ktaatd en mitsdien is beroepen in cissatip verworpen. Bij tile arresten ia onder anderen beslist: 1°. dat in bet Koninklijk besluit van den eis'en An" gustns 1813 geenszins de rede is van herstelling der vroeger hief te lande bestaan hebbebde gilden en corporatienoch ooit van beperking van beroeps- vrijheid, dan voor zoo verre zulks even, als het regt va» eigendom, volgens bet beginsel van het staacsregt kan en mag geschieden; en speciaal dat hef lelve besluit ook niet In strijd is met de wet op het regt van patent varr den listen Mei 1819 (Staatsblad N°. 34), welke wet aan de genen, aan wie eene acte van patent is verleend, wel de oevoegdheid geeft om zijnën handel, bedrijf of beroep allertvege, waar hij znlks verkiest, uit teoefenen, doch dat die uitoetening, volgens de bepalingen van art, a dier wet, riiec mag geschieden op eene wijze, welke strijdig is me: de bestaande öètiige verordeningen van'algemeene en plaatselijke Folicie en 2°. dat het stedelijk Bestuur van Amsterdam, krachtens art. 155 der vroegere, thans ott. 153 der gewijzigde Grondwet bevoegd was, om de bepalingen, vervat in de kennisgeving van 8 Februarij 1825, vast te stellen, en dat dezeivfr dusals lijnde geheel overeenkomstig met en gegrond op meergemeld Kouingiijk besluit, kracht van wet heeft. Het is, ook in hun belang, te wenschen, dat de particuliere schippers zich van nu voortaan naar de wettelijke verordeningen zullen gedragen, waardoor x(j zich vele onaangenaamheden en vooral vele kosten zullen besparen. Baron F. H. C, van Heeckeren van Brandsenburgre Utrecht, is door het Institut ddAfrique, te Parijs, ten doel hebbende, om tot de beschaving en kolonisatie van Afrika mede te werken, tot medelid gekozen. JHe,t Provinciaal Hof van Vriesland heeft I. I. Maandag den persoon vin J, Rpu, die den heer Evers Tijs, Onderkommandant in het huis van op. sluiting en tuchtiging te Leeuwarden, had pogen te vermoorden, veroordeeld zot geésseling, brandmerk en 15 jaren tuchthuisstraf, in te gaan na de expi. ratie van het door hem nog te ondergane 20 jaren confinement, hero ook opgelegd wegens poging tot moord, en waarvan hij eerst 3 jaren gezeten heeft. Öe misdadiger is slechts 24 jaren oud. Uit Leeuwarden schrijft men van den 22Sten Ongeacht de stipste waakzaamheid, welke er heerscht In het Mnis van Opsluiting en Tuchtiging ter dezer stede, was het evenwel in den gepas- seerden nacht omstreeks 3 uur, aan den aldaar gedetineerden Holmans bijna gelukt, het scherpziend oog zijner bewakers te misleiden; zich in de zie kenzaal bevindende, kwam het hem eensklaps in den zin te trachten zijne vrijheid te verkrijgen, door in alle stilte onder eenig voorwendsel zich op een aldaar afzonderlijk geplaatst privé te plaatsen, en langs dien weg, uit eene daarboven aanwezige opening te ontvlugten; reeds hsd hij zich mee het hoofd en een arm door hetzelve gewrongen, toen een mede op die zaai zich bevindende oppasser, opmerkzaam geworden op het vallen van eenige kalk of kiezel, ontdekkende wat er gaande was, gewag maakte, en de daar buiten staande schildwacht dit vernemende, onmiddelijk hein trachtte te noodzaken terug te keeren, maar ziende dat men daaraan geen gehoor gaf, op hem vuurde, welk schot hem langs het hoofd vloog, toen een tweede op hem gerigt schot hem door den arm ging, en alzoo het voorge nomen plan des vlugtelingi verijdelde, en hem, dubbel smartelijk, dwong zicb terug te trekken. WEST-INDIE. Men meldt uit Curasao van 31 Jannarij: Eenigen tijd geleden heeft een ingezeten van Sr. Domingo (voormalig Spaansche gedeelte), eene kopermijn ontdekc en van het Gouvernement de vergunning erlangd, om dezelve ren zijnen voordeele te bewerken; hierop is hij naar Engeland vertrokken met een monster erts en heeft van een han. rielhiiis voorscnot in geld en werktuigen gekregen om de mijn te bewerken. Thans vernemen wij, dat hij uit Engeland is teruggekeerd op een Engelsc.1 schip, met acht mijnwerkers, derzelver gezinnen en de benoodigde werktui. gen, alsmede met toestemming om vooreerst over honderd dollars te beschik, ken. Het Gouvernement van Hayti is hem zoo gunstig, dat liet schip, waarop hij gekomen is. geen havenregt heeft betaald, noch isdeszelfs lading aan eenige regten onderhevig geweest. Niettegenstaande al deze gunstige omstandigheden vreest uien, dat de ontginning van de mijd met groote moei. jelijkheden zal te worstelen heoben. Men gelooft, dat men tot geen prijs hoegenaamd uit de bevolking van Hayti menschen ral vinden, om in de ingewanden der aarde te wroeten, en dat het klimaat te oogunstig is, om menschen uit andere landen te laten komen. De Venezuëlanen hadden zich zeer verontrust op de berigten, dat de En. gelschen aan den grooten mond van de Orocono voorwerpen geplaatst had. den, welke zij ais kenteekenen aanzagen van de formele bezitneming dier landstreek, en het oprigten van eenen militairen post. Zij meendendat Groot- Britannie, onder voorwendsel van een vermeend regt, gebruik zou maken van deszelfs overgroote krachten, om hun den eenigsten geschikten weg van handel-gemeenschap met het binnenland te ontrooven; en daarenboven eene stapelplaats voor verbodene waren zonde maken, waardoor de inkomsten van den Staat werkelijk zouden verminderd worden. Deze gebeurtenis was het onderwerp, zoowel in publieke gesprekken, als dat der dagbladen. Men beschuldigde het Gouvernement van weinig vooruitzigt of doorzigt genad te hebbeD. Het had moeten vooruitzien, dat er eenmaal eene kwestie zou ontstaan uit de slecht bepaalde grenslijn tusschen Spaansch- en Bricsch-Guiana en derhalve hec Engelsch bestaan voorgekomen zijn door er eeri militaire post te stellen ten bewijzen van eigendom. De vrienden van het Gouverne. ment daarentegen merkten hier op aan, dat zulk een militaire post eene be. lediging aan Engeland zou geweest zijn, als verdenking van deszelfs goede trouw. In alle gevallen dacht men, dat als Engeland werkelijk aldaar eene blijvende neerzetting zou willen daarstellen, men de kansen van den oorlog moest wagen, door dezen post onophoudelijk ie bestoken. Het Gouverne ment, alvorens Commissarissen naar Londen en Demerarij te zenden, zoent naar bewijzen van regt op eigendom van die landstreek, als door hunne voor. vaderen ontdekt en bevolkt of gecolonniseerden daar de Hollanders reeds bagonnen waren met een gedeelte in Guiana te coloniseren voor het vredes tractaat van Munster, zoo dacht men, dat er in dat tractaat eenige bepaling zoude voorkomen aangaande de grenzen van Hallandsch en Spaanscn Guiana. Doc'n daar er geen werk, waarin dat tractaat voorkomt, in Venezuela aan wezig is, zoo deed men onderzoek of zoodanig een werk te Curafao werd gevonden, hetwelk insgelijks het geval niet was. Het antwooro, dat de beide Commissarissen, die van Demerarij terug zijn gekomen, gebragt heb- ben, is niet geheel gerustgesteld. Het plaatsen van grenspalen op een grond gebied, dat zoo onbetwist aan Venezuela behoort, als vermoedelijk Britsch grondgebied, is eene daadzaak die de Venezuelanen niet kunnen verkroppen. Thans schijnt het bestuur het plan te hebben om den Commissaris, die zich te Londen bevindt, naar Madrid te zenden en van Spanje de onafhandelijk heids erkenning van Venezuela te bekomen, in welk geval de regten van Venezuela op den inond der Oronoco meerder gevestigd worden. De Afgezanten, welke door de Regering van Venezuela naar Demerarij waren gezonden om inlichtingen aangaande de Oronoco kwestie te fteboen, zijn terug gekomen met het antwoord van den Engeischen Gouverneur, het. welk hier op neder komt: Dat het Ministerie de grenzen van Britsch Guiana willende bepalen, zoo wel aan de zijde van Suriname, als die van Braziliën en Venezuela, den beer Schomburgh had afgezonden, om eene kaart van Britsch Guiana op te maken, met oogmerk om dezelve te kunnen gebruiken in de onderhandeling aangaande de grensbepaling met de Nederlanden, Braziliën en Venezuela; dat gemelde heer Schomburgh in het opmeten van het grondgebied teekem (waarschijnlijk staken) had gezet, welke teeltens geene bezitneming, mair slechts een vermoeden van regr aanduidden, namelijk, dar aldaar de vefmoe. delijke grenzen zijn; dat een ondergeschikt persoon buiten weten van den heer Schomburgh eene Engelsche vlag op eenen boom had geplaatst, weike naderhand door den wind is weggewaaid; dat de heer Schomburgh in eene kano zijnde, geene gelegenheid had, om aan eenig plaatselijk gezag in Vene zuela op dé grenzen het doel zijner werkzaamheid te kennen te geven, en dat de Engelsche Regering geen doel heeft, om op het betwiste grondgebied eenig tori „of militairen post te s_ellen. Met dit alles heeft de heer Schom burgh dé Venezuelanen toch de schrik op het lijf gejaagd en hen zeer onge rust gemaakt over de bezitneming van den grooten mond aan de Oronoco door de Engeischen. Geheele kolommen hunner couranten zijn gevuld ge. weest met betoogingen over hun regt op dit grondgebied. Zij hebben ook nutteloos twee bezendingen, de eene naar Londen en de andere naar Dame rarij inoeeën bekostigen. Had het Engelsche Gouvernement in plaats van eene zwakke karo een beter vaartuig aan den heer Schomburgh ren dienste gesteld, dan had deze heer de Venezuélaansche autoriteiten op de grenzen met het doel zijner zending kunnen bekend maken, en alle verontrusting, moeite en kosten waren uitgespaard geworden. Waarschijnlijk zullen er aan de zijden van Suriname en Braziliën ook staken geplaatst zijn, die de vér- moedelijke grenzen moeten aanduiden. In de oogen van een* onzijdigen beoordeelaar had de heer Schomburgh geen regt om op het grondgebied van anderen zulke staken en wel als blijvends kenteeksna te plaatsen. De Engeischen aan bannen kant zonden zekerlijk met toelaten, dan een vreemde landmeter zulke palen op hun grondgebied plaatste. SPANJE. De Minister van Gratie en Justitie heeft, onder dagteekening van 13 Maart den volgenden rondgaanden brief aan de Bisschoppen en andere kerk. voogden gezonden: Het hof van Rome, dat, sedert het begin van den nu gelukkig geëindig- den burgeroorlog, geen middel verzuimt om zich aan hec wectige bestuur van Spanje vijandig te coonen is nu zoo ver gekomen van hetzelve in hec oog der geheele wereld voor eenen vijand der godsdienst van Christus te verklaren. Onder het voorwendsel van eenen algemeenen aflaat, aan alle getrouwe belijders van hec Christendom toegestaan, zoo zij den voorspoed der kerk in Spanje van den Almagtigen afsmeeken, heeft dat hof zijne allo» cutiën van 1 Februarij 183$ en van 1 Maart 1841 herhaald; en zonder eenigzins achc te slaan (want die zou in zijn nadeel zijn) op de krachtige en afdoende antwoorden door hec Spaansche gouvernemenc op die twee stukken gegeven, vernietigt en veroordeelt het de handelingen der vertegen woordigende regering, van haren oorsprong af tot heden toe, en verklaart ze nietig en van onwaarde. Het hof van Rome neemt den schijn aan, van zoodanige punten van kerkelijke tucht, die hec meest becwiscbaar zijn, als zuivere leerstukken te beschouwen; en stelt de hervormingen, door de staatsmagten tot stand gebragc, als aanrandingen tegen het bestaan van hec kacholicismus zelve onder hec godvruchtige volk van Spanje voor. De Regering weet, dat deze vruclitelooze pogingen een doel hebben, om de Spanjaarden toe hec weigeren van die gehoorzaamheid aan te zetten, die. volgens de voorschrifcen van hec Evangelie, zoowel de herders als hunne kudden aan de gevestigde overheden verschuldigd zijn; mee het altoos door blinkend doel, om de aanmatigingen van den opstandeling Don Carlos, die door de natie zoo krachtig is verworpen, te ondersteunen, met het doel, om de bestaande wetten tegen te werken, die, door den verkoop der natio. nale goederen, eene ontelbare menigte belangen gevestigd hebben, en om leerstellingen te veroordeelen, die met de stoffelijke belangen van bet hof van Rome strijdig zijn, hetwelk, terwijl het ons geid voor het toestaan van Apostolische gratiën steeds blijfc ontvangen, de meerderheid der Spanjaar den van goddeloosheid beschuldigt en aldus de rust van hun geweten en den eerbied, dien zij aan den algemeenen Vader der geloovtgen toedragen, tracht te verstoren. En hoewel de Regent des Koningrijks zich overtuigd houdc, dat de pre laten der Saansche kerk hunne pligren steeds zullen .ep—'i aren noutl aan vreemde bevelen die de zoo even ontwikkelde bedoelingen inogten heo. ben, zullen onderwerpen en zich voortdurend ais goede herders en ais rus tige burgers zullen gedragen; zoo beveelt Z. H. echter de Bisschoppen om, in geval zij Apostolische brieven onder dagteekening van 22 Februarij jl, mogten ontvangen, waarbij bevolen is om openbare gebeden voor her wel. zijn van de kerk in Spanje te doen onder verleening van volledigen aflaat, In den vorm van een jubile, zoodanige brieven onmiddelijk aan den Minister van Gratie en Justitie, op te zenden, zonder daaraan eenig gevolg te geven. Gelijkelijk wordt aan de burgerlijke overheden bevolen, om, overeenkom» •tig het besluit van 29 Juraij 1841, noch de verspreiding noch de ten uit- voerlegging van zulke brieven toe te laten, en om alle exemplaren, die zij daarvan magtig kunnen worden, in handen der Komnglijke regering te stel. lenwaarbij zij dan levens hunne onderhoorigen moeten herinneren, dac degenen, die zoodanige brieven ontvangen hebben en ze niet aan de over heden ter hand stellen, de bij gemeld besluit vastgestelde straffen zouden beloopen. De burgerlijke gezagvoerders zullen de regters van eersten aan» leg moeten aanzetten, om ex officio zulke personen, die den bij dat zelfde besluit en de daarmede in verband staande wetten, hun opgelegden pligc niet mogten vervullen, in regten te betrekken. Ik heb de eer u deze aan. schrijving mede te deelenop last van Z. H. den Regent van het Koning, rijk, ten einde er u naar te gedtagen en er u stipt aan te houden. God beware u eene lange reeks van Jaren. In Gallicië heeft zich wederom eene junta van waakzaamheid opga» rigt, welke Espartero waarschijnlijk zal ontbinden. DUITSCHLAND, Uit Berlijn meldt men van den aosten dezer het volgende: Den llden Waren alhier een paar gehuwde lieden door kolendamp gestikt. Ofschoon geen sporen van leven zich vertoonden, slaagden de geneesheeren door stortbaden, aderlatingen, wrijvingen, enz, het leven Weder op te wek. en beide menschen te behouden. Het verdient vooral opmerking, dat zjj eerst na verloop van 10 uren teekenen van leven gaven, en dat men dus in zoodanig geval de hoop niet spoedig moet opgeven. De verkiezingen voor de Tweede Kamer der Badensche Stenden ofschoon de Regering zich alle moete doet, om die in haren zin te doen uitvallenschijnen geheel tegen haren zin te zullen geschieden en dezelve daarom bedacht te zijn om den Staatsraad Nebenius, welke voor eenigencijd op pensioen is gesteld, omdat hij zich met het Ministerie niet verstaan kon óp nieuw in het bewind te roepen. Deze Staatsman is bij het volk zeer gezien en bemind; doch men meent, ofschoon de Regering tot zijne weder indiensisrelling zou mogen overgaan, dit op de verkiezingen geenen invloed meer zou hebben. De Patisielijke Regering heeft dezer dagen uitspraak gedaan, in het proces tusschen de famielje van Paganini en de geestelijke Overheid te Rome. Zooais in der tijd gemeld is, had laatstgenoemde verklaard, dat Paganini niet als Christen gestorven was en dus niet in gewijde aarde kon begraven wotden. De Regering heeft de geestelijke Overheid gelast het proces op de plaats zelve te herzien eh de gronden van bewijs door de famielje aangebragt, dat Paganini wel als Christen gestorven is, op nieuw te onderzoeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2