tafel prijkte, eïi 7.. H. In 1838 dóo'r lijr.e broederen vrijmetselaars vereerd is gewordentijdens hij het grootmeesterschap gedurende volle vijf en twintig jaren bekleed had. Alvorens zich naar den Hertog van SnsseJt tè begeven, had de Koning het fcricsch Museum bezocht, waar hem. op zijn verzoek, de Magna Charra op nieüw vertoond werd, door hem bereids in 1S14 gezien, toen hij zijnen Doorlochtigen Vader in Engeland vergezelde* Ook verschafte hem een handschrift van Frederik den Groote ongemeen genoegen. Des avonds woonde Zijne Maj. een banket bij den Hertog van Wellington bij, dat door een groot concert gevolgd is. De juiste tijd van Zijne Maj. vertrek uit Engeland schijnt nog niec met 'zekerheid bepaald, maar zal stellig niet voor Zaturd^g plaats hebben. Te Dublin hebben de Tory's eene zegepraal behaald door de benoe ming van hunnen Candidaat tegen dien der Wighs, voor welken zich KTConnell en de zijnen zeer in de bres hadden gesteld. In eenen bijzonderen brief worden de volgende bijzoridèrheden mede 'gedeeld, omtrent eene aardbeving voorgevallen in de provincie Carthago in den staat Costa-Rica <n Midden-Amerikadd. 14 Septembers De schok kwam derwijze onverhoeds, dat de menschèn, die hét geluk hebben gehad het leven te behouden, naauweiijks den tijd hadden om bnnne woningen te verlaten, alvorens dezelve instorteden. In eene enkele minuut tijds was de provincie Carthago met bouwvallen overdekt. De verwoesting is zoo groot, dat men ter naauwernood de plaats kan herkenneri waar de voornaamste huizen hebben gestaan. In deze stad werden zelfè steeneu gebouwen door de aardbeving als het ware in de lucht geslingerd;, waarna zij als ruïnen nèderploftén. Niet dan mee ontzetting kan men aan' deze natuurramp denken. Velé. personen, van alle scanden en ouderdom,, hebben het leven verloren. ïoc nogtoe is het niet mogelijk hun getal zelfs' oppervlakkig op te geven. De bewoners der dorpen in deze provincie, welke het minst hebben geleden, zijn op last der Regering met houweelen en schoppen bijeengekomen, om de lijken op te graven. Zij zijn nog djaar mede bezig en zull.ên hunnen arbeid voortzetten, tot dat alles weggeruimd is. Niet slechts in de woonhuizen zijn menschen omgekomen maar ook in de kerken, op de straten, en op de openbare pleinen. Al onze voorraad ligt onder hei puin, en wij zijn aan vreesselijken hongersnood ten prooi, doordien alle tuinen en velden verwoest zijn en de wilde dieren daar binnen dringen en alles vernielen. Te Turodaba, Tres Rios, Carthago, Pararso, Ujames en tot in de nabuurschap van Manna is zelfs geene hut blijven staan. De vernieling js algemeen. Van San Jose tot aan onze plaats en tot tan Alajuela ontmoet men niets dan bouwvallen. Te San Jose steken nog slechts enkele, huizen boven derurnen uit, maar ook deze zijn niec meer bewoonbaar en moeten afgebroken worden. Men delft lijken op, die geheel onkenbaar zijn en niets dan misvormde rompen vercoonen. De verwarring gaat alle beschrijving te boven. Tot dus verre heeft nog geene hernieuwde uitbarsting van den naburigen vulkaan plaars gehad; de aardschuddingen duren intusschen nog voort en niemand weet wanneer en hoe dit zal eindigen. De geweldigste schok had plaats op den 2 September, des ochtends ten 6 ure. F R A N K R IJ K, Parijs den 4 February. Zijne Majesteit heeft op het adres van antwoord op de troonrede, hein door eene Commissie uit de Kamer van Afgevaardig. den ingediend, het volgende geantwoord: „Mijne Heeren de AfgevaardigdenI „Hoogst streelend is het mij, dergelijke getuigenis te vernemen, en hek 1i met welbehagen dat ik dezelve ontvang. Ja, Mijne Heeren! het is aan de gelukkige overeenstemming van al de magten van den ataat, dat wij te danken hebbeo het behoud van de openbare orde, en dat van onze natio. na Ie mi heden, door de klem en de Wijsheid van onze instellingen beschermd. Met uwe cpregte medewerking zal Frankrijk, al meer en meer vertrouwen op deszelfs toekomst bekomen. Dat vertrouwen zal de waanzinnige ont. werpen, die zoowel door u omschreven zijn, in derzelver bron doen ver. droogen. Zij zal de roekeloosheid ontmoedigen van hen, die deze misda dige gewrochten smeden, en er diegenen van verwijderen, welke zich tot het deelnemen daaraan hadden lateh medeslepen, door begoochelingen om- trenc de kansen en derzelver gelukkig slagen, en door den schrik, met welken men hen omgeefr. „Ik ben diep getroffen over de gevoelens, welke de Kamer der Afge vaardigden mij in dat adres is komen te kennen geven." Het budget van uitgave voor 1843 door den Minister van Ftnantign Humann aan de Kamer van Afgevaardigden ingediendbevat 1,331,000,000 fr., hetgeen een te kort, met de inkomsten vergeleken, maakt van 28,000,000.— De aanspraak, waarmede de Minister deze aanbieding van het budget gedaan heeft, begon aldus: De staatkundige verwikkelingen, welke aan onze voorzigtigheid kostbare opofferingen hebben opgelegd, zijn eindelijk verdwenen, en me: dezelve de vrees, welke daardoor ontstaan was. De Europesche vrede is bevestigd) het vertrouwen in deszelfs duurzaamheid geelt aan de nijverheid een nieuw leven, vermenigvuldigt de nuttige ondernemingen, en oefent op de geldmid. delen der volken een' herstellenden invloed uit. Frankryk, dat tot die uit. komsten heeft medegewerkt, geniet een deel van hare weldaden. Dat deel zou grooter zijn, indien het, in vrede met de wereld, zulks altijd met zich zelve ware; indien de schok, door eene sterke staatkundige beweging ver. oorzaakt, kun ophouden zich te doen gevoeleo, zoodra als de oorzaak op hield te bestaan. Doch het evenwigt, eens in de geldmiddelen van een groot Rijk verbroken zijnde, kan niet dadelijk hersteld worden. Het is een omslagtig werk, waartoe de meest vaste wil onvoldoende is, wanneer die niet door de goede orde wordt ondersteund. De openbare Schatkist gevoelt de terugkaatsing dier betreurenswaardige bewegingen, waarooor allerkost baarste uitgaven noodzakelijk gemaakt worden, en welke, door de ongerust heid, waarin de gemoederen gehouden worden, den vooruitgang der alge— meene welvaart beletten. De Minister eindigde met hét vooruitzigt te openen, dat wanneer Frankrijk op den rustigen weg zou voortgaan, btjalaien de Regering door het verstand des lands en door de medewerking der Kamers ondersteund wierd, men zich met eene bloeyende toekomst en met eeue gunstige financiële gesteldheid zou mogen vleyen. In hare afdeelihgen heeft de Kamer van Afgevaardigden zich thans bezig gehouden met een voorstel vah den heer Ganneron, strekkende om de leden zoo veel mogelijk het aannemen van bezoldigde miluaiie en burgerlijke ambten gedurende bon lidmaatschap, en zelfs een jaar na hunne aftreding, te belet, ten; alsmede met een voorstel van den heer Ducos, strekkende om bet kies. regt uit te breiden tot alle burgers die op de kiezerslijsten zijn ingeschreven. De Ministers hebben verklaard, dat zy eene openbare behandeling dezer beide voorsteilen wenschelijk achten, doch die dan met al hunne niagt zou den bestrijden. Die beraadslaging zal weldra plaats hebben. De uitgever van het dagblad la Mode, is aoor de Jurij veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf en 6000 fr. boete en de drukker tot 3 maanden gevangenisstraf en 2000 fr. boet», wegens een in dat blad voorkomend arti. kei zich honend tegen de Koningljjke famielje uitlatende. De voornaamste drukkers van Parijs hebben eene brochure uitgege ven, nopens de verantwoordelijkneid der drukkers. Zij betoogen, dat uic den aard van hun beroep voortvloeit, dat zij in de onmogelijkheid zijn, óm alles te lezen, wac bij hen gedrukt wordt en dus ook niet, zoodra de schrij ve; bekend is, de drukker|als verantwoordelijk voor het by hem uitgegeven stuk kan gehouden worden. Gedurende dezen winter vertoonen zich in het departement du Pas-de-: Calais vele wolven, die vooral veel verwoesting onder het kleine vee in; rigteu en zeer moeyelijk te schieten zyn. PROMOTION aANOE tEYtiSP-IIE Bf> ft ft S t fi 0 6 L. Oen 5 February, de Heer A G. van Vf.lsen Wiersma van Franek'ef, in dé Reg: ten. na de verdediging zijner Dissertatie: de Jurisdictions Voluntaries Curiae SupreMaé. Dienzelfden dag, de Héér J. S. Cerrits, van Deventer, in de Regten; mei Theses, MENGELINGEN. SAKSEN-DRESDEN. DOOR JJCQUEMIN. Wij zijn op een der hoogten, welke de breede kom omboorden, ifl wièr midden zich, groot en troisch, de hoofdstad van Saksen verheft. Aan welke zijde wij ook bet oog werpen, zien wij goed bebouwde akkers, hier endaar door gboere heuvels afgebroken; verder is liet èebe driedubbele rij zwané bergen, welke tot borstwering aan Saksisch Zwitserland, die overheerlijke gril der natüur, dienen: de Lilienstein, de KSnigsberg, de Bastei, degrooiè Winterberg vertoonen achter dezelve hunne trotsche kiuinen. En de Ëlve. Zier, hoe dezelve statig door dit schoon landschap voortloopt. In de 12de eeuw was Dresden nog slechts een kie n dorp, zoo men aldus noemen kan eenige ellendige hutten langs den oever verspreid. Visschers waren zich daar komen vestigen, en haoden zich onder de oeschermlng van het magtig huis der Graven van Dohnd geplaatst, wier talrijke bezittingen zich ver uitstrekten. Deze Graven, de schrik van Duitschland, bezaten in Saksisch Zwitserland verscheidene 'sterke kastelen, wier ligging op steile rotsen, dezelve ontoegankelijk maakte; van daar wierpen zij zich met hnnnè '■''talrijke vassalen.op de velden en groote wegen, om de boeren re plundered en de reizigers af te zetten. Eindelijk werden al deze adetijke roovers jdqok'de Marlttgraven van Saksen verdreven. De onmetelijke kom van Bohemen, aan alle kanten door magtige bergke. tènen omringd, was vroeger met water gevuld. Het was een meer, dat dagelijks aangroeide. Eindelijk brak deze watermassa alle, banden, welke haar gevangen hielden; zich eenen weg door de rotsen nabij Lobositz banen de, ging zij de vlakten van het noorden van Duitschland overstroomenen Zich vervolgens in ae Noordzee werpen. Toen groef de Elve zich eene bedding in deze droog gemaakte kom; hare zamenvloeden volgden dit voor. beeld en weldra zag men talrijke valleijen geboren worden. Bohemen en Saksen zijn hunne schoonheden aan deze werking van het water verachuldigd. Voegen wij hierbij, dat in deze landetl de heerschende grond tot de vorming van den biksteen, dat is te zeggen tot die van alle vormingen, welke de vreemdste rotsen voortbrengt, behoort. Ga het Saksisch Zwitserland door. loopen, deze kleine landstreek, welke aan de poorten van Dresden begint, en zie die hooge rotswandendie kolossale massa's bergen, welke zich regtop rontiom de sombere valleijen verheffen, en dezelve voor alle oogen schijnen te willen verbergen. Wjj zullen ons vergenoegen met den Bastei te noe men, welke de Drésdenaren en de badgasten van Bohemen zoo gaarne be- klimmen; de Liliënstein, welke Napoleon in 1813 liet versterken de Köning- Stein, waarop de vermaarde vesting van dien naam gebouwd is, de sleutel van Saksen aan de zijde van Bohemen, de groote Winterberg, die reus van Saks sch Zwitserland, de Kubstal, Welke tüen in de verte voor een dier kolossale Romeinsche triomfbogen zoude aanzien. Saks sch Zwitser Isnd telt verder talrytte bouwvallen van oude versterkte kasteele'n, welke zich allen op stelle rotsen verheffen, ên van verschrikkelijke afgronden omringd zijn. In 1866 werd Saksen tot een Koningrijk herschapen. Vóór dat Duitsch. land door Napoleon werd omgekeerd, was Saksen belangrijker dan Beije- 'ren; thans is het tegendeel waar. Het beslaat slechts 300 vierkante mijlen, met eene bevolking van 1,200,000 zielen, dat is te zeggen tuinder dan de enkele stad Londen. Deszelfs schuld is Dagenoeg 30 milüoen guldens groot, en het inkomen bedraagt slechts ruim 10 miilioenen. Het leger was 50,000 man sterk; door het op 12,000 te vermindereh, heeft de Koning het land van eenen onmatigen last bevrijd; ongelukkigerwijze heeft de adel de edelmoedige inzigten van den moaatch niet willen ondersteunen. Mees: ter van bijna alle groote eigendommen, welké daar zoo talrijk zijn, heeft dezelve niet, even als de burgerstand, tot de aflossing der nationale schu d Willen bijdragen. Het Weener-Congres is noodlottig voor Sak ten geweest, want het heeft meer dan de helft van deszelfs grondgebied aan üe Fruissen gegeven tot belooning van deszelfs grootè pogingen in de vreeSselijke oorlogen Welké het aan het hoofd der overige bemiddelende Dunsthe Staten had volge: houden; twee derden van deszelfs bevolking zijn PrnisaiSch geworden eri de blijk barej voo-deelen, welke de t-lvefeenigiBg aau het Overlge'een derde aanbood, hebaen het genoopt de deswege gedane voorstellen vin Pruissen aan te nemen, en tot deze vêreenigtng toe te treden. Saksen heeft Turingen verloren, dat het van kooru voorzag; het heeft insgelijks deszelfs zoutgroeven verloren. Een tractaat verpligt het,?jaar- Inks voor 150,000 kroonen zout van PruisSen te nemen. Ii een Woord hoewel het den vierden rang in dé bondsvergadering bekleedt, I3 het indetl daad minder sterk dan Wurtemberg en zelfs dan Hanover. Water van zij, Saksenis een der merkwaardigste streken Van Duitschland en zonder twijfel die waar men het liefst zoude leven. Vooreerst is de na* tuur er over het algemeen schoon, en vindt men er teikens de aangenaamste s landschappenvervolgens zijn er weinig hoofdsteden in Europa alwaar de :i- kunsten met zoo veel luister schitteren als ie Dresden, en men weet dat 3 Saksen even veel vermaarde kunstenaren als krijgshelden en geleerden voort: gebragt heeft. Maar hetgeen dit Rijk het meest doet beminnen is liet uit: muntehd karaktér van deszelfs bewoners. Het is onmogelijk vrijmoediger; eenvoudiger, opregter en vooral meer gehecht aan den geboortegrond tè I zijn dan oe Sakser. Litert alle ongelukken zijn land teisteren, laat hij er' 111 de grootste armoede vervallen, nooit zal de Sakser dit land verlaten. Hij li heeft het 011de Latijnschë spreekwoord omgekeerd en zegt: Ubi Païria Ui bene. Bij deze zoo kostbare hoedanigheden, atoet men er eene andete voe: gen, welke alle ove'ige mogelijk in zich bevat: de zucht tot werk. War: neer men het Erzgehirg bezoekt; alwaar de groeijing zoo schraal is, maar dat groote rijkdom van metalen in deszelfs schoot bevat, ziet men wat eena nijvere bevolking doen kan. De opbrengst in edele metalen van het Erzgé. birg beloopt jaarlijks bijna 10 millioen guldens. 3 Het is in Saksen, dat de godsdienstige hervorming begon. Men kan zeg. gen, dat zonder den Keurprins Frederik de wijze, Luther en zijn werk onder den drang der gebeurtenissen zouden bezweken zijn. Meri zal dus niet ver wonderd wezen, zoo men verneemt, dat vooral in Saksen, bij den armen even als bij den ipen, een borstbeeld of beeldtenis van Luther gevon: den wordt. Ongelukkiglijk heeft Saksen nog deszelfs Luther in de stsatkunde niet ge. vonden. De Sakser Is aan de oude vormen gehecht gebleven; hij begrijpt noch de verdeeling der belastingen tusschen allen, noch de gelijkheid voor de wet; vindt het zeer natuurlijk, dat de adel bevrijd zij van de lasten welke aan de burgerij worden opgelegd. De openbaarheid in staatszaken is ooit voor hem eéné géheel onbekende zaak, hoewel dezelve bij een zoo vader, landsliefde en getrouw volk, geheel zonder gevaar zoude zijn. Wat oe wetgeving betreft, dezelve is niet meer gevorderd dan de staat: kunde. Het getal der magistraten van alle soort, en der personen bjj de Reatbanken en de Policie gebezigd wordende, is waarlijk schrikbarend. Eerst sedert 1819 is het gebruik der rijtuigen te Dresden algemeen géwor. den, vóór dien tijd gebruikten de rijke lieden alleen draagstoelen. Al het overige is iff evenredigheid, en het Hof zelf geefc het voorbeeld van een- Voudigheidi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 3