bil de zaak hebben) den slavenhandel voo zeercover'u verklaren en elkander, tot onderdrukking daarvan, wederfceerig hec regt van onderzoek hunner sjhe-* pen toestaan, heeft Noord-Amerika geweigerd tot dat verbond toe te treden; het heeft zelf den slavenhandel gestrengelijk verbodenliet toont zich bereid, om zijne maatregelen daartegen te versterken, maar weigert aan andere Mo gendheden volstrekc de bevoegdheid, om tegen zijne schepen eene soorc van politie uit te oefenen. De vraag over de vrijheid der zeeen en hec regt der neutrale vlag schijnt door Rusland en Frankrijk opgegeven te zijn; zij heeft thans eene toevlugt gezocht onder de Amerikaansche vlag, en niemand weet beter dan de Noord-Amerikaan in welken toestand Engeland zich bevindt, en dat het niec in staat is zijn zelf uitgevonden zeeregc te handhaven. Men behoefc slechts terug te zien op de jaren, welke aan den laarsren oorlog tusschen Engeland en Noord-Amerika zijn voorafgegaan, om de belangrijk heid van het regt van visitatie, waarop men thans uic hoofde van den sla venhandel aanspraak maakt, maar hetwelk ingeval van eenen Enropeschen oorlog eene verdere uitbreiding zou erlangen, in haren geheelen omvang te bevroeden. Terwijl nu de Vereenigde Staten met korte woorden die regt weigeren en duidelijk te verstaan geven, dat zij eene gewelddadige handhaving van het* zelve als eene oorlogsverklaring zouden beschouwen, bereidt men zich aldaar voor, om in een mogelijken oorlog eiken aanval te kunnen afwijzen. De Presidenc vergenoegt zich niet mee de aanbeveling om de voornaamsre zee havens en reeden te bevestigen; hij voegt er nog eene aanmerking bij, die regestreeks tegen Engeland gerigt is,2 waar hij zegt: „Wij zoeken geene buitenlandsche veroveringen en willen met geen ander volk om dc heerschappij op zee strijden; maar de eer en de veiligheid van het volk der Vereen'gde Staten vorderen, dat geene natie naar willekeur in onze binnenwateren door dringen en onze sceden en dorpen verbranden of plunderen kan." Men ziet dat de moedwillige verwoesting van Washington bij de Amerikanen nog in levendig aandenken is; doch thans zijn zij n;et meer een volk van acht, maar van zeventien millioen menschenen wat voor <37 jaren gebeurde, zou thans waarschijnlijk niet meer mogelijk zijn. Intusschen bepaalt de President zich niet tot zulke maatregelen van verdediging', maar stele ook eenen maat- regel van aanval voor, die de Engelschen gevoelig genoeg treffen zal. Hij dringt namelijk aan op de daarstelling eener reeks militaire posten van af Council-Bluffs, in de nabijheid van den Mississippi, naar eenig punt aan den Stillen Oceaanbinnen de grenzen van her Noord-Amenkaansche gebied. Nu is het zoogenaamde Oregon- of Columbia-gebied sedert 1813, als wan neer de Engelschen Astoria bemagtigden, in handen dei Engelschen of eigen» lijk der Hudsonsbaai-Compagnie, welke handelskantoren en Indiaansche dor» pen in grooc aantal gestichc heeft, en aldaar zoo vasten voet heefegevae, dat de Amerikanen slechts enkele stations aan de boventakken der rivieren bezitten, terwijl zij er aan de kust waarschijnlijk geen hebbenwant tot voorbij den mond der Columbia-rivier heeft de Hudsonsbaai-Compagnie alles in bezit, en meer zuidwaarts is de kust vrij onherbergzaam en levert met name geenerlei haven van eenig belang op. Zoodra er derhalve eene keten van militaire posten tot aan de Stille Zee worde aangelegd, wordt ook de Hudsonsbaai-Compagnie van haar bezit ontzet, en dat dit het oogmerk is, blijkt ook uic de aanwijzing der voordeelen, die de Amerikaansche pelterijen* handel daardoor zou verwerven. Maar van nog meer gewigc wordt liet voorstel van den Presidentwanneer men in hec oog houdt, dat zulk een maatregel eensklaps al de Indiaansche stammen, weike zich ten zuiden van de daar te stellen linie opbonden, onder het bereik en de heerschappij der Vereenigde Staten brengt. Eenige Engelschen hadden, voorbarig genoeg, gesproken van eene wapening der gezamenlijke Indiaansche stammen tegen de Vereenigde Staten, en dat de vrees dienaangaande niet geheel ongegrond geacht wordt, blijkt aan den eenen kant uit de daarstelling van een [ndiaansch gebied, waarop men al de noordelijke Indiaansche stammen wil vereenigen, aan den anderen kant uic dit voorstel van den Presidenthetwelk aan alle de woelingen der Engelschen in dit opzigt een einde moet maken. De Engelschen hebben zoo lang van de wapening der Indianen en Negers tegen de Blanken in de Vereenigde Staten gesproken, dat dezen wijs handelen, met zich in tijds voor te berei den, om zulke bewegingen tegen te gaan. Het overwigc der Blanken over de Indianen is te groot, dan dat een opstand der laatstgenoemden iets meer dan moord en plundering in enkele districten ten gevolge zou kunnen heb ben en een welgeslaagde Neger-opstand zou den val der Vereenigde Staten na zich slepes. Derhalve zal de tegenstand wel geévenredigd wezen aan het gevaar. DUITSCHLAND. Zijne Maj. de Koning van Pruissen is den iSden naar Engeland vertrok, ken, lijn reis nemende over Aken en Belgie, om te Ostende aan boord van een Engelsch stoomschip de overvaart te doen. Zijne Maj. heeft aan den Prins van Pruissen, H. D. Oom, het beleid der zaken gedurende zijne af. wezigheid toevertrouwd.Voor de afreis heeft Zijne Maj. het kroonings- en orde-feest gehouden en bij die gelegenheid onderscheiden Ridders benoemd. Volgens een Koninglijk besluit is een eereteeken ingesteld, hetgeen zal worden verleend aan allen die, na volbrenging van den wetteiijken dienst, tijd bij het leger, ook hunne pligten in de beide bannen der landweer geheel zonder verwijt zullen hebben vervuld. De mazelen, die H. K. H. de Dochter van den Prins van Pruissen hadden aangetast, belooven alle hoop op spoedig herstel, In de Zuid-Westelijke streken van Zwitserland is in deze maand zulk eene menigte sneeuw gevallen, dat de gemeenschap tusschen onderscheidene plaatsen gestemd is. In Duitsche bladen wordt gemeld, dat zoowel de Russische als Oosten. rijksche Regering hare legermagt aanmerkelijk vermindert. In Oostenrijk zou 200,000 man aangewend worden bij den arbeid voor de spoorwegen. Zijne Maj. de Koning van Hanover heeft Zijne Maj. den Koning van Pruissen te Othfreden opgewacht; aldaar hebben HH. MM. een dejeuner gebruikt en na een paar uur vertoevens heefc de Koning van Pruissen ae reis voortgezet. GROOT-BRITANNIE. Londen den 18 Januarij. Hare Maj. de Koningin heeft II. Zaturdag eenen geheimen Raad gehouden, waarin bepaald is, dat het tonnegeld op Portn- gesche [schepen geheven, welke in de havens van Engeland aankwamen, zou worden afgeschaft. Zoo men verzekert, zou ook Prins Ferdinand, Gemaal der Koningin van Portugalte Londen bij de doopplegtigheid tegenwoordig zijn. Den i7den heeft Z. K. H. Prins Albert den eersten steen gelegd aan de nieuwe beurs. Des avonds heeft de Lord-Major een prachtig feest- maal gegeven, waaraan de Prins, de hooge Staatsbeambten en aanzienlijke kooplieden deel hebben genomen. In een Engelsch blad leest men het volgende: Het verbrijzelen van lantaarnen en vensters, ten einde slechts kortstondige ondersteuning in de gevangenis te bekomen, is sedert kort dikmaals voorge- komen en de jongste Politie-verhandeiingen gewagen van eene menigte ge vallen, die bij het publiek niet minder medelijden dan bezorgdheid moeten opwekken; want het schijnt, dat de nood thans onze medeschepselen aan drijft tot den radeioozen stap om de bakkerswinkels te plunderen, ten einde te verhoeden, dat zij op straaHvan honger omkomen. Hoezeer wij ook het stelen van brood afkeuren, moeten wij toch erkennen, dat deze de meest vergefelijke wijze van diefstal is; doch de omstandigheid, dat zulke dief stallen niec zeldzaam, maar steeds herhaaldelijker zich vertoonen, dwingt ons tot de vraag: hoedanig tnoec de gesteldheid van een land wezen, in welksj rijke hoofdstad hoopen verhongerde menschen door gebrek aan brood worden verleid rot het. stelen ileszelven op klaar lichten dag en hetzelve on der hunne met lompen bedekte leedgenooten In de straten verJeelen? In allen gevalle zullen de benadeelde en van alle veiligheid des eigendoms be roofde bakkers bij hec Parlement kunnen aandringen op de intrekking van wetten, door wier invoering deze betreurenswaardige staat van zaken is te weeg gebragt, F R A N K R IJ K. Parijs den qo Jannarij. Hec Hof der Pairs heefc den gerant van het dag« blad le Siècle veroordeeld coc 10,000 fr. boece en coc ééne maand gevangenis. De Gezanc van Frankrijk te MadridSalvandy, is ce Parijs weder gekeerd. Den i8den hebben de Aartsbisschop en alle voorname geestelijken van Parijs bij den Koning hec middagmaal gehouden. -De geescelijkheid in Frankrijk besraac uic 2 Kardinalen, 15 Aartsbis schoppen, 68 bisschoppen, 482 «eneraal-Vicarissen687 titulaire Domhee- ren 3083 kantons Priesters, 508 Priesters der 2de klasse Cmet 1200 francs tractemeiic), 24633 Succursalen, 6743 Vicarissen, 439 Kapellaans, 1049 geestelijke Professoren in de Seminarién, 233 aangestelden in de collegién en andere leergestichten, 3031 gewone Priesters in de kerspellen en 2409 vreemde Priesters, die eenter door lang verblijf in de Fransche kerk gena tionaliseerd zijn. Nadat de algemeene beraadslagingen over het adres van antwoord jin de Kamer van Afgevaardigden den i8den gesloten waren, zijn die begonnen over de bijzonJere paragraphen. De zitting echter van den ipden is geheel gewijd geweest aan eene merkwaardige rede van den Minister Guizot BELGIE. Bij eenen maalcijd, welken Zijne Maj. dezer dagen gegeven heefc, was ook tegenwoordig de Baron van Heeckeren, voormalig Gezant van Nederland te Petersburg, Zijne Maj. de Koning heefc te Ostende opgewacht Zijne Maj. den Koning van Pruissen. De Kamer van beschuldiging van het Hof van Appèl te Brusselheefc den ipden haar arresc geslagen in de zaak van hec jongste complot. Bij het. zelve worden naar hec Hof van Assises verzonden, de Generaal op disponi- beliteit, Graaf van der Meerde gewezen Generaal van der Smissen, met deszelfs echtgenoot en zoon Henri Josephde ^Intendant der gendarmerie Parijs; de gepensionneerde militair Crehen; de ex-Colonel der vrijwilligers Parenteen ex-korporaal bij hec iste regiment jagers te voet en de ex officier ran Laethemvoorcvlugcig. In al negen personen. Bij hetzelfde arresc zijn buiten verdere vervolging gesteld. Rockzynskivan de Plasde jongste zoon van den ex-Generaal van der Smissen, Shaumont en van den Elsken in al vijf personen. MENGELINGEN. VERGIFTIGD REGENWATER. Wanneer men een oog slaat op de verschillende ziekten waaraan het tnensch. dom lijdende is, en men alsdan tot derzelver oorsprong opklimt, bevindemen heiaas niec zelden, dac zulks is toe te schrijven aan het gebruik van mee lood vergiftigd water; een verschijnsel, als te vreemder, daar reeds sederc geruimen tijd de scheikunde, middelen aan de hand haefc gegeven, om dit gebrek van hec drinkwater, hetwelk voornamelijk in grootere steden waarge. nomen wordt, te verhelpen. De gevolgen van hec gebruiken van zoodanig water zijn vreesselijk; zij berokkenen den mensch jammerlijke ziekten, die, en mee geneesknnde en met geneesmiddelen, hoe naauwkeurig ook bereid en coegediend, openlijk den spot drijven, en na den menscheen verschrikkelijk lijden te hebben doen ondergaan, zijn leven op eene jammerlijke wijze doen eindigen. De voor. beelden zijn hiervan, belaasl vele; en nog dezer dagen Is weder een man, wiens dood door de wetenschap in ons Vaderland zoo diep betreurd worde, het ongelukkig slagtoffer dezer vergiftiging geworden. Wel is waar, smaak, reuk noch uitwendig aanzien van het water ge. ven iets van deze schroomelijke vergiftiging te kennen, noch het drinken: van, of het kooken der spijzen in zoodanig water, veroorzaken dadelijke en- merkbare gevolgen, maar daarna is hun werking des te gevaarlijker. De les: Achc uwen vijand niet te ligt, moge ook hier van toepassing zijn; want immers door het dagelijks gebruik van vergifrigd water, geeft men eenen vijand, wiens magt men niec kent, gelegenheid om als het ware in het dnis. ter in ons ligchaam rond te waren, tot dar hij in volle woede zich vertoo. nende, den mensch op het ziekbed ter nederwerpc, ten prooije aan bijna onlijdelijke smarten, en eindelijk dood en rouwe om zich heen verspreidt. Dank zij echter de Scheikunde, die door het licht dac hare edele weten, schap omstraalt, ons dien gevaarlijken vijand van des menschdoras leven en gezondheid niet alleen heefc leeren kennen, en zoo die bestaat, aanwijzen, maar ons ook de middelen aan de hand geeft, om hem re overwinnen en onschadelijk te maken; en het zoude bij de tegenwoordige kennis hieraan, eene onvergeefelijke nalatigheid zijn van eiken huisvader, niec hec zijne aan te wenden, om zich en de zijnen voor eene zoo schromelijke vergifti. ging te vrijwaren en aldus eene jammerlijke ziekte te ontkomen. Wij weten wel dar er menschen zijn, die aan de ioodvergiftiging en der zelver gevolgen niet hechten en met de bezorgdheid van anderen der spot- drijven; 0! dat zij nier langer de oogen en ooren sluicen voor hetgeen waarachtig en onomstoocelijk bewezen is, doch kunnen noch redeneringen noch overtuigingen iets baten, hetzij zoo; zij zelren zullen 4e gevolgen van hunne halstarrigheid moeten dragen, gf Onder alle middelen om de aanwezigheid van lood in het water te ont. dekken, is voorzeker geen, dac zulks naauwkeuriger doet dan hec Hydro-' Sulphuretum Ammonii, Men doet van dit proefvochc een of twee druppels in een gewoon wijnglas en schenke het verder vol water; om zeker re zijn zette men een ander glas mee water, zonder proefvochc naast hetzelve en de geringste hoeveelheid lood, zal voornamelijk wanneer het proefvochc versch bereid is dadelijk door de bruine, bij meerdere hoeveelheid zwarte kleur van hec water aangetoond worden. Blijft hetzelve ook na nog langer gestaan ce hebben aan hec andere gelijk, alsdan mag men besluiten dac hec wacer vrij van lood is. Heeft men nu eenmaal lood ontdekt In het water, dan is zulks gemakkelijk hiervan te zuiveren, door eenvoudig eenige ponden been zwart in de regen, bak te werpen, en al het voorhanden lood zal zich met de in het beenzwire aanwezige zwavel verbinden en als een onoplosbaar onschadelijke ligchaam den bodem zoeken. Wij uiten bij dezen den wensch dat deze weinige rege len ingang mogen vinden en wij eerlang tijden beleven, in welke loodvergif- tigingen onbekend zijn en blijven. OVER DE LIJFSTRAFFEN IN FRANKRIJK, GEDURENDE DE 13de14DE, EN 15DE EEUWEN. DOOR A M D E DE BAST. If-ï-ia CPervolg en SlotJ) De gevangenis. De schuldenaar die geene andere goederen had dan hec kleed dac hem dekte, en de lakens van zijn bed, werd tot hec voordeel var» cessie toegelaten, maar tn dat geval leverde de regter hem aan den (schuld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1842 | | pagina 2