoefenen,
■as™ buiten de bestaande reglementaire verordeningen, en de algemeene bevoegd-
Ion l,eid en ve,P"eliD6 der Regering, om te waken voor de goede orde en de
ren» veiligheid van den Staat;
het,
bjj
!V. 87.
COÜRAN
ss JU I.IJ.
En dat, mitsdien, alle veranderingen in de bestaande kerkorde voortaan
alleen van de kerk kunnen uitgaanen dus derzelver Hoogste Vergadering
uitsluitend bevoegd is, om, indien zulks noodig mogt bevonden worden,
volgens de bestaande reglementen de vereischte maatregelen te nemen, of
ook, wanneer het belang der kerk verandering dier reglementen vordert,
daartoe, na rijp beraad en wettig kerkelijk overleg, te besluiten, buiten
eenigen invloed der Hooge Regering-, die, wanneer hare bekrachtiging daarop
vervolgens gevorderd wierd, alleen zou hebben toe te zien, dat daarbij niets
toegelaten wierd, strijdig met de grondwet of met de rust en veiiigheid van-
den Staat-,.
Ten anderen het voorschreven adres te doen toekomen aan de algemeene
synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, als de wettig besraande kerke
lijke autoriteit, ten einde in deze, naar bevind van zaken, te handelen;
Zullende, benevens voorschreven adres in originali, afschrift dezer worden
gezonden aan de voornoemde hooge kerkvergadering;
Alsmede gelijk afschrift aan den heer B. Moorrees, Predikant te Wijk, bij
Hensden, tot informacie en narigc van hem en zijne mede-adressanten.
sGravenhage den t Julij 1842.
Maandag jl. is er in de kapel van het Frausche Gezantschap, eene
plegtige lijkmis gehouden voor de rust der ziel van Z. K. H. den Hertog
van Orleans. Onderscheidene leden van het Corps Diplomatique, verschil
lende aanzienlijken dezer Residentie en de Franschen, die deze Hofstad
bewonen, of die zich aldaar lijdelijk ophouden, woonden deze treurige
plegtigheid bij.
Uit Arnhem meldt men van den ipden dezer:
In den afgeloopen nachc, ten half 12 ure, ontstond er brand, aan den
Utrechtschen weg, buiten de stad, in de cigaren-fabriek van den heer
Schrijver; welke fabriek, eer er hulp kon aangebragt worden, reeds eene
prooi der vlammen was, terwijl ook het belendende woonhuis door het vunr
was aangetast. Hoewel hec om de hooge ligging dier gebouwen (zijnde
ongeveer 80 voet boven het watervlak van den Rijn) moeijeiijk wasge.
noegzaam water tot blnssching bij te brengen, gelukte hec echter door den
ijver en de stoutmoedigheid van sommige der bij de dienst van de spniten
behoorende personen, dac men een half 2 ure den brand meester werd, en
van hec woonhuis alleen een gedeelte van de kap wegbrande. De meubelt
zijn voor het grootste gedeelte gered.
Ongelukken heeft men niet te betreuren. De gebouwen en goederen wa
ren, naar men zegt, tegen brandschade verzekerd.
De persoon van H. H. Krol, die door het Hof van Drenthe, wegent
poging van brandstichting ter dood was veroordeeld, is door den Koning
begenadigddie zijne straf veranderd heeft in ce pronkscelling en 10 jaren
gevangenschap.
Te Ossendrechc, in Noord-Brabandbebben Zondag 1. I. twee broe.
ders hevigen twist gekregen en tegen elkander hec mes getrokken, waar
door een, die pas drie weken gehuwd was, een steek in den buik heefc
bekomen, die ook weinige oogenblikken daarna gestorven is. De moorde
naar ia op Belgisch grondgebied gevlugc.
Uit Maastricht meldt men van den idden dezer;
Sederc langen tijd leefden de gemeenten Elsloo en Stelnop 2* en 3 Jour
van hier, in aanhoudend misverstand, ten gevolge van de moeijelijktieden,
die door de verdeeling van den heidegrond van Graefheide tusschen deze
beide plaatsen ontstaan was. Naar het schijnt, meende de gemeente Elsloo,
dat deze verdeeling, omstreeks 1819 plaats gehad hebbende, ten haren n*.
deele gedaan was. Op hare aanmerkingen werd eene nieuwe verdeeling
voorgesteld, die echter door Stein geweigerd werd.
Onder ce Belgische Regering werden nieuwe pogingen aangewend om
tusschen beide gemeenten eene vergelijk te treffen, doch te vergeefs: de
inwoners van Stein verzetten er zich tegen, zeggende dat die gronden hunne
eigendommen waren, krachtens een langdurig bezit.
Eindelijk werden onlangs, bij een besluit des Koningsde grenzen der
heide tusschen de beide gemeenten bepaald; doch, op nieuw hebben de
inwoners van Stein zich tegen de uitvoering van dat besluit, en thans wel
feitelijk, verzet. De landmeters, belast met hec trekken der grenslijn en de
plaatsing der grenspalen, zoutten, naar men meldt, mishandeld en de palen
uitgetrokken zijn. Laatstleden Zondag is een bode, belasc met hec aflezen
van het Koninglijk besluit en eener bekendmaking van Zijne Exc. den Gou
verneur in de gemeente Stein, insgelijks mishandeld, en zijn de bekendma
kingen der Regering verscheurd. Daarenboven hebben er hevige twisten
tusschen de inwoners van Stein en Elsloo piaats gehad.
Dien ten gevolge is gisteren een honderdtal lansiers, onder bevel van een
Ritmeester en twee Luitenants, vertrokken. Deze zijn echter gisteren
avond van daar alhier terukgekomen en afgelost door een gelijk aantal man
schappen infanterie, aangezien er geene stallingen voor paarden aanwezig waren.
Heden morgen heeft zich de Justitie naar Stein begeven, om een onder
zoek naar de schuldigen in te stellen.
RUSLAND.
Den 30 Jnnij is te Petersburg de tijding aangebragt, dac eene afdeelinj
van het leger van den Kaukasus, onder bevel van den Generaal Grabbe, door
de Lesghiers in een bosch overvallen en vernield is. Men schac de versla
genen op 1500 man en 25 officieren. De artillerie, welke een eind wegs
was achtergebleven, is gered kunnen worden.
Den 12 Junij was er in de omstreken van Wiatka zoo veel sneeuw
gevallen, dat dezelve eene halve ei hoog lag en de gemeenschap eenen
geruimen tijd gestremd was geweesc.
ZWEDEN.
Onlangs was een gerucht verspreid van een aan de Regering gedaan voor
stel, om tusschen de drie Scandinavische Koninglijken, Zweden, Noorwe.
gen en Denemarken, eene federative unie tot stand te brengen. De Zweedsche
Minister, Graaf von IVcttcrstedtheeft in een rescript van den 14 April aan
de onderscheiden Gezantschappen bekend gemaakt, dat genoemd voorstel
door den Koning stellig wordt afgekeurd. Onder anderen wordt in die ver.
klaring bec volgende gezegd:
„De grondregelen welke de staatkunde van Zijne Maj. tot rigtsnoer verstrek,
ktu, zijn niet van heden of gisteren. Hetgeen die staatkunde was in 1814,
is zij ook in 1830 geweest, en is zij ook nog. Derzelver antecedenten
leveren den waarborg op van hecgeen zij ook in het vervolg zal zijn, en
van hare onwankelbaarheid; want zij berust boven alles op hec wederkeerige