A*. 1841.
L E Y D S C H E
VRIJDAG,
25 JUNIJ.
NEDERLANDEN.
Leyden, 34 Junij.
Uit 'sGrSfrnhage meldt men van den 24sten dezer:
Zijne Maj. de Koning wordt «anitaanden Maandag, den 28sten dezer, van
Hoogstdeszelfa togten naar Gelderland, Limburg en Luxemburg in deze
Residentie terug verwacht. Dingsdag wordt ook H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Sophie, van Soestdijk, in deze hofstad te gemoet gezien.
Kort "daarna zullen HH. MM. de provinciën, Vriesland, Overijssel, Gronin
gen en Drenthe bezoeken.
Het heeft Zijne Maj. behaagd aan den heer G. ten Brummeler Hz., een
Zeer vereerend geschenk te doen toekomen, wegens het aanbod van zijn
werkje, getiteld: Mnemotethnie of proeve van geheugenisleer.
Met den istcn dezer is van kracht verklaard een onlangs bij Koninklijk
besluit vastgesteld tarief, waarnaar de officieren bij onderscheidene staven
van het leger dienende voor de fourages op den voet van vrede zullen
worden berekend.
Ook is er, nu de organisatie van de verschillende deelen des legers op
voet van vrede is tot stand gebragt, een algemeen tarief gearresteerd,
waarnaar de schadeloosstellingen voor bureau-koscen voor de onderscheidene
functién bij het leger op voet van vrede moeten worden berekend.
De Staats-Courant bevat de wet van 26 Mei, regelende sommige pun.
ten de dienst der Justitie betreffeude.
De Directeur van het Koninglijk Kabinet van schilderijen alhier, heeft
bekend gemaakt, dat hetzelve, ter zake van daarin te verrigten werkzaam
heden, tot nader order gesloten zal zijn, vanen met Maandag den 28. dezer.
Uit Oost- en West-fiarendrecht(Zuid-Holland) meldt men van den
ajsten het volgende:
Gisteren avond ten half negen ure werd eene der schoonste en grootste
bouwwoningen dezer gemeenter staande bij de kom van het dorp, in eigen,
dom behoorende aan en bewoond wordende door den heer Gerrit den Boer
door eene tot op dit oogenblik onbekende oorzaak, door brand totaal ver.
nield, met al de Zich daarin bevindende gedorschte granen, bouw- en melk-
gereedschappen, terwijl de meubelen en inboedel ten deele zijn gered. Naasc
de Voorzienigheid beeft men, bij het meest mogelijk bedaarde weder, het
aan den spoed en ijver, waarmede de voorhanden zijnde bluschmiddelen de
zer gemeente en van het naburig Heerjausdam zijn aangebragt en bestuurd,
te danken, dat de vlammen, die het geheele dorp met verwoesting bedreig
den, zich uitsluitend tot het in de asch gelegde pand bebben bepaald. Naar
men verneemt, was bijna alles voor brand verwaarborgd. Daar het bedroe
vend tooneel in den vooravond aanving, was nog niemand van het huisgezin
ter ruste, en alzoo hebben vrouw Kinderen en dienstboden zich kunnen red
den} de man Was om affaire afwezig.
De herbouw der groote kerk te Hoorn !s den 22Sten dezer door de
heeren C. Boef c. t., aannemers van openbare werken te Rotterdam aange-
samen voor f 196,000.
Uit Aketi schrijft me», van den ipder dezer, dat Zijne Maj. de Ko.
4!) tig tïvJ.ri«Hlen, ond er den n»aia wan Gr et af ffcinrfcftwt* dlcil dag"
des morgens ten half zes ure aldaar was aangekomen en er door de bur
gerlijke en iniiiiaire overheden was ontvangen. Vervolgens was Zijne Maj.
naar Trier vertrokkenwaar Moogstdezelve zou overnachten en van waar
de Koning zich naar Luxemburg zou begeven. Ten 12 ure was Z. K. H.
Prins Alexander der Nederlanden te Aken aangekomen en heeft Hoogtde.
zelve zijne reis naar dezelfde bestemming onverwijld voortgezet.
Op de Zudtentiv, door Zijne MajesteiiJ te Maastricht gegeven, zijn
Hoogstdenzelven twee gedenkpenningen aangeboden. De een is aangeboden
door den vervaardiger der beide medailles, den heer Wiener, van Ven.
lo. Dezeve stelt, aan de eene zijde de beeldtenis des Konings voor,
met het omschrift: Willem TI, Koning der Nederlanden. Op de keerzijde
liet men de wapens vin het Hertogdom van Limburg, Maastricht en Venlo,
floot een koord te zamen verbonden, waarna vier wimpels gehecht zijn,
op welke men de namen van Maastricht, Venlo, Roermonde en,Weert leest,
en daaronder: Aan den Koning, voor de eerstemaal het Hertogdom Limburg
bezoekende. Jutti] 1841. De andere medaille is door de Commissie van het
Israëlitisch kerkgenootschap aangeboden en is geslagen ter berinnering aan de
oprigting van desze'ffs nieuwe kerk. Deze medaille stelt aan de voorzijde dte
kerk voor, waarboven deze woorden in het Hebreeuwsch: Om des Huizes
des Heeren, Onzes Gods. wil, zal ik het goede voor u zoeken. Het onderscnrift
Inldt: Ingewijd den XXI Augustus 1840. Op de keerzijde leest men: Ter
eeuwige gedachtenis door de dankbare Maastrichtsche Israëlitische gemeente aan
Neir lands geliefden Koning, onder wiens regering Godsdienstige verdraagzaam
'held zoo zeer wordt gehuldigd, eerbiedig opgedragen 1841.
Uit Luxemburg meldt men van den 2isten dezer:
Hoewel men wist, dat Zijne Maj. de Koning Groothertog, die den nacht
van Zaturdag op Zondig te Trier had doorgebragt, eerst laat in den namiddag
hier konde aankomen, was echter gisteren zeer vroeg alles op de been. Nog
timmer had de stad een zoo feeStéüjk aanzien; eerebogen, bloemfestoenen,
oranjevlaggen, alles was doof antoritelten en particulieren in het werk ge
steld om den geliefden Vorst, van wien men zoo veel goeds verwacht, en
van when ons kort geleden nog zoo ongelukkig land reeds zooveel goeds
■heeft Ondervonden, op eene hem en onze erkentelijkheid waardige wijze te
ontvangen. De eerewacht, onder bevel van aen Procnreur-Generaal Wilmar,
bestond uit 36 man te paard en Soman te voet, een getal, hetwelk, in even-
ledigheid eener bevolking vat ruim 10,000 zielen, reeds van de ongemeene
belangstelling der burgerij iu de tegenwoordigheid van den beminden land
vader getuigt.
Ongeveer ten 3 ore kwam Zijne Maj., vergezeld van Prins Alexander, aan
den kruisweg van Rem'iCh, op ongeveer een uur aistands van de vesting,
aitt, en werd hier door de eerewacht ie paard ontvangen en door haren Com
tnandant mee Hoogstdeszeifs behouden aankomst geluk gewenscht. Zijne
Maj. stapte hrer uit het rijtuig, zette zich te paard en reed, voorafgegaan
en gevolgd door de rnlteis der eerewacht, naar het Fenschenhof, alwaar de
«erewacht te voet geschaard stond. Zijne Maj. werd hier ontvangen door
de militaire (Pruissiscbe) autoriteiten der vesting, alsmede door den Gene-
faal,Achart, Opperbevelhebber der vesting Metx, die aan het hoofd van drie
en twintig Franiche ColonelsZijne Maj. uit naam van Koning Lodewijk Phi.
tips kwam begroeten, terwijl het geroffel der trommels, het geschal der trom
petten en het gebulder des geschuti van al de batterijen door het uitbundigste
gdjulch van: Leve de Kemngl werden afgewisseld.
De atoet zich vervolgens op de bij het programma bepaalde wijze in be«
weging gesteld hebbende, naderde de groote vischmarkt, alwaar, bij eefieti
prachtlgen eereboog, Zijne Maj. door de burgerlijke Autoriteiten en door de
geestelijkheid werd ontvangen. Een aantal in het wit gekleede jonge jufvrou*
wen bestrooiden den Koning met bloemen en schonken H. D, den eerewijn.
Dit oogenblik was inderdaad overtreffendschoonDe Koning zelf was van
bewondering getroffen en derwijze aangedaan, dat hem de tranen in de
oogen kwamen. Onmogelijk kan ergens het voor Zijne Maj. bereide onthaal
schitterender en guller geweest zijn dan hier. Ook het Gouvernemems-ge-
bouw, werwaarts de stoet zich thans in beweging stelde, en het plein voor
hetzelve, leverden eert verrassend schoon gezigt op. Vaandels en guirlandes
van bloemen, door de gezamentlijke dames der stad gevlochten, versierden
den ganschen voorgevel van het schoone gebouw, terwijl rondom bet pleitl
de vensters van al de verdiepingen bezet waren met welgekleede dames, die
door het zwaaijen harer zakdoeken den Koning haren welkomstgroet toebrag-
ten. In het Gouvernements-gebouw aangekomen plaatste zich de Koning
op het balkon, om dit schoone gezigt nog eens te aanschouwen. Hier defi
leerden de eerewachten nog eens voor Zijne Maj.; een gedeelte derzelvè
bleef de wacht houden, en Zijne Maj. ging een weinig van de reis uitrusten
en het middagmaal gebruiken.
Gisteren avond reed de Koning, gevolgd door het wachthebbende gedeelte
der garde d'honnenr door al de wijken en straten der prachtig verlichte stad.
Het schouwspel was inderdaad verrukelijk, want de illuminatie was inden
letterlijken zin des woords algemeen en zeer vele huizen en gebouwen waren
zelfs op eene kostbare wijze verlicht.. De straten wemelden van menschen,
want de bevolking was door de uit alle gedeelten des Groot-Hertogdotnsen
ook nog van elders zaaingevloeide vreemdelingen, bijna verdubbeld. Overal
werd ae Koning met luide vtvats ontvangenterwijl van zijnen kant Zijne
Maj. zigtbaar welbehagen in die blijken van liefde en verknochtheid schepte.
Wat dien schounen avond nog meer opluisterde, was een prachtige fakkel,
optogt van de kweekelingen van ons beroemd Athenaeum.
Van den a2Jten wordt nog het volgende geschreven:
Gisteren omstreeks middernacht werd de altijd gedenkwaardige dag, onder
de gunstigste voorteekenen en met de bewonderenswaardigste orde begonnen,
door eene plotselinge verandering van het weer geëindigd.
De regen heeft de iiciueu uitgebluscht, en heden houdt het ongunstige
weder san. Maar, desniettegenstaande, verlicht de schoonste dag alle har
ten en de Luxemburgers, fier en verrukt van in hun midden den beminden
Vorst te bezitten, bereiden zich, om zich aan hem te vertoonen en tot zijne
magt de toevlugt te nemen, ten einde hem de wenschen van het land en
van ieder in het bijzonder voor te dragen, en dit wel met die opregtheid en
dat vertrouwen, hetgeen de uitdrukKelijke wil van Zijne Maj. zoo edelmoe
dig aan de organen van het land, aan die der stad, en aan al degenen, die
hem om belangen naderen, toestaat.
Zijne Maj. heeft Zijne Exc. den Luitenant-Generaal Dumoulin bedankt voor
de militaire wachtwelke Hoogstdenzelven was aangeooden en heeft de wachc
van zijn persoon en van het paleis uitsluitend aan de eerewacht coevercrouwd,
Hli. MM. de Koning en Koningin van Belgie, zijn den 22sten dezer
mee bunnen zoon. den Hertog van Braband, naar Ostende vertrokken, om
van daar naar Engeland over te steken.
O O S T - I N D I E.
Uit Batavia heeft men berigten van 6 Februarij, welke melding maken van
fle twee volgende besluiten, door Zijne Exc. den waarnemenden Gouverneur-
Generaal uitgevaardigd:
I. Art. I. De bij besluit van den 23 April 1838 N°. 14, vastgestelde
termijn, met opzigt tot den vrijdom van inkomende regten op Java ten be.
hoeve van werktuigen en gereedschappen voor den landbouwzal worden
verlengd voor den tijd van driejaren, en mitsdien tot den 31 Maart 1842.
Art. 2. In verband daarmede, zal restitutie worden verleend van de sedert
den isten April 1839 ter voorschreve zake betaalde inkomende regten.
Art. 3. Te rekenen van den isten April 1842, zullen de werktuigen en
gereedschappen voor den landbouw, bijaldien dezelve van vreemden oor.
sprong zijn, aan een inkomend regt vanöpCt. onderworpen zijn; terwijl
wanneer de aanvoer geschiedt met Nederlandsche schepen, en voorzien van
een eert ficaat van Nederlandschen oorsprong, daaraan vrijdom van inkomen,
de regten zal worden toegekend.
II. Art. 1. Ingeval een koopvaardijschip of vaartuig door een van Zijner
Majs, ijzeren stoomschepen gesleept wordt, zullen de reeders of gezagvoer
der van zoodanigen bodem moeten voldoen f 12 zilveren-munt in het uur,
gerekend van af den oogenblik dat daartoe de vuren worden ontstoken, tot
op den oogenblik dat de sleeptouwen weder worden losgeworpen; zullende
gedeelten van een uur voor één vol uor worden gerekend; en de reeders of
gezagvoerders gehouden zijn, om voor de inning der hieruit voortvloeiende
betalingen vooraf behoorlijk borgtogt te stellen.
Van den 2den dezer wordt bet volgende berigt:
Volgens berigten uit Amboina van 14 September jl. was, den 2den dier
maand, aldaar aangekomen de Koninglijke Engelsche oorlogs-scboener Ster
lingonder bevel van den Luitenant H. Keilett en den volgenden dag bet fregat
Sulphur, onder bevel van den Luitenant Belcherwelke vaartuigen op eene
wetenschappelijke expeditie, speciaal betrekkelijk de attractie van den mag.
neet, waren uitgezonden. Zij hadden den 22 December 1835 Engeland ver.
laten en sedertvele havens en eilanden bezocht.
Na de westkust van Amerika te hebben verlaten, hadden voormelde oor.
logs-vaartutgen de Societeirs, de Faiti, de Villen andere eilanden aangedaan
en zich langs de noordkust van Nieuw-Guinea herwaarts begeven.
Op den 13 September waren dezelve van Amboina naar Borneo vertrokken,
met het voornemen om de terugreis over Makasser, Batavia, Mauritius en
de Kaap de Goede Hoop, naar Engeland voort te zetteD.
Eindelijk meldt men van 5 Februarij:
In de maand Augustus 1839 heeft de Hoofd-Commissie van onderwijs, bij
wijze van prijsvraag, de in Neërlandsch Indrë gevestigde onderwijzers en
alle andere personen, die daartoe de noodige lust en bekwaamheid bezitten,
uitgenoodigd hunne krachten te beproeven aan de vervaardiging van een stel
leestafels en leesboekjes, de eersten geschikt voor pas beginnenden en inge.
rigt als de bekende leestafels van Prinsen, de laatsten dienstbaar voorde
laagste klasse, en almede ingerigc even als de in Nederland bestaande lees.
boekjes, doch beiden wat vorm en uitwerking aangaat, geheel verschillende
van hetgeeu van dien aard in het Vaderland gevonden wordt, aangeziea