A0. 1843* LEYDSCHE N\ COURANT» MAANDAG, 'di FEBRUARIJ. NEDERLANDEN. Ley den, 20 Februarij. ÖUteren is alhier de 25ste verjaardag van Z. K. H. den PrinS van Oranje bp de gebruikelijke wijie gevierd geworden. Het ontwerp van wèc il. Donderdag aan dè Tweede Kamer der Siaten- beneraal med.egd.eeld over het Notaris-ambt, is van den volgenden inhoud: Wij WILLEM II, enz. HOOFDSTUK I. Pan dè werkzaamheden het ressort en de p ligt en der Not ar hielt Art. i. De Notarissen zijn openbare ambtenaren, aangesteld en uitslui tend bevoegd, om authentieke akten te verlijden, wegens alle handelingen, overeenkomsten eh beschikkingen, waarvan de wet gebiedt of de belang hebbenden verlangen, dat bij authentiek geschritfc blijken zal; daarvan de dagteekening té verzekerende acten in bewaring te houden en daarvan grossen afschriften en uittreksels uit te geven; alles voor zoo ver Het ver. lijden dier abten door de wet nier ook aan andere ambtenaren opgedragen óf aan dezelven geheel voorbehouden is. Art. 2. De Notarissen worden door den Koning voor hun leven aangesteld. Art. 3. Dé Notarissen oefenen hunne dmbtsbediénihg uit in den geheelen Ömtrék van het arrondissement, waarvoor zij zijn aangesteld. De Koning bepaalt het maximum van het getal Notarissen, welke voor Iéder arrondissement zullen worden aangesteld. Art. 4. Aan léderen Notaris wordt, bü het besluit zijnerbènoemlngèene bepaalde gemeente in het arrondissement, waarvoor hij is aangesteld, tot itandplaats aangewezen. Deze standplaatsen worden zoodanig óver het geheele arrondissement ver deeld, dat er ten minste twee Notarissen in ieder kanton gevestigd zijn. Met iriaöhtneming van het bepaalde bij het vorige lid, kan de aangewezen Standplaats' door den Koning, op verzoek van den Notaris, of om redenen van Openbaar belang, worden veranderd. Art. 5. Ieder Notaris is verpligtniet lleeh zijne woonplaats té hebben,' zijn kantoor te houden, en zijne acten te bewaren in de gemeente zijuer Standplaats, maar ook om aldaar zijn werkelijk en gestadig verblijf te houden. Bij overtreding hiervan, zal hij voor den tijd van drie maanden in zijn ambt worden geschorst. Geeri Notaris zal zich langer dan veertien dagen uit de gemeente zijner jtandplaats nio^en verwijderen, zonder verlof van den Officier bij de Regc- bank van het arrondissemencwaarin die gemeente is gelegen, op straffe éëner boete van vijftig gulden, en van schorsing in zijn ambt, in geval van herhaling, voor den tijd van drie maanden. Art. 6. Buiten wettige redenen, mogen de Notarissen hunne dienst niet Weigeren, Wanneer zij tot het ieenen daarvan worden verzocht, op straffe vao voor eenen tijdnaar gelang van omstandigheden te bepalen docïi niet korter dan éóue maand, in hunne bediening te worden geschorst, en van vergoeding van kosten, schaden en interessen jegens de belanghebbenden. Art. 7. Hec Is aan eiken Notaris vérboden, buiten zijn ressorc acten te verlijden. Bij overtreding, zal hij voor den tijd van drie maanden in zijn ümb't worden geschorst; alles onverminderd zijne gehotidenheid tot vergoe ding van kcs en, schaden en interessen jegens de belanghebbenden. Art. ij. De Notarissen mogen niet tevens zijn leden der regterlijke magt (dé jilaaisvervangers Oer regrers en kantonregtersmitsgaders de ambtenaren vin het openbaar Ministerie bij de kantongeregten daaronder niet begrepen), noch ook de bediening uitoefenen van ProcureurSolliciteur of Deurwaarder. Zij mogen wijders ntec zijn, Commissarissen van Poltie, Ontvangers of tndOté Ambtenaren van eenige Rijks-belastingen of der Registratienoch hypotheekbewaarders, hoofden, secretarissenontvangers, of chesaurieis Van eenig plaatselijk Bestuur. Het zal ihtusschen den Koning vrijstaan, aan de Notarissen, om bijzondere redenen, te vergunnen met deze hunne betrekking die van hoofdsecretaris ontvanger of thesaurier van eenig plaatselijk Bestuur uit te oefenen. In geval van twijfelof eenige betrekking met het ambt van Notaris be. stiinbaar zijzal zulks door den Koning worden beslist. Art, 9. Een Notaris welke toe eene der bovengemelde betrekkingen idordi benoemd, en dezelve aanneemt, met uitzondering van het geval, dit hij voor die, bij het 3de lid van het vorig artikel vermeld, bijzondere vergunning des Konings moge hebben verkregen, zal geacht worden van hec Notarii-aisbt te hebbén afstand gedaan, en op de gewone wijze worden vervangen. Wanneer daarentegen iemand, eene der opgemelde betrekkingen beklee. tiende, tot Notaais wordt benoemd, zal hij, door de aanneming van hec Notaris-ambt, zonder gelijke vergunning des Konings, met opzigc tot die betrekkingen, welke in hec 3de lid van het vorig artikel zijn vermeld, geacht worden van zijne vroegere betrekkingen ontslagen te zijn. HOOFDSTUK tl. Van de vereischten om tot Notaris benoemd te worden en van de wijze van benoeming. Arr. io. Om tot Notaris te kunnen benoemd worden, moet men, onver, minderd de vereischten bij de grondwet voorgeschreven: 1®. den vollen ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebben; 4C. aan de wee voor de nationale militie hebben voldaan; 3°. doen blijken van een goed zedelijk gedrag, door middel van een of nbter certificaten, afgegeven door hec bestuur van de plaats of plaatsen, alwaar men gedurende de laatste zes jaren zijne woonplaats heeft geves. Clgd gehad; 4?. Het hierna te melden examen hebben afgelegd. Het is aan den Koning voorbehouden, om dispensatie van den gevorder den oiiderdoHi te Vërleenen, ingeval dé verzoeker den vollen ouderdom drie en twintig jaren heeft vervuld. Art. li'. Het eramen, bij het vorig artikel bedoeld, moet wotden afge legd voor eene Commissie van twee leden uit en een lid van het openbaar ministerie bij het provinciaal geregtshof, in welks ressort ■en gedurende hec laatste jaar zijne woonplaats heeft gevestigd. Het Hof zsl tot dit einde, voorden tijd van twee jaren, twee zijner leden Benoemen, welke bij het eindigen van dien tijd weder benoembaar zijn. Ingeval een of beide der benoemde leden, door ongesteldheid of om andere redenen, verhinderd worden een bepaald examen af te nemen, zal de Voorzitter van het Hof bevoegd zijn, daartoe een of twee andere leden te benoemen. Alt. ia. Deze Commissie zal tweemaal In het jaar, en wel in de maan. den Met en November, vergaderen. De daartoe bepaalde tijd én plaats zullên ten niriste ééne niaand Èevö. rgns wordep bekend gemaakt, door.middel van het dagblad der provincie, of, bij gebreke van dien, door middel van dé Staais-Courant en aankoodr. ging aan het gebouw, alwaar hec Provinciaal Geregtshof deszelts zitting houdt, 1 Art; Ij, Om tot het examen te worden toegelaten, zal met. den volleti ouderdom van drie en twintig jaren moeten hebben vervuld; én zich ten tüinste veertien djgen vóór den daartoe bepaalden tijd nioetert aadmelden bij een aan de voormelde Commissie ingediedÜ verzoekschrift, met over. legging der geboorte-acte en van zoodanige cerctficaac of certificaten van goed gedrsgals voor eene benoeming bij art. i<j, N°. 3 dezer wet wordt vereischt. Art. 14. Dit eximen zal van elkee adspirant afzonderlijk, en wel van den een na den anderen, indien er zich meer dan een tot hec afleggen daarvan hebben opgedaan, worden afgenomen. Hetzelve zal ten minste twee uren moeten duren, waarvan het eerste zal moeten worden besteed tot een ondersoek naar de theoretische, en het andere naar de practische kundigheden van den persoonwelke zich heefc aangemeld. Att. 15. De Commissie met het afnemen van het examen belast, kiese twee Notarissen, om, onder hare leiding, de ondervraging te doen en de noodige proeven op te geven. peze Notarissen hebben alleen eene raadgevende stem. Voor hunne vacatiën en voor de onvermijdelijke kosten wordt door Ieder,j die ziCli tot het afleggen van een eXamen heeft aangemeld, f ao betaald. Art. |6. Zoodia alle de vereischten en voorschriften, bij art.'13 dezer wet vermeld, geheel è'n volledig zullen zijn vervuld en In acht genomen zal het afnemen van het voorschreven examen niet kunnen worden geweigerd, ook dan niet wanneer er in de provincie geene vacature bestaat. Art. 17. Indien de Commiisie oordeelt, dat iemand al die kundigheden; welke in een Notaris worden gevorden; bezit, wordt hem daarvan en van zijn afgelegd examen een getuigschrift overhandigd, waardoor hij de be.' voegdheid erlangt, om in de geheele uitgestrektheid van hec Rijk tot No. taris te worden benóetnd. Art. 18. Die eenmaal, onverschillig in welke provincie, tot Notaris be.' noetnd is, gelijk mede zij die, vóór de invoering dezer wee, van eene der kamers van Notarissen zullen hebben verkregen het certificaat, vermeld in art. 43 der wet van 25 Ventóse, jaar XI, worden van het afleggen van ver. der examen vrijgesteld. Hec examen zal zich voor hen, die den graad van Doctor of Licentiaat: in de regten op eene van *s Rijks Hoogescholen hebben verkregen, alleen bepalen tot een onderzoek naar hunne prakcische kundigheden, en daartoe ten \fiinste een uur moeten worden besteed. Bij hec verzoekschrifc om daarcoe ce worden coegelaten, zal door het» behalve de stukken, in art. 13 dezer wee vermeld, moeten worden over. gelegd hec bewijs van den verkregen graad. Art, 19. De geboorte-accende bewijzen van voldoening aan de natio* uale militie, het certificaat of de certificaten van goed gedrag, mitsga ders hel getuigschrift van het afgelegd examen en van bekwaamheid worden bij 'net verzoekschrift om plaatsing aan den Koning overgelegd. Bereids aangestelde Notarissen zijn daartoe echter niet gehouden, maar kunnen met de overlegging hunner vroegere aanstelling volstaan. Art. 20. De benoemde Nutarissen moeten, binnen twee maanden na de dagteekening Van hunne benoeming, voor de Arrondissemencs-Regtbank toe welker ressott hunne aangewezene standplaats behoort, teder naar de wijze zijner godsdiens:ige gezindheid, den navolgenden eed (belofte) afleggen: [k zwere (belave) getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de grondwet, eerbied voor de regterlijke Autoriteiten; dat ik mijnen pose fnec eerlijkheid, naauwkeurigheid en onzijdigheid zal waarnemen; de wetten, op het Notarisambt gemaakt of nog te mazen, met de meeste naauwgezec- heid zal opvolgen; geene acten. strijdig met de wetten van den Staatopma ken noch tot verkorting van de regten van 's lands schatkist de band Ieenen dat ik de stiptste geheimhouding omtrent den inhoud der acten, overeen, komstig de voorschriften der wet, zal in achc nemen; eh dat ik voorts, hetzij middellijk, hetzij onmiddellijk, aan niemand, wie hij ook zijn moge, ender welken naam of voorwendsel ook, tot het verkrijgen mijner benoeming, iets beloofd of gegeven heb." Btj verzuim van zulks binnen den voorschreven termijn te dóen, worde hunne benoeming geacht vervallen te zijnen wordt er tot eene andere benoeming overgegaan. Art. 21. Vóór hunne eedsaflegging, mogen de benoemde Notarssen gee- nerlei werkzaamheden verrigten, tot hunne ambtsbediening behoorende, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen jegens de belang- hebbenden, onverminderd de straf, hierop bij het Wecboek van Strafregt gesteld. Art. 22. Binnen vee'rtien dagen na de eedsaflegging, moeten zij", op straffe van tien gulden boete voor iederen dag verzuim, hunne hanateeke. ning en paraaph nederleggen ter griffiën van het Provinciaal geregtshof en van al de Arrondissements-regtbanken in de provincie, waartoe hunne stand, plaats behoort. HOOFDSTUK lil. t^an de acten en derzelver vorm; van de minutengrassenafschriften en repertoria Art. 33. De Notarissen mogen geene acten verlijden, waarin zij zeiven,' hunne vrouwen en hunne bioed- of aanverwanten, iti de regie iinie in alle graden, en in de zijdlinie tot den derden graad ingesloten, hetzij in per soon, hetzij door gemagtigdenhetzij in qualiteit, als partij voorkomen. Ten aanzien van openbere ve.rkoopingen, verhuringen of verpachtingen van onroerends of roerende goederen, is dit verbod alleen toepasselijk op de Notarissen zeiven en hnnne vrodwen. In geval van overtreding, zal de acte niet voor authentiek gehouden worden en alleen kracht van ondérhandsch geschrift hebben wanneer zij door partijen onderteek'end is; en zal de Notaris tot vergoeding van kos- ten, schaden en interessen jegens de belanghebbenden gehouden zijn. Art. 34. De Notariële acten mogen geene beschikkingen of bepalingen inhouden ten voordeele van den Notaris ter wiens overstaan zij zijn verle den, van zijne vrouw, zjjne bloedverwanten en aangehuwd n .in de regten' linie, zonder onderscheid van graden, en in de zqdliiiie tot o.n derden graad ingesloten, noch ook van de getuigen, die bij het verlijden der acte zijti tegenwoordig geweest. Hetgeen hiertegen strijdig is, wordt voor niet ge- schreven gehouden en is zonder kracht;' blijvende echter de acte overigens is haar geheel.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1