L E Y D S C COURANT} VRIJDAG» BJ *3 JUL I J. NEDERLANDEN. Leyden, 22 Julij. Volgens nadere bij ons ingekomen berigten nopens het ongeluk door het sprin ken van de ketel der stoomboot Julia, te Rotterdam voorgevallenwis de heer \anDaa!en Wetten, die daardoor zoo noodlottig het leven verloren heeftj en plotseling aan eene jeugdige echtgenoote en zijn talrijk huisgezin is ont- scheurd, geenszins de eigenlijke Conducteur dier boot geweest; bevindende die Ambtenaar bij het Departemèht van Binnenlandsche Zaken zich met ver lof, om redenen vah gezondheid, en was hij voornemens zijn verloftijd nog nuttig te besteden, om eenige kennis van de stoommachine op te doen, en als zoodanig op de boot. Hartverscheurend was zijn toestand na het ongeluk, dat hem wedervaren is en dat hij slechts eenige uren heeft overleefd, Groote wonden waren hem it! het lijf geslagen en de ingewanden verschroeid. Zijne niaste betrekkingen kwamen te laat, om hem nog in hetleven te vinden. Uit 's Gravenhage wordt van den aisten dezer gemeld: Bij Koninglijk besluit is onlangk geadverteerd een reglement voor de huizen van bewaring, Daarbij wordt onder anderen, bepaald, dat de huizen vho bewaring bedoeld bij art. 3 van het Koninglijk besluit van 27 Julij 1839 bestemd zijn: i°. tot plaatsing van alle zoodanige personen, welke door den kannonregter veroordeeld zijn; 20. ter opneming van alle andere aangehouden wordende personen, niet Behoorende tot de zoodanigen waarvan wet 414 van het wetboek van strafvordering gewaagt; 30. ook voor zooveel noodig als passantenhuizen tot het houden van nachtverblijf voor doortrekkende gevan. genen, en andere onder verzekerde bewaring vervoerd wordende personen, eii 4°. eindelijk; nSar omstandigheden en wanneer de localiteit het gedoogt, tot het einde aangewezen' in hét tweede lid van art. 6 des Koninglijken 'bé- sluits van 4 November 1821 N°. 16. Voorts wordt bij dat besluit bepaald, dat in leder kantongeregi ten minste één zoodanig huis van bewaring zal be. hooren te worden aangetrofFen, en bjj voorkeur behooren te zijn gevestigd in de hoofdplaats van het kanton, immers zooveel mogelijk inde gelegenheid van een zetel van het kantongeregt; dat voor de steden Amsterdam en Rot- terdsm nogthans elk uit meer dan een kanton bestaande, zal kunnen worderi volstaan met één enkel huis van bewaring, of zöbveel meer 4IS naar gelang der behoefte en localitelten mogt worden gevorderd. Buitendien zal er ook In zoodanige andere gemeenten, die, bij groote afstanden, als gewone sta tions voor het vernachten strekken, op de thans gebruikelijke wijze moeten worden gezorgd voor eene voegzame gelegenheid tot huisvesting en verple- ging aan getransporteerd wordende personen. De kosten van inrigting en on. derhoud der huizen van bewaring in de hoofdplaatsen der kantongeregten zullen moeten worden gedragen door de gezamenlijke gemeenten, het kan ton uitmakende, en zulks naar evenredigheid der bevolking, of van het be lang, dat elk dezer gemeenten kan gerekend worden bij de inrigting te heb- ben,een en ander ter beoordeeling van Gedeputeerde Staten der provinciën, die daaromtrent de noodige voorstellen ter goedkeuring aan het Departement van Binnenlandsche Zaken zulièn inzenden. Dien onverminderd zal, naar omstandigheden uit 's Rijks kas eene bijdrage kunnen wórden verstrekt ter bestrijding van evengemelde kosten, voor zoodanige huizen van bewaring, die hetzij gedeeltelijk, hetzij bij uitsluiting, strekken moeten tot nachtver blijf van doortrekkende gevangenen. Wat aangaat de huizen van bewaring, welke als kantonnale gevangenissen moeten gevestigd wezen In de plaatsen, die te gelijkertijd hoofdplaatsen zijn van hec arrondissement of van de pro. vincie, kunnen, ingeval de localiteit en ruimte het coelaat, de noodige schikkingen worden beraamd voor de vereeniging in hetzelfde gebouw met het bestaande huis van arrest of burgerlijk en militair huis van verzekering, behoudens behoorlijke Inwendige afscheiding. In zoodanige gevallen echter zal in eene billijke evenredigheid door het kanton moeten worden bijgedra. gen in de algemeene kosten van inrigting en van onderhoud, alles ter rege. ling van Heeren Gedeputeerde Staten der provinciën, onder goedkeuring van bet Departement van Binnenlandsche Zaken. Ten slotte van dit reglement wordt gehandeld over het toezigt over de huizen van bewaring, waarbij onder anderen wordt vastgesteld, dat in de plaatsen, alwaar er tevens andere gevangenissen bestaanhef toezigt over de huizen van bewaring aan de bestaande Commissien van administratie of collegien van regenten wordt opgedragenovereenkomstig het bepaalde bij art. 59 van het Koninglijk besluit van 4 November 1821, N°. 16. In de hoofdplaatsen van kantons waar zulks het geval niet is, zal dit toezigt wor den uitgeoefend door een collegie, zamengesteld uit een Kantonregter, de Burgemeester of een der Wethouders of Assessoren der gemeenteen een ander notabel Ingezeten binnen dezelve ter benoeming van den Gouverneur der provincie. In de gemeenten, geene hoofdplaatsen van kantons zijnde, uit den Burgemeester en twee notabele ingezetenen ter benoeming als voren. Zijne Maj. heeft benoemd rot Nederlandsch Consul voor de provinciën Valencia en Murcia.in Spanje, om te Alicante te resideren, den heer V. Sal' vettien tot Nederlandschen vice-Consul te Smyrna, den heerB. J. van Lennep. Men verneemt, dat Zijne Maj. den heer W. J. P. BaroB Sleet van Tou tenburg, tot dusverre Secretaris van het Departement van de Opper-Hout. Vesterjj, benoemd heeft tot Opperhoutvester; terwijl dat departement gesup primeerd en hetzelve ingedeeld is bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Naar men verneemt zal de Tweede Kamer der Staren-Generaalop Maandag, den 16 Augustus, aanstaande, hare werkzaamheden hervatten. In liet dagblad van 's Gravenhage leest men onder dagteekening van den 2osten: Bij vonnis van het Kantongeregt dezer stad, van den isden dezer, is de tapper Willem Stapel, wonende in de Casuariestraat alhier, die in den nacht van den 12 op den 13 Junij dezes jaars geweigerd had eene drenkeling, waarbij nog leven werd ontdekt, in zijn huis op te nemen, veroordeeld in eene geldboete van vijf en twintig gulden en In de proceskosten. Uit Amsterdam schrijtt men van den 20Sten dezer: HH. MM. de Koning en Koningin, benevens H. K. H. Prinses Sophie, lijn hier gisteren avond tusschen half negen en negen ure, op Hoogstderzel- 'er reize naar Vriesland doorgekomen, zich, na aan het gebouw der Rijn-en ^uel-Stoomboot Maatschappijwaarin eenige localen te dien einde waren «Sttigt, door Z. E. A. den Staatsraad, Burgemeester en andere Autoriteiten «aningen te zijn geworden, zonder verder oponthoud, aanboord van de voor Bopjstderzalver togt ingerlgte stoomboot de Admiraal Kinsbergen begeven, de; het voornemen van Zijne Maj. zijnde, omstreeks 9 ure in den morgen te Hirlingen aan te komen, is pe boot tegen half tien ure op stroom gaan lig. 8e<i, en eerst omstreeks half één ure in den nacht verder afgevaren. Z. K. H. Prins Alexander en Z. Keiz. H. de Grootvorst Komtar.tijn, heb- beo gisteren den Helder bezocht, Z. K. H. volgt HH. MM. naar Vriesland. Uit Haarlem meldt men, dat aldaar door den Heer Serrurier, Voorzint van den Raad van Administratie voor de Hollandsche spoorweg-maatschappij, den 2isten dezer de eerste steen is gelegd aan de brug over het Sparen. Van den Helder schrijft men van 19 Julij Heden nacht is alhier teruggekeerd, Z. Keiz. H. de Russische Grootvorst Consténtijnvergezeld van den schout-bij-nacht Lutke en gevolg; terwijl beden morgen mede alhier is aangekomen Z. K. H. Prins Alexanderverge zeld van Hoojtstdeszelfs adjudant Baron Sloet. Nadat heden morgen de bur. gerlijlfe, maritime en militaire autoriteiten hunne opwachting bij HH. Keiz. erf K. HH. hebben gemaaktzijn, door Hoogstdezelven bezlgtigd de maritime eta. blissementen en de fortificatiën, vergezeld van genoemde autoriteiten, waar: na HH. DD. zjch met de sloep naar hat Russische fregat de Aurora hebbeii begeven. Waarschijnlijk Zal het Russische eskader op morgen naar de reede vertrekken; terwijt Z. K. H. Prins Alexander voornemens is, heden avond weder naar Amsterdam te vertrekken, om van daar met Zijne Maj. den Ko. ning en de Koninklijke familie, de reis naar Vriesland te aanvaarden. Men verneemt uit Harlingen, dat het Vorstelijk Gezin aldaar ten half tien ure II. Dingsdag, na eene voorspoedige reis is aan wal gestapt en door de Autoriteiten opgewacht. Na aldaar een gehoor gegeven te hebben, beeft Zijne Maj. zich, van de overige leden der Koninglijke famieljè vergezeld j naar Leeuwarden bègeven, waar HH. MM. luisterrijk zijn binnen gehaald; De trein was de vólgende: i.De iste compagnie van de schutterij In colonnen om de spits uit te maken,bij dezelve geen tamboer; 2.de muzijk der schut terij; 3. een detachement van de eerewacht, met den Commandant en den Standaard; 4.Zijne Maj. dé Koning te paard met Hoogstdeszelfs staf; 5. De Stiatsraad Gouverneur; <5. de Provinciale Commandant met den staf; 7.een detachement van dé eerewacht met den tweeden Commandant; 8.Hare Maj. de Koningin met gevolg; 9, een detachement van dé eerewacht en aan ieder zijde van de koets van Hare Maj. één lid der eerewacht; 10. het stedelijk Bestuur; 11.het bataljon schutterij in colonne5 12. het 2de bat. 9de reg. inf. Er zouden te Leeuwarden onderschelden volksspelen gehopden worden, als niastklimmen, boegspriet loopen, schieten naar den vogel, knipje steken; harddraverijen enz, Men meldt uit Breda onder dagteekening van 19 Julij: Naar men verneemt zal eerstdaags het plan voortgang hebben, om In onzé nabpeid eene aanzienlijke hoeveelheid cavalerie te doen kantonnerén, toe het houden, gedurende eene maand, van cavalerie-evolntien en manoeuvres in het grootOp de heide tusschen Gilze en Reijen en omstreken. De bij een te brengen troepen zouden bestaan uit het 4de regiment ligte dragonders; dat te Oosterhout zou kantonnëren, het 3de regiment Iigtè dragonders, té Dongenen het nde regiment lanciers te Tilburg. T U R K Y E. Men meldt uit Belgrado vau den 5 Julij, dat de maatregel ter ontwapening der Turken dien dag ook aldaar had plaats gevonden. De Pacha nam daartoe aanleiding door eenen doodslag, dien een Turk in èen koffijhuis op twee Servische Christenen beging. Eene woordewisseling over godsdienst en staat kunde gaf tot deze ongelukkige daad aanleiding. De Pacha schijnt overigenz door instructien uit Konstantinopel tot de ontwapening der Turksche bevol. king bevel te hebben bekomen en begeerig te zp geweest, om eene gele genheid te vinden, waarbij hij gevoegelijk dat bevel kon volbrengen. Het verbod tegen het dragen van wapenen is nu uitgevaardigd en zalzonder twijfel, streng gehandhaafd worden. Den 30 Junij waren drie Christelijke Patriarchen, benevens de Opper- rabbp, voor de Porte geroepen, en is hun een afschrift van den firmari overhandigd, welke den nieuwen Gouverneur van Jerusalem, tot bescherming der belijders van de verschillende godsdiensten, zonder onderscheid, toege. zonden is. De pest bleef in /Egypte, volgens berigten van het laatst van Junij, op eene vreesselijke wijs verwoestingen aanrigten. In Damiate had het regiment aldaar in bezetting reeds 1354 officieren en manschappen verloren, ITALIË. Men schrijft uit Rome van den 8stèn dezer bet volgende: De tarwe oogst is hier overal gelukkig en zegenrijk binnengebragt. Daar entegen schijnt de olieboom weder weinig vruchten te zullen opleveren.' Het is reeds het derde jaar dat deze vrucht niet slaagt, hetgeen bpondet den onbemiddelden stand treft, wiens ware levensbénoodigdheid de olie is, waarvoor dezelve tegenwoordig dubbeld zooveel als In gewone jaren betaalt. De wijnstok schijnt altijd het tégendeel van den olieboom te doen; zoó ook nn, daar men met den overvloed der laatste jaren geen weg weet en de wjja tot ongehoorde lage prijzen wordt afgezet. Uit Napels zijn berigten ingekomen van de ontdekking eens staatkun digs complots, wiens deelhebbers eene vereeniging van geheel Italië bedoel, den; ondertusschen zouden zjj zonder allen invloed en zonder talrjjke deel nemers zp. ZWITSERLAND. De Afgevaardigden van i5 kantons hebben zich in de 6de zitting van den Landdag voor het waarborgen der staatsregeling van Solothurn en die van 25 kantons voor het waarborgen der staatsregeling van Aargau verklaard. De Afgevaardigden van verschillende kantons waren omtrent de staatsregeling van Lucern niet van genoegzame volmagten voorzien. In den avond van den 10 op den 11 Julij, Is in Bern een heimelijke aanslag gesmeed tegen het leven der Landdags-Gezanten van het kanton Url, welks verderf dreigende werking alleen door toeval verijdeld was geworden. Aan een venster van het vertrek, waar die Gezanten hun verblijf houden,, was namelijk een zoogenaamde moordslag bevestigd geworden en met eeu vervaarlijken slag gesprongen, zoo dat het venster met een groot gedeelte van den muur was weggeslagen en groote stukken ijzer van dit moordtuig tot op een grooten afsiand geslingerd waren. Gelukkig waren de Afgezanten op dat oogenblik afwezig geweest en hadden geene andere personen daarbij eenig letsel bekomen. De Policie hééft onverwijld alles in het werk gesteld; om den dader of de daders op te sporen. DUITSCHLAND. Door Zijne Maj. den Koning van Hanover is eene proclamatie uitgevaar, digdwaarin hij de redenen meer ontwikkeld opgeeft van de ontbinding der Sten. den, zijnde deze de stelselmatige oppositiewelke de meerderheid der Tweede Kamer tegen de Regering gevormd had. Aan het slot van dezelve leest mens; x Wij zuilen binnen den bepaaldea tijdvolgeii» de grondwet van 6 Au-'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1