r U R K Y E. DÜITSCHLAND. FRANKRII K. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, ^ydea. >iand gewezen. Zij hebben den Gouverneur met kracht beantwoord; er kennen in dat antwoord, dat de Engelschen eene magtige natie zijn, doch herinneren tevens dat hunne vooronders tegen Spanje, toen de magtig- ate natie den oorlog durfden aanvangen en overwonnen. Zoo ook'zullen zij, op Gods hulp steunende, zich in de gebeden en den bijstand van hunne Europsc'ne broeders aanbevelendehet roemrijk voorbeeld hunner dappere voorvaderen volgen, en hunne onafhankelijkheid trachten te ver. krijgen. Den röden dezer waren de Effecten aan de Beurs te Amsterdam, ais volgt: de 2} pCt. Werk. Sch. 535; 5 pCt. 101J; Kansb. 26\i Hand.- Maatsch. 156®Ard, Coup. 23{. CHINA. In eenen brief door een* der officieren der Brirsche zeemagr uit Ningpo geschreven, van den 28 October, komt het volgende voor, geschreven na de inneming der stad Cbing-hal'j In de stad ontdekte wij eene tnetaalgieterijwelker magazijnen voor eene waarde van 6,000 aan blokken koper bevatten; men had er dienzelfden ochtend een kanon gegoten, dat nog zoo heet was, dat men er zijn hand niet op kon leggen. Het getal der koperen kanonnen, waarvan wij ons aldaar meester maakten, beliep 70, ieder van eene gemiddelde waarde van 150 Men heeft geen zilver ontdekt, hoewel het aan nasporingen daartoe niet ontbroken heeft. Te Ningpo, waar wij twee dagen later zonder een geweerschot te doen, binnenkwamen, waren wij gelukkiger. Weidra ontdekte men de GoUverne menis-kas, die nog voor eene waarde van 16,000 aan gemunt zilver in hield, dat in 51 kistjes ingepakt was. Men verhaalde ons, dat de nsanda. rijnen de drie vorige dagen onophoudelijk met het wegvoeren van geld bezig waren geweest. Ningpo is eene groote stad, op de oevers van twee rivie ren gebouwd, en ten minste met 200,000 inwoners bevolkt. In dé voor naamste straten zijn in de benedenhuizen groote winkels, die van buitea zeef opgesierd zijn. Aan den oever der rivier vindt men aanzienlijke magazijnen, vol suiker, rijst en thee. Op de rivier zelve vermeesterden wij eene ge. heele vloot jonken. Bij den eersten oogopslag bemerkt men, dat Ningpo eene gewigtige handelplaats is. In het midden der stad staat een 150 voet hooge toren, van steen gebouwd, en klaarblijkelijk van zeer hoogen ouderdom. Onder de bijzonderheden, die wij alhier vonden, behoort ook de kooi, waarin de Kapitein Imtruther zoo langen tijd opgesloten geweest is. W(j hebben ons daarvan meester gemaakt, en zullen haar naar Engeland overzenden. Wij hebben vier millioen dollars als brandschatting voor Ningpo geëischt. Reeds veertien dagen bevinden wij ons hier, en nog zijn de winkels altijd gesloten, en alle pogingen van onze diplomaten, om met de Chinesche overheden in onderhandeling te treden, steeds zonder gevolg: al hunne chops blijven onbeantwoord. Intusschen is Ningpo in onze magt, en zoo wij er goed partij van weten te trekken, kunnen wij er wel 6 millioen dollars uit halen. Bemerkende, dat het onmogelijk was de overheden tot capitulatie te bewegen, hebben wij begonnen een groot deel der kostbaarste koopwaren weg te voeren: maar er blijtt nog zoo veel over, dat het de moeite waardig is, ons verblijf alhier nog eenigen tijd te verlengen. Ongelukkig verhindert ons gebrek aan troepen onze krijgsverrigtingen verder uit te breiden. Slechts met 750 man hebben wij het gewaagd, eene stad, die meer dan 200,000 inwoners telt, aan te vallen en in te nemen. Men moet evenwel op zijne hoede zijn. De buitengewone vorderingen, die de Chinezen in zoo korten tijd in de knnst der geschutgieterij, in het ver. sterken der plaatsen, en in het vervaardigen van wapenen gemaakt hebben; de moed, waarmede zij bij de laatste gevechten onder het bereik onzer bat terijen staande gebleven zijn, dit alles geeft stof tot nadenken en moet ons overtuigen, dac men de Chinezen niet verder den tijd moet laten, om dé krijgskunst te leeren. Nog andere brieven van dezelfde en vroeger dagteekening deelen soortge. lijke berigren mede; een derzelver bevat nog het volgende: Onze laatste overwinning is den Chinezen duur te staan gekomen. Onder de omgekomenen telt men Yu-Kiang, de Keizerlijke Commissaris der pro. vtncie. In wanhoop over zijne nederlaag, beproefde hij eerst zich te ver. drinken; doch, door zijne officieren gered, maakte hij een einde aan zijn leven door het inzwelgen van goud, eene zeer fatsoenlijke manier van zelf. moord in dit land. Deze persoon was een onzer bitterste vijanden; hU was het, die eenen prijs op onze hoofden gezet had, die den Kapiteit Stead in stukken liet houwen, en die alle Chinezen, die ons te Chosan vriendschap, pelijk behandeld hadden, liet onthoofden. Het was een wreed man, maar vol moed en kunde, en aan wieri de Chinezen, meer dan aan ieder ander, hunne laatste vorderingen in de krijgskunst verschuldigd zijn. In zijn huis vonden wij alle plannen, zijne kaarten, zijne papieren, de bevelen des Kei. zers, enz. Onder andere Belangrijke stukken, trok vooral een brief van den Onderkoning van Formosa onze aandacht, waarin deze berigt, dat hij met de Portugezen op Macao en de kooplieden van Manilla eene overeenkomst omtrent het leveren van wapenen, kanonnen, krijgsbehoeften, enz, gesloten heeft. In een ander stuk, in den vorm eener memorie gesteld, draagt hij aan den Keizer voor, om de Engelsche gevangenen in het leven te laten, onder voorwaarde, dat zij de Chinezen in het vervaardigen van stoombooten zullen onderrigten, en hen met alles, wat op de marine betrekking lud, zouden bekend maken. Eene groote menigte Turken is op de grenzen van Montenegrobij Her. zegowinaonverwachts op het onzijdig grondgebied van Grahovo, dat groo. tendeels door Christenen bewoond wordt, gevallen, heeft 7 herders het hoofd afgeslagen, en 40 anderen benevens eene aanzienlijke kndde.het eenig eigendom der bevolking, medegevoerd. -Binnen kort werd de Grieksche Gezant, Maurokordatote Konstsn. tinopel te gemoet gezien; hij was den 23 Februari] met eene Oostentijk. sche stoomboot van Athene vertrokken. - De Engelsche Consul-Generaal in ./Egypte heeft zich zeer veront. waaraigd getoond, dat Mehemed-Ali den hattischeriff van Golhane niet in al deszelfs uitgestrektheid liet werken; hij heeft hem bedreigd, dat, zoo hierin geene verandering kwam, hij uit ./Egypte vertrekken zou; welke gebeurtenis, die men echter nog in het eerst niet te gemoet ziet, daar Mehemed-AIi zich wel zal laten vinden, nieuwe verwikkelingen zou doen ontstaan. Door den storm van II. Donderdag,is tusschen a en 3 ure, de Rhijnbrug te Wezel weggerukt, zoodat in den namiddag de gemeenschap tusschen beide oevers geheel was afgesneden; men hoopte echter de brug spoedig te herstellen. Ook zijn eenige schepen door dien storm op den Rhijn gezonkeneen bij Munchewerth met steenkolen beladen en een bij Duaseldorp geladen met aardappelen en gerst. In de Hessen-Darmstadtsche Stendenvergadering is besloten aan de Regering een verzoek in te dienen, ten einde eene wet tiit te vaardigen, bij welke aan Israëliten het staats-burgerregt kan verleend worden. Parijs den 15 Maart. Door den Hertog van Orleans en zijne broeders i» het plan gemaakt, om jaarlijks ten voordeele der armen, een bal ie geven hetgeen den naam van: Bal der Printen zal dragen; de toegangkaartjes inlleu voor hoogen prijs worden uitgegeven. De Kamer van Afgevairdigden heeft bijna met algemeene «temmen de kerk de la Madelaine aan de stad Parija afgestaan. De Regering zou gelast hebben, dat alle Spaansche Uitgewekenen aan de grenzen zich bevindende, naar het binnenste des lands zouden ver. voerd worden. Omtrent het huwelijk van den Hertog van Bordeaux met eene Russi. sche Prinses, hetgeen door eenige dagbladen was uitgestrooid geworden, wordt thans door die bladen gemeld, dat de onderhandelingen dienaangaande zoo goed als afgebroken zijn. Het getal Spaansche uitgewekenen in Portugal wordt op ruim 3000 begroot. De Geiifputrerdf. Staten der Provincie Zuid-Holland brengen bij deze, ter kénnisse van de belanghebbenden, dat door hen, naar aanleiding van art. 1 van Zijner Majcsreits besluit van den 2 lanuarij 1842, N«. 61, tot de waarneming van het Poor zitterscliap der Provinciale Commissie van Onderwijs in Zuid-Hollandis benoemd, de Kd. Gr. Achtb. Heer Mr. J. van Dam van NoordeloosLid hunner Vergadering. 's GravenhageDe Gedeputeerde Sta tenvoornd, den 8sten Maart 1842. Van der Duvn. Ter ordonnantie van dezelve D. j. t. Z. Ganswijk. De Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Zuid-Holland, f Gezien de missives van den Luitenant-KolonelDirecteur van de Stoeterij te Borculo van den gden February 1842, N\ 14, en 26 Februarij 1842, N°. 38, waaruit blijkt* dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, te bepalen: dat er. in dit jaar, niettegenstaande de opheffing van gezegde Stoeterij, nog eenige hengsten zullen worden uitgezonden; En in aanmerking nemende, dat de voor de provincie Zuid-Holland, uit de bedoelde Stoeterij ter beschikking gestelde Hengsten, eerlang op de plaats hunner bestemming zullen aankomen Brengt bij deze, ter kennisse van de belanghebbenden, dat op den I2den Maart 1841, te *s Gravenhageen wel op de Hofstede Ueerdervoort aan den Scheveningscben Straat weg twee hengsten uit de voornoemde Stoeterij zullen worden aangebragt, en men der halve, echter niet op Zon- en Feestdagen, de Merrien ter dekking zal kunnen aanbieden, doch zich te voren bjj het Siedeljjk bestuur zal dienen te vervoegen, ter bekoming van het certificaat, voorgeschreven bij art, 256 van bet, bij besluit van den 2den Junij 1826, goedgekeurde, reglement voor de voormalige Rijks-Stoeterijenen zulks ten bewijze, dat de Merrien in eigendom toebehooren aan diegeneudoor wie zij ter dekking worden aangeboden; zullende daarvan, door het Stedelijk Bestuur, aanteekening worden gehou den op eene deswege door hetzelve te houden lijst. 's Gravenhageden 9den Maart 1842. De Staatraai, Gouverneur voornoemd. Van der Duyn. Heden beviel, voorspoedig, van eenen ZOON, Vrouwe MARIA STADNITSKI, geliefde Echtgenoot van Amsterdam, ii Maart 1842- H. van BEECK VOLLENHOVEN. Heden verloste zeer voorspoedig van een welgeschapen ZOON, CORNELIA SMULDERS, geliefde Huiavrouw van Haarlem den 15 Maart 1842. A. BOOM. Heden verloste voorspoedig van eene DOCHTER, ELISABETH WYNSTROOM, geliefde Echtgenoot van Leiden, 15 Maart 1843. Albs, van LEEUWEN. De Deelhebben in het Fonds voor den KATWJJKSCHEN STRAAT WEG, worden uitgenodigd, om op Donderdag den 31 Maart 1843, des namiddags ten twaalf nre, te compareeren in de Heiberg de Ztraan, te Katwijk aan Zee, tot het opnemen der Rekening van CommitsarissenBelast mee de direcrie over gezegde Weg, en over re gaan da «rmdLrrifrdr van een AANDEEL der NEGOTIATIE. De Ondergeteekende PIERRE HERVER, Mr. Schoen- en Laarzen maker, tot zijn innigst leedwezen, van eenige weldenkende Ingezetenen, vernomen hebbende, dat een ten zijnen aanzien, zoo ongerijmde, ouheus- sche en in de gevolgen zeer noodlottige verspreidde beschuldiging in de wereld is gestooten, moetende dezelve strekken om hem niet alleen in zijn bestaan te fnuiken, maar wat meer zegt, den weg tot zijne geheele onder gang te banen. Bijaldien de hem ten laste gelegde van alle waarheid ontbloote beschul- ging (condemnatie tot infamerende straffe, of straffe aan den lijve) inder daad bestond, dan nog ware het billijk, den diep gevallen Natuurgenoot als hij die doorslaande blijke van verbetering aan den dag legt de behulpzime hand re bieden, om hem langs dien weg de eenige ter zijner redding, aan brood en bestaan te helpen, waarbij men dan ook, verdere strafwaardige be drijven zou verhoeden; immers is het schooner de misdaad te voorkomen, dan dezelve te straffen. Van deze stelling uitgaande en ten rigtsnoer en basis nemende, is het in het welbegrepen belang van elk Ingezeten daartoe mede de hand te leenen. gelijk vroeger het geval met de ondergeteekende was, dewelke door zijnen handenarbeid in de behoefte van Vrouw en vijf Kinderen, op eene voeg zame wijze, was voorziende, thans door de verspreiding van bovengezegde kwaadaardige beschuldiging op eenmaal van hetzelve zich ziet beroofd eti met zijn talrijk huisgezin de armoede prijs gegeven. Door deze toedragt van zaken nustaat de Ondergeteekende als bet ware wezenloos, zonder werkzonder middelen van bestaan,en gevolgelijk in eene waarlijk deerniswaardige toestand, daar behoefte bij mangel aan de noodige moed gevoelende, hem aan-een verdubbeld lijden blootstelt, te meer nog, wijl hij zoo oneindig gaarne, door zijne handenarbeid, in zijne hand over hand toenemende dringende behoefte, wenachte te voorzien, dan waarin ter bekoming van werk, de nadeelige indruk der publieke opinie hem thant geweldig tegenwerkt, welke tegenwerking hem aanvankelijk, de hoogat- nadeelige gevolgen doet ondervinden, en onvermijdelijk in de uijpendate armoede, geheel buiten zijne schuld, staat te storten. De Ondergeteekende heeft gemeend langs dezen weg zjjne zielgrievende omstandigheden aan zijne geëerde begunstigers kenbaar te maken, zich In. middels aanbevelende in hunne liefdadige hulp en bijstand, ten einde daar. door Zijne werkzaamheden welke thans (uithoofde van voormelde bladlui, diging) geheel stilstaan, te hervatten, en door dit middel van de ergsts kommer, gebrék. Vertwijfeling en aansporing tot wanbedrijf <e blijven be. hoed, alles in zoo verre zulks met de edele bedoelingen zijner bégunsti. gera overeenkomatig zal kunnen geschieden. Lejdenden i8den Maart 1842. PIERRE HERV^R. V Tegen Anguitui of eerder verlangt men bij deftige Lieden te '«'den* voor eene DAME drie Ongemeubileerde KAMERS, met het geN'k van Keuken, Zolder en Kelder. Adres Brieven franco, onder de lette L. Z.B bij den Boekhandelaar C. C. van der HOEK, op de BreedeatraS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2