A I 411
L E V D S C H E
Maandag,
jB*\.
1('j
'0/
si-/ v.
COURANT,,
14 J UN IJ.
NEDERLANDEN.
Leyden, 13 Jti 11 ij
Heden is alhier op de gewonê wijze ae 21ste verjaagdag gevierd van
Z. K. H. Prins Willem Frederik Hendrik, derden zoon van Zijne Maj. den
Koning.
Uit 'sGravenhage meldt men van den I2den dezer:
Zijne Maj. de Koning heeft, bij gelegenheid, dat Hoogstdezelve de ten
toonstelling te 'sGravenhage met een bezoek vereerde, twee voortreffelijke
«childerstukken van de heeren Bakhuyzen en van Os aangekocht.
De eerste artikelen der laatstelijk door de beide Kamers der Staten-
Generaal aangenomen voordragt van wet, nopens de onteigening ten alge
meenen nutte, zoo als die als de wet bekrachtigd is, en zal worden uttge.
vaardigd, luiden als volgt:
Wij WILLEM II, enz.
Allen, die deze zullen zien- of hooren lezén, salnt! doen te weten:
Alzoo wij in overweging hebben genomendat bij art. 162 der grondwet
Is bepaald: leder ingezeten wordt gehandhaafd bij het vreedzaam bezit en
genot zijner eigendommen. Niemand kan van eenig gedeelte derzelver wor.
"den ontzet, dan ten algemeenen nutte,' in de gevallen en op de wijze bij
"de wet te bepalen, en tegen behoorlijke schadeloosstelling."
En willende de uitvoering regelen van het tweede gedeelte van dat art.,
Zoo is het dat wij, den Raad van State gehoord en met algemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvin
den en verstaan bij deze:
Art. 1. De gevallen, waarin de onteigening ten algemeenen nntte kan
bevolen worden, zijn de aanleg, liet herstel, de verbetering, de uitbreiding
of de vergrooting
a. van vestingen en andere werken, voor de verdediging van het Rijk
Vereischt wordende;
b. van weiken betrekkelijk tot den waterstaatvan havensdroogmakerijen
\vaterleidingen en waterloozingen of waterkeeringen
c. van middelen van gemeenstihap te water en te lande;
j. van openbare gebouwen of werkplaatsen, van straten, grachten, plei.
hen', burgerlijke begraafplaatsen en openbare berg- of bewaarplaatsen,
Art. 2. f>e onteigening ter zake van algemeen nut heeft plaats uit kracht
Van een besluit des Konings, den Raad vaD State gehoord, waarbij wordt
aangeduid de algemeene aard van het werk, tot welks uitvoering men over
de te onteigene guederen moet Kunnen beschikken, en waarbij de onteige
ning dier goederen tevens wordt bevolen.
Art. 3. Alvorens het besluit tot onteigening door den Koning wordt ge-
pomen, zal door het betrokken Departement van algemeen bestuur, na vooraf
bekomen magiiging des Konings, aan Gedeputeerde Staten der provincie
worden toegezonden de platiegrond-teekening van de voorgenomene onteige
hing, met algemeene aanduiding van den aard van het werk en van de bij
zondere eigendommen die zouden moeten onteigend worden, als mede met
vermelding van de namen der op de openbare registers bekende eigenaren,
.■n zullen de eigendommen, die voor het werk Denoodigd geacht worden,
zooveel doenlijk door bakens af andere uitwendige teekenen worden ge.
kenmerkt.
Aan'de eigenaars, huurders of bruikers zal, ten minste vier en twintig
uren te voren, van het stellen dier bakens of andere uitwendige teekenen
■worden kennis gegeven, en znllen dezen alsdan verpligt zijn het stellen der-
zelven op hunnen grond toe te laten, behoudens schadeloosstelling, indien
daartoe termen zijn.
HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Oranje worden in het begin der
volgende week in deze Residentie |verwacht, doch znllen er slechts korten
tijd verblijven, daar Hoogstdezelven zich gedurende eene maand naar de
badplaats Ems begeven.
Ingevolge art. 137 der grondwet en de bestaande Provinciale reglemen.
ten zijn de Provinciale Staten bijeengeroepen, om Dingsdagden 6 Julij
aanstaande hunne gewone Jaarlijksche Vergadering te houden. Volgens art.
142 der grondwet is aan de Staten onder anderen de gewigtige taak opge.
dragen, tot het vervullen der plaatsen van de leden der Tweede Kamer der
Staten-Generaal, die dit jaar aftreden.
Dezelve leden zijn, de heeren, voor
Nuord-BrabanaJhr. Mr. P. E. de la CourtMr. J. L. A. Luijben en
Mr. J, B. H. van de Mortel
Gelderland: E. IV. van Dam van Isselt en Jhr. Mr. W. F. L. C. van
Rappard
Zuid-Holland: Jhr. Mr. G. Beelaerts van Blokland en Jhr. Mr. M. IV. de
Jonge van Campens Nieuw/and
Noord-Holland: Jhr. Mr. G. Cliford, Jhr. Mr. A. WarinJhr. Mr. H.
Backer, Mr. P. van Akerlaken en Mr. II. A. H. van Bleiswijck;
Zeeland: Mr. .7. Snouck Hurgronje
Overijssel: J. H. Graaf van Rechteren tot Appeltern;
Groningen: Mr. H. J. H. Modderman}
Drenthe: Mr. G. Kniphorst
Hertogdom Limburg: Jhr. P. A. Kerens.
Bovendien zal er door de Staten der Provincie Gelderland voorzien moeten
iVorden in eene buitengewone vacature, welke er in de Tweede Kamer ont
staan is, ten gevolge van het ontslag, als lid der Kamer, hetwelk dezer da
gen door Zijne Maj. aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche zaken.
Baron Schimmelpenninck gegeven is; hij was eerst ten vorigen jare als lid
der Kamer herkozen. Hij zou derhalve eerst in 1843 afgetreden zijn.
Bij gelegenheid der Jaarlijksche Vergadering van de broeders-Vrijmetse
laren op II. Zondag, is door de Groot-Officieren aan den Grootmeester Na-
tionaal, Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, een exemplaar in goud,
zilver en brons van eenen gedenkpenning aangeboden, als een duurzaam blijk
van liefde en dankbaarheid voor het goede, door Z. K. H., in voornoemde
betrekking, in het belang der Orde verrigt, en tevens, om de gedachtenis
te vereeuwigen van de gewigtige omstandigheid, dat de Nederlandsche Vrij
metselarij, gedurende 25 jaren, het voorregt mogt genieten, Hoogstdenzel-
*el,> als haren Grootmeester Nationaal, san het hoofd der Orde geplaatst
te zien.
Deze gedenkpenning, welke van meer dan gewone grootte is, en onder
®e ftaaiste, welke sedert vele jaren hier te lande gemaakt zijn, mag gerang
schikt worden, is door den heer J. P. Schouberggraveur bij 'sRijks munt
te Utrecht, vervaardigd, en stelt aan de eene zijde voor het uitnemend ge.
Ipena borstbeeld van den Grootmeester Nationaal, met het omschrift:
Willem Frederik Karel Prins der Nederlanden.
0-> de keerzijde meldt het omschrift de reden der gedachtenisviering iti
c'e er voege:
XXV Jaren Groot Meester NAtionaal Der Orde Van Vsijmetse.
laren IN NEderland Onderhoosige Landen EN KÓLonien.
De vlammende ster, het zinnebeeld des- lichts, schittert aan de bovenzijde,
ais uit hoogere sfeer den Ordeband bestralende, waaraan hér Ordejuweel
van den Grootmeester hangt, hetwelk gedurende 25 jaren door Hem, ten
teeken van het oppergezagoij de Vrijmetselaren in Nederland, werd gedragen.
De sierlijk golvende Ordeband omvat, bij de uitdrukking voor hec verle.
dené, têvehs den hartelijken wensch der Broederschap voor de toekomst;
Hem bestrale steeds het licht uit den hóose;
terwijl de woorden:
Hulde der Broederschap.
met het jaartal MDCCCXLI, onder aan de Medaillie geplaatst, het juweel
der Orde als doen rusten op eene toewijding der gevoelens van liefde, trouw
en verknochtheid, waarmede de Nederlandsche Vrijmetselaars aan hunnen
Grootmeester verbonden zijn.
Deze Gedenkpenning is, naar men verneemt, op de meest welwillende
wijs door den Grootmeester Nationaal aangenomen, die te gelijk aan de
Grootofficieren te kennen gaf, dat hij ter hunner beschikking stelde eene
som van ƒ9000, waarvan de jaarlijksche interessen zonden dienen tot onder,
stenning van Broedersdie zich in behoeftige omstandigheden mogten bevinden.
Maandag heeft eene deputatie uit de Grootofficieren de eer genad, aan
Zijne Majesteit den Koning inSgelijks een exemplaar van denzelfden Gedenk,
penning in goud, zilver en brons aan te te bieden; welk bewijs van eerbied
en hulde door Zijne Maj. met Zijne gewone minzaamheid aangenomen is.
Gisteren is bij den heer Stanislas op het Plein, door de "s Gravenhaag,
jche schilders aan hunne Belgische kunstgenootende heeren da Keizer,
Dijckmant en Somers, schilders, de heer de Hart, graveur, en Cluy.enaar,
architect, een groot gastmial gegeven Ruim 40 kunstenaren hadtien zich
vereenigd en bragten den middag en avond in ongedwongen vrolijkheid, op
den vriendschappelijksten voet en in de beste overeenstemming, onder ge.
past Sandenken aan den vroegeren en tegenwoordigen luister der Nederland,
sche scholendoor.
De heer Beynen was, als President der vereeniging, de tolk van aller ge.
voelens, ter betuiging aan genoemde gasten, welke hooge achting hunne
Hollandsche kunstbroeders hun toebrengen en op welken hoogen prijs men ook
in ons Vaderland hunhe schitterende talenten stelde; terwijl hij meer bijzonder
den heer de Keyzer toesprak, en hem als den krachtigen steun van den nationa.
len roem van Belgie beschouwde. Vele toasten werden ingesteld en met harte,
hjkheid gedronken. Onder dezelve mag men bijzonder noemen die van de
heeren Jungbluth, van WeerdenRooboll, DuplancyBosboomEeck'aout en
velschillende andere Haagsche schilners. Bovenal muntte echter uit een ge.
dicht, door den heer Calisch vervaardigd en voorgedragen, hetwelk aan den
heer de Keyzer gerigt was, waarin de dichter aan des schilders krachtvol talent
en verheven kustgees. hulde bragt, en waarbij hij cevens de bijzondere be
trekking van Nederlands kunstenaren tot Keyzer deed uitkomen als vriend
van den te vroeg ontslapen Nuijen in welke hoedanigheid hij reeds op aller
vrieiidscnap aanspraak had en steunen kan. Tot laat bleven de kunstbroeders
aan den gulieti disch bijeen.
Zoo als men hier wil weten, zouden de onderhandelingen over het concor.
daat reeds in vollen gang zijn. Het departement voor de zaken der Roomsch-
Kaïhoiijke eeredienst en dat van Buitenlanosche Zaken zouden door Zijne
Maj. belast zijn, om met den Pauselijken gezant Cappaccini te beraadslagen.
De Synode der Evang. Luchersche kerk is den nden op de gewone
wijze gesloten.
Men verzekert, dat weldra eene groote organisatie bij hec Departement
van Oorlog zal plaats hebben. Men wil, dat voor het vervolg de bepaling
zou woruen vastgesteld, dat het personeel bi) dat Ministerie geheel uit mili
tairen zal beslaan, en voegt er bij, dat de burgerlijke ambtenaren, die thans
bij het Departement geplaatst zijn en die daaraan werkzaam zullen blijven,
militaire rangen zouden bekomen.
De Kapitein van het koopvaardijschip Delftshaven, Noordloon, van
Delfcshavea, welke in November 1840 den Kapitein en de manschappen
van het P.uissisch schip Vigilante, in bestemmingjnaar Londendoch onder weg
zwkar lek geworden, gered heeft, is door Zijne Maj. den Koning van Pruis-
sen begiftigd met de orde van den Rooden Adelaar 4de klassezijne manschap
heeft eene som gelds ontvangen.
Uit Harderwijk meldt men van den pden dezer:
Gisteren is van hier te water naar het Nieuwe Diep vertrokken een de
tachement, sterk 100 manschappen, als 47 onder-officieren en 53 korporaals
en soldaten, onder bevel van dén met verlof terugkeerenden iscen luitenanc
der artillerie van het Oostindisch leger G. Raccine, de 2de luitenants der in
fanterie D. H. UhlenbeekJ. A. R. J. Latour. en der artillerie J. Si kiens
en den officier van gezondheid 3de klasse E. H. H. Muhlertom den loden
dezer aan boord van het schip de Pollux over te gaan en met de eerste
gunstige gelegenheid naar Java te worden overgebragt,
De uit Franeker naar Groningen beroepen Hoogieeraar K. Mulder,
heeft die beroeping aangenomen en wordt binnen kort aldaaar te gemoet gezien
Zijne Maj. is den nden te Nijmegen aangekomen en aldaar plegtig
ontvangen. Zijne Maj. vertrekt van daar naar Maastricht.
Te Tilburg is den 8sten dezer in de huizing van J. Oomen brand ont.
staan, die zoo snel toe tam, dat ook het nevenstaande gebouw van C. Pol
let door de vlam werd aangetast en beide loc den grond toe afbrandden.
ZéS huisgezinnen zijn daardoor in ellende gestort.
De zoogenaamde Boerhavensche suiker is, in hare tegenwoordige zamen.
stelling, hec onderwerp geworden der nasporing van de Geneeskundige Com.
missie te Brussel, die haar verklaard heeft voor ongezond, uic hoofde niec
meer, zoo als voorheen in Boerhave's tijd, de vioolstroop, maar de Oost-
Indische inkt tot kleurmiddel dier suiker gebruikt wordt, weshalve un de
tannate en gallate de fer als kleurbeginsel aan deze kristallisatie zeer scha
delijke eigenschappen bijzet.
Uit Batavia wordt van 6 Maart gemeld, dat 5 aanzienlijke handelhui
zen aldaar hunne betalingen geschorst hadden, waardoor algemeen ontstelte
nis veroorzaakt was. Dadelijk echter was er eene vergadering van aandeel
houders in de Javasche Bank gehouden, waarin besloten werd, dat de Bank
ai het papier der gefailleerde huizen zon intrekken en vernietigen en de.
zelve debiteren voor het beloop, met 6 pCt. rente, om langzamerhand te
worden afbetaald; men was over deze schikking zeer verheugd. Ook*