-Uit het Weekblad van hst Reet biijkt, dat in de zitting van d.tn 'oo. gen Raad van 21 Februari) is behandeld de zaak van J. II Flob'oedie bq •rrest van het Provinciaal Geregrshof van Vriesland van 23 December 1841, schuldig verklaard is aan moedwilligen manslag, en mitsdien veroordeeld tot de straf van hec zwaaijen met het zwaard over hec hoofd en acht jaren con finement. Tegen dit arrest heeft zich de Procureur-Generaal bij hec Provin ciaal Geregtshof van Vriesland in cassatie voorzien en in eene memoriedoor Z. E. G. A. aan den Raad ingediend, is geconcludeerd, dat het arresc van het Hof van Vriesland zal worden vernietigd, en J. II. Flobbe veroordeeld tot de straffe des doods, Mr, D. Leon is voor den veroordeelde opgetreden en heeft het arrest van het Hof van Vriesland verdedigd. Den 28 Februari) heeft de Procureur-Generaal in deze zaak geconcludeerd tot cassatie van het arrest, wegens gebrek in den vorm en verwijzing der zaak naar het Hof van Groningen. De uitspraak in deze zaak is bepaald op 22 Maart aanstaande. Maandag I. I. beeft te Amsterdam plaats gehad de aanbesteding tot hec leveren van al de verder benoodigde houtschroeven en eindverbindingen ten dienste van de Hollandsche IJzeren-Spoorweg-Maatschappij, Dmgsdag 11., den 2den dezer, plaats gehad in 4 gedeelten: als de schroeven, voor f 384; de bouten, voor ƒ270; de krammen, voor f 252, en de plaatjes, voor f 228alles per tonde aanneming is geschied door .7. H. Rijland en Comp.te Birmingham; en is zulks den aden gevolgd gewotden, door de aan besteding van het maken van de noodige bruggen, duikers en verdere wer ken, behoorende toe de ade en 3de sectie van den IJzeren-Spoorweg van Amsterdam naar Rotterdam, hetwelk aangenomen is voor 144,000, door Pieter FitterAz., aannemer van publieke werken, wonende te Sliedrecht. Men meldt uit Groningen van den 3den dezer: Op den 25sten der vorige maand beeft op het Scbildmeer, onder Sidde. buren, gemeente Slochteren, een treurig ongeluk plaats gehad. Twee jon gelingen, de een oud 26. de andere 23 jaren, beide zonen van den water- molenaar Jan Reinders Dallingawonende bij hec Schildmeer, werden, terwql zij zich met eene boot ot schuitje bijna midden op het meer bevon. den, overvallen door hevige rukwinden. Schoon wel ervaren in het bestu ren eener boot, en al hunne krachten inspannende, óm den oever te berei. ken, overstelpten de golven het vaartuigje en sloegen hetzelve om. De oudste dezer broeders zonk in de diepte weg en werd niet weder gezien; de jongste, min of meer kunnende zwemmen, bereikte, na vele worste. lingde omgeslagen boot, en klemde zich aan dezelve vast. De ouders en meer andere stonden aan den oever, en waren aanschonwers van dit akeiijk tooneel; niemand echter durfde het wagen, om de ongelukkigen ter hulp te komen. Spoedig verspreidde zich het geruchc van dit ongeval aan de huizen iu de nabijheid; op het eerste gerucht komt Hendrik de Pries, een man van 70 jaren, toesnellen, stapc in zijn schuitje, dac aan den wal lag, eti begeefc zich geheel alleen, tot verbazing van de toeschouwers naar de jalaats alwaar het omgeslagen vaartuig zich bevindt, en redt alzoo, met gevaar van zijn leven, den ongelukkigen schipbreukeling, bragt hem behouden aan wal, en geeft hem aan de ouders, die hunne beide zonen reeds als verloren beschouwden, terug. Het lijk van den anderen broeder is, na vier dagen zoekens, niet wedergevonden, Uit Vlissingen schrijft men van den aden dezer: Een allernoodlottigst toeval stortte heden twee huisgezinnen in de bitterste droefheid, en vervulde elks hart met het innigste medelijden. Gerril Snap kaan, oud 31 jaren, kweekeling aer 2de klasse bij het loodswezen, en Jo- seph Albertus van Dierendcnck, oud 21 jaren, matroos bij dezelfde dienst, de eerste gehuwd, vader van drie kinderen, en man eener hoog zwangere vrouw, de laatste een veelbeloovend braaf en algemeen geacht jongeling, beiden dienstdoende op de lootsboot N°. 7. liggende ter reede dezer stad, begaven zich met groente en eenige levensmiddelen, in eene boot heden morgen ten 10 ure naar de reede. Op ue hoogte van de Marinehaven raakte hec kleine zeil eensklaps los, en sloeg de boot door de branding om, de ongelukkigen zag men een oogenblik op de omgekeerde booc zitten, toen eene windvlaag dezelve andermaal deed kantelen, en beiden elkander in de armen geklemd houdende, in de diepte zonken en hun graf in de golven vonden. Hoewel hec ongeluk geheel plotseiijk en onverwacht plaats vond, snelden er echter dadelijk, bij het kenmerken van hec gevaar, twee booten ter redding toe, maar helaas, te laat. Eene weduwe in zwangeren toestand, met drie kinde ren, mist haren man en verzorger, en de ouders van eenen braven jeugdigen zeeman betreuren een veel belovenden zoon, die de troost van hunnen nade renden ouderdom was. O O S T - I N D I E. De laatste berigten (uit Indië van den 11 Januarij zijn nog niet bemoedi. gend voor de Engèlschen, ten aanzien van den toestand in Afghanistan. Uit dezelve blijkt wel, dat de grootere Engelsche afdeelingen zich door de opstandelingen hebben heengeslagen en versterkte plaatsen bezetdoch er heerschte onder die troepen grooc gebrek aan levensmiddelen; de kleinere afdeelingen waren meest allen in de handen der opstandelingen gevallen en afgemaakt. Een gedeelte der Engelsche troepen, te Kandahar gestationneerd, had zich op weg begeven om de Engelschen in de hoofdstad Kabul te hulp te komen, doch hadden hunnen togt moeten staken en cerugkeeren, wegens de door menigvuldige sneeuw ongangbare wegen en hevig heerschende koude. Het Engelsch dagblad, dat deze berigten, die zeer uitvoerig zijn, medege. deelt, voegt er tot slot bij: Niets blijft derhalve aan onze Indische Overheden over, dan de handen in den schoot te leggen, en gelaten te wachten, tot de lente toelaat, om ver sterking in Afghanistan te laten binnenrukken. Dan zal het de vraag zijn, of nog een eenig man in leven is van de dappere krijgsmagt, die de blinde zucht dier Overheden tot vergrooting van grondgebied in dat dorre land heeft doen voorttukken. Waarlijk een rampzalig einde van de stoute en gelukkige krijgsbedrijven, die onze verovering van die landstreek hebben gekenmerkt 1 Waarlijk eene vreesselijkemaar misschien nuttige les voor de regeerders die zich zeiven een Hastings of een Olive droomen en in hunne opgewon denheid zich voorstellen, dat om een land voortdurend het onze te kunnen noemen, het genoeg isin eenige gevechten de bovenhand te houdeneenige poorten te doen springen, eenige weinige forten te bestormen en eenige hon derden woeste Afghanen neêr te schieten! Het zijn regenten, die zich ver. beelden voor niets anders uitgezonden te zijn, dan om eenige duizenden vierkante mijlen aan een Rijk te hechten, dat reeds veel uitgebreider is dan eene wijze staatkunde medebrengt, en daarheen streven, in plaats van sa mensmelting, verbetering bevestiging van hetgeen wij bezitten, na te jagen. Gelijktijdig aangekomen berigten uit China bevatten niets bijzonders. Wan. neer het gunstige jaargetijde daar was, zou er een aanval op Peking gedaan worden, WEST-INDIE. Uit Paramaribo wordt het volgende van 19 Januarij gemeld: Vlet was op den voormiddag van den 4 December, dac de schoener Robert Hajnes, door verscheidene alhier gevestigde kooplieden gecharterd, en op weiken zich als passagiers bevonden de heeren D, Juda, J. Juda, M, D. Sanches en Mr. D. Hoola van Nooten, de reede van Paramaribo verliet, om naar de naburige kolonie Demerarij te stevenen. Met eenen gunsiigen wind kwam dat vaartuig tegen 3 ure des namiddags op de hoogte Van Braamspunt aan en stak vervolgens in zee. Omstreeks ten 4 ure in den morgen van den sden dito werd men aanboord eenen olieachtigen damp, vergezeld van eene zeer onaangename lucht, ge- wa:r, ter vijl des nachts eene steeds toenemende benanttwende hitte zich in de kajuit had doen gevoelen; al spoedig, en wel bij het aanbreken van den dag, ontdekten de matrozen, dat er een dikke rook uit het ruim opsteeg, hetgeen de schipper deed veronderstellen, dat door het breken van een of meer fiesschen vitriool in het vaartuig brand was ontstaan. Men ging terstond aan het werk, om eenige manden met eetwaren, die voorhands in ruim gepakt waren, er uit te halenen over boord te werpen; maar al dadelijk sloeg er een verschrikkelijke vuurgloed uit, die alle middelen tot behoud en redding van het vaartuig vruchteloos maakte. In dit ontzettend oogenblik sprongen zoowel de gezagvoerder en zijn volk, als de passagiers, in eene zoogenaamde Small-boat; In dit ranke vaartuig moesten negen personen ztch aan het onstuimig élement vertrouwen, terwijl zij zich op ongeveer tien mijlen afstand! van den wal bevonden, toen zij deze noodlottige gebeurtenis ont— dekten. De spoed, waarmede zij den reddingloozen schoener verlaten moesten, liet hen niet toe iets meer of anders, dan eenen zeer geringen voorraad van levensmiddelen, mede te nemen; ten drie ore des middags zagen zij voor het eerst land, en na in het geheel bijkans dertien uren tusschen hoop en vrees gedobberd te hebben, werden zij door de zware golven op het strand gevoerd, zijnde hunne kleederen door hec zeewater druipend nac en met slijk als orertogen. Met behulp van eenige lucifers, die een der passagiers toevallig bij zich had, gelukte het hun vuur aan te maken, en, zoo goed mogelijk, hunne kleederen te droogen. Beroofd van levensmidde* len en inzonderheid van drinkbaar water, moesten zij in de opene lucht ver* nachten. Den volgenden morgen begaven de passagiers zich boschwaarts, langs het strand, de Kapitein en zijn volk naar de Small-boat, om op te ne men waar ter plaatse zij waren aangeland. Ten 12 ure des midddagi vervoegde de Kapitein zich weder bij de passa giers, en berigtte hnn, dat zjj zich op de hoogte van Nickerie en wel bjj de Turlebank bevonden. Hierop besloten de gezamenlijke lotgenooten, hoe vermoeid ook, den weg door de bosséhen te volgen, coen zij, na eenen hoogst, moeijelijken togt van eenige uren, tegen den middag In de verte de gebou. wen der plantaadje Gordonspunt in het gezlgt kregen! Daar werden zijdoor den heer Gordon met al die harcelijkheid opgenomen en bijgestaan, welke hnn beklagenswaardige toestand zoo zeer verdiende: Noodeloos zoude hec zijn hierbij te vermelden, dat de West-Indische gastvrijheid alhier op de schoonsce wijze werd ten toon gespreid, en dat dé edele gastheer en de zijnen als om strijd zich beijverden, om de onderscheidene behoeften der lotgenooten te vervullen. Nadat zjj twee dagen hij den heer Gordon vertoefd haddenvervolgden zij hunne reis naar Nickerie en werdén aldaar door den landschrljver, den heer J. F. Gordon, op eene, dezen ambtenaar zeer ver- eerende wijze, ontvangen en ondersteund, terwijl aan de matrbéen van den Kapitein Blanekgrove levensmiddelen uit "a lands magazijnen werdén toegediend. AFRIKA. De volgende statistiek van de Vereenigde Staten, door itti Christian-Al manac van 1842 medegedeeld, verdient alle geloof. De béiironers van de Vereenigde Staten zijn volgens denzelven op deze wijze verdeeld: Presbyterianen 2,175,000 belijd. 3,744 gem. en 2,898 leeraars. Doopsgezinden 4,300,000 7,130 4.907 Congreganisten 1,400,000 1,300 1,150 Methodisten 3,000,000 3.506 Episkopalen 600,000 950 849 Hollandsche Hervormden 450,000 197 192 Duitsche m onzeker get. 600 180 Lutherschen 540,000 750 297 Christianen 300,000 1,000 800 Mennoniten onzeker get. 200 Moravische Broedets 12,000 24 33 Quakers 100,000 500 Katholijken 800,000 512 545 Unitaristen 180,000 200 174 Universaliaten 600,000 -653 317 Shakers 6,000 ,5 .6 Tunkers 30,000 40 40 Swedenbnrgianett 5,000 27 33 Mormonitea 12,000 Joden 15,020 SPANJE. In eene zitting van den Senaat heeft de eerste Minister Gonzales op eene vraag, omtrent hec gebeurde met den Franschen Gezant Salvandj geantwoord, dat, daar de onderhandelingen over die zaak nog niec waren afgeloopen, hjj daaromtrent geene inlichting kon geven. In eenen bijzonderen brief uit Madrid van den 22 February leest men het volgende: Dezer dagen was er een gerucht in omloop, dat een sluipmoordenaar een geweerschot tegen Hare Maj. de Koningin Isabella had gelost, terwjjl zij bezig was in den tuin van hec paleis El Buen Retiro te wandelen. Sommige personen hebben aan het gerucht van deze wandaad (waarvan het denkbeeld alleen ons doec huiveren) geloof gehecht, en er bijgevoegd, dat de Voogd van Hare Maj., de heer Arguetles, deswege naar het paleis geroepen was, op een oogenolik, dat hij eene zitting van de Cortes bijwoonde. Intusschen wordt dit gerucht, waaraan wij trouwens geen geloof verleend hebben, thans tegengesproken. Het schijnt, dac de jonge Koningin eenige hagelkorrels door de lucht heeft hooren suizen, voortkomende van het geweerschot van eenen persoon, die zich in het veld nabij de wandeling aan de jagc overgaf. Er is een regcerlijk onderzoek omtrent deze zaak aangevangen. DUITSCHLAND. Den eSsten February heeft te Berlijn de plegtlge doop plaats gehad van de jonggeboren dochter van HH. KK. HH. Prins en Prinses Albert van Pruis, sen; Zijne Maj. Koning Willem FiederikGraaf van Nassau was bij die plegtigheid als doopgetuigen tegenwoordig geweest. - De Groot-Hertog van Baden heeft bepaalddat onmiddeljjk een aanvang zal worden gemaakt met de verkiezing voor de Landdags-Vergadering, Te. vens heeft hij aan alle active staats- en kerkelijke beambten voorgeschre. venomindien zy mogten benoemd wordenhec verlof daartoe van hunne superieuren te vragen. Uit Frankfort melde men van 28 Februarljs Berigten van ooggetuigen geven eene luisterrijke schildering van bet iutfef. daad prachtige caroussel of steekspel, hetwelk de Hertog van Nassau heeft gegeven ter viering van de verjaring des geboortedags van H. K. H. de Hertogin-weduwe van Nassau. De toebereidselen tot dit zeldzame spel, hetwelk in den avond Van 25 dezer te Wisbaden heeft plaats gehad, waren met verwonderlijken smaak getroffen. De Hertogelijke rybaan, waar het steekspel werd gehouden, een zeer hoog, in gocschen stijl opgetrokken gebouw, was in een wezentlqk tooverpaleis herschapen. Eene verlichting, als door helderen zonneschyti, naar eene nieuwe uitvinding, vermeerderd door 4000 waskaarsen, deed bet oog verblinden. Behalve het Hof waren nog ruim 500 personen genoodigd, bestaande uit de notabelen van het Her. togdom en vele aanzienlqke gasten Uit Frankforc, Maints en Darmstadt. De Hertog zelf en elf Ridders voerden het steekspel uit. De Hertog en drie andere waren in nieuw Hongaarsch gewaad, vier Ridders in oud Hongaarscht kostuum (ulc de 13de eeuw) en een overige vier in een fantastieke Bedulnen kleed gedoscht. De uitvoering van bet steekspel, hetwelk ten 8 ure eenen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2