A*. IMfi
L E Y S C I I
£p
r vtv-*'"..V
O R A N f
MAANDAG,
7 JUNlj.
Burgemeeter en Wethouders der Stad Leyden,
Gehad hebbende het verzoek van. JBf.rnaruós van Dorsten, wonende binnen deze
Stad, strekkende ter bekoming van de vereischte verdunningoin in deszelfs lniizinget
staande en gelegen aan de Zuidzijde van de IJrcedestraatoin de hoek der Kctelbouel-
steeg, Wijk IV. N°. 290], eene Banket- en Koekbakkersovente mogen doen plaatsen;
Gezien Zijner Majesieits besluit van den 31 Januarij 1824, rakende vergunningen ter
oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken;
Brengen by deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het hooren der
Eigenaars eii Bewoners der Hulzen, naast het bovengemelde Perceel gelegen, icn opzigte
der iniormatien de commodo et incommododoor de Commissie van Fabricage zal worden
gifvacecrd op het Raadhuis dezer Stad, op Dtngsdag den i$den Junij aanstaandedes
middags ten twaalf urezullende de belanghebbenden verphgt zijn, hunne bezwaren te
gen opgemeld verzoek op dien tijd by genoemde Commissie in te brengen, terwijl bij ver»
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden, tegen de inwilliging van hetzelve zich niet
te hebben verzet.
Lcydeny den 3den Juny 1841.
Burgemeester én IVethóuders voornoemd
J. G. de Mey.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. p uttkammer-
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden,
Gehad hebbende het verzoek van L. A. Appunn, Smitwonende binnen deze Stad,
op de Langebrug, strekkenue ter bekoming van de vereischte vergunning, ouj in de
liuizinge, staande en gelegen op de Hooigracht, YVyk 7 N°. tiisl eene Smederij tc
mogen oprigten
Gezien Zijner Majesteits besliiit vafi den 3! Januarij 1824, rakende vergunningen ter
oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken; -
Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het hooren der
Eigenaars en Bewoners der huizennaast het bovengemelde Perceel gelegenten opzigte
dèr informatien de cöMmodo et incommododoor de Commissie van Fabricage zal worden
gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad, op Dingsdag den 15 junij aanstaandedes mid
dags ten twaalf urenzullende de belanghebbenden verphgt zijn, hunne bezwaren tegen
opgemeld verzoek op dien tyd bij gemelde Commissie in te brengenterwijl bij verzuim
daarvan, zy gehouden zullen worden, tegen de inwilliging van hetzelve zich niet te
hébben verzet.
Lejdehi den sden Junij 1841.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. G. de Mey.
Ter ordonnantie vau dezelve,
v, p uttkammer.
nederlanden.
Leyden, 6 Junij.
Het vroeger in deze Courant aangekondigde Feest, van het tienjarig be
staan van het Studenien-Coi.eert Setnpre-Crescendowerd alhier eergisteren
3h het Kerkgebouw der Luthersche Geineenie, hetwelk daartoe vriendelijk en
■welwillend ten gebruike was afgestaan, op eene plegtige en in allen opzigte
waardige wijze gevierd.
Had eene laatste groore repetitie, die den vorigen dag gehouden en door
onderscheidene Toehoorders bijgewoond werd, reeds de verwachting over
troffen, nog veel meer was dit her geval bij de uitvoering zelve, waarbij
alles zamenliep om eene blijvende aangename herinnering aan dien dag ach.
ter te laten.
Sedert eenige maanden hadden ongeveer 140 Dilettanten, zoo Zangers als
Zangeressen, daartoe door Commissarissen van het Concert nitgenoodigd
2iclt vereenigd, om, onder leiding van den Directeur, den heer N. J. Wet-
sens Jr., zich tweemaal 's weeks voor de feestviering voor te bereiden.
Onaer dit getal bevonden zich de Leden van het Zangkoor van het Concert
Musis Sacrum, van de Zangvereeniging der Maatschappij ter bevorderirg der
Toonkunst alhier, en de Leerlingen der derde klasse van de Muzijkschnol
dier Maatschappijvelen ook, die voor het eerst aan zulke gemeenschap
pelijke oefeningen deel namen, doch, die met eenen onverfiaanwden ijver
de verschillende repetitien hadden blijven bijwonen, en spoedig op eene
genoegzame hoogte waren gekomen, om de vrij zware muzijk op eene ge.
schikte wijze te helpen uitvoeren.
Des ochtends ten 11 ure nam de feestviering eenen aanvang. Voor het
smaakvol met bloemen en draperiën versierde orkest, prijkte het wapen van
het Concert (een altaar, waarop eene door stralen omringde lier) en de
jaartallen 1831 en 1841. Het ruim der kerk was met gemakkelijke zitplaat
sen voorzienen door de zorg van Commissarissen en Ceremoniemeesters
zóó ingerigt, dat een zeer groot aantal toehoorders aldaar op eene voegzame
wijze kon geplaatst worden, zonder dsc onder zoo vele aanwezigen eenige
verwarring ontstond, of de stilte eo goede orde zelfs maar voor een enkel
«ogenblik verstoord werden.
Het orkest, 80 personen sterk, bestond, behalve nic uit de werkende en
eenige daartoe uitgenoodigde eere-leden van het Concert, uit een groot aan
tal kunstenaars uit 'sHage, Haarlem en Arasterdam. De solo's bij de Zang
stukken zouden, voor de Sopraan door Mej. Hoppenbrouwers en Batens,
(zijnde Mej. van Hove door ongesteldheid verhinderd de door haar opgeno
men laak te vervullen), voor de Alt door Mej. Achenbach, voor de Tenor
door den Heer de Chavonnei Vruct, en voor de Bas door den Heer van
Hove gezongeD worden.
Nadat de genoodigde Com missiën naar de voor haar bestemde plaatsen geleid
warennam de muzijk eenen aanvang met de Ouverture van Mozart's
Zauberflötewaarop de Hymne van denzelfden componist, met weglating
van enkele stukken (het allegro in n°. 1, Christc Eleison" en het n°. 12,
agnus Deiuitgevoerd werd. Op eene geschikte plaats tusschen de af
deelingen van de Hymne, droeg de heer Vrugt bet schoone air voor, uit
den Davidde penitentc, insgelijks van Mozart.
Na de pause weid eerst de 3de Simfonie van Beethoven (de Eroica") en
vervolgens ten besluite de 42 Psalm van Mendelssohn Bartholdj uitgevoerd.
Vóór dat de Leden van het Koor en het Orkest hunne zitplaatsen verlieten,
betuigde de Voorzitter van het Concert, in naam van de Studenten, die zich
tot de viering van het Feest vereenigd hadden, zijnen dank aan de Dilettan.
ten die, zoowel in het Koor als in het Orkest tot het beoefenen en uitvoeren
der mnzijkstukken zich wel hadden willen verbinden, en aan de verdienste
lijke Kunstenaars en Kunstenaressen, die daarbij de solo's vervuld hadden.
Twee dezèr laatsten, Mej. Achf.nbach en de Heer Vrugt, hadden die taak
geheel en al belangeloos op zich genomen, en ontvingen prachtige geschen
ken, ten aandenken aan deze plegtige Feestviering, terwijl den Heer Vrugt
bovendien nog, in naam der werkende Leden van het Concert, het diploma
van Eere Lidmaatschap werd uitgereikt. Eindelijk rigtte zich de Voorzitter
tot den Heer Directeur Wetrens, die insgelijks geheel en al belangeloos de
gewone en buitengewone oefeningen en de uitvoering geleid en bestuurd
had en overhandigde ook dezen een kostbaar geschenk en her diploma van
Eere-Lidmaatschap.
Het is hier de plaats niet om eene naanwkeurige beoordeeling te geven
van de wijze waarop de verschillende mnzijkstukken uitgevoerd zijn gewor.
den. De ongestoorde stilte en de onafgebroken aandacht der talrijke schaar,
die het Kerkgebouw vervulde, bewezen, hoezeer ieder door hetgeen hij
hóórde medegesieépt en gein (Ten werd. De buitengewone inachtneming van
piano's en forto's, de geleidelijke en juiste overgang van het eene tempo in
het andere, de gevoelvolle voordragt der verschillende solo's, de naauwken -
rige negeleiding van net Orkest, bragten eene uitwerking te weeg, die wel
gevoeld en genoten, maar niét beschreven kan-worden.
Wij behoeven bij den welverdienden dank en de gepaste loftuitingen,
welke de Voorzitter van het Concert aan allen toebragt, die tot de luister,
rijke viering van het Feesc zoo krachtdadig medegewerict hebben, niets roe
tc voegenjdoch wij mogen deze openlijke gelegenheid aangrijpenom onzen
Stadgenoot, den ijverigen en talentvollen Directeur van het Studenten-Con
cert, van harte geluk te wenschen met de zoo wél verdiende eervolle onder,
scheiding, die hem te beurt is gevallen. Sedert de oprigting van Sesnpre~
Crescendo met het leiden van deszelfs muzjjkale oefeningen belast, vervulde
hij steeds die taak op eene wijze die hem de toegenegenheid en goedkeuring
der werkende Leden deed verwerven, en aan de Akademie-Burgers zoowel
als aan de Ingezetenen van deze Stad, gedurende tien jaren reeds zoo meni.
gen nuttigen en aangenamen avond geschonken heeft. Moge hij, moge een
ieder zijner Kunstbroeders, die zich voor de bevordering der edele Toonkunst
zoo verdienstelijk maakt, daarvoor in de achting en de bescherming zijner
Stndgenooten eené voortdurende belooning vinden)
Na den middag werflen de Dilettanten, die in het Koor en Orkest hunne
medewerking verleend hadden, met hunne betrekkingen in de gelegenheid
gesteld, om elkander vriendschappelijk weder te zien, in het buiten de Stad
gelegene Zomer zorgwaar de fraaije muzijk, van het opzettelijk daarvoor
omboden Muzijk-corps der Grenadiers, de schoone smaakvolle versiering en
verlichting der tuin, en oe vrolijke dans in eene der daarvoor ingerigte Zalen,
de talriike aanwezigen tot na middernacht aangenaam Pezig hielden.
- L'it 'sGiavenhage meldt men van den sden dezer;
Zijne Maj. de Koning is heden morgen ten elf ure, van Hoogstdeszelfs
bezoek in onderscheidene plaatsen, alhier teruggekeerd. Zijne Maj. heeft
Nijmegen niet bezocht, maar Hoogstdeszelfs stoomjagt heeft Zijne Maj. te
Lent afgehaald, waarmede Zijne Maj. tot Rotterdam gevaren, en van daar
naar's Gravenhage gereden is.
Zijne Maj. heeft eenige benoemingen bij den generalen staf van het
leger gedaan.
-■ Door Zijne Maj. zijn benoemd: tot ontvanger der directe belastingen en
accijnsen te Overschie c. a., J. H, van den Bosch, thans ontvanger te.
Gbedereede, én tot ontvanger te Guedereede, J. .7. van den Bosch, thans
boekhouder ten kantore van de in en uitgaande regeert ce Schiedam.
Non hiot't Zii. e Mui benoemd rpr or,evangel" der registratie te Oud-
Bt'ije' and, E. P. ie Sage ten Broek, in plaats Ban ia. ij. j. L.itnlenrum
verplaatst naai Onoerdendam,
Zijne Maj. heeft eervol ontslagen als Directeur der registratie in de
provincie Zind-Hodand, Jhr. R. M. Baron de Sa/is en in deszelfs plaats be
noemt! C. van de Watering, thans Inspecenr der registratie; tot Verificateur
van de registratie van de tste klasse, mede in Zuid-Holland, om te Dordrecht
te resideren, T. J. Pfisterthans in die nctrekking in Gelderland.
Men verneemt, dat Zijne Maj. aan Jhr. S, j. Sandb'erg van Essen burg
den titel van Baron heeft verleend, overgaande op zijne wettige mannelijke
afstammelingen en bij regt van eerstgeDoorte.
Ook verneemt men, dat Zijne Maj., den Baron van Asbèck, te Heeren.
veen (provincie Vriesland), benoemd heeft tot Zijner Majesieits honorairen
Kamerheer.
Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden
gelige de navolgende door Zijne Maj. verleende octrooijen:
Een octrooi, in dato 14 December 1S39, voor den tijd van tien jaren
verleend aan W, Schmitz, woonachtig te Keulen, domicilium gekozen
hebbende bij H. van Perls te 's Gravenhage, op de uitvinding der inrtgting
van een waterstof-bad.
Een octrooi, in dato 28 December 18351, voor den tijd van tien jaren,
verleent! aan J. C Robertson, woonachtig te Londen, domicilium gekozen
hebbende bij Mr. J. IV. Oefken, Advocaat te 's Gravengage, op de invoering
van verbeteringen in werktuigen om te wegen.
Een oer rootin dato 25 Januarij 1840, voor den tijd van vijftien jaren,
gerekend van den to October 1837 af, verleend aar. C. M. Savojewoon
achtig te Parits, domicilium verkozen hebbende bij /f. Belinfanteboekver-
kopper te 's Gravenhage, op de invoering van zekere verbeteringen en toe.
voegingen, aangebragt aan de nieuw uitgedachte toepassing van het natuur
kundig grondbeginsel, om door het luchtledige water op te werken en werk
tuigen in beweging te brengen, voor de invoering van welke toepassing aan
hem, in dato 13 Augustus 1839, een octrooi is verleend voorden tijd van
vijftien jaren, van den 10 October 1837 af.
Een octrooi, in dato 28 Februarij 1841, voor den tijd van vijftien jaren,
gerekend van den 15 October 1839 af, verleend aan Q. Deiianson Clark
woonachtig te Brussel, domicilum verkozen hebbende ten kantore van J,
van Dachne en Comp. te 's Gravenhageop de invoering van eene nieuwe
verbeterde wijze om water en andere vloeistoffen te putten en op te halen.
Een octrooi, in dato 9 April 1841, voor den tijd van tien jaren, verleend
aan N. Godecharle, woonachtig te Brussel, domicilium gekozen hebbende
als-voren, op de invoering van een nieuw uitgevonden middel tot bereiding
van kalk en cement, benevens van pleister en andere soorten van dergelijken
aard.
Een octrooi, in dato 17 April 1841, voor den tijd van tien jaren, verleend
aan IV. van der Os, te Vhsstngen, op de uitvinding van eene nieuwe soorc
van dubbele en enkele metalen scheeps-, water- en brandpomp.
Een octrooi, in dato 18 April 1841, voor den tijd van tien jtpen, verleend
aan J. A. Elsinga, te Groningen, op de uitvinding van een open vuurhaard,
tevens verwarmende door verhitte lucht.
Een octrooi, in dato 18 April 1841, voor den tijd van vijf jaren verleend
aan A. Scheerboomte Amsterdam, op de uitvinding van vaartuigen, geschikt -
om bij het uitdiepen van rivieren of van banken in derzelver monding, of
van kanalen, de specie onder water te laden, te vervoeren en te lossen.
- Den óden zou Z. K. il. Prins Hendrik zijnen zeetogt aanvangen, dè*
Spaanse heen Portugesche kusten en het eiland Madera bezoeken.