Omtrent den wijnstok lulden de berigten van den Rhijfl bedroevend,
daar de laatste orkaan de hoop, zelfs op een middelmatig gewas, vernie.
tlgd had.
In Polen hield men bij voortduring zeer schoon weder, en verwonderde
fflen zich aldaar over de Itlagten, die van elders oprezen.
Men berlgt het volgende nit Frankfort van den 30 Jnlij
De jonge Graaf Arrivabenevan Modenaen de heer Bianchinit Milaan
beide 18 h ao jaren oud, wilden van Nizza een uitstapje naar Frankrijk doen.
Daar zij geene paSsên haddenkwamen zij aan de grenzen met twee perso.
nen overeen, om hen door eene waadbare plaats over de Var te leiden, waar
door zij veilig in Frankrijk waren. Op eenen donkeren avond zoude men
door de rivier baden, waartoe men zich gedeeltelijk had ontkleed. De ge.
leiders droegen de meeste goederen, en geleiden hen in eene diepte. Aldaar
grepen zij de onbezonnene jonge lieden, wierpen hen omver, en hielden hen
eenigen tijd onder water, om hen te doen verdrinken. Toen zij hen dood
Waanden, keerden zij met de geroofde goederen naar Nizza terug. Intusschen
waren geen van beide jongelingen verdronken. Een hunner kon zwemmen
en kwam behouden aan land, terwijl de andere op eene droogte, te midden
der rivier, geraakte, en van daar eenigen aijd daarna werd gered. De Policie,
van het gebeurde onderrigt, heeft de roovers opgespoord en hen in eene
kroeg gevonden alwaar zij het geroofde hadden verdeeld. Een is gevat en
de andere is naar Frankrijk gevlugt.
In de zitting van 39 Jnlij heeft de Zwitsersche Landdag zich weder met
de vraag bezig gehouden, of de bondsacte ai dan niet, en zot» ja, alsdan
geheel of ten deele zou herzien worden. De Afgevaardigden hebben het
over dat punt weder niet eens kunnen worden;
Door den orkaan van den i8den is te Freibnrgin Zwitserland de
eerwaardige lindeboom, die terstond na den slag van Murten, nu 365 jaren
geleden, geplant werd, omver gewaaid én vernield.
Een cractaat van handei en vriendschap is tusschen Zweden en Noor.
wegen en het gemeenebest Venezuela gesloten. Het traccaat is den 33
Maart te Caracas geratificeerd en uitgewisseld, er is eene wederzijdsche ge.
lpstelling aangenomenen het tractaat zal tien jaren duren.
FRANKRIJK.
Parijs den 6 Angustus. De omschrijvingen voor de directe belastingen
Worden te Parijs met rust voortgezet; ook schijnen de Autoriteiten daarmede
met gematigdheid voort te gaan en de ambtenaren te hebben beiast met de
ineeste behoedzaamheid hunnen arbeid te verrigten.
De kennisgeving, welke de buitengewone Commissaris des Konings te
Toulouze heeft laten afkondigen, was in de voigende bewoordingen bevat:
„Ingezetenen van Toulouse
„Twee Koninglijke ordonnantiën gelastende ontbinding van den Gemeente-
Raad en van de Nationale Garde van Toulouse.
„Frankrijk houdt het cog op u gevestigd; door uwen eerbied voor het
gebruik, hetwelk het Gouvernement van zijne grondwettige regten maakt
zult gij hetzelve toonen, dat gij de vrijheid verstaat.
Door nwe keuze en door den last dien gijwanneer de wettige tijd daar
zal zijn, om die beide ligchamen te herstellen, aan uwe gekozenen zult
geven, zult gij het Koninglijk voorregt niet in de onmogelijkheid stellen
om uwe magistraats personen te.nemen uit burgers, die niet zouden inzien,
dat de verkiezing alleen de verpligting oplegt, om functien te aanvaarden, 1
tot welke hun titel, zoo wei als de wet hen roept.
„Leent geen gehoor aan de logentaal, die zoo wel de zuiverste bedoelin.
gen ais de zuiverste handelingen in een verkeerd daglicht zoekt te doen
voorkomen;
„Toont aan het land, dat Toulouse, eene stad van geleerdheid en van
handel, getrouw aan de beginselen, die in de dagen van Juljj hebben geze
gevierd, het gezag der wetten door eene vaderlandslievende onderwetping
klem weet bij te zetten.'"
Nadere berigten nit Toulonze hebben thans eenige inlichting aangebragt
Omtrent deprotestatie van den provisionelen Maire en eenige Regeringsleden,
Om op het bevel des Konings. hnn beteekendof te treden. Die protest
luidde aldus:
„Wij hebben tegen de Koninglijke ordonnantie, welke den Gemeente-Raad
ontbindt, als onwettig geprotesteerd. In dac protest volharden wij. De
beambten, welke gij benoemd hebt om ons te vervangen, volharden van
hunnen kant om bezit van de Mairie te nemen. Wij hebben weérstaan zoo
lang het in ons vermogen geweesc is; thans wijken wij voor den zedelijken
dwang, die ons aangedaan wordt in de personen onzer ambtenaren, welke
men met afzetting bedreigt, bijaldien zij onder onze bevelen blijven hande.
len. Wij hebben gedaan, wat wjj den Gemeente-Raad, wat wij onzen mede-
hnrgeren schuldig waren, door geene andere beweegreden dan door piigtge.
voel en eerbied voor de wet gedreven. De stad en Frankrijk zullen ons ge.
drag beoordeelen."
De oorzaak nu van hunne protestatie ligt daarin, dat bij de ordonnantie,
ter ontbinding der Gemeente-Raden, het artikel der wet niet was vermeid
geworden, waarin van de zamenroeping der kiezers, om eenen nieuwen Ge
meente-Raad te verkiezen, gewag werd gemaakt; hetgeen dus de protestee.
rende leden ais eenen inbrenk op het regt der Gemeenten beschouwden.
Zonderling genoeg bevatte echter de Parijssche Moniteurbij het bekend
maken van de ontbinding van den Gemeente-Raad te Toulonze, deze clau
sule; doch sommigen meenen, dat dezelve er eerst is bijgevoegd, toen door
de telegraphische depeche was bekend gemaakt, wat de niec-bjjvoeging van
genoemd artikel te Toulouze had te weeg gebragt.
De Hertog van Autnale is uit Aigerie m Frankrijk teruggekeerd.
Den 4den waren er talrijke arrestatien onder de militairen te Parijs ge.
daan, zonder dat men de juiste oorzaak daarvan wist.
Het kanon van het Paleis-Roya!hetgeen gewoonlijk te Parijs het
middaguur aankondigt, heeft voor het eerst, sedert 65 dagen, den 1 Augus.
tus vuur gegevenzoodat men in die hoofdstadgedurende al die dagen op
den middag geen zonneschijn gehad heeft.
Men vergelijkt dit jaar met dat van 1816, toen ook dezelfde aanhou
dende noord-weste winden, dezelfde guurheid der lucht en dezelfde tempe-
latuur zjjn waargenomen.
Uit Parijs schrijft men het volgende:
Wij zijn weinig bekommerd wegens het neêrgeslagen graan, hoe dan ook
de jongste onweders groote schade hebben aangerigt. Het kwaad bepaalc
tlch tot enkele districten, en in die districten zeiven bedraagt het doorge-
ichoten veldgewas geen 15 pCt. van den oogst.
Het grootste ongeluk, omdat hetzelve algemeen is, treft de qualiteit
der granen.
Wij willen intusschen niet beweren, dat de tegenwoordige gesteldheid
hopeloos zijde rijping is nog niet voleindigd In die onzer landstreken, welke
het meeste graan teelen; veertien dagen eene hooge temperatuur, veertien
iigen het fraaije zonneweder der hondsdagenzouden groote veranderingen
ie weeg brengen, en aan alle vrienden der noodlijdende klasse vreugde geven.
Maar als niet de Voorzienigheid ons te hulp komt, kunnen wij ons voor
SWaarschuwd houden, het brood zal duur, bijgevolg de arbeid schaarsch,
h« handels- en nijverheids-vertier moeijelijk, en onze geheele gesteldheid
zorgelijk zijn.
Uit Nancy schrijft men het volgende
Wij hebben andermaal een rampslag te vermelden. Van Liverdun wordt
geschreven, dat jl. Zaturdag, ten 9 ure 'smorgens, het lokaal, bevattende
'et buskruid, hetwelk bestemd Is om .de mijnen te laden, welke men doet
spêlén dn tfóergravlrg van het kanaal vóöft- té éeRèn, Is gêspfoegêf-;
Men weet niet door welke oorzaak de ontploffing heeft plaats gehad. Vijf
der werklieden hebben door de uitbarsting het leven verloren, en een groot
aantal der overigen is gekwetst.
Te Lissabon was den 34 Juïij eene Frhnsche weduwe met hare dochter
zoon en dienstmaagd door een barer bloedverwanten vermoord, ten einde
meester barer bezittliigen te worden. De dader is echter spoedig in hechte
nis genomen.
De Koning van Madagascar, door zijne onderdanen verdreven, heefc
den bijstand der Engelschen ingeroepen, om hem op zijnen troon te herstellen.
B E L G I E.
Zoo men weten wilzou de Koning zich tot den Koning der Franschen
gewend hebben, om hem zijne ondersteuning tegen Engeland te verzoeken,
daar deze laatste Mogendheid er in den iaatsten tijd zeer op zou aangedron.
gen hebben, dat, volgens het tractaat onder de Groote Mogendheden geslo
ten, eenige Belgische grensvestingen naar de zijde van Frankrijk zooden
afgebroken worden. De Koning der Franschen zou ten deze zijne medewer.
king aan België hebben toegezegd.
Volgens de gewone wekelijksche opgave omtrent de graanprijzen, die
in den Belgischen Moniteur van dén gden Augustus wordt openbaar gemaakt,
heeft er op al de Belgische graanmarkten, die van Arlon alleen uitgezon
derd, eene nieuwe en aanmerkelijke rijzing plaats gehad. De vermeerdering
van den ofliclëlen middelprijs bedraagt voor de tarwe, die thans op fr. 21,60
de Nederiandsche mudde Is gesteld, fr. 1,45, en voor de rogge, thans op
fr, 11,85 berekend, fr. 0,76. Dien ten gevolge is, in overeenkomst met
de Belgische graanwetten, aangekondigd, dat, te rekenen van 11 Angus
tus, de invoer van tarwe geheel vrij zal zijn, terwijl die van rogge met een
inkomend regt van fr. 31,50 de 1000 kilogrammes bezwaard blijft. De Com
merce Beige beweert, dac men zich hierover nog niet te zeer moet veronc-
rusten, daar, indien het weder gunstiger wierd, de oogst rog geenzins als
mislukt te beschouwen zou zijn, terwijl daarenboven in Frankrijk in de laat.
ste dagen zich eene daling in de graanprijzen had geopenbaard.
MENGELINGEN.
DE VOORDEELEN VAN HET ZWIJGEN.
Natnnr heeft ons het spreekvermogen gegeven, en wij moeten het even
als h2re overige geschenken gebruiken; maar het gebruik heefc misbruik
doen geboren wordenen men weet hoe het daarmede sedert Babels toren
gegaan is. Eenige wijzen hebben beweerd dat de tong het beste en tevens
het slechtste aller dingen is. Ik ga verder dan Esopus, en beweer dat de.
zelve eer slecht dan goed is, en zai het trachten ce bewijzen.
Ik merk eerst op, dat zoo wij twee ooren en ééne tong tot ons gebruik
hebben, dat het bewijs opleverc dat wij meer moeten hooren dan spreken.
Zoo een ieder wel van deze waarheid overtuigd was, zoude men minder nie.
tige of bespottelijke gezegden moeten aanhoorenwant, niettegenstaande de
grenzelooze vorderingen der hedendaagsche verlichtingis het ongelukkig
niet te wederleggen, dat gezond verstand en geest, nog slechts eene uit.
zondering zijn, en dac veelsoortige dwaasheden, eene ontzagwekkende meer.
derheid bezitten..
Raadplegen wij de geschiedenis; zijn niet die volken welke het spaar,
zaamsc met woorden waren, het rijkst aan edele gevoelens en mannelijke
daden geweest? Zie Sparta: Het had geen spreekgestoelte, maar in plaats
van redenaars baarde het helden; en toen de onafhankelijkheid van Grieken-
land gered moest worden, gingen de drie honderd onsterfelijken, stilzwij
gend aan de Thermopylae sneven. - Zie Athene daarentegen! Hebben al de
pogingen van deszelfs oratorischen geest deszelfs vrijheid belee van in de
vlakten van Cheronea ce vergaan? De vijand was nabij en de ledigloopers
hielden zich bezig met redekavelen over de gevaren van het vaderland!
Hec Ooscersche Rijk is onder de slagen der drogredenaars gevallen, niette
genstaande een zeer onvoorzlgtige Keizer van Konscantinopel aan eenen Ce
remoniemeester de moeijetijke functiën had toevertrouwd, van het stilzwijgen
in zijn paleis te doen bewaren.
De letterkunde, welke onder den invloed der zeden staat, maar ook op
dezelve kan terugwerken, is thans pok niet van babbelzucht vrij te pleicen.
Naast eenige onvergankelijke meesterstukken doen vele mislukte werken
eene nietige vruchtbaarheid kennen. Van waar dit gebrek? Van den onge.
lukkigen lust, welke ons tot praten aanzet, en ons daarna noopt deze woor
den op papier te brengen.
Wanneer men de gebreken van stijl opsomt, zegt men, dat dezelve lang.
wijlig, wijdloopig is. Wanneer men de voornaamste verdienscen van eeneti
grooten schrijver aanhaalt, prijst men zijne beknoptheid. Waarom? Omdac
deze hoedanigheid de uitwerking der spaarzaamheid van spraak is. De hoor
ders eener improvisatie of openbare lezing willen dac men hen vermake,
maar niet ce lang; de dichter of redenaar, in het vuur van spreken, tnerkc
de teekenen van ongeduld der vergadering niet op, en wanneer hij eindige
wordt hij bijna altijd algemeen toegejuicht. Spottende zegepraal! Men juchc
minder toe hetgeen hij gezegd heeft, dan hetgeen hij niet meer zegt; hec
is, wanneer zijn spreken ophoudt, dat zijne ware verdiensten schijnen te
beginnen.
Qui ne sast se bomer, ne süt jamais icrirezegt Boileau. Deze wijze
gebackte, welke elke schrijver toe motto zotide moecen kiezen, werd door
de ouden reeds in praktijk gebragt, vóór dat dezelve ais voorschrift was
aangewezen. Griekenland had, tegenover het standbeeld van Mercurius,
God der welsprekenheid, hec beeld van Ilarpocrates geplaatst, dat, de vinger
op den mond hebbende, den sciizwjjgenden raad tot bescheidenheid scheen
te geven.
De Grieken bragten hulde aan den God der stilzwijgendheid toe, niec
alleen in de piegtigheden der godsdienst, zoo als in Egypte en Indië, maar
toe in de gedachte der kunst; zij voelden dat de kunst voorbedachtelijke
achterhouding vereischc, en dat men hare uitwerking verzwakc, door dezelve
ce verlengen. De schilder even ais de dichter liet aan zijne beoordeelaren
de zorg over, om zijne gedachte aan te vullen.
Timar.thes in zijne vermaarde afbeelding van het offer van Iphigenia, verre
van aan Agamemnon, overdrevene gebaarden en eenen geopenden mond te
geven, als om zijne vaderlijke wanhoop uit te drukken, had het aangezigc
van den Koning der Koningen bedekt, welke hij voorstelde als in een diep
zwijgen verzonken. De kunstenaar had begrepen, dat de groote smarten even
als de groote vreugden stom moesten zijn. Er zijn aandoeningen der ziel,
welke de zwakheid van het menichelijk woord niet vermag uic te drukken.
Zoo men van den goeden Homerus gezegd heafc, dat hij van tijd tot tijd
sliep, is het niet de langdradigheid van zekere aanspraken welke hem die
verwijt van dichterlijke slaperigheid berokkend heeft. Nestor, in den Ilias
boezemt ons minder belangstelling in, dan Achilles, omdac Nestor meer
spreekt. Racine doet in zijne Iphigenia Iaatstgemeldeu held zeggen:
II faut des actions et nen pas des paroles. Die vers bevat het geheel vereischte
van het drama, dat voornamelijk daden en hartstogten moet voorstellen. De
Grieksche treurspel-schrijvers, verlichte kenners der welvoegelijkheid, lieten
hunne helden zwijgen, wanneer de toestand sterker was dan al hetgeen zij
zouden hebben kunnen zeggen; zij hadden ook geheei stomme rollen uicge.
vonden. Gave Melpomene, dat veie onzer hedendaagsche treurspeldichters,