NEDERLANDEN. T U R K Y E. GRIEKENLAND. K -E U R E op het uitkloppen van Vloerkleeden of Tapijten binnen de Stad Leyden. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, in aanmerking nemende dat, hiettegenstaande 'van Stadswege een behoorlijk ingerigte grond tot het uitkloppen van Vloerkleeden en Tapijten is aangewezen, echter vele ingezetenen voortgaan met dezelve elders binnen deze Stad uit te kloppen, hebben, met bewilliging van den Ed. Aclitb, Raad derzelver Stad, goedgevonden te bepalen, gelijk bepaald wordt bij deze: Art, i. Niemand zal op de straten, grachten, wegen» pleinen, openbare wandelplaat sen binnen deze Stad of andere StadsgrondenVloerkleeden of Tapijten vermogen uit te kloppenmaar zal men zich moeten bedienen van de daartoe aangewezene of in tijd en wijle nader aan te wyzen en van Stadswege ihgerigte grónden. Art, 2. Bij het gebruik maken dier gronden, zal ieder zich moeten onderwerpen aan de voorwaarden, op het gebruik derzelven gesteld. Art. 3. De werkbazen z\jn verantwoordelijk en aansprakelijk voor hunne bedieridén óf knechtsten opzigte van de boetenwelke op de overtreding dezer worden toegepast. Art. 4. De overtredingen van de bepalingen dezer Kéure zullen worden geconstateerd by behoorlijk procesverbaalom voor de bevoegde Regtbank të worden vervolgd en worden gestraft met de strafbepalingen, vervat in art. 4 der wet, van den 6. Maartl8i8, 'Staatsblad N°. 12) en zullen de gemcurreerde boeten komen ten voordeele der Stede lijke kas* De handhaving dezer wordt opgedragen aan de beambten van Policie. Afschrift dezes zalingevolge art. 70 van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad, worden gezonden aan de Ed. Gr. Achtb. HH. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Aldus gedaan en afgekondigd bij H. H, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 24den Juny 1841. J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve, V. PüfÏKAMMER. Leyden, 25 Junij. Men meldt uic 's Gravenhage van den 29tten dezer, dat Zijne Maj. de Koning eerst heden middag, omstreeks vijf ure, van Hoogstdeszelfs togten naar Limburg, Luxemburg enz., in de Residentie terug verwacht wordt. Naar men verneemt heeft het Z. K. H. den Prins van Oranje behaagd de opdragt eener Aardrijks— en Geschiedkundige beschrijving der Nederlanden enz., door den heer J. C. Beijeronder medewerking van verschillende Va. derlandsclie geleerden, zamengesteld, en eerstdaags door den Boekhandelaar A. ter Cunne te Deventer zullende uitgegeven worden, met welgevallen aan te nemen. Deskundigen prijzen dit werk, coc welks volmaking geene moeite of kosten ontzien zijn, een hoogste; terwjjl hierdoor eene wezentljjk bestaande behoefte zal vervuld worden. Bij eene missive van Zijne Exc. den Minister van Binnenlandsche Za. ken, van 8 dezer, is aan de Gouverneurs der provinciën te kennen gegeven, dat aan de miliciens van de ligting van dit jaar, die in reserve zijn gesteld, de vrijheid wordt gegeven, om aan de begonnen zijnde haringvisscherij deel te nemen, echter in geen geval langer dan tot 1 Maart 1842. In Het dagblad van 's Gravenhagevan den 28scen, leest ment Eergisteren, den 24sren dezer, is alhier, door een' vader van een zeer talriik gezin, in de Spuistraat verloren een bankbiljet, groot ƒ300, hetwelk aan hem ter verwisseling was ter hand gesteld. Hiervan annonce in ons Dag. blad gedaan zijnde, heeft zich zeker heer, op verzoek van den vinder, tot den heer Commissaris van Policie, fValdeck, gewend, met kennisgeving, dat de persoon van van Dorp, wonende in het Pinksterbloemenlaantje, wiens zoontje hetzelve in genoemde straat gevonden had, bezitter daarvan was. Deze persoon heeft, op de aanmaning van genoemden ambtenaar, het bankbillet dadelijk afgegeven, en alzoo is hetzelve in handen van den eige. naar teruggekomen. Dergelijke daden van naauwgezette eerlijkheid verdie nen eervolle vermelding, geljjk wij ons dan verpligt achten die in ons Dagblad op te nemen. Te Amsterdam is den 28sten dezer bekend gemaakt, dat de inschrijving voor 8 millioenen z. r.zijnde het resterende gedeelte der 4'pCt. Russische leening groot 25 millioen, heden ten kantore van de wed, IV. Borski is ge. opend, ten prijte van 87J pCt.of ƒ876 per 500 z. r. Men schrijft van den Helder, van den 25sten dezer, het volgende: Naar men verneemt, is door Zijne Maj. den Keizer van Rusland, bij monde van zjjnen gezant in de Nederlanden, aan onze Regering kennelijk gemaakt, dat Hoogstdeszelfs tweede zoon, de Grootvorst Konstantijn, bij zijne komst alhier het strengste incognito zal bewaren. Gemelde Prins zal eerstdaaga met een Russisch eskader aan den Helder arriveren. Z. K. H. dient ala Adelborst aan boord van het fregat Aurora, welke bodera de commando vlag voort. Dien ten gevolge is alhier van regeringswege aan de verschillende autoriteiten aangeschreven, om den wensch des Russischen Keizers te eerbiedigen, en is aan den Commandant van Zijne Maj. zeemagc alhier reedt lastgegeven, om het Russisch smaldeel, bij deszelts komst, alechts het gewone salut bij het binnenkomen van vreemde oorlogschepen gebruikelijk, te geven." Uit Utrecht meldt men van den 27 Junij De algemeene vergadering van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Knnsten en Wetenschappen is den essien dezer alhier gehouden, in de Re- monstrantscbe kerk, des morgens ten 10Jure, onder voorzitting van den Hoogleerair Kopt, In dezelve zijn als leden voorgesteld en aangenomen, de beeren: J.J. Bruinsma, Apotheker te Leeuwarden; BrugsmaHoofdonder 'wqzer aan de Kweekschool te Groningen; C. I. van Cooth, Med. Doctor te Amsterdam; J. van Harderwijk, Predikant te Katwijk aan Zee; va» Halmael, Auditeur Militair te Leeuwarden; Mr. IV. J. C. van Hasselt, lid van de Arrondlssements-Regtbank te AmsterdamP. Harting, Med. et Artis obstet. Doctor te Oudewater; G. R.Hermans, Rector der Latijnsche Scholen te 'iHertogenbosch; A. de jongh, Praeceptor aan het Gymnasium te Utrecht; C. J. LoncqHoogl. der Geneesk. te Utrecht; J. van Leeuwen, Griffier bij het Provinciaal Geregcshof van Vriesland; G. Luttenbcrg, Secretaris der stad Zwolle; C. J. Matthes, Mathes Mag. et Phiios. Nat. Doctor, te Amster HmMr. R. A. Mees, Jnr. Utr. Doctor, Kassier te Rotterdam; van de Pol ier, Colonel der genie te UtrechtMr. J. D.Rink, Regter te Thiel; H. C. Set ten, Essayeur aan 's Rijks Munt te Utrecht; A. Vrolik, Inspecteur- Esiiteur-Generaal aan 's Rijks Munt re Utrecht, en Mr. G. G. Vrede, Hoog. leeratr der Regcen te Utrecht. Men meldt uic Arnhem van den 27 Junij, dat de Staatsraad Borret en de Inspecteur van Mesritx eerstdaags weder naar Brussel zouden vertrekken, om de onderhandelingen over de verschillende geldelijke aangelegenheden mee Eeigie te hervatten. Uit Breda wordt gemeld: Nadat de Commissie van Inspectie voor her hoogere militaire onderwijs Jé examina, vooral der kaders van het vierde of hoogste studiejaar aan de Ko* nmglijke Militaire Akademie alhier in den loop dezer maand had bijgewoond-, heeft gezegde Commissie, benevens de beide Commandanten der Akademie; zich den 24sten dezer, namiddag, naar her kamp der kadets begeventns. schen de straatwegen van Tilburg en Oosterhout; op een half uur van hier gelegen, ren einde er de practische oefeningen der kadees van het 3de ert 4de studiejaar, die bij afwisseling of gezamenlijk sedert den jsteh dézer ge. campeerd waren, bij te wonen. Ook de kadets van het isce en 2de studie, jaar waren des middags vroegtijdig derwaarts gemarcheerd, terwijl zien een groot getal, vooral militaire adnschouwersnaar hec kamp begeven hadden. Uit Luxemburg schrijfc men van den 25 Junij: Gisteren avond ten 11 ure hebben Zijne Maj. de Koning Groothertog eti Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden onze vesting verlaten. Alles is weder kalm en stil als te voren. Hec aandenken echter van het kortstondig verblijf van Zijne Maj. binnen onze muren zal nier ligc uic ons geheugen ge. wischc worden. Ook de Koning, daarvan zijn wjj overtuigd, was uitermate voldaan over het onthaal, door hem in zijn Groothertogdom genotenHoogst- dezelve heeft zulks herhaaldelijk betuigd aan hen die de eer hadden Zijné Maj. ce naderen, en zelfs beloofd in hec aanstaande jaar andermaal onze stad met een bezoek te vereeren. Gelijk in andere plaatsen is ook bij ons 'sKonlngs verblijf gekenmerkc ge« worden door blijken van Komnglijke onderscheiding. Men weec reeds dtc de heeren Schmitt-DrunckMuller, IVetcnstcin, Schrobilgén, Pagent-Würth, Probit en Desett met de Ridderorde van den Nederlandschen Leeuw en de Commandant der eetewacht met eenen brillanten ring door Zijne Maj. zijn begiftigd geworden. Maar bovendien heeft zich de tegenwoordigheid van Zijne Maj, in ons midden onderscheiden door daden, die algemeen coege* juichc zijn geworden, en welke voornamelijk hebben bestaan in hec herstellen van menige ongeregcigheidwelke in de jongste dagen, inzonderheid tijdens hec bestuur van den heer Hassenpflug, is gepleegd geworden. Onder ande. ren zijn alle vroeger afgezette Notarissen in hunne functien gereïntegreerd. Ook nopens de ondeihindelingen met Pruissen wegens de aansluiting van het Groothertogdom aan hec Duitsche tolverbond, heeft de Koning zeer vol. doende verzekeringen gegeven, en aan onderscheidene depucatien betuigd; dar die onderhandelingen zeer verre zijn gevorderd. Onder dagteekening van den 26sten Junij wordt uic Maascrichc gemeld: Gisteren avond ten half zeven ure is Zijne Maj. de Koning, doch niec vergezeld van Z. K. H. Prins Alexander, alhier van Luxemburg terugge keerd, en heeft alstoen deel genomen aan het diner op hec Gouvernements- hótel. Heden middag een een ure zal Zijne Maj. nog eenige openbare inrig. tingen gaan bezigcen. Daarna begeeft Zijne Maj. zich naar hec Park en zal mee de gisteren aangekomen stoombooc een togtje op de Maas doen. Heden avond zal Zijne Maj. de receptie bij den Lulteninc-Genefaal dei Tombes met Hoogstdeszelfs tegenwoordigheid vereeren en aanscaanden nachc vertrekt Zijne Maj. naar Grave, alwaar Hoogstdezelve op morgen zijne pleg. cige intrede doen zal; zullende Zijne Maj. in den nachc van Zondig op Maan. dag te Tilburg overnachcen. Naar wij vernemen zal de stedelijke eefewacto Zijne Maj. tot Beek vergezellen. AMERIKA. De tijdingen uit de Vereenigde Staten loopen tot het bégiri dezer maand en melden, dat de nieuwe Voorzitter den isten Junij het Congres met eene boodschap had geopend, waarin hij onder anderen het vraagstuk Van eené nationale Bank zegt, niet goed noch af te keuren, maar aan het oordeel van het Congres over te laten. Hec te kort der inkomscen over het ioopendei jaar wordt door hem op omstreeks 12,000,000 dollars geschat. Zjjne caal omtrent de buitenlandsche aangelegenheden is zeer vredelievend. Sedert t790 tot f840 zijn de Vereenigde Staten van 3,729,326 toe 17,006,578 zielen toegenomenonder deze bevinden zidh bijna 2,000,000 ne gerslaven. New-York alleen, hetgeen onder den naam van Nieuw-Amsterdam, door de Hollanders in de 17de eeuw gesticht werdbevatte 312,334 inwoners* Een berigt uit Candia van 4 Junij bevat de volgende tijding: Tien dagen geleden, hebben de vijandelijkheden eenen aanving genomen. Er hebben reeds eenige schermutselingen plaats gehad, zonder dat er ech ter, noch aan den eenen noch aan den anderen kanc, veel bloed vergoten is; Eenige dorpen hebben zich aan deTurksche troepen overgegeven. De hoofd- magt der opstandelingen is naar het gebergte te Sphax teruggetrokken. De blokkade duurt voort. De Fransche en Engelsche schepen, die onze haven verlaten hebben, zijn door andere vervangen geworden, eu er bevindt zich thans in onze nabijheid een vrij talrijk smaldeel. Een ander berigt, over Athene van den iaden ontvangen, behelst het volgende: Op Kandia, van waar de berigten coc den 7 Junij gaan, hebben reedt eenige schermutselingen plaacs gehad, en ook een voor de Turken bloedig treffen bij Megalo Kastron. Op den 6 Junij zou men op het westen des eilands een besiiasenden slag te wachcen hebben. Volgens berigten uit Alexandrie van den 6den, zou de laatste firman der Porce aan Mehemed-Ali reeds zijn bekend geworden, eo zooais de een zege bij hem goedkeuring, doch zooals de ander zege afkeuring gevonden hebben. Volgens de eersten zou hem alleen het bedrag der belasting te boog voorgekomen (zijn en hjj daarover met den te Alexandrie aanwezigen Com* missaris der Porte nadere onderhandelingen hebben aangeknoopc. De pesc bleef nog gedurig te Alexaudrië aanhouden, en sleepte dage. lijks van 7 tot 10 menschen ten grave. Ibrahim en Mehemed hadden zicht in een kasteel, van de scad verwijderd, teruggetrokken en hielden alleen door hunne gewone bedienden met personen, die hen spreken wilden, ge meenschap. In dit land heerschte, volgens berigten van 37 Mei, de voltnaakste rust en de welvaart nam er gedurig toe. In die berigten worden ook de verspreide geruchten tegengesproken, als of er onrustige bewegingen in Thessalie en Macedonië waren voorgevallen, daar ook die provinciën rust genoten, en er gewis geene mogelijkheid zou bestaan om dergelijke bewegingen in dia

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1