A0. 1842. L E Y D S C H E N°. 40. CÖÜRAN T. MAANDAG, 4. APRIL. NEDERLANDEN. r Leyden, 3 April. Gisteren heeft Z. K. H. de Erfgroochercog van Saksen Weimarvergezeld door HH. KK. HH. den Prins Alexander en Prins Hendrik der Nederlanden, onze Stad met een bezoek vereerd. HH. KK. HH. zijn ten huize van den heer von Siebold afgestapt en na eenige uren met de bezigtiging van het Japansche Museum, dat zich nog thans onaer het coezigt van dien geleerde bevindt, te heDben doorgebragtnaar *s Hage teruggekeerd. Eene algemeene kundigheid en wetenschappelijke weetgierigheid kenmerkten de gesprekken van den Erfgroothertog, die veel belang scheen te ste'len in de médeciee- lingen van den heer von Sieboldover land- en volkenkiinde* en ten o'pzigre van den tegenwooraigen toestand van kunsten en wetenschappen in Japan- DeStaats-Courantvan Zaturèag bevat het volgend Koningltjk besluit: Wij WILLEM II enz'. 9 n Op de voordrage van Onzen Minister van Justitie; Herzien het besluit van den ipden September 1823, N°. 132, betreffende den Raad van Ministers; In overweging nemende de noodzakelijkheid, dac de Hoofden der-'Depar. tementen van Algemeen Bestuur in voorloopig gemeenschappelijk onderzoek on overleg treden, omtrent allé Ontwerpen van Wetten en Verordeningen, ;bene?pns ttütfetwerpen van Staatsbelangten efnde alzoo éénheid en ^zamenstemmmg in allé.takken van bestuur te doen plaats hébben; Overwegende,, dat de geest der Grondwet medebrengt, dat alleen, de ^pof#n. der Départ-ementen van Algemeen Bestuur gewone Leden van dén Raad der Ministers zijn, Hebben besloten en beilnitenmet intrekking van voorschreven besluit van 49 September 1823, Nü. 132, hec navolgende vast. te stellen: Arc. I. Er zal 'gehouden worden een Raad van Ministers tot hec voor- tloo.pig onderzoek van en het gemeen'overleg omtrent alle ontwerpen van Wetten, gelijk mede ohitr.ent alle Besluiten, Reglementen en Verordeningen jvao Bestuur, welke tot de algemeene administratie betrekking hebben, en .jeindelijk omtrent, alle voorkomende onderwerpen van algemeen belang. Art. 2. De Raad derJMiniscer is te zamengesceld uit de "Hoofden der rminwenéle Departementen. Wij behouden Ons voorom, ter behandeling van een bepaald onderwerp, almede eene tijdelijke "zitting in den Raad der Ministers te geven aan één of meerdere Ministers van' Staatdie geene Hoofden van Departementen van algemeen bestuur zijn. Art. 3. Tot dat deswege door Ons anders mogt worden beschikt, zuilen «ie Ministers, Leden van den Raad-, te beginnen mee den oudsten hunner naar rang van benoemingen zoo vervolgens, beurtelings gedurende éene nd Voorzitters daarvan zijn. jt. 4. De Secretaris van den Raad der Ministers zal door Ons worden ooemd. Vft. 5. De gewnn'o v'OfgaJapingon. v.rt don dor mvi'OCn is in iedere week, en wei des Woensdags, op zoodanig uur als voegzaam voorkomen, gehouden. \.rt, 6. Het staat den Voorzitter vrij, om den Raad zoo dikwijls buiten» voon te doen vergaderen, als de aard en ae menigvuldigheid der werk. imheden du noodzakelijk doen achten. Art. 7. De Leden van den Raad der Ministers nemen zitting ingevolge nnen rang en ouderdom van benoeming ais Minister of Directeur-Generaal ipectivelijk. Art. 8. De Leden van den Raad zijn verpligc steeds de zittingen bij té >nen. Bij wettige verhindering geven zij daarvan kennis aan den Voorzitter. Art. 9. Indien Wij, bij at'wezendheid of ziekte van eenen Minister, een oer persoon, ad interimmee deszells functien belast hebben, zoo zal ze tevens lid zijn van den Raad der Ministers, en als zoodanig in de ver- dering zitting hebbeD dcch rang nemen na de Ministers en den Directeur- eneraal. Art. 10. De Voorzitter brengt alle stukken in overweging en regelt de de der beraadslagingen; te dien einde zullen de Leden aan denzelvéuiter- k op den dag voor dien der vergadering, mededeeling doen van de voor. agten en stukken, die zij in overweging zouden wenschen te zien brengen. Art. 11. Geen stuk of voordragt zal worden in overweging genomen, anneer het Hoofd van eenig Departement, wien de zaak bijzonderlijk aan at, of de ambtenaar, die hem als zoodanig ad interim vervangc, niet moge genwoordig zijn; maar zullen in dac geval de beraadslagingen tot hunne nwezendheid worden uitgesteld. Art. 12. Bijaldien de Leden van den Raad der Ministers mogten verlan- n, om, alvorens hun gevoelens over eene in overweging gebragte zaak uiten, de stukken daartoe betrekkelijk nader te overwegen, en de zaak (i uitstel moge toelaten, zal de Voorzitter die stukken bij de Leden, dke zulks verlangen, kunnen doen rondgaan, mits zorgende, dac de af sning daardoor niet buiten voistrekte noodzakelijkheid blijve vertraagd. A.rt. 13. De beraadslagingen van den Raad der Ministers leiden toe geene tlissing der meerderheid. De slotsom der overwegingen, zoowel van de meerderheid als van de iderheid der Leden, alsmede de voor en tegen aangevoerde raotiven rden, met opgave der getallen en, des verkiezende, der namen van de de meerderheid en minderheid behoorende Leden, ter Onzer kennis iragc, bij een rapport, waarvan de redactie voor zoo verre zij door den rokken Minister of Directeur-Generaal niet aan zich is voorbehouden, 1 den Secretaris, en de resumtie aan den Raad is opgedragen. In spoed vereischende gevallen, zal de resumtie aan het betrokken lid den Voorzitter zijn overgelaten, doch het rapport alsdan in de volgende irgadering aan den Raad worden medegedeeld. De rapporten worden door den Voorzitter ondérceekend. Art. 14. Van de beraadslagingen des Raads wordt door den Secretaris 0 summier verbaal gehouden en in de eerstvolgende zitting ter resumtie bekrachtiging aangeboden. Art. 15. De Raad der Ministers zal de ontwerpen van WettenBesluiten eglementen en Verordeningen, vermeld in art. i, onderzoeken, niet alleen t het oogpunt van raadzaamheid, volledigheid en doelmatigheid, maar zeiven ook beschouwen in verband met de bepalingen der Grondwet en et die van de reeds ten zelfden opzigte bestaande Wetten en Verordenin- ■nten einde, door de bevordering van zoodanig verband, de meestmoge- ke eenheid en zamenhang in alle takken van Bestuur plaats hebben, zoowel de zamenstelling dlér verordeningen, als bij derzelver uitvoering. Art. 160 Dienvolgens zullen bij den Raad der Minister in overweging moeten gebragc woroen: Alle onderwerpen van algemeen belang; als ook alle ontwerpen van Wet ten, alle algemeene.Reglementenlostriiccien of Voorschriften in het e^n of ander vak van administratiewelke bij ëen Koninglijk besluit moeten worden vastgesteldof tot welker vaststelling eene autorisatie des Koniogs noodig is. De Regiemerten en Insiructiën, welke uit kracht van Wetten of Koning rijke besluiten by ministeriële beschikking kunnen worden afgedaan, zujlen, wanneer daarbij gewigtige onderwerpen of beginselen van Algemeen. Bescuur betrokken zijn ,.door hec Hoofd ven het Departementwaartoe de zaak behoort in den Raad der Ministers ter overweging-kunnen gebragc worden. In geval er omtrent zulk, eene ministeriele beschikking verschil van gevoelen bij den Raad mogt bestaan, zal gulks ter Onzer kennis worden gebragc op den bij art. 13 bepaalden voet. Bijaldien bij eenig Departement van Algemeen Bestuur eenige maatregel genomen mogt zijn, waarin een Lid van den Raad der Ministers van oordeel is, dat die Raad vooraf had behooren gekend te zijn, is zoodanig lid be voegd, de zaak tot een onderwerp van de beraadslagingen van den Raad te maken, en zal de uitslag daarvan, mede op de wijze als boven, ter Ónzer kennis worden gebragc. Afschrifc enz. Gegeven te 's Gravenhageden 31 Maart 1843.- :3 WILLEM. De Minister van Justitie Van Hall. Zijne Maj. heeft den Minister van Staat Mr. H. J. Baron van Doorn van iVestcapelle benoemd toe Grootmeester van het Huis des Konings, bij zonder belast om als zoodanig bij H. M. de Koningin te fungeren. Zijne Maj. heeft aan den Directeur-Generaal voor de zaken van de Roomsch-Kathplijke Eerediensc, Baron Mr. F. JM. T. de Pelichy de Lichtereldeden titel en rang van Minister van Staat verleend. Zijne Maj. heeft benoemd, tot gedeligeerden Commissaris der in- en uitgaande regten te Rotterdam, den Encrepoaeur A. Ferniers van der Loef. Zijne Maj. heeft aan den gepensioneerden Wachtmeester van-hec regiment ugte dragonders N°. 4, te Maastricht, Lambertus DoyenRidder der Miliiaue Willemsorde, 4de klasse, de vergunning verleend om de rid- dérerde van het Legioen van Eer te dragen. Men spreekt er van dat de 18de verjaardag van H. K. H. Prinses Sophia 1 die op Vrijdag den 8sten dezer invalt, dit jaar met meer dan gewo nen luister zal gevierd worden. Volgens sommiger beweren, zou alsdan onder andere festiviteiten eene zeer luisterrijke parade alhier plaats hébben, waarbij een bataillon infanterie en vier escadrons zware cavalerie van Ley- den zouden assisteren. Men brengt dit een en ander in verband met hec aanstaande Hooge Huwelijk van H. K. H. m*" -vrcmiai cistimcu,uic zien nog steeds alhier bevindt. Men wil dat Z.. H. echter, korc na dezen verjaardag van zijne Koninklijke Bruid gevierd te hebben, naar Duiischland zai cerugkeeren, en dat hec huwelijk nog in den loop van den zomer zal voltrokken worden. Zijne Exc. de Minister van Financien heefc onlangs de Gouverneurs der provinciën uicgenoodigd de vereiscnte maatregelen te nemen voor de. be schrijving en veidere werkzaamheden, ter invordering van de personele belasting over het jaar 18421843 en ter regeling van het patentregcover hetzelfde tijdstip. Te uier gelegenheid zijn de Rijks ambtenaren en de hoofden der stedelijke en gemeente-besturen opmerkzaam gemaakt op hec hooge belang, hetwelk *s Rijks schatkist en de scbacpligtigen hebben bij eene spoedige, geregelde en billijke toepassingen uitvoering der wetten er» tnscruc tien op de personele belasting, en het pacencregten 1$ hun,, voor zoo ved noodig, ten 'ernstigste aanbevolen, om zich van de, te dien aanzien, op htn rustende verpligtingenmet alle voorkomendheid en deu meest mogely. ken ijver te kwijten. De heer van Hall heeft den 3Óscèn Maart den eed, als Minister van Justitie, in handen des Koning afgelegd, en is dén isten dezer als zóó danig in functie getreden, De Minister van Justitie heeft aangekondigd, dar hij Dingsdag van itdere week ten 12 ure audiëntie zal verleenen in hec lokaal van zijn depart tt ment in de lange Pooten. Naar aanleiding der bij de Regering ingekomene kiagren over de ver. traagde overkomst en bestelling der brieven, die met de zoogenaamde Hol. landscbe post te Groningen en ce Leeuwarden worden aangebragc, zijn er door het Departement van Financien maatregegelen genomen, om, te reke- nen van i°. April dezes jaar9, den loop der posten uic de onderscheidene deelen des Rijks in de rigemg der provincie Groningen en Vriesland ce her spoedigeit. Dien ten gevolge zullen de brieven, welke tot dusverre in'de bedoelde sceden in den loop van eiken voormiddag werden besteldvoortaan^ althans in de zomermaandenen onder gewone omstandigheden, reeds dés avonds te voren aan de huizen der ingezetenen worden afgegevenen zal voorts op de dagen, dat .er geene avond-bescellmg kan plaats vinden, de gelegenheid tot het doen afhaien der brieven van het postkantoor, voor de belanghebbenden ruimer gesteld en minder bezwarend gemaakt worden. Door dit een en ander zal voor de ingezetenen dier steden een postdag in hec beantwoorden der brieven worden uitgewonnen; terwijl hec in den aard der zaak ligt, dat de gunstige invloed der bedoelde maatregelen ook op andere plaatsen, waarvan de briefwisseling met dezelfde posten plaats heeft, zal gevoeld worden. Tot dusverre is het tijdstip, waarop de Tweede Kamer der Staren- Geoeraal hare werkzaamheden zal nervatcen, onbekend. Het schijnt, dac de mioisteriele verandering, dfe onlangs plaats heeft gehad, tot eenig verwijl in de hervatting van de zictAng aanleiding geven ral. Immers de nieuwe Minister van Justicie zal zich geheel en al op de hoogte moeten stellen van den staat der voordragten van wet, die op uit oogenblik het onderwerp vin overweging bij de Kamer uitmaken. Men verzekert, dat het aanhangige ontwerp nopens de conflicten zal worden ingetrokken en door eene andere voordrage zal worden vervangen. Men verwacht, dat ook nieuwe gewij zigde ontwerpen van wet, noptns de hypothecaire inschrijvingen, hec nota riaat en de burgerlijke pensioenen, aan de Kamerd zuilen worden aangeboden. Men verzekert, dat men z ch bij de Departementen van algemeen bestuur bezig li 311de met het vervaardigen van onderscheidene ontwerpen van wet en dat, onder anderen van wege het Departement van Financien, spoedig^' na ae hervatting der zittingen, een ontwerp van wet, houdende èénrge wij-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1