A°.
LBYD8CHB
COURANT
VRIJDAG,
O 1
18 JUNIJ.
KENNISGEVING
Burgemeester f.n Wf.thoüders der Stad Leyden, gelet hebbende op dc circu
laire missive, van Mijnheer den Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland, van den 21ste*
Augustus 1831, CProvincicalblad N°. 110,) herinneien bij dezen eik en eep iegelijk
dat°Zijne Maj. de Koning, bij besluit van den istcn Augustus bevorens, N°. 72, bepaald
hebbende, dat de Dankdag of Godsdienstige viering der Overwinning van Waterloo,
voortaan altijd op den dertien Zondag der maand Junij: van ieder jaar zal plaats liebberi",
dezelve alzo<> ditmaal op Zondag den noslcn dezer maandGodsdienstig zal worden gevierd.
Aldus gedaan en afgelezen bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Ley
den, op den J4 Junij 1841.
J. G. DE ME Y.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. püttkammer.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende cene
circulaire aanschrijving van Mijnheer acn Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland. in
dato den 6den Februarij jl.Provinciaalblad N°. 11,) houdende, om, door het aanspo
ren der Ingezetenen tot milddadigheidzoo veel mogelijk mede re werken tot het wel
doen slagen der Jaarlijksche Collecte, welke, ten gevolge Zijner Majesteits dispositie,
van den lóden November 1820, NV 81, door de Dist)iets-Commissie tot aanmoediging
cn ondersteuning van den Gcwapcndcn Dienst in de Nederlanden zal worden gehouden
brengen bij dezen ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, dat, ingevolge het verlan
gen van gemelde Commissie, de .genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gekwa
lificeerde personen, in geslotcne bussen, op Maandag en Dingsdagdie zijn zuilen den
21, en 22. Junij aanstaanden aanvangende 'j morgens ten negen ureaaiide huizen der
Ingezetenen, die verzocht woruen op de uitreiking hunner liefdegiften orde te stellen.
Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen iri gemelde circulaire
vervat, noodigen. bij dezen uit de Ingezetenen dezer Stad, om, volgens hunne bekende
liefdadigheid, ook in deze Collecte rijkelijk van het hunne bij te dragen, en meer.en
hierop bijzonder te mogen aandringen, uit hoofde eene milde bijdrage voor deze Instel
ling hoogst belangrijk is. De opbrengst derzelven immers strekt eers: en vooral ter
ondersteuning van de zoodanigen, die in vroegere oorlogen verminkt zijn; 'terwijl het over
schietende ten behoeve van de deelgeregtigden na 1813 en voor de slagtoffers uit den strijd
tegen oproer en geweld wórdt gebruikt. Vermits 'de uitgaven, zoowel van het primi
tive Fonds, als van dat voor de slagtoffers uit den strijd niet Belgie, door de inkomsten
niet meer kunnen worden bestreden, niettegenstaande de vele beperkingen, die in het
opnemen van deelgeregtigden zijn ingevoerd, zoo volgt daaruit van zelf,dar het kapitaal
jaarlijks vermindertweshalve het Fonds de milde oijdragen der Ingézétenen bij voort
during dringend blijft behoevenen Burgemeester en Wethouders zich alzooom der-
zelver bekende mildadigheidvan den goeden uitslag dezer inzameling verzekerd houden.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. li. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den i4den Junij 1841.
J. G. de ME Y.
Ter ordonnantie van dezelve,
V. Pu TT KA MM ER'
KENNISGEVING.
SC HUTTER IJ.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis
van de belanghebbenden, dat de alphabeiische naamlijst van alle de personen, die, over
eenkomstig de wet van den n. April 1827, aan de loting voor de dienst der Schutterij
moeten deel nemen, ter visie van een' iegelijk zal liggen ter Secretary dezer Stad, van
den 16. tot den 24. junij aanstaande (de Zondag uitgezonderd) 'smorgens van 10 tot
*s namiddags ten 1 ure; en dat de loting zal plaats hebben op de Groote Pers van het
Raadhuis, en wel:
Op Vrijdag den 25. Junij 1841,
's Morgens te 9 uie.
Wordende de zoodanigen, welke na de laatst voorgaande inschrijving zich hier ter
Stede met de woon hebnen gevestigd, tot eene na-loting opgeroepen, mede
Op Vrijdag den 25. Jun-ij aanstaande
's Namiddags ten 1 ure.
Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden opgeroepenom tot de loting ter
voorschreveue plaatse op te kotnen, op den dag en het uur in deze Kennisgeving uitge
drukt; terwijl de zoodanigen, die verhinderd inogten worden zelve tot de loting op
tc komen, zich door een' geniagtigden kunnen doen vertegenwoordigen; of geen gemag-
tigde comparerende, zal de loting geschieden door een der Leden van de Commissie uit
het Plaatselijk Bestuur. Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd, dat bij de
genoemde loting aanteekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstelling, die
de ingeschrevenen vermeenen, krachtens het 3e. art. der wet, te kunnen aanvoeren;
waarom het voor hendie zoodanige redenen tot vrijstelling meenen te hebbenvan be
lang is, door personele opkomst, cf bij volstrekte beletselen, door het zenden van een*
met hunne omstandigheden wel bekenden gemagttgden, de loting niet te verzuimen.
En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat de vrijstellingen, bij
de wet toegekendzijn de navolgende
i°. Die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen tot den Wapenhandel voor
het tegenwoordig oogenblik ofwel geheel ongeschikt maken.
2°. Die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el en vijf honderd zeventig streepen.
3*. Dc Geestelijken van alle Gezindheden, zoo lang zij niet van stand veranderen.
40, De Professoren en Lectoren aan de Hoogescholenaandc Atheuaea en de Seminariën.
5\ De Studenten in de Godgeleerdheid.
<5°. Die den rang van Officieren in dienst van den Staat, te lande of ter zee hebben
bekleed, en door eervol ontslag de dienst verlaten hebben of gepensioneerd zyu
zoo lang zij niet in eenen gelijken of hoo^eren rang bij de Schutterijen kunnen
worden aangesteld.
7°. Die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontslagen
in der rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of 111 eenen lioo-
geren rang niet weder kunnen worden aangesteld.
8°. Die in Militaire dienst ter zee of te lande zijn waardoor alleen worden bedoeld
zij, die na de inschrijving in militairen dienst zijn getreden, als rustende op mi
litairenzoo lang zij ln dienst zijn, en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde
Gemeente kunnen gehouden worden de verpligting nietom zich te doen inschrijven.
9®. De broeder van hem, die in persoon voor zich zeiven bij de Schutterij dient;
met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft en van een
ongelijk getal, slechts de kleinste helft tot den dienst zal worden geroepen;strek
kende deze bepaling zich echter nier uit tot zoodanige broeders, die, om welke
icden ook, niet meer bij hunne ouders inwonen.
Terwijl zij voorts in tijd van vrede van den activen dienst tevens worden vrijge
steld, met de bepaling nogtans, dat zij tot den werk el ijken dienst dadelijk kunnen
worden opgeroepenindien de redenen van vrijstelling ophoudenwaarom zij op
de algemeene en bijzondere rol tevens geplaatst, doch bij de reserve zoo lang in
dienst gesteld worden,
10°. Zij, die tot den dienst der nacht- of brandwachtenen tot die der brandspuiten
zijn aangesteld, zoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast.
2j®, "Lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personele belasting wordt
béraald; waaronder echter niet zullen worden verstaan: werkboden of zoodanige
bedienden, die ter uitoefening van iemands beroep of bedrijf zyn benoodigd, en
12*. Zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armen-gestichten opge»
voed of onderhouden worden.
En Zullen dien ten gevolge, degenen, welke op vrijstelling, uit hoofde eener der bo
vengemelde redenenaanspraak mogten vermeenen te kunnen maken zoo wel als zij die
zich in den dienst willen doen vervangen, de bewijzen, daartoe vereischt, mqeten over
wegeneu ip het laatste gevalde personen, met welke zij van Nummer willen verwis-
Reien, kenbaar moeten maken aan de Commissie; op Dingsdag den 6. Julij aanstaande,
des morgens tusschen 10 en 1 ure, op. het Raadhuis, ten einde daarvan de noodige aan
teekening te doen, voor zoo veel zulks bij de loting niet mogt zijn geschied;zullende
óp de reclames zoo wel als over de goed- of afkeuring der personen, door welke men zich
vfcrlangt te doen vervangennader door de Commissie van onderzoek uitspraak worden gedaan
Aldus gedaan engepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
L'eydeïi, op den uden Juny 1841.
J J. G. DE MEY.
Tèr ordonnantie van dezelve,
V.' PüTTKAMMER.
NEDERLANDEN.
Leyden, 17 Junij. j
Heden werd in onze stad op de.gewone ivjize de 21ste verjaardag gevierd,
van H. K. H. de Prinses van Oranje, geboren Sophia Frederi'ka Mathilda,
Prinses van Wurtembcrg.
De Staats-Courant van lieden maakt de wet van 26 Mei bekend, hou
dende nadere bepalingen nopens de consignatie van effecten aan toonde-,
welke aan minderjarigen ot' aan onder curateele gestelde personen toebe
hoor en.
De Hooge Raad heeft in zijne zitting van den I5den uitspraak gedaan
in de zaak van IV. F. Vervloot en het door denzelven 'ingestelde beroep in
cassatie, tegen het arrest van hec Provinciaal Geregtshof van Holland, ver.
worpen.
Volgens eene bekendmaking van Burgemeester en Wethouders te 'sGra-
venhage van den I4den dezer, zijn op het rapport van de Commissie van
beoordeeling der.Schilder-en Kunstwerken van de tentoonstelling, tot welke
uit Leiden de heer D. P. G. Humbert ie Superville behoordemet eenen
gouden medaille begiftigd, de heeren: TV. de Keyzer, te Antwerpen; C. Jac
quandTh. Gudin en G. J. J. van Os, te Parijs; B. C. Koekkoek, te Kleef;
C. Kruscman, te 's Gravenhage, en Maeste Rome,
De zilveren medaille is toegewezen aan de heeren: TV, Pieneman, te Pa.
rijs; G. IVappers, te Antwerpen; /t. Schelfhout, te 's GravenhageJ. T.
Abels, te 's GravenhageBrascassatte Parijs; H. van de Sande Bakhuy.
zen, ie *s Gravenhage E. Vei boeckhovente Brussel; J. Bosboom, te *s Gra
venhage; IV. H. Schmidt, te Rotterdam; A. Huninte Mechelen J. Dijk
manste Antwerpen; H. Reekers, te Haarlem; A. Bloemers, te Amsterdam;
C. Hamburgeren Hart, te Brussel.
Eervolle melding is gemaakt.van den onafgewerkten proefdruk van eene
op staal gegraveerde plaat, voorstellende „de weesmeisjes" naar eene schil,
derij van J. J. Eeckhout, door J. de Mare, te 's Gravenhagewelke, zoo
dezelve voltooid ware geweest, ter bekrooning zou zijn in aanmerking ge.
komen.
Bronzen medailles ter aanmoediging zijn verleend aan de heeren: P.L.
Dubcu.cqte Amsterdam; J. D. Steuerwald, te 's GravenhageH. Brown.
te 's Gravenhage; Beneworth, te Amsterdam, en U. Bentveld, te Amsterdam.
Onder de wouderen in de muzijkale wereld, waarvan onze dagen de
voorbeelden opleveren, mag men ook voornamelijk tellen de jeugdige Piano,
speler Rubenstein. Ofschoon slechts tien jaren, behoort hij reeds geteld te,
worden onder de geachtsce bespelers van het geliefkoosd instrument van den
dag, dat waarop List en Dó'hier hunne hooge kunstvermogens ten toon sprei-
dun. Deze jeugdige, gevoel-eu geestvolle instrumentalist bevindt zich nu,
uit zijn vadeiland, Rusland, komende, in 's Gravenhagealwaar hij zich
reeds op eemge bijzondere groote muzijkpartij heeft doen hooren. Men
verzekert dat hij zich zoowel daar als in de hoofdstad, op concerten zal doen
hooren. Hetgeen in den kleinen kunstenaar reeds zeer behaagt, is, dat hij
zijn schitterend talent, dat voor de inoeijelijksie stukken van List, Henzelt
en Kalkbrenner en andere Zonnen aan den inuzijkalen Hemei, geenszins
terugdeinst, steeds kind blijft, en de toejuichingen, die hem allerwege, waar
hij zich heeft doen hooren, te beurt zijn gevallen, met datzelfde ongektin.
stelde met dien lieven glimlach beantwoordt, die de Nederlandsche geleerde
zoo zeer bekoorde, toen hij den giooten Nieuwland voor het eerst aanschouwde.
Qe Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, heeft
aan den heer J. F. Alberdwgk Thijm, te Amsterdam, de gouden medaille
toegewezen, voor het zoodanig toebereiden van levensmiddelen, dat dezelve
langen tijd den vollen staat van verschheid blijven behouden.
Dezer dagen is te Amsterdamna eene zeer kortstondige ziektein
den ouderdom van 65 jaren, overleden de heer J. Immerzeel, Jr., nalatende
eene weduwe en zes kinderen, van welke een zoon oe schilderkunst met
goed gevolg beoefent.
Immerzeel werd 'te Dordrecht geboren. Zijne verdiensten als dichter en
prozaschrijver zijn algemeen erkend. Bijkans een vierde eener eeuw was hij
Redacteur en uitgever van den Nederlandschen Muzen-Almanak. Zijne
romans, de BlindemanBalthazar Knoopius en andere hebben algemeenen
bijval gevonden. De door hem vertaalde en uitgegeven werken, waaronder
de Leerreedenen van Massillon en de Gedachten van Mathias Claudius, zijn
uitmuntend. Zijne uitgegeven Bloemen van Nederlandsche Dichters bewijzen,
hoezeer hij de juweelen onzer poëzij kende en keurig wist bijeen te zame
len. Ook zijne kennis in alles wat de beeldende kunsten betreft, was bui
tengewoon. Vioeger teeRende hij niet onverdienstelijk. De Hollandsche
Maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen bekroonde hem in 1839
met eenen buitengewonën zilveren eerepenning voor zijne Lefrede op Rem.
biandt. De groote gouden medaille werd hem in 1840 toegewezen door de
Rederijkkamer de Olijftak, te Antwerpen, wegens zijne Lofrede op Petrus
Paulus Rubens, bij gelegenheid van de plegtige inhuldiging van het standbeeld
diens vermaarden schiloers, op den 15 Augustus van genoemd jaar. Hij
hield zich met oe bearbeiding bezig van de levens eu werken der Hollandsche
en Vlaamsche Kunstschilders, Beeldhouwers, Graveurs en Bouwmeesters, van
het begin der 15de eeuw tot heden. Twee dagen vóór zijnen dood was hij
nog ijverig bezig met het schrijven van dit werk, hetwelk genoegzaam vol
tooid moet zijn, en dat, naar men ons verzekerde, zoo het mogt in het
licht komen, alles wat van dien aard is uitgegeven, verre zal overtreffen.
Jammer, dat het Immerzeel niet vergund werd, de laatste hand aan dit tnoeije.
lijk en belangrijk werk te leggen, en de vruchten in te oogsten van eeuen
arbeid, waarvoor het nageslacht hem nog zal dank weten.
Uit Groningen meldt men van den I4den, dat men aldaar de komst van
Zijne Maj. tegen de helft der volgende maand te gemoet zag, en dat men
dan ook tevens Hare Maj. de Koningin, en HH. KK. HH. Prins Alexan
der en Prinses Sophia aldaar verwachtte.
In de provincie Groningen hadden wederom twee branden plaats gehad
een te Oude-Pekel-A en een te Niekerk welke laatste, waarbij 3 kalveren
en 2 varkens waren omgekomen, benevens al het boeren beslag en hnisraad,
door kwaadwilligheid scheen veroorzaakt te zijn; dat gebouw was niet tegen
brandschade verzekerd.
Zatordag II. heeft Zijne Maj. zijnen plegtigen intogt te Venlo gehouden,
aldaar aan een diner van 36 converts, van stadswege Zijne Maj, aangebo..
tien, deelgenomen, de illuminatie bezigtigd; den Zondag in de Protestanische
kerk de godsdienstoefening bijgewoond, de vestingwerken eu tuighuizen be-
zipd, audiëntie' verleend en is ten 3 ure vertrokken,
In die'stad heeft Zijne Maj.'benoemd tot Ridders der Orde van den Neder.