Hik <^oor ov.ftr de koranwetten te stemmen* en dat indien tiet Huis ooft die mogt afstemmen, hetzelve zou ontbonden worden. Dit berigt is larer medegedeeld geworden, omdat die woorden van den Minister, wegens het oorverdoovend gedruisch door niemand waren verstaan geworden. Men heeft berigten van de Kaap de Goede Hoop tot 2óFebruarij, meldende, dat het gerucht, als of de kolonisten van Pore Natal de goederen der Engelschen aldaar zonden verbeurd verklaard hebben, geheel bezijden de waarheid was. De Volksraad dier kolonie had aan den Gouverneur van de Kaap een adres gerigc, waarbij zij verzoeken tot een vrij en onaf hankelijk volk verklaard te worden. De Gouverneur had geantwoorddat, indien zij Voorzigtig te werk gingen, er veel hoop op eene minnelijke schikking bestond. F R A N K R IJ K. Parijs den 21 Mei De Kamer der Pairs heeft in hare laatste zittingen bnderscheidene tvetten aangenomen, die door de Kamer der Afgevaardigden reeds waren goedgekeurd. Hec vorige Ministerie Thiers is daarbij ook hevig aangevallen, daar hetzelve verweten werd, zonder noodzaak eenen schul denlast van 500 millioen fr. te hebben gemaakt, waarvoor geene middelen aanwezig zijn, om te bestrijden. Er was niemand, die op dat punt het Ministerie Thiers verdedigde. De prijs van het vleesch in de hoofdstad is thans hooger gestegen dan sedert de eerste Fransche omwenteling, Men schrijft dit toe aan het groot aantal troepen dat aan de vestingwerken arbeidt. Uit nadere berigten uit Algiers blijkt, dat Mastagonem voortaan het stennpunc zal worden bij den algemeenen aanval, welken de Franschen tegen Tekedempt, de eenige belangrijke stad welke Abd-el-Kader nog bezit, ondernemen zullen, De volgende telegraphlsche dépêche ts.van Algiers den 13 Mei afge. zonden: Het expeditionaire corps is den 9den te Belida teruggekomen. Het heelt Medeah en Miliana van nieuwen voorraad voorzien en verscheiden gevechten geleverd. Den 3den werd het nabij Miliana aangevallen door 9,000 man voet. volk en 10,000 ruiters. Dit kleine leger werd volmaakt geslagen en liet 400 dooden op de plaats liggen. Den 4den werd de gansche vijandelijke cava, lerie tot over de brug van Cbelif el Kantara gedreven. Op den 5den heeft onze ruiterij op den linker-oever 4,000 cavaleristenonder aanvoering van Abdel-Kader zeiven, geslagen; vier escadrons zijner geregelde ruiterij heb ben een aanmerkelijk verlies geleden, zjj hebben 184 man op het slagveld gelaten, terwijl 19 Arabieren gevangen zijn genomen. Deze overwinning heeft den volksstam van Beny Zug Zug in onze magt geleverd. Ons verlies heeft bestaan in 140 gekwetsten en 18 gesneuvelden. B E L G I E. De Moniteur bevat het volgende: Ingevolge de bepaling van art. 5 2 van het voorioopige reglement tot Uitvoering van art. 9 van het traktaat van 19 April 1839, betreffende liet loodswezen, zijn de zeeschepen, eenen diepgang van minder dan 15 deci. meters hebbende, ontheven van de verpligting om eenen loods op de Schel de te nemen. Om nu dit voordeel te genieten vercrekken vele kapiteins van Antwerpen met weinig of geen hallast, en laden dan onder weg de benoo. digde hoeveelheid zand in; na aldus ter sluik hunnen diepgang te hebb.'n verhoogd, zoodat dezelve de tegenwoordigheid van eenen loods vorderde, pogen zij des naclrc voor Vlissingen vporhij te zeilen, en zich insgelijks aan de betaling der loodsgelden bij het uitvaren van de rivier te onttrekken. De administratie over het loodswezep te Antwerpen heeft de stiptste bevelen ontvangen om deze misbruiken tegen te gaan; de overtreders zullen dan ook ingevolge de wet van 24 Maart 1818 met kracht vervolgd worden, en aan zich zeiven het oponthoud te wijten hebben, hetwelk zij door zoodanige vervolgingen zullen lijden. De Bisschop van Namen heeft de pastoors van zijn Bisdom uitgenoo. digd, om openlijk de geruchten te wedersprekenwelke uitgestrooid waren, hamenljjk, d» !>ij W rie de overige Belgische Bisschoppen van voornemen waren, de tienden weder in te voeren. Sedert 1830 heeft de Rootnsche Kerk in België 4,000,000 fr. aan ie. gaten ontvangen, van welke een vierde alleen de provincie Luik toekomt. PROMOTIE aas dl LEYDSCHE HOOGESCHOOL. Den 17 Mei, de Heer C. Grootendorst, van Gouda, in de Medicijnen, na de verdediging zijner Dissertatie continens quaestiones Medicos. MENGELINGEN. NIEUW SYSTEMA van OPENBAAR ONDERWIJS IN FRANKRIJK. (_Mervolg.~) Het volledig onderwijs, dat op hec eerste volgt, is door den aard der zaak voorgeschreven, het moet langs den koristen weg tot de verschil, lende beroepen leiden. Twee gebreken kunnen hier het bestaande onderwijs stelsel in Frankrijk worden verweten, hec eene: valsche benaming, welke klaarblijkelijk op dwaalbegrippen berusc, en de onvolledigheid in deszelfs atzonderlijke vakken. Alzoo eerstelijk de beide namen van secondair en booger, welke alleen daartoe dienen, verwarring te weeg te brengen. Niec alleen de leerlingen, maar ook de ouders worden in hunne verkeerde meening versterkt, alsof beide afdeelingen van elkander verschillen, tegen elkander overstonden, hergeen volstrekt hec geval niec is. Beide zouden nimmer af. gescheiden moeten worden beschouwd, daar hec slechts twee fragmenten Vin één geheel, basis en gevel, maar geene afzonderlijke eenheden zijn. Het secondair onderwijs is slechts iets betrekkelijks, leidt tot een resultaat, wanneer bet van het hoogere het diploma eens baccalaureus verkrijgt, maar tot niets, wsnneer het dit doel mist. Elk beschaafd Franschaan weet, hoe gewigtig dit diploma is, hoe onontbeerlijk voor de meeste hoogere beroe. pen, wssrop men, bij gebrek daaraan, geene aanspraak heeft. Het is onont. beerlijk voor de studie der regcen en medicijnenvoor den regter- en advo. caten-stand, voor de toelating tot de normaal-school en de bekoming des hoogeren Akademischen grazds. Dienvolgens is hec hooger onderwijs wezen lijk hetzelfde, waaraan wij den naam van rak-wetenschap gevenmaar niet alleen voor zekere vakken, zoo ais tot hiertoe, maar vooralle. Dekollegien en seminarien zouden op deze wijze voorbereiding-scholen voor de facul. teiten zijn en, zonder de grenzen van het bepaald onderwijs te overschrijden, eene krachtige grondlegging tot de vak-studien worden. De loopbanen, welke voor de personen openstaan, kunnen onder de vol. gende twaalf rubrieken worden gerangschikt: 1°. Theologie, 2°. onderwij. zers-itand, 30. krijgsdienst, 40. marine, 50. staatsbestuur, 6°. landbouw, 70. fabrijkwezen, 8°. handel, 90. regtskennis, 10°. geneeskunde, ii°. ge- leerde studiën, 120. schoone kunsten. Vergelijken wij daarbij de bestaande wetenschappelijke instellingen, dan wijzen zich van zelve de ontbrekenden aan: 1°. Eene faculteit der economische-, administratieve- en staatkundige wetenschappen, 20. eene der agronomische-, industriëele-en handels-weten schappen, 3°. voorbereidings-scholen voor elk dezer faculteiten, 4'. gratis- scholen, voor Isndbonw, plantenkunde, veeteelc enz. Twee magtige auto- rlteiten ondersteunen onze vordering, om de eerste dezer faculteiten aan te schsffen, de namen van eenen Bacon en Cuvier. Dé wiliekeurigstê der absolute mègtende invloedrijkste ntédewérfcsiér der anarchie, de openbare drukpers, oefent in Frankrijk, zonder cegenwigc, zonder controle, onbeperkt, de vrijheid dit, hare leerstellingen te verbrei den, in het belang der zaak of der partij, welke 2jj verdedigt, waarheiden lengen in oe gestalte van regetiiigs-theories en staatshuishoudkunde uit te strooijenzonder eene garantie wegens knapheid en kennis van den onder, teekenenden gerant of naatnlooze redacteurs te verlangen. Onbegrijpelijke onbedachtzaamheid! Men mag geene school openen, geen spreek- of on» derrigts-cursus aankondigen, zoo men niec zekere zedelijke en wetenschap, peiijke waarborgen aangewezen heeft, maar een dagblld kan men uitgeven zonder eenige andere formaliteit, dan eene niets beduidende verklaring en eenen borgtogt in geld. En welk een .verschil tusschen eene school en eea dagblad! De scnool kan slechts voor een kiein aantal personen geopend worden, terwijl een dagblad overal deszelfs publiek vindt, waar slechts de tar.l verstaan wordt. Dit moest gestuit worden; de factiën moesten niet de overwinning op orde en regt behalen, de wettige magt niet door de geïm proviseerde invallen van de verkochte schotschriften geschokt worden, aau de bloem der beschaving niec de worm knagen, om vruchten ce vernielen, welke eenen rijken oogst beloofden. De Regering heeft zich vele dezer kwalen zelf te wijten, omdat zij geene bijzondere gehechtheid aan het pal» ladium der constitutie toont en hare middelen te weinig bijeenhoudtom waardige vakgeleerden te ondersteunen. Aan dit misbruik zoude spoedig een einde worden gemaakt, zoo de economische, administratieve en staatkundige wetenschappen, hunne faculteiten, Professoren, voorlezingen en dagbladen haddenen de redactie van een blad minstens aan de verkrijging eens candi. daatschaps in de staatswetenschappen verbonden werd. In dezelfde evenre digheid moest de vordering tot uitoefening van andere beroepen scijgen. Maar alvorens zij roe de vestiging eener zoodanige faculteit zoude over» gaan, moest de Regering, na rijp overleg, met zich zelve eens worden, aan welke grondstellingen zij de voorkeur geven, welke leeraren zij beroe. pen, welke voorlezingen zij verordenen, en welke strekking zij als algemeen beginsel aannemen zoude. Die alles zoude nog menige ernstige overweging vorderen, want in absolute Staten is het misschien overbodig de jeugd achting voor de wet in te boezemenomdat de overheid buitendien het zwaard der orde en geregcigheid naar willekeur behandelt en de vrees voor den gebieder de eDkele cegenstrevers in bedwang houdt. Anders is het in constitutionnele landen gelegen, alwaar de burger geroepen is grooter aan. deel in hec staatsbeheer te hebben, en de vrije drukpers voor en tegen de. zelve partij kiest; daar moec men met zorg te werk gaan en geen verderfelijk zaad hec hart der jengd vergifcigen. De toestand van het staatsbeheer is verder geheel veranderd. Te voren stond een enkel man aan het hoofd van hetzelve, een Richelieu, MazarinColberten had men deze vooreenen nuttigen maatregel ol eene noodwendige hervorming gewonnen, dan was dezelve zoo goed als uitgevoerd. Thans is hec anders; hec land maakt aan. spraak om zich zelf te beheeren, en men moet de menigce leeren hare eigen belangen te verstaan. De openbare meening, deze regter, die geene grenzen en geene verantwoordelijkheid heeft, deze oppermagtige heersche- resse der constitutionnele wereld, deelt in het lot van alle andere Vorscendom» men; zij heeft hare onwijze raadgevers en hare gewillige hovelingen, die van hare luimen en invallen misbruik maken. Wanneer echter de openbare meening in hare beschouwing dwaalt, is deze dwaling gevaarlijker dan die van elk ander, en kan de noodlottigste gevolgen voor de rust des lands te weeg brengen. Gedurig meer de echte heilzame maatregelen van een goed beheer te verbreiden, de gezonde denkbeelden en voortgangen der staathuis. hondknndegelijk mede den smaak in ernstige stndiën onder hec volk eigen ce maken, is mogelijk het eenige middel om in plaats der vlugtige onbestendige denkbeelden, eene verlichte openbare meening daar te stellen, welke aau de willekeur en de eeuwige zucht naar verandering, een wenschelijk einde maken zonde. Zoo heilzaam als de vestiging dezer ééne faculteit zoude zijn, zoo zeer staat de tweede, voor de agronomische, industriëele en handelsbelangen, wanneer dezelve ook hare examens zelve afnam, en tot het verleenen harer Akademische graden bevoegd wasaan gewigtlgheid voor haar niet achter. Voelt de Regering, dat het bestaande stelsel van onderwijs volmaking be. hoeft, waarom haast zij zich dan niec het ontbrekende aan te vullen? zoude zij minder geneigd zijn, iets te doen, dan vroeger? Of zullen wij haar op. sommen, wat zij en hare voorgangers gedaan hebben? De Koninglijke por. celein-fabrijk te Sèvres, de Gobelins, de talrijke instellingen welke ten ge» volge der tijdelijke behoeften van het land daargesreld zijn, als de normaal-, de centraal-, de polytechnische-, de marine-, de plattelands-school en eene menigte andere inrigtingen, zijn, in den loop van 40 jaren, met groote be. reidwilligheiddoor de Regering gesticht. En om deze beide behoeften te gemoet te komen, zonde zij geene middelen of goeden wil genoeg hebben? Opvallend is het daarentegen, dat het getal der, gedurende den oorlog, opgerigte militaire-schoien, in vredestijd niet afgenomen is. Daaraan is hec kwaad te wijten, dat dezelve meer officieren vormen, dan in het actief ie- ger gebruikt kunnen worden; eene beklagenswaardige omstandigheid, welke reeds de opmerkzaamheid der Wetgevende Kamers tot zich heeft getrokken. Wat spruit daaruit voort? Dat, terwijl er in hec vak van onderwijs behoefte bestaat, zich in een ander hinderlijke overvloed vertoont, alles ten gevolge van een slecht zamengesceld leer-stelsel. Wij hebben thans rekenschap te geven, waarom wij de agronomische-, industriëele- en handels-wetenschappen in ééne faculteit rereenigd wen. schen, maar eene afscheiding scheen ons geheel onmogelijk toe. De wet heeft wel, van het standpunt van regt uitgaande, een verschil tusschen den landbouwer en den fabrijkanc daargesteld, en den laatsten als han. deldrijvenden tot zekere belastingen kunnen verpligten, waarvan zij den landman vrij spreekt; maar dit verschil bestaat niet werkelijk, het is wille, keurig, en alleen eene tegemoetkoming welke de wetgever aan de landelijke onwetenheid daargesteld heeft. Terwijl deze zijne artikelen koopt en ver. koopt, gaat hij even zoo als de fabrjjkant te werk, die zijne grondstof ruw inkoopt om dezelve in afgewerkten toestand te verkoopen. Kennis van hec vak en geschiktheid tot den handel, zijn den eenen even als den anderen, naar gelang van den omvang hunner handelsbetrekkingen, noodzakelijk. Over bet algemeen is bij ons de industriëel, heczij landbouwer of manufacturier, niet commerciëel genoeg, de handelaar niec genoeg industrieel, de fabrijkanc blijit te vreemd aan den landbonw en de landman aan hec fabrijkwezen. Door deze vereeniging van handel, fabrijkwezen en landbouw in ééne faculteit, zal men deze gebreken verhelpen, en tevens den oorsprong van het kwaad vinden, dac Frankrijk in de mededinging tegen EngelandNoord-Amerika en andere landen doet achterblijven. Weet dan de Regering alleen niet dat zij eenen tooverring in handen heeft, waarmede zij zich alle krachten kan onderwerpen? Kent zij alleen niet de magc van het openbaar onderwijs, dat, door eenen wijzen wetgever geregeld wordende, uit slaven vrije en gelukkige natiën maken kan, en even zoo hec tegendeel? Ook aan zaakkundige mannen ontbreekt hec niet, en hoe meer de belang, stelling in deze studiën zal aangroeijen, hoe grooter ook hun getal en cevens hunne bekwaamheden zullen worden. Doelt met de stichting dezer facultei. ten is nog niet alles gedaan. Wane hoe loffelijk het isvoor de zonen der welgezeten 'grondbezitters gezorgd, en daardoor den landbonw eene onge kende vlugc gegeven te hebben, zoo blijft altoos nog de gewigtige taak te vervullen, ook voor de zonen van arme landlieden gratis-schoien op te rig- ten, alwaar zij hec tot hunne werkzaamheden betrekking hebbende onderwijs zouden kunnen vinden. Niet ligt zoude men zich dan hebben te beklagen, dat de landman zijn dorp verlaat, om zich in de stad neder ce zetten, of liever de werkplaatsen en hospitalen te vullen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 3