A5, 1841.
L E Y D S C E
WOENSDA G,
7
00,
Courant.
19 MEL
PUBLICATIE.
Burgemeester f.n Wethouders der Stad Leyden, waarschuwen bij dezen een
ieder, wien het zoude mogen aangaan, dat ingevolge de bestaande wetten, op de aan
staande Kermis, gccne HoroskooptrekkcrsPlaneetlezers Dobbelaars i Rtj felccrsDiaai-
bordenof diergelijke schadelijke spelen zulle,: worden toegelaten, en dat onder voor
wendsel of schijn van iets te vertoonen als anderzins, geene bedelaarsverminkte of ge*
brekkige personen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door dé Agenten der Poli-
cie opgevat, ten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zonde kunnen worden
gehandeld. lerwijl wijders aan allen die in de. termen der wet op her Patent-rent
vallen, bij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen worden toegelatenten
zij van een behoorlijk Patent voorzienwaaruit tevens blijkt dat net diensvolgens door
hun verschuldigde regt is betaald. Dat eindelijk, niemand, gedurende deze Kermis,
met iets zal mogen voorstaan, op de straten vertoonen, of daarmede rondgaan, zonocr
dagrtoe niet alleen het vcreischte consent verkregen te hebbenmaar ook het deswegens
verschuldigde marktgeld aan den Marktmeester te hebben betaald. Wordende de Heer
Directeur en Commissarissen van Pulicie bij deze gequalificeerdora voor de executie
dezer te zorgen.
Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den i7den Mei 1841.
j. g. d e me y.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. Putt rammer.
NEDERLANDEN.
Ley den, 18 Mei.
Heden morgen omstreeks vijf «re is Zijne Maj. de Koning onze stad ge
passeerd, zien van 's Gravenhage naar Utrecht begevende; morgen wordt
Zijne Maj. weder door onze stad verwacht, welke ook binnen kort, zoo wij
vernemen, met een bezoek van Hoogstdcnzciven zal vereerd worden,
Uit goede bronnen verneemt tnen, dat Zijne Maj. Hoogstdeszelfs voor-
genomene reis naar Arnhem bepaald heefc omstreeks den 2Östen dezer, doch
aac bi] die gelegenheid Nijmegen niet met een bezoek zal vereerd worden
maar later, en wel in de maana Jnnijop Hoogstdeszelfs reize naar Limburg.
In ons vorig Nommer is bij het metledeelen van het verhandelde in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal van 1. 1. Zaterdag, eene misstelling in.
geslopen, welke wij titans verbeteren. Namelijk, achter de woorden, op
het laatst der 3de kolom:
Daarna zijn de beraadslagingen gehouden over de voordrage tot opheffing
van den provliionelen regts-toestand van het Hertogdom Limburg.
Moet volgen:
„Deze voordrag: is aangenomen met 45 tegen 8 stemmen, zijnde die der
heeren van Gtlstcir.Michieh van Ver duinen HuydekoperCornelie, van
Reehteren, Keerensvan Nagell en Rontme.
Daarentegen is, mee 50 tegen 3 stemmen, verworpen het ontwerp van
wet, houdende de regterluke indeeling van hec Hertogdom. De heer Cor
nelie heeft voornamelijk daartegen gesproken en van de vele bezwaren ge.
waagd, die dat ontwerp bij gemeenten in Limburg had opgewekc.
Voor hebben gestemd de heeren de Jonge van Campens-NieuwlandKnip-
horst en LuybenV
Dan moeten hier achter geveegd worden de beide laatste regels van de
2de en de beide eerste van de 3de kolom, waarop dan voigc hetgeen in de
4de kolom te lezen staat.
Uit 's Gravenhage meldt men van den 18 Mei:
Zijne Maj. heefc onlangs,, bij besluit, bepaald, dat metden istenMei jl.,
wanneer de werkzaamheden der Commissie toe afdoening der zaken van hec
Amortisatie-Syndicaat een einde zullen nemen, alle zaken, aan die instelli"g
opgedragen geweestvoor zoo veel die het materieel beheer van de grocce
wegen, vaarten, kanalen, schipbrug, stoomboot, schuic- en pontveeren b.-
treffen, zullen overgaan aan het Departement van Binnenlandsche Zaken;
terwijl aan hec Departement van Financien zullen overgaan de algemeeue
zaken van hec Amortisatie-Syndicaat, geene uitgezonderd, alsmede liet be
stuur der Domeinen, en de geldelijke administrate, zoo in baten ais lasten
van de onderwerpenhierboven vermeld.
Bij een nader Koningiijk besluie is de wijze geregeld, waarop die overgang
zal plaats bebben:
Bij een derde besluit heeft Zijne Maj. bepaald, dat de ambtsbediening van
Administtsteur der Domeinen mede met 10 Mei 1841 zal zijn opgeheven,
en de administrative betrekkingen van dien ambtenaar in de provinciën datt
zullen overgaan op de agenten van het Domein, ieder, voor zoo veel de
Domein-goederen en hec geldelijk beheer van de groote wegen en -.arten
betreft, in den kring van zijn agentschap; zijnde, bij datzelfde besluit, rie
heer van Gennepafgetreden Inspecteur, benoemd tot Hoofd-Inspecteur
onder de onmitldelijke bevelen van den Minister van Financien.
Aan de gemeente-Bestuten is van de bovengemelde beschikkingen kennis
gegeven, er is onder afwachting van nadere instructien, welke door hec
Hooger Bestuur zouden mogen gegeven worden, tevens opgemerkt; dat
daardoor voor als nog niets is veranderd aan de voorschriften omtrent hec in.
dienen en de behandeling van alle verzoeken tot hec doen van afsluitingen
van groote wegen, of gedeelten van dien, en hec doen van bouwingen langs
die wegen, vaarten of andere publieke werken, zoo ais dezelve in 1829 zijn
gegeven, met dat verschil alleen, dat de bedoelde verzoeken voortaan weder
door de ambtenaren vsn den Waterscaac zullen worden geïnstrueerd.
Zijne Maj., willende overgaan toe de regeling van het bestuurder Pro-
testantsche kerken in Limburg, heeft het navolgende vastgesteld:-
Art. 1. Het Collegie van toezigt te Maastricht blijft belast met de zorg
voor de financiële belangen der Protestantscbe gemeenten in LimbHrg, vol.
gens het bepaalde bij Koningiijk besluit van den 11 December 1824,N". 124.
Art. 2. Het Kerkelijk Bescuur bevorens door hec Provinciaal Kerkbestuur
van Limburg enz., en door het classikaai Bestuur van Maastricht uitgeoe
fend, zal worden opgedragen aan een collegie onder den naam van: Bestuur
der Protestantscbe kerken in Limburg.
Art. 3. Een lid van dat bestuur zal op denzelfden voet, ais zuiks plaats
had, ten aanzien van het voormalig Provinciaal Kerkbestuur van Limburg
enz., de vergadering van de algemeene Synode der Nederlandsche Hervorm
de Kerk bijwonen.
Art. 4. Hetzelve bestuur zal bestaan uit zeven leden; vier Predikanten
en drie notabele leden der gemeenten, waaronder twee Predikanten en twee
notabelen uit Maastricht en twee Predikanten benevens één notabele uit de
buiten-gemeenten; voor elk der leden zal een secundus worden benoemd.
De leden en secundi, alsmede de President en Secretaris, zullen door ons
worden benoemd, op voordragt van Onzen Minister van Staat, belast me'
de generale directie voor de zaken der Hervormde Kerk enz., de eetsce
maal onmiddeljjk, en in het vervolg op zoodanige wijze, ais nader zai wor
den bepaald.
Art. 6. Elk jaar te beginnen met den 1. Jarinarij 1843: zullen twee Iedetii
een der Predikanten en een der notabelen aftreden; maar blijven steeds we.
der benoembaar. De eerste aftreding zal bij hec lot worden bepaald.
Art. 7. A'le de reglementen en verordeningen op het bestuur der Pro-
testantsche kerken, zoo als dezelve in het jaar 1830 bestondenblijven in
vo le kracttt, behoudens de voorzieningen die veranderde omstandigheden
mogten vorderen.
Art. 8. Zoo te dezen aanzien als bijzonder omtrent de ringen en ringver.
deeiing, de meest voegzame waarneming der vacaturenen verder voorko.
mende bijzonderheden, zitlleri door deo Minister van Staat voornoemd, de
vereischte schikkingen worden gemaakt.
Art. 9. Onze voofhoemde Minister zal aan Ons de vereischte voordrage
doen tot regeling der kosten van het Limburgsche kerkbestuur.
Art. 10. Met de óptreding van het bestuur voornoemd, wordt het in
Limburg facto bestaande kerkelijk bestuur gehouden voor vervallen, en des.
zelfs leden eervol ontslagen, behoudens hunne verantwoordelijkheid, voor
zoo veel de financiële administratie betreft.
Art. 11. Alle de archieven der bestaan hebbende kerkelijke cnllegien,
zullen weder overgaan aan het bestuur der Protestantscbe kerken in Limburg.
Naar men verneemt, is de tentoonstelling van schilderijen, welke thans
in deze Residentie geopend is, tiiet ettelijke fraaije kunststukken verrijkr.
waaronder zich bevindt de groote schilderij van Ksijzervoorstellende: de
slag van iVoeringen des jaars 1288. Deze stukken zullen van Maandag den
I/dett Mei af te bezigtigen zijn.
Door de Commissie van beheer over de tentoonstelling van schilderijen
en vereert! kunstwerken te 's Gravenhage is bekend gemaakt, dat de aandee.
len of loten verkrijgbaar zijn, tegen betaling van vijf gulden voor elk aandeel,
aan het ledaal der tentoonstelling, van 10 tot 4 uren, ten huize van heeren
Commissarissen over de tentoonstelling, ten kancore van den Notaris van der
Haak, in ué eerste Wagenstraat, Wijlt S, N°. 64 (die met al wat de verlo
ting betreit is belast}, alsmede te Amsterdam, ten kantore van de heeren
Broes en Gasman, op de Prinsengracht, ever de Noorderstraat.
En düt de deelneming in de Verloting geopend is van 14 Mei tot den I2deti
Junij 1841.
Op Woensdag den 9den Junij aanstaande, zal, door de Commissie van
beheer en coezrgc over ne droogmaking van het Haarlemmermeer, op het
Huis Zwanenburg, halfweg Haarlem en Amsterdam, worden aanbesteed: het
maken van een gedeelte der bedijking en ringvaart voor de droogmaking van
het voorschreven meer, strekkende van de grensscheiding tusschen de pro.
vincien Z.td- en Noord-Holland, tot aan de kom achter de sluizen op half
weg Amsterdam en Haarlem, en zulks in drie perceeleu.
Uit Utrecht meldt men van den 16 Mei, dat de burger-eerewacht uic
22 en de eercwachc der studenten insgelijks uic 22 ruiters hescaan zal. Van
ae eerscgerioemde is commandant de Baron van Heeckeren van Bransenburg
en van de laatste de heer ae iVendt van Sytzama,
Verder ieest men in de Utrechtsche Courant:
Wij hebnen het genoegen onzen lezers te kunnen mededeelen:
De regeling voor den optogtbij de intrede van Zijne Maj. den Koning
binnen de stad Utrecht, cp den 18 Mei 1841.
1. Eene cerewacht te paard zai den Koning opwachten buiten de stad aan
den Hommel. Zij zal zich itt twee afdeeiingen verdeelen, waarvan de eene
vóór, de andere na liet rijtuig Zijuet Maj. zal voortrijden.
2. De stedelijke Regering bcgeefc zich van het raadnnis ih koetsen naar
bu,ten de poort der stad, bij de aldaar opgerigte eerepoórt, om Zijne Maj.
pïegtstatig te ontvangen.
3. Een bataljon der stedelijke schutterijmet de tnuziik vau dezelve, plaatst
zich nabij de stedelijke Regering bij gezegde ec-repor.rr.
4. Het studentencorps te voet, met a'e groote banier der Akademie en da
facukeits-banieren schaart zich aan de andere zijde van de eerepoort.
5. De Burgemeester zal Zijne Maj. bij Hoogstdeszelfs aankomst mee eene
aanspraak verwelkomen,
6. De trein voor den plegttgen intogt in de stad wordt zamengesreld als volgt:
a. De trompetters der lanci-rs; b. een detachement lanciers; c. rijtuig van
den lieer S aatsraa'd-Gouvérneur; 4. het studentencorps te voet, voorafgegaan
door der. grooren banier der Akademie: 1. de ietterknndige faculteit; 2. de
wis- en natuurkundige faculteit; 3. de godgeleerde faculteit; 4. de regtsge.
leerde faculteit; 5, de geneeskundige faculteit.
Iedere derzelve voorafgegaan door derzelver banierdrager.
e. Het corps muzijkanten der schutterij en eene keurcompagnie als eore«
wacht van dezelve; de eerste afdeeling der eercwachc te paard; g. Zijne
Maj. de Koning en gevolg; k. tweede afdeeling der eerewachc te paard;
i. de stedelijke Regering in koetsen; k, het bataljon der scedelijke schutterij;
l, een detachement lanciers.
7. De trein begeeft zich door de Katharijnepoorthet plein Vreedenburg,
de Viesteeg, langs de Oudegracht, zuidzijde tot aan de Bakkerbrug, Vin.
kenburgersteeg, de Neude, Voorstraat, Drifc, Keistraat, Achter St. Piecer,
tot aan het hótel van den heer Staatsraad-Gonvernenr.
8. Op het plein Vreedenburg, de Nende, en het St. Janskerkhof zal het
overige gedeelte der schutterij en het garnizoen geschaard staan. Nadac
Zijne Maj. dezelve is voorbij getogen, zullen deze zich opvolgend in bewe-
ging stellen en zich aan den crein aansluiten.
9. Bij het hótel van den heer Staatsraad-Gonverneur komende, scharett
zich de studenten op den Paiisdam tegenover hetzelve hótel, de banierdragers
v»reenigen zich midden voor het corps, bet studentencorps begroet Zijne
Maj bij bet voorbij rijden; na het voorbij lijden van den trein, keeren zij
naar het auditorium terug.
De proviociale Geldersche en Nymeegsche Courant zegt, van goederhand
te kunnen tegenspreken hec berigt, door een dagblad medegedeeld, dac de
Staatsraad, Gouverneur der provincie Gelderland, voor laatstgenoemde be.
trekking, wegens ouderdom en ziekte, zou nedankt hebben. Zijne-Exc.
geniet thans weder eene goede gezondheid.
Laatstleden Woensdag is te Zutphen overleden de hoog -velgeb. heer
C. B. Baron Mackay, lid der Ridderschap der provinciale Staten van Gel.
derland.
In de vorige week is de toren der gemeente Winterswijk door eenen
bliksemstraal getroffen, welke, behalve eenige schade aan het leijen dak,
gelukkig geene groote verwoesting heeft aangerigt.
Op Woensdag, den 5den dezer, is des achtermiddags te Gasseiterhoer.
veen (nmvinci'e Drenthe), in den feilen storm, brand ontstaan op de veen.
plaa.s N°. 17, toebehoorende aan de heeren J. en kV. Mngh, op welktf