A0. 1842. LEYDSCHE IN10. 20i O U E A IN Ti WOENSDAG, 16 FEBRUARIJ. NOTIFICATIE. Oproeping der Verlofgangers vooY de Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, roepen liij dezen op, Inge- Volge eene aanschrijving van Z. E den Heer Staatsraad Gouverneur van Zuid Holland «de verlofgangers van de Nationale Militie, welke van hunne corpsen zijn terug geKomeu, Urn te compareren op de Plaats van het Gasthuis aan de Aalmarktten eis.deingevolge art. 181 der wet op de Nationale Militie, van den 8. January 1817, in verhand gehragt met art. 10 der wet, van den 28. November 1818, door den Heer Colonel Militie Com missaris te worden geïnspecteerd, voorzien van de kleeding- en kleine equipement-stutf* ken, welke zij van hiin corps behouden hebben, alsmede van hunne livrets en verlof passen, en zulks op Maandag den 21 February aanstaandes mórgens ten tien ure. En geven Burgemeester en Wethouders voornoemd wijders bij dezen kennis, dat, bij aldien zich thanS in deze Stad ook verlofgangers mogten bevinden, tot andere Gemeenten of Districten behoorende, deze almede gehouden zijn, om ter voorsenreven plaatse en tyd te compareren; Met vermaning aan alle verlofgangers van de Nationale Militie, om naauwkeurig aan deze oproeping te voldoen; terwijl aan die genen, welke zonder wettige, en door Burgemeester en Wethouders aangenomene redenenvan de inspectie mogten weg blijven, door den Heer Militie-Commissaris een arrest van twee tot zes da gen, in de naastbij'gelegene militaire provoost zal worden opgelegd. Zullende de attes ten wegens ziekte, door Geneesheeren of Heelmeesters, aan verlofgangers afgegeven uit hoofde van welke zy belet mogten worden de inspectie bij te wonen, ter Secretarie moeten worden ingeleverd, uiterlijk op Zaturdag den 19 February bevorensvoor een uur des middags "terwijl aiidere wettige redenen van verschooningdoor de verlofgangers mede op dien d"tg *s morgens ten 11 ure, aan H. H. Burgemeester en Wethouders züllen moeten worden voorgedragen, ten einde over dezelve te kunnen oordeelen. Zullende er door den Heer Colonel Militie Comhiissaris aan niemand vrijstelling worden verleend. Aldus gedaan eii gepubliceerd; bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydeii, op den ioden February 1842. J. G. de MEY, Ter ordonnantie van dezelve, v. Puttkammer. NEDERLANDEN. LeydeN, 15 Februarij. Zijne Maj. Koning Willem Frederik heeft, gelijk wij Van goederhand vernemen, een nieuw en schitterend bewijs gegeven van de belangstelling, die H. D. bij voortduring voor wetenschappelijke nasporingen hier te lanae blijft koesteren. Zoo als bekend is, worden er door den Hoogléeraar Blume twee uitgebreide werken over de Flora der Nederlandsche Koioniin uitgegeven, die zoowel door de belangrijkheid der daarin behandelde en veelal nog onbekende voorwerpen, als door het voordeel hetwelk ue han. del van vele dier producten zou kunnen |trekKen, eene Europeaansche vermaardheid verkregen hebben en daarbij door keurigheid en pracht van uitvoering uitmunten. Het heeft Zijne Maj. behaagd om voor eigene rekening op beide deze werken voor 25 exemplaren tot een bedrag Van terentien duitend vier honderd vijftig guldens in te teekenen, om hier door derzelver voltooijing te verzekeren. Tevens vernemen wij, dat de edele Votst en beschermer van nuttige ondernemingen, die het Vaderland tot roem verstrekken, bepaald beeft, dat voormelde exemplaren, namens H. O., aan zoodanige geleerde Academiën en Maatschappijen, zoo binnen- v.s buitenslands, welke nog niet in bet bezit dier werken zijn, ten ge- icbenke zullen worden gezonden, Uit 'sGravenhage meldt men van den I4den dezer: Zuiie Maj. heeft den aosten Janu3rij een besluit genomen, waarbij wordt vasigesteld een tarief van een bruggeld, te heffen van alle schepen, vaartui* gen en stoombooten tot de Rhijnstoombootvaart behoorende, bij de door vaart van de brug te Arnhem, Zijne Maj. de Koning heeft Zijne Maj. den Koning van Pruissen tot Grootkruis der Militaire Willemsorde, waarmede wijle de Koning, H. D. Vader, versierd is geweest. Zijne Maj. den Koning van Frankrijk en Z. K, H. Prins Albert van Saksen-Koburg-GothaGemaal van H. M. de Koningin van Engeland, tot Grootkruissen der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemdook heeft Zijne Maj. het Ridderteeken van die orde nog ver leend aan Dr. Grimm, lijfarts van Zijne Maj, den Koning van Pruissen. H K. ;H. Prinses Albert bevindt zich bjj voortduring met de jong geboren Prinses in redelijken welstand. -De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heboen 2ich Vrijdag, Zaturdag en heden bezig gehouden met het onderzoek der in de vorige week aan haar aangeboden ontwerpen van wet nopens de conflicten en de pensioenen; ook heeft de Commissie tot de verzoekschriften eene bij - eenkomst gehouden. Men meldt vsn den Grooten Lindt (Zuid-Holland)het volgende .van den 11 den dezer: Óp den vroegen morgen van heden werden de ingezetenen van deze ge meente op het onverwachtst hevig verontrust, door eenen feilen brand, dien men zag uitbarsten in eene schuur, welke, benevens het aangrenzende hrtis .beiden in huur bij den vlasboer Leerdert van Winger de, met het ih de schuur geborgen vlas, en eene nog daarbij staande arbeiders-woning, eene prooi der vlammen werd. Ofschoon verstoken vsn de hnlp eener brardspoit ilit naburige gemeenten, wetd dit gemis echter vergoed door de onvermoeide pogingen der goede in gezetenen, zoodat men, boven alle verwachting, de brand spoedig meester werd, welke, behalve eenige schade aan het huis des Burgemeesters, zich tot de Voormelde vlasboeren woning in huur bepaalde. De oorzaak vao dit onheil is tot nog toe voor het menschelijk oog verbor gen, doch er zijn daaromtrent ernstige vermoedens in deze gemeente in omloop. In de Staatscourant van Maandag leest men Volgens oe heden ontvangene rivierberigten zijn onze rivieren thans geheel van ijs bevrijd, zoodat de twee laatste stations, die nog met ambtenaren van den waterstaat bezet waren, zijn opgeheven. De waterstand blijft ongemeen laag. De Boven-Rbijn teekende den loden Februarij des morgens aan de peilschaal te Keulen 4 voet ió duim, en de rivier was dus alweder in het laatste etmaal twee oude duimen gevallen. Aan de voornaamste waarnemings- punten aan de Nederlandsche riviertakken, was de waterstand den iiden Februarij, des morgens, als volgt: De Waal te Huihuizen 1,76 el, de Neder-Rhijn tê Pannerden 1,63 ei, te Arnhem 1,07 el, en de IJssel te Westervoort 1,20 el, hetgeen een val van genige Ned. duimen op die verschillende punten in de laatste dagen aanduidt. Uit Haarlem meldt men van den i4den: In verschillende landen hebben de werktuigkundigen en beoefenaars der natuurkundige wetenschappen zich reeds sedert geruimen tijd bezig gehou den met het onderzoek, of en hoedanig liet electro-magnetismus, dat is, bet magnetismus, opgewekt door de zoogenaamde galvanische electriciteit r a's beweegkricht kan «orden aangewend, zonder, voor zoo ver ahhsrü bekend is, de menigvuldige bcrwa.en, welke zich daarbij opdoen, genoeg zaam te nebben kunnen overwinnen; Het is den heer Mr. P. Elias, kanton. regier alhier rer stede, gelukt, een werktuig .zamen te stellen, hetwelk door die nariinrkratht wordt bewogen, en aan alle vereischten schijnt te vol dóen. Eene beschrijving van hetzelve, met naauwkeurige berekeningen iel aanwenning van bet electro-magnetismus, welkeen en ander gewisselijk de aigemeene lielangs eümg tot zich zal trekken, ziet het licht en is dezer dagen verknignaar gesteld bij de boekhandelaren de Erven F. Bohn alhier ter stede. Men mag zich vleijen dat de hoogst vernuftige wijze, waarop door den heer Elias liet eleCiro-magnensmus is toegepast, zoo wel voorde weten schappen, als voor het werkdadige gebruik, belangrijke gevolgen zai heb ben, en dat aizoo die toepassing eenmaal zal leiden tot eene meer algemeene en nuttige aanwending van het electro-magnetismus, als een eenvoudig en, vooral bij meerdere volmaking der toestellen ter voortbrenging van galvani sche electriciteit, weinig kostbaar middel van beweegkracht. Uit U.recht schrijft men van den nden: Als een bijzonder blijk van hooge goedkeuring aangaande de officiële algemeene kaart van Nederlandsch indië, verneemt men, dat Zijne Maj, de Koning van Pruissen, door H. D, Gezant iu 'sGravenhage, de groote gouden medaille, geslagen bij gelegenheid van de inhuldiging des Konings den 15 October te Berlijn, aan den Baron van Derfeldess van Hindcrstein alhier heeft doen toekomen. - De Curatoren van het Athenaeum te Deventer hebben, ter vervanging van wijlen Prof, Forselman de Heer, in de Faculteit der Wis- en Natuur, kunde, het volgend drietal gemaakt: P. L. Ryke, Prof. in de Wiskunde te Maastricht, C. J. Matthes, Lector in de Wis- en Natuurkunde te Amsier- dam en A.J. Boon, - Men meldt uit Maastricht van den loden dezer: Gisteren morgen omstreeks negen ure, is alhier van Luik aangekomen eene stoomboot van de heeren Derosne, Cail en Comp. te Parijswelke eenige oogenblikken later de proefvaart naar Venlo heeft voortgezet, van waar zij morgen avond of Zaturdag morgen alhier terug wordt gewacht. Weldra zal door genoemde heeren eene geregelde stoomvaart van hier op Venlo wor den aangelegd, waartoe zij reeds concessie gevraagd en verkregen hebben, en die in verband zal staan met de stoombootdienst der Nederlandsche Stoom boot-Maatschappij, welke tusschen Venlo en Rotterdam zal daargesteld worden. Aanstaanden Zatordag zal de stoombootdienst der heeren Derosne, Caïl en Comp., van hier naar Namen geopeDd worden. DÜITSCHLAND. in de tweede zitting der Duicsche Bondsvergadering, op den 15 januarij gehouden, is het volgend protokol medegedeeld: Bij haar besluit van 13 Maart 1841 heeft deze doorluchtige vergadering den wensch en de verwachting geuit, dat de Hoven van Weenen en Berlijn, onder zoigvuldige inachtneming van het welzijn, de eer en waardigheid van het gemeenschappelijk vaderland, ook in het vervolg werkzaam zouden zijn ter verzekering van eenen waren en duurzamen vrede in Europa. Het strekt thans aan de beide Hoven tot genoegen, dat zij, door di mededeeling van een op 13 Julij 11, te Londen tusschen de Gevolmagtigden Van Oostenrijk, Pruissen, Frankrijk, Grooc-Britannie en Rusland ter eenre en de Otcomannische Porte ter andere zijde gesloten verdragwaarvan de ratificftien op 13 December uitgewisseld zijn; als ook van een, die verdrag voorafgegaan en op 10 Jalij onderteekend, protokol, hunnen hooggeachcen bondgenoocen het bewijs kunnen leverendat de hoop van het doorluchtige bondgenootschap vêrvuid is, en dat door het sluiten van eene ovei èenkomsc die zoowel de deelnemers aan het tractaat van 1.5 Julij 1840, als ook even, zeer hét Fransche Hof omvat, nieuwe waarborgen gegeven zijn voorliet behoud van den algemeenen vrede De Gezanc heafc, uit naam van Oostenrijk en Pruissen, de eer hiernevens de beide genoemde staatsstukken aan de doorluchtige Bondsvergadering voor te ieggeb. Daar nu bovendien door de bij besluit van 24 Junij 11., bevolene en door de in alle Duitsche Staten met vaderlandschen ijver gedeeltelijk reeds uitgevoerdegedeeltelijk nog uitgevoerd wordende maatregelende Duitsche legermagc op den haar betamenden onczagvvekkenden voet gebragc is, en daar door de ten uitvoerlegging van het Bondbesluit van 26 Maarc voorzien wordt in den aanleg van vestingwerken, ter verdediging van dac gedeelte van Dunschland, hetwelk voor alsnog van zulk eene verdediging verstoken is, zoo kunnen de vaderlandslievende wenschen, in een voorscel des Voorzitters van 13 Maart II. geuit, en door de doorluchtige Bondsver gadering zelve ten opztgte der beide punten van hec hierop genomen besluie tot de hare gemaakt, als vervuld beschouwd worden. Er blijft aizoo aan de beide Hoven van Weenen en Berlijn nog slechts over herhaaldelijk bij' hunne bondgenoocen de zielverheffende overtuiging, die zij voorzeker allen deelen, ca verlevendigen, dat Duitschlands eer en veiligheid bij hec getrou welijk vasthouden aan de bij deze gelegenheid allerwege aan den dag gelegde gevoelens, vast en onwankelbaar zullen bewaard blijden. Na deze mededeeling te hebben ontvangen heeft de vergadering, op voor stel van den Koningl. Saksischen Gezant, die voor hec oogenblik ookBeijeren vertegenwoordigde, eenstemming hec volgende besluit genomen: De Bondsvergadering heefc met dankbaarheid en ware voldoening de meda deeling van staatsstukken ontvangen, waarin zij niet alleen een geruststel lenden waarborg voor de duurzaamheid des algemeenen vredes, maar ook een bewijs ziet, met hoeveel regt zij de belangen van Duitschland bij deze onderhandelingen vol vertrouwen aan de wijze voorzorg der Keizerlijk en Koninglijke Hoven van Oostenrijk en Pruissen overgelacen heefc. Ook zij ziet mét voldoening op hare In het vorige jaar genomen besluiten, waarvan het doel was de verdedigingsmiddelen van Duitschland te vermenig vuldigen, Dé eenstemmig in het werk gestelde pogingen hebben reecis daartoe gestrekt, om Duitschlands eer tegen over hec buitenland ongekrenkt te bewaren, en de Bondsvergadering vindt, met volle vertrouwen, inde aan den dag gelegde eendragt, en in hec geirouw bewaren der in deze aan gelegenheid overal ten toon gespreide gevoelens van echte vaderlandsliefde den zekersten waarborg voor Duitschlands eer en welvaart. Een a?ntfl ingezetenen te Spiers, van onderscheiden kerkgenootschap pen, heeft aan den heer voti Getsselbenoemd tot Coadjutor van den Aarts- bisschop van Keulen,bij gelegenheid van deszelfs aanstaand vertrek, eeo feestmaal gegeven.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 1