1MU. LEYOSCJIE DONDERDAG, f. hi a.-, /•w ^.V t\ «m.s& w \V COURANT. 3 JUNIJ. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders, der Stad Leyden, hebben het genoegen kan de Ingezetenen dezei Stad kenbaar te maken, dat ZIJNE MAJESTEIT ta. KONING op gisteren de herhaalde verzekering gegeven heeft van Hoogsc- deszelfs tevredenheid over de ondubbelzinnige bewijzen van eerbied en liefde, welke door de Inwoners dezer Stad kennelijk zijn aan den dag gelegd, en de geregelde oraedie gedurende dit voor Leydens ingezetenen zoo heugelijk feest overal is in acht genomen. Burgemeester en Wethouders betuigen bij deze ean de Burgerij dan ook gaarne hunnen dank voor al het geen door dezelve is bijgedragen om den pleg- cigen intogt van Zijne Maj. binnen Leydens wallen luister bij te zetten en dat door haar onder gepaste vrolijkheid, met vermijding van alles wat de goede orde heeft kunnen staren, zoo veel is toegebragt om dezen dag tot algemeen genoegen te doen afloopen, wordende den Heeren der Gebuurten, voor de door hun in het werk gestelde pogingen om te voldoen aan het door Hun Ed. Achtb. uitgedrukte verlangen tot gelijkvormige versiering en verlichting der huizen de bijzondere dank van Hun Ed. Achtb. betuigd. Het vertrouwen door Burgemeester en Wethouders in de Burgerij gesreld, heeft zich meer dan verwezenlijkt, terwijl de zelfsvoldoening der Ingezete nen van aan het bezoek van Zijne Maj. aan deze Stad de hoogst mogelijken luister te hebben bijgezet, de aangenaamste herdenking moet achterlaten van eenen dag, op welken ook de Burgerij van Leyden in de gelegenheid gesteld is geweest om de ondubbelzinnigste bewijzen van verknochtheid aan Zijne Maj. den Koning te hebben kunnen betuigen, waardoor dezelve dan ook voor hun steeds onvergetelijk zal zijn. Aldus gedaan en afgekondigd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden op heden den 2 Jun U 1841. J. G. de M E Y, Tér ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER, 1 1 - 1 1 1 NEDERLANDEN. Leyden, t Junij. Het aangekondigde feest heeft gisteren in onze Stad plaats gehad, begun- étlgd door het schoonste zomerweder, opgeluisterd door de gepaste geestdrift der Inwoners en bekroond dopr eenen allezios gewenschten afloop. Reeds vroeg in den morgen zag men allerwege groote beweging en aanstalte om de huizen te versierenen door het aanbrengen van bloemen en groen een vrolijk aanzien te geven. In de honfdatracen en grachten was daarin niemand achter gebleven, terwijl ook de mindere buurten, Haar mate van hun vermogen, het hunne hadden bijgedragen: eenige woningen waren met zoo veel smaak en overvloed van bloemen versierd, dat men zich in een' overschoonenjhof meende verplaatst te zien, Honderde vlaggen wapperden uit de Stadsgebouwen en bijzondere woningenvele andere waren met smaak aangebragte veelkleurige draperien versierd en hier en daar waren voor bijzondere gebouwen eerepoor ren opgerlgt. De Regering der Stad had zelve onderscheidene eerepoorten doen stellen, waaronder die, geplaatst aan het begin en eind» dicc destraar smaakvol en prachtig kunnen genoemd worden, beide op den boog eene gekroonde W dragende en aan de vier hoekende eene met zinnebeeldige voorstellingen, wapentrofeën enz., de andere met den Hollandschen Leeuw versierd. Ook de eerepoorten voor het Stadhuis, het gebouw der Akademie, het Gemeenltndshuis, de Scudénten-Societelt Minerva, de caserne aan de Witte Poort opgerlgt, muntten, Zoowel door den vorm, als doör de ver zieringen tin dezelve aangebragt, op eene uitstekende wijze uit. Ten «cht urt verkondigde het klokkenspel, dat het feest van den dag een aanvang had genomen, dat Leyden Koning H^itlem II binnen hare muren zien, en aan Hoogscdenzelven de blijken van deszelfs opregte gezindheid jegens zijn Perioon en Regering zon bewijzen. Eene groote menigte waz 'de Witte Poort reeds uitgestroomd, om de ontvangst van Zijne Maj., door du Regering der Stad, aan de limieten bij te wonen, alwaar eene eerepoorr van Stadswege tentsgewijs was opgerlgt, ■*- Omstreeks tien ure schaarde zich de Eerewacht uit de Burgerij voor het Stadhuis en werd aldaar door den Edel Achtbaren Heer Wethonder J. C. van Hoorn, vergezeld door de HH. IA. Dillié en P. Buiskes aan dezelve met eene aanspraak een stan. daard uitgereikt, prijkende met de wapens van het Huis vin Oranje en der Stad Leyden op eenen hemelsblaauwen grond; vervolgens verliet deze Eere- wacht, benevens die der HH. Studenten, aan welke door den Rector Mag. nificus J. F. van Oordt J. IV. Zn. een standaard was uitgereikt, hebbende aan de eene zijde het wapen der Akademie en aan de andere zijde eene Minerva op eenen witten grond, rondom met franje bezet, als ook de detachementen Dragonders en eindelijk de Stedelijk Regering in vier koetsen gezeten, voorafgegaan door de Stads-Bodens, de Scad, om Zijne Majesteit te gemoet te gaan. JUist Op den middag kwam Zijne Majesceic de Koning op de plaats aan, waar de Edel Achtb. Regering Hoogst, denzelven opwachtte. Zijne Maj. werd verwelkomd door den Edel Achtb. Ileer P. G. van Hoorn, welke aan den Koning de vreugde en het geluk van Leydens ingezetenen betuigde over de eer, die Zijne Maj. hun aan- deed, om de stad hunner inwoning te bezoeken. Zijne Maj. tevens het be- lang en bet heil van Leyden, met al deszelfs schoone en nattige inrigtingen aanbevelende, hetgeen door den Koning minzaam beantwoord werd onder be tuiging van het genoegen, dat Hoogstdezelve een* dag kon doorbrengen in eene Stad wier Burgerij in vorige tijden zich zoo zeer had gekenschetst door Inoed en troüw, terwijl Hoogstdezelve ook bij het tegenwoordige geslacht In tijden van oorlog op derzelver verknochtheid en dapperheid en in dagen vm rust op deszelfs tróuw staat maakte. Daarop kwam de stoet in beweging, en reed Zijne Maj., te paard gezeten, ain beide zijden door de Commandanten der Eerewachten en van Hoogst, tlestelfe staf begeleid, met den in het medegedeeld Programma opgegeven trein, de stad binnen, onder het gejuich van duizenden, die zich op den weg, welken Zijne Maj. nemen moest, geplaatst hadden, hetwelk Zijne Maj, op de minzaamste wijze gedurig beantwoordde. Aan hei Stadhuis geko men werd Zijne Maj. de Koning doof de Stedelijke Regering den grooten trap opgeleid en door den Burgemeester op Burgemeesters Kamer aldaar verwei- katndhetgeen door Zijne Maj. met eene hartelijke toespraak werd beant- woord. Voorts vertoonde Hoogstdezelve zich aan eene der geopende ramen van Burgemeesters Kamer aan het publiek, werd alatoen door een uitbundig gejuich begroet, en defileerde daarop de Schutterij benevens de Infante, rie en Cavalltfrie voor Hoogatdenzelven. Hierna werd dadelijk door Zijne Maj, audiëntie verleend, zoo aau onderscheidene Commissiën welke zich daartoe te voren hadden aangemeldals aan talrijke particulieren die zich daartoe hadden doen Inschrijven. Ten drie ure verliet Zijne Maj,'het Stad. huis om een gedeelte der stad rond te rijden en eenige inrigtingen'ce bezoe. ken. Zijne Maj. begaf zich langs de Breedestraat en het Rapenburg Daar de Akademie, welker ingang zeer smaakvol versierd was, waar Hoogstdezel ve door HH. Curatoren werd opgewacht, en op de Senaat-Kamer, waar HH. Professoren zich vereenigd hadden, ingeleid, deed de Rector Maguifi cus J.F.van Oord/,J. IVzn.Ziine Maj. eene aanspraakdie door den Koning op het minzaamst beantwoord werd. Hier beschouwde Zijne Maj. het merk waardige besteeg, onder het geleide van Professor Kaizerhet Observatorium bezocht daarna den Akademischen Tuin, geleid door Professor C. G. C. Rein- wardtreed vervolgens naar het Museum van Oudheden, werd ook'daar door HH. Curatoren ontvangen en voorts rondgeleid door de Heeren Directeur C Leemans en Conservateur J. L. F. Janssens, en bezag tevens onder geleide van Professor P. O. van der Chijt het zoo belangrijk Munt- en Penn.ng- Kabinet. N11 reed de stoet wederom de Breedestraat langs, verder de Hoo- gewoerd, Rijnsiraat en Heerengracht tot aan de Grofsmederij, waar eene schoone eerepoort geplaatst wasj het terrein was aldaar geheel ingetigc en op het einde van hetzelve eene veldtent geplaatst, die van binnen met dra. periën en van buiten met bloemen versierd was. Zijne Maj. kwam er omstreeks half vijl nre aan, en werd verwelkomd door de heeren Directeur en Commissarissen en na eene gepaste toespraak van den President Commis. saris den Heer Hartevelt ontvangen te hebben, heeft Zijne Maj. eenige verver, «chingen gebruikt, daarop die inrigting, welke voor ons Vaderland zoo hoogsc nuttig en belangrijk is, met het meeste genoegen en oplettendheid bezigtigd en heeft over dezelve Hoogstdeszelfs bijzondere tevredenheid doen blijken. Eindelijk begaf zich Zijne Maj., altijd onder het blij gejuich van Leve d'e Kaning! der overal verzamelde menigte, langs de Hsarlemmerstraat, Bakker, steeg en Oacen Singel naar de Fabrijk van de heeren J. J. Krar.tz en Zoon welke Fabrijk door Zijne Maj. in alle deszelfs bijzonderheden werd gadegel slagenj en Hoogstdeizelfs goedkeuring wegdroeg. Dit alles bezigtigd heb. bende werd Zijne Maj. naar het Raadhuis geleld, vanwaar Hoogstdezelve zich n arde Siads Gehoorzaal begaf, welke, zoowel van buiten als vari binnen overheerlijk met draperiën en bloemen versierd, de plaats was waar Zijne Maj. het diner door de Edel Achtb. Regering was aangeboden, en waartoe verschillende autoriteiten waren genoodigd; aan dit diner werd door den Burgemeester de eerste toast aan den Koning ingesteld, welke door Hoogstdezelve minzaam beantwoord werd, daarbij de Stad en de Akademie tegelijk gedachtig zijnde; twee andere toasten waren aan Hare Maj. de Koningin en aan het Vorstelijk Huis toegewijd. De meest gepaste vrolijkheid had ondertusschen in de straten geheerschc en weldra zag men de aanstalten maken om de illuminatie, waartoe alles reeds van Stadswege, zoovel als door Particulieren gereed was gemaakt, te beginnen. Eene beschrijving te geven van die illuminatie, welke zoo bijzonder veel effect doet in en op onze breede en lange straten en grachten zou wel niet doenlijk zijn. Wij moeten echter hier opgeven, dat op de aonrst uwg"'." to" d-?-*8Ui?^VUfcUlUir-tigJiwjif Jjeefc-ou?r e^h guirlandes van lampions op te hangen, hetwelk eene even gelijkmatige als prachtige verlichting daarstelde. Op eenige straten hadden de bewoners liever de verlichting aan hunne huizen willen aanbrengenen verscheidene, vooral op het Rapenburg, hebben dan ook op eene regt schoone wijze de zelve bewerkstelligd Dezelve was aan de eerepoorten door de Stad rpgerigc en die voor de Stedelijke gebouwen over hec algemeen uitstekend. De beide eerepoorten vooral op de Breedestraat waren allerluisterrijkst verlicht, zoodat dezelve in de verte als in één vuur schenen te staan. Ook de illumi natie aan de Gehoorzaal aangebragtwaar Zijne Maj. zich bevond die voor het Stadhuis en de Akademie lieten niets te wenscben over. Voor het Mn. seum van Antiquiteiten was eene.hieroglyphische inscriptie gehecht, welker beteekenis deze wasDe Koning van Nederland iVillem II is in Leyd.n gekomen om eerbewijzing (hulde) te ontvangen," (eerste rei hieroglypben regis.) In het jaar van den Verlosser der Wereld 1841de 6de maand den isten dag. Geve hem de Heer des Hemels een langdurig en regtvaardig leven, en alles goeds, voor lengte van dagen," (tweede rei links.) Bijzon, der verdienen hier nog genoemd te worden, als boven andere in de verlich ting uitmuntende, de eerepoort bij den Heer Burgemeester Jhr. J. G.deMcj, het Gemeenlandshuishet Invalieden huis, de Studenten Societen Minerva en Mutua Fides, eene eerepoort in de Watersteeg bij de Hoogewoerd, welke ook bijzonder effect deedeene gasverlichting in het Noordeinde en op de Hoogewoerd, eene andere op de Heeregracht, in welker midden een chassinec prijkte en onderscheiden anderen. Omstreeks den ure verliet Zijne Maj., wederom door eene Commissie uic de Edel Achtb. Regering, de beide Eerewachten en detachementen Dragon, ders begeleid, de Gehoorzaal en bezigtigde, te paard gezeten, de illuminatie zooals ditzelve in het Programma was aangeduid. Ook toen werd Zijne Maf. wederom met gejuich ontvangen en vergezeld, tot dat Hoogstdenzelven aan het Stadhuis terugkeerde, alwaardeRegering Hoogstdenzelven overeenkomstig Zijner Majs. verlangen opwachtte en van Hoogstdenzelven de bewijzen ontving van de tevredenheid en het genoegen, hetgeen de ontvangst, aan Hoogstden zelven door deze Stad bewezen, had gegeven. Voorts begaf Zijne Maj. zich in een open rijtuig langs de Breedestraat en Hoogewoerd, begeleid zooals te voren buiten de Hoogewoerdsch Poort en vervorde na aan het Tolhek op de hoogte van het Leyderdorpsche Hek de Eerewachten bedankt te hebben, in hetzelve Vorstelijke rijtuig gezeten de reis naar Soestdijk. De illuminatie bleef tot na middernacht voortduren, en lang duurde de vro. Iljkheid en levendigheid op de straten, tot dat de bewoners van alles wat zij schoons en gewenschis gezien hadden vermoeid, zich naar hunne woningen begaven. Zoo eindigde éen dag met verlangen te gemoet gezien, door bijna allen In vrolijkheid genoten, en gepast ten einde gebragtdie lang nog in bet geheugen der burgerij, en ook van hen, die van buiten waren toegestroomd, blijven zal. Tot de Burger-Eerewacht behoorden de Heeren: P. H. Baron Taets van Amerongen tot Natewiseh, Commandant, J. J. Krantz, onder-Commandant J. Hartevelt, Vaandeldrager. Léden, alpbahetisch geplaatst: J. J. van den Aardtvcg/t, A. B. Bar key, Nz.P. A. BronsgeestP G. He, melryk, J. J. Hoogeboom, Jr., H. IV, Hoogeboom, J. J. Hubrecht, Mr. J. L. KlavermeydenMr. J, G. La Lau, A, Librecht Lezmyn J. Meerburg, J.H. NieuwetnMr. Malnoë van NoortIV, PottumJ. H. V, Baron van Reede van OudshoornJ, Schmier, C. Steger hoekA. van der Spruit, E. D, M, Ten Sarnie, Mr. F. J. P, Tollens, J. J. van II'ensen en li, van H ensen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1