a0. 1843. leydsché n\ 34, courant, VRIJDAÖ, 25 FEBRUARI]. NEDERLANDEN. Let den, 24 Februarlj. Vervolg en Slot van het ontwerp van wet II. Donderdag aan de Tweede amer der Staten-Generaal medegedeeld over het Notaris-ambt. HOOFDSTUK IV. yan het toezigt ever de Notarissen, de schorsing in hunne bediening, hunne afzetting en veroordeeling tot boeten; mitsgaders derzelver honorarium. Art. s<. De Notarissen staan, in de uitoefening hunner ambtsverrigtingen »der het onmiddellijk toezigt van het Openbaar Ministerie bij de regtbank jan bet arrondissement waarin zij zijn gevestigd. Indien een Notaris de waarheid van zijn karakter of zijne ambtsbezigheden oogt verwaarloozenof zich aan inbreuken op de wetten en verordeningen if andere misslagen mogt schuldig maken, wordt zulks door hec openbaar oinisterie, hetzij ambtshalve, bettij ten gevolge der klagte van de belang, iebbende partijen, ter kennisse van de Regtbank gebragt. Behalve in de gevallen waarin bij deze wee bepaalde straffen zgn vastge- teldzijn de Arrondissements-Regtbanken bevoegd tot het doen van enkele vaarschuwing en van berisping, na verhoor van den belanghebbende Nota. is, of deze behoorlijk geroepen zijnde. Art. 52. Wanneer een Notaris bereids twee malen mogt zijn berispt, !n daartoe andetmaal aanleiding mogt geven, of in geval van ongeschiktheid ioor ouderdomzwakte of aanhoudende ziels- of ligchaamsziekten, zal de sfBcier bij de Arrondissements-Regtbank daarvan, door ttisschehkomst van lenj Procureur-Generaal bij het Provinciaal Geregtshof verslag doen aan den Minister van Justitie, en zal, op eene daartoe door dezen te doene voor» iragt, de benoeming van zoodanigen Notaris door den Koning kunnen wor, len ingetrokken, Art. 53. De régiivorderingen tot schorsing van eenen Notaris In de uit. oefening zijner bediening, zijne afzetting of veroordeeling tot geldboeten, ler zake van overtredingen dezer wet en in de gevallen daarbij voorzien, tullen worden ingesteld door het Openbaar Ministerie bij de Regtbank van hes Arrondissement in hetwelk de standplaats van den Notaris gevestigd ia, en zulks, hetzij ambtshalve, hetzij op de aanklagte van de belanghebben iien of van de ambtenaren van bet bestuur der registratie. Art. 54. Bij ieder vonnis, waarbij een Notaris voor eenen bepaalden tijd in de uitoefening zijner bediening wordt geschorst, zal tevens een der Notarissen, in hetzelfde kanton als de geschorste gevestigdworden be. Inoemd, om gedurende dien tijd aan de belanghebbenden, welke zulks mog- ten verlangen, grossen, afschriften of uittreksels van ten zijnen overstaan gepasseerde acten uit te leveren, IArt. 5s« In'aien de straf van schorsing, krachtens de bepalingen dezer wet, eenmaal tegen eenen Notaris is uitgesproken, zal, inaten hij ander maal schuldig wordt geoordeeld aan eene overtreding welke zijne schorsing len gevcige zou kunnen hebbeo, deze straf door zijne afzetting'worden rervingen. ZVt. 56. Wanneer de regisvordering alleen strekt tot betaling eener geld - boete, zal de Notaris de regtsvervolging kunnen voorkomen door vrijwillig het bedrag der boete te betalen met de kosten, indien hjj reeds was ge dagvaard. In dat geval zal de boete aan den bevoegden Ontvanger niet anders kun nen worden voldaan dan op schriftelijke magtiging van het Openbaar Minis terie aan hetwelk de kwitantie van den Ontvanger door den Notaris zal moeten wotden overgeoragt binnen den tjjd door het Openbaar Ministerie te bepalen. Art. 57. De ambtenaren van het bestuur der registratie zijn verpligt, om van alle overtredingen dezer wet bij proces-verbaal te doen blijken. Art. 58. Tot regeling van het honorarium voor de verschillende werk. zaamheden, welke aan de Notarissen bij de wet zijn opgedragen of door de wet zijn toegelaten, gelijk mede voor de verschotten welke aan hen in re kening zullen worden gebragt, zal een tarief worden vastgesteld. Gemeld tarief zal worden ingesteld bij reglement van openbaar bestuur. Hetzelve zal, tot dat daaromtrent nader bij de wet zal zijn beschikt, hetgeen uiterlijk binnen drie jaren na deszelfs invoering zal moeten plaats hebben, eene wettelijk verbindende kracht hebben. Het zal aan de Notarissen niet geoorloofd zijn, om voorde werkzaam, henen welke door ben als zoodanig worden verrigt, eenige andere beloo. ning, onder welke benaming ook, in rekening te brengen, dan die welke bij het tarief is bepaald, HOOFDSTUK V. Van het besvaren en ever brengen van minutenregisters en repertoria Art. 59. De Notarissen zullen hunne minuten en registers zorgvuldig in eene gelijke orde bewaren, en die steeds wegsluiten op eene voegzame en zoo veel doenlijk veilige plaatse. Art. 60. Onmiddellijk na het overlijden van êenen Notaris, zullen de onder hem berustende minuten, registers en repertoria door den Kantonregter wor. den verzegeld, Alvorens daartoe over te gaan, zal hij de acten, welken nog niet op het repertorium mogten gebragt zijn, daarop inschrijven, en hetzelve, met ver. melding van het getal der ingeschrevene actenmoeten onderteekenen. Deze bepalingen zijn mede van toepassing in .geval van inhechtenisneming van een Notaris, of in de gevallen bij de 18de en 19de titels van het eerste boek van bet Burgerlijk Wetboek, en bij de wet van den 29 Mei 1841 (Staatsblad N". 20) voorzienin welke gevallen de verzegeling onmiddellijk op requisitie van bet Openbaar Ministerie zal kunnen plaats hebben. Art. dl. Indien de betandhebbende partijen, gedurende de verzegeling, grossen, afschriften, uittreksels of eenige andere mededeeling van verzegelde minuten mogten verlangen, zal de Voorzitter der Arrondissements-Regtbank, op een daartoe in te dienen verzoekschrift, de ontzegeling kunnen bevelen, en eenen Notarisin het kanton gevestigd, benoemen, om de verlangde grossen, afschriften of uittreksels te vervaardigen en af te geven, of de verlangde mededeeling te doen; zullende de verzegeling daarna onmiddellijk moeten worden hersteld. Art. 62. De minuten, registers en repertoria van overledene, ontslagene of naar een ander arrondissement verplaatste notarissen, zullen met eu be nevens de minuten, registers en repertoria, welke, ten gevolge van het af. treden of het overlijden van eenen Notaris, vóór de invoering dezer wet in hun bezit zijn gekomen, worden overgebragt ter griffie van de regtbank waaronder hunne standplaats behoort. Deze overbrerging zal geschieden, in geval van Overlijden, door of van wege de erfgenamen des overledenen, en in geval van ontslag of verplaat, sing door oen ontslagenen of verplaatsten Notaris, binnen eene maand, te rekenen van den dag van het overlijden, het ontslag of de verplaatsing, op eene boete van vijf en twintig gulden voor iedere ingegane maand verzuim. Eenen Notaris van zijne oediening ontzet zijnde; wordt slechts ééne week, te rekenen van den dag dac de uitspraak in kracht van gewijsde zal zijn gegaantot deze overbrenging vergund, onder verbeurte van vijftig gulden voor iedere ingegane week verzuim. Art. 63. De Griffier der Regtbank zal, onder het laatste nummer van hec overgelegde repertorium, eene verklaring van de overneming der minuten registers en repertoria stéllen. 'indien er eénige ontbreken, zal hij daarvan, fflet aanduiding van derzelver nummers, uitdrukkelijk melding maken. Art. 64. De alzoo ter griffie övergebragte minuten zullen ter griffie worden bewaard in een daartoe afzonderlijk bestemd vertrek of lokaal, afgescheiden van de overige ter griffie berustende archieven. De sleutel van dat vertrek of lokaal zal steeds onder den Griffier moeten berusten, en de toegang toe hetzelve zal aan niemand buiten zijne tegenwoordigheid, of die van eenen zijner substituten, mogen worden verleend. Zij zullen verpligt zijn te zorgen, dac bij die gelegenheid, of bij eenige andere, nimmer anders dan door de belanghebbenden of hunne regt ver* krijgenden inzage van eenige minuten worde genomen. Art. 65. De Griffiers zijn bevoegd, om van de ter griffie övergebragte minuten, grossen, afschriften en uittreksels af te gevendezelven zullen gelijk geloof in regten verdienen, als of zij door de Notarissen zeiven waren opgemaakt; de bepalingen ten opzigte van de uitgifte van grossenafschrif ten of uictreksels voor de Notarissen voorgeschreven, zijn ook op de Grif* fiers toepasselijk. Zij zullen zich daarbij van hec zegel der Regtbank bedienen. Art. 66. Indien de minuten van eenen Notaris, om eene der redenen in het laatste lid van art. 60 vermeld, zijn verzegeld en die redenen langer dan eene maand blijven bestaan, zal, na verloop van dezelve, door dé Regtbank van het Arrondissement, op het requisitoir van hec Openbaar Ministerie, een Notaris worden aangewezen, door wien de minuten, de registers en de repertoria voorloopig in bewaring zullen worden genomen, om vervolgens, naar gelang der omstandighedenhet zij aan den Notaris terug gegeven, of ter griffie der Regtbank te worden overgebragt. Bij gelegenheid van de ontzegeling, zal door den Kantonregter en den aangewezen Notaris, in het repertorium worden gesteld eene gelijke ver. klaring als bü art. 63 ten aanzie» van den Griffier is bepaald. HOOFDSTUK IV. ilgemeene bepalingen. Art. 67. Alie openbare verpachtingen, verhuringen en vrijwillige vérkoo- pingen bij opbod, afslag, inschrijving, of op welke andere wijze en in welken vorm ook gehouden, zoo van onroerende goederen als van alle on. ligchamelijke roerende zaken, mitsgaders van schepen en vaartuigen vantien of meerdere lasten, zullen alleen ten overstaan van Notarissen kunnen plaats hebben. Alle andere ambtenaren, zoo ook bijzondere personen, welke strijdig mee bovenstaande bepaling mogcen handelen, zullen voor iedere overtreding eene boete verbeuren, welker bedrag, naar gelang der omstandigheden, door de Regtbanken zal worden bepaald, doch niet minder dan honderd en niet meerder dan duizend gulden zal kunnen bedragen, onverminderd de vorde. ring van schade en interessen door de Notarissenen van de registratie- regten, welke op dé acteii zoudeü kunnen verschuldigd zijn. Art. 68. Behalve de gevallen, waarin zulks uitdrukkelijk bij deze wet is bepaald, zijn de Notarissen in het algemeen, tot vergoeding van kosien, schaden en interessen jegens de belanghebbenden gehouden, wanneer de acteh voor hen verleden, uit hoofde van gebreken in den vorm, in regten worden vernietigd of geoordeeld worden slechts als onderhandsche acten te kv.nnen gelden, onverminderd gelijke vergoeding, zoo dikwijls zij bedrog gepleegd of list gebezigd hebben, Att. 69. De regisvordenngen tot schorsing van eenen Notaris in de uit oefening zijner bediening, zijne afzetting of veroordeeling tot geldboeten, ter zake van overtredingen dezer wet, en in de gevallen daarbij voorzien, zullen zijn verjaard na verloop van v(jf jaren, te rekenen van den dag der overtreding. Art. 70. Tot tijd en wijle hst bij art. 58 dezer wet vermelde tarief zal zijn vastgesteld en in werking gebrsgt, zullen de Notarissen hun honorarium op den thans besisanden voet blijven berekenen en hunne declaratien zullen, in geval van wei schil daarover, (foor den Voorzitter der Arrondissements- Regtbank worden geiaiceerd. Art. 71. Al de Notarissen; die op den dag van de afkondiging dezer wee in het dadelijk bezit of de uitoefening van hunne bediening zijnworden daarin bevestigd en gehandhaafd, onder de volgende wijzigingen: De Notarissen, welke naar aanleiding van het iste lid van art. 5 der wee van 25 Vencóse, jaar XI, de bevoegdheid hadden verkregen om hunne be diening in hec ressorc van het voormalig Hoog Geregtshof te 'sGravenhage uit te oefenen, zullen die bevoegheld met de afkondiging dezer wet verliezen. Aan alle Notarissen wordt de bevoegdheid toegekend, om hunne bediening uit te oefenen in de geheele uitgestrektheid van het arrondissement, waarin zal zijn gevestigd de standplaats, welke hun door den Koning zal zijn of Worden aangewezen. Art. 72. De alzoo in hunne betrekking bevestigde Notarissen, zullen binnen den tijd van ééne maand na de afkondiging dezer wet, moeten vol doen aan het voorschrift van art. 22 van dezelve, en zulks op de boete, daarbij bepaald. Binnen denzelfden termijn zullen Zij zich moeten aanschaffen, en zich nt verloop van denzelve bedienen van het zegel, in art, 46 dezer wet vermeld. Art. 73. De archieven van de ten gevolge der invoering dezer wet afge. schafc wordende Kamers van Notarissen, zullen door den laatst als Secretaris gefungeerd hebbende Notaris, binnen eene maand na de afkondiging dezer wet, worden overgebragt ter griffie van de Regtbank van hec arrondissement, waarin die kamers zijn gevestigd geweest, op eene boete van vijf en twintig gulden voor iedere ingegane maand verzuim. De slotbepaling van art. 62 is ook op deze overbrenging van toepassing. Aan de Griffiers wordt ten aanzien van de alzoo ter griffie övergebragte stuk ken, gelijke bevoegdheid verleend, als aan hen bij art. 65 dezer wet ten aanzien van ter griffie övergebragte minuten is toegekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1