aan alle veeren een voorbeeld van spoed, or !e en wel wïllendheidtoo voor 6tadgenooien, als vreemdelingen, 0»>k zijn reeds schepen uic deze stad stroomopwaarts gevaren. Volgens gedane aankondiging zal de Nijmeégrché stoomboot reeds aanstaanden Zondag acrzelver vaart naar, en den volgenden dag van Rotterdam herwaarts beginnen, Uit Breda meldt men van den 4den dezer: Men verneemt dac Zijne Maj. de Koning van Pruissen Zich in den morgen van aanstaanden Zondag, im onze vesting zal bevinden, alwaar Zijne Maj. met Ko'ninglijke eerebewijzen zal ontvangen worden. Honderd en een scho ten van het geschut zullen H. D. aankomst aankondigen, ceTwijl voorts van alle zijden de meeste toebereidselen worden in hec werk gesteld, ten 'einde Zijne Maj, met den grootsten luister te ontvangen.Morgen avond zal Zijne Exc. de Gouverneur onzer provincie alhier arriveren, om Zijne Maj. zijne hulde toe te brengen.-—-Reeds heden waren aan dé officieren der rijschool, aan de Kon.'Milit. Akademie en de troepen van het garnizoen de noodige orders gegeven, ten einde Zijne Maj. met den gepaSten eerbied te ontvangen. Te Maastricht zijn in 1841 geboren 747 kinderen, als 395 zoons en 352 dochtersoverleden 570 personen, ais 285 van het mannelijk en 291 van het vrouwelijk geslacht; gehuwd 199 paren. T U R K Y E. Konstantinopel den 8 Januarij. Het volgende officiële berigt wordt, omtrent de zending van Mustapha-Vachi naar Syne, door het Turksche Regeringsblad medegedeeld: Hevige twisten waren, ten gevolge van zekere voorafgegane .gebeurtenis sen tusschen de Drusische en Maronitische bevolking van den Libanon ont staan, en weldra stonden de beide partijen in open krijg tegenover elkander. Het was blijkbaar, dat deze toestand de rust zoowel der genoemde volken als der overige aldaar wonende onderdanen van de verhevene Potte onaer mijnen en toe de grootste wanorde aanleiding geven moest. Onze genadige Sultan die, overeenkomstig de door zijne hooge regering aangenomen grond beginselen van regtvaardigheidniets vuriger wenscht, dan dat zijne geza menlijke onderdanen onder zijne bescherming steeds, gelijk het aan menschen betaamt, met elkander in vrede leven, rustig en onbezorgd hunne zaken verrigten, en alle onbehoorlijke handelingen, welke tot twist of botsingen zouden kunnenleidennalaten, moest dus ook deze tusschen de Orusen en Maroniten uitgebarsten vijandelijkheden m den hoogsten graad afkeuren. Wel was hec overigens reeds aan Je overheden van dat gewest gelukc, den twist in zoo verre bij te leggen, dat de gevechten en vijandelijkheden tegenwoordig geheel opgehouden nebben, maar het was toch tot dusverre niet mógeiijk de rust volkomen te herstellen, en het bestuur van hec gebergte Libanon en der omliggende stieken op eeue onveranderlijke wijze vast te stellen'. Uic dien hoofde heefc Zijne Hoogheid, bezield van den wensch om, aan den eenen kant, een naauwkeurig onderzoek wegens den staat v«n zaken in dat gewest te doen plaats hebben, en aan den anderen kant tot de vestiging van een geregeld bestuur en van eene duurzame rust in die provin* cie te geraken, zich.genoopt gezien, om toe hec volbrengen van deze ge. vvigtige taak Zijne Exc. den Seraskier-Pacha met onbepaalde volmagc der» waarts te zenden en Müschtar-hey, lid van den grooten raad der Porie, aan hem toe te voegen. Overeenkomstig de deswege door den Sultan gegeven bevelen, werd terstond het noodige bekend gemaakt en beschikt, en wer* den aan genoemde S'.aats-ambcenaren de tot hunne buitengewone zending betrekkelijke instrüetien overhandigd. Ook werd eene kleine afdeeling uit gelezen krijgsvolk aan deze expeditie toegevoegd, welke reeds op twee stoombootên des Sultans en de pakeibooe, die geregeld tusschen hier en Beyrtit vaart, naar Syrië vertrokken zijn. Daar de Seraskier-Pacha, gelijk men weet, een van die waardige en uit stekende Viziers is, die de edele bedoelingen van hunnen monarch en van deszelfs hooge regering wel kennen en onvermoeid zijn in hunne pogingen om die te verwezenlijken, zoo mag men hopen, dat het hemmet Gods hulp, gelukken zal, zijne taak tot volkomen tevredenheid van Zijne Hoög- iiviu cc veivniien, en de meesc gescnikte inaacregeler. te nemen tot duur zame bevrediging der genoemde provincie en tot invoering van een geregeld beheer in dezelve. SPANJE. De wet, omtrent de kerkelijke aangelegenheden aan de Cortes ingediend, is van den volgenden inhoud: Arr. 1. Het Spaanscbe volk erkent niet, en vernietigt bij gevolg de voor. behoudingen van den Apostolischen Stoel betrekkelijk de magt der Bisschop, pen; voorbehoudingen waardoor de kerk van Spanje steeds op eene vijandige wijze in hare dringendste behoeften veronachtzaamd is. Art. 2. Alle briefwisseling, waarvan het oogmerk is, om van het Hof van Rome eenige kerkelijke gratie, aflaten, dispensatienof toestemmingen van welken aard ook te verkrijgenis verboden. De overtreders zullen zonder genade de bij de wet (tit. XIH, boek I. der nieuwste verzameling,) bepaalde straf ondergaan. Art. 3. De brevenrescriptenbullen en alle andereu brieven of depêches van het Hof van Romehoedanig die ook mogen zijn, die, zonder door „Spanje op eene direcce wijze gevraagd te zijn, door eenig ingezetenen van het Rijk mogten worden ontvangen, zullen niet alleen geen gevolg hebben noch ten uitvoer gelegd worden, maar zullen zelfs door diegenenwaarvoor zij bestemd waren, niet langer dan vier en twintig uren kunnen bewaapd worden; binnen dit tijdsverloop moeten zij aan de Regering overgelegd wor- den. Iedere inbreuk op deze bepaling zai met de bij het voorgaande artikel vastgestelde straf geboet worden. Art. 4. Het is verboden verzoeken aan Rome te rigten tot het verkrijgen van dispensatien van eenige hindernis: geen zoodanig requaest zal zijn volle beslag erlangen. j An. 5. Van nu af, zoolang er geen burgerlijk wetboek zal zijn, zal de juiste onderscheiding van het huwelijk, ais burgerlijke vetbindtenis en a|i sacrament, alsmede de hindernissen om het te voltrekken, geregeld worden. Het openbaar gezag zal bepalen, wie dej hindernissen zal kunnen opheffen?, en de wijze, 'hierin te volgen. De Aartsbisschoppen en Bisschoppen in Spanje zullen te dien einde, zoowel voor hen zeiven ais voor hunne Vicaj. lissen, de tnagt ontvangen, dispensatien te verleenen overeenkomstig de bij. zondere wijze door de Prelaten, hunne voorgangers, in achtgenomen, in dit opzigt zullen zij zich ooit houden aan de bepalingen van het Concilie van Trence, hetwelk beveelt, dat de dispensatien slechts zeldzaam, doch altijd kosteloos zullen verleend worden. j Art. 6, Onder geenen titelnoch in eenig geval, zal er uit Spanje, of voor deszelfs rekening naar Rome geld gezonden worden, hetwelk voordat Hof rot godsdienstige oogmerken bestemd is, hetzij direct hetzij indirect; en we! op itiaffe van verlies van datgene, wat gezonden is, zoo het aange houden wordt, of on strrffe van eene boete, hec dubbele van de afgezonde som bedragende, met toepassing bovendien van de strafbepaling van de ge. noemde wet, titel Xill, tioek'I, van de nieuwste verzameling. Art. 7. Ten geenen tijde zal er in Spanje een Nuntius of Legaac van den Paus ontvangen worden, aie bekleed mogt zijn met de magt om gratie of dispensatie te verleenen, zelfs wanneer dit kosteloos mogt geschieden. De hem tot dat einde toegestane volmagt zal, wanneer zij hunne builen of visa's zuilen vertoonen, teruggehouden worden. Art. 8. De natie stemt niet toe in het ingevoerde voorbehoud betrekkelijk de confirmatie te Rome en betrekkelijk het afzenden der daartoe strekkende bollen aan de voor Spanje en zijne aanhoorigheden voorgestelde Prelaten; moetende dit punt overeenkomstig het '6de kanóh van het Concilie van Toledo en de zuiverste beginselen van de kerk van Spanje geregeld worden. Art. 9. De geestelijke, voor eene der gezegde kerken voorgesteld, die mogt trachcen zijne confirmatie of de afzending van bullen te Rome Le ver. krijgen, de Metropoliranendie het pallium mogten zoeken te erlangen, alsmede tij die dit op eene geheime wijze mogten verkrijgen, zullen uit hec Rijk verwijderd worden, én hunne tijuelijke goederen zullen in beslag wor. den genomen. Art. 10. Dezelfde straffen, bij het voorgaande artikel vastgesteld, znllen toegepast worden op de Prelaten, die zich aan de bepalingen dezei wet weigeren te onderwerpen. Art. II. De Paus in zijne waardigheid van punt van éénheid der Kerk steeds geëerbiedigd wordende, zal er aan alle mededeelingen, tot onderwerpen van deze aard betrekkelijkgevolg gegeven worden;maar zij zullen alle doof tusschetikomst van de Regering moeien afgezonden worden, die dezelve zal onderzoeken, ten einde zich te verzekeren, dat zij wezenlijk van dien aard zij'c. De mededeelingendie niec in deze termen mogten vallen, zullen teruggehouden worden. Art. 12. De agencschappen voor de gebeden, zoowel te Rome als te Madrid, zijn en blijven opgeheven. Art. 13. De naue doec afstand van alle bepalingen en alle concessien, te haren beiioeve door den Apostolischen Stoel verleend; zjj erkent niec meer de vootbehoodingen, in strijd met deze wet daargesteld. Art. 14. Aan alle Aarisbisscnoppen en Bisschoppen van het Koningrijk zullen ciiculaires toegezonden worden, ten einde hun te bevelen om de be. palingen dezer wet te eerbiedigen en op de krachtdadigste wijze mede te werkenopnat het geweien hunner leeken gerustgesteld worde en Zulks door hen de regtvaardigheid en noodzakelijkheid te doen kennen, die èn de Rege ring én de Cortes tot het vaststellen der bovengemelde bepalingen bewogen hebben. DUITSCHLAND. Het Hertogdom Holstsin bevatte in 1840, 848,961 Inwoners, in 1835, 804,650. Uit Napels meldt men van den 18 Januarij: Eergisteren werd de 6de geboorcedag van den Kroonprins gevierd; diaf echter de volgende dag de verjaardag van St. Antonio, den beschermheilige van den brand was, op welken dag voor ao jaren de schouwburg San Carlo atbranade, zoo moesten alle schouwburgen, uit eerbied voor dien bescherm heilige, dien avond gesloten blijven. Om hem nog meer te vereeren en hem te soliciteren, dat hij geene schouwburgen meer zal laten afbranden, werd dien dag in alle schouwburgen het standbeeld van den heiligen Antonio ten loon gesteld. Uit Petersburg wordt gemeld, dat de Keizer al de geattacheerden aan het Fransche Gezantschap op een Hofbal den 13 Januarij had doen noodigen, en alzoo een eind gemaakt aan de verschillendie met dat Gezantschap waren voorgevallen. GROOT- BRITANNIE. Londen den 2 Februarij. Er worden vele toebereidselen gemsakt voor de opening van het Parlement op morgen, welke door Zjjne Maj. den Ko» ning van Pruissen zal worden bijgewoond. De Groot-Zegelbewaarder, de Hertog van Buckingham, heeft zijn ontslag uit het Ministerie genomen, zoo men meent, wegens verschil van gevoelen met zijne ambtgenooten, ten aanzien der graanwetcen; de Hertog van Bucm clengh is in zijne plaats benoemd. Ook aan den onder-Secretaris van Scaac voor Buitenlandsche Zaken, denbeer Backhouse, is insgelijks ontslag verleend. Omtrent het verblijf van Zijne Maj. den Koning van Prnissen, worde nog het volgende medegedeeld: Na Vrijdag avond een groot bat op hec kasteel van Windsor te hebben bijgewoond, is Zijne Maj. de Koning van Pruissen den volgenden morgen naar deze hoofdstad gereden, en heeft deel aan een dejeuner genomen,door Hoogstdeszelfs Gezant, den Ridder Bunsen, ter zijnes eere aaogerigt, na afloop waarvan Zijne Maj. naar Windsor terugkeerde. i Zondag morgen, na alhier op het paleis van Buckingham afgestapt te zijn en aldaar korten tijd vertoefd te hebben, werd de Koning met zijn gevolg, in drie rijtuigen, naar de St. Paulskerk gebragt, waar alle voorzorgen geno men waren tegen de verstoring der rust bij de godsdienstoefening, door de onbescheidenheid van nieuwsgierigen. Na in de consistoriekamer te zijn ontvangen, trad Zijne Maj., door de Bisschoppen van Londen en Llandaff, verscheiden andere geestelijkenden Hertog van Cambridge en den Lord Major vergezeld, tusschen de koorzan. gets en kerkelijke beambten, die in twee reijen geschaard waren, naar de vcor hem bestemde zitplaats. N11 werd de oienat vérrigi, en bij de litanie de beroemde muzijk van Tallisorganist van Hendrik Fill, gebezigd. Ver volgens hield ae Bisschop van Londen eene treffende leerrede over Matth. 5 vs. 14, in weike hij aanwees hoe het licht van net Evangelie, ofschoon nu rn dan door onkunde en bijgeloof ten neelè bedekt, nooit geheel opgehou den had zijne zegeningen te verspreiden, en de noodzakelijkheid betoogde om in deze dagen van-voortgang in wereldsche kennis tevens de waarheden van hec Evangelie ijverig te blijven prediken, naardien het voorbeeld van Frankrijk bewezen had, dat een land het diepsc in ongeloof verzonken kan wezen, terwijl eene verkeerd toegepaste wijsbegeerte aldaar den hoogsten trap bereikt. Bij den afloop der plegtigheid betuigde de Koning ten hoogste geroerd en gesticht te wezen, en verliet het statig kerkgebouw, om den Lord Major met zijn bezoek te vereeren. Hier was een dejeuner voor niet meer dan vier en dertig personen ainge. rigc, aan hetwelk de Koning tusschen de Gemalin van den Lord Major en de met lof bekende mevrouw Fry was gezeten. Bij het vertrek van het raad» huis weid Zijne Maj., even als bij de aankomst, door de zamengestroomde menigte met luid gejuich begroet. Des namiddags woonde Hoogstdezelve de godsdiensc in de Duitsche Kapel op het paleis van Si. James bij, en keerde daarop naar Windsor terug. Van daar is Zijne Maj. M-.andag morgen alhier wedergekomen, en heeft zijn eerste bezoek aan de gevangenis van Battlebridge, hec volgende aan die van Newgate gewijd. In laatstgenoemde werden hem door mevrouw Fry de nog niet veroordeelde vrouwelijke gevangenen voorgesteld, en tevens ont wikkeld hoe deze gevangenis, vroeger voor eene der slechtst Ingerigte van Engeland gehouden, sedert eenige jaren, door de zorg van het stedelijk bestuur in eene der be6ie was herschapen, terwijl de vraag des Kdnings, of voor het godsdienstig onderwijs van al de bewoners behoorlijk zorg werd gedragen, door die menschlievende dame bevestigend werd beantwoord. N* het lezen van twee hoofdstukken uit den Bijbel en het opheffen van een Psalm, knielde mevroow Fry, daarin door den Koning en al de tegenwoor- gen gevolgd, neder, en sprak een roerend gebed voor het behoud en wel zijn van den Pruissischen Monarch uit. Na des avonds in den schouwburg van Drury Lane een tooneeistuk vat» Shakspearede twee broeders van Ferona, te hebben zien opvoeren, heefc Zijne Msj. een prachtigen maaltijd bij den Hertog van Sutherland bijge woond. Gisteren is een dejeuner, door den Hertog van Sussex gegeven, met de leg owoordighetd van den Doorluchligen vreemdeling vereerd. Ook hier weri groote luister ten toon gespreid en aller aandacht inzonderheid geboeid 1 oor den zilveren tempel, door Korinihische kolommen ondersteund Cn met a. d: zinnebeelden der vrijmetselarij versierd, welke op het midden'der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2