a". 1841.
leydsceie
courant.
VRIJ DAG.
14 MEI.
NEDERLANDEN.
Leyden, 13 Mei:
Uit *s Gravenhage meldt men va'n den mden dezer:
Zijne Maj. heeft, naar men verneemt, den aftredenden Minister van Bin
nenlandsche Zaken, Baron Merkus de Koek, benoemd tot Minister van Staat,
Grootkruis der orde van den Nederlanüschen Leeuw en Kanselief der orde
van den Nederlandschen Leeuw en van de Militaire Willems-orde.
Men verzekert, dat Zijne Maj. den Baron Schimmelpenninck van der
Oje van de Poll, die steeds als den aanstaanden Minister vanj Binnenlandsche
Zaken wotdt genoemd, verheven heeft tot Ridder der orde van den Neder
landsciien Leeuw.
Men spreekt er veel van, dat ook eenige andere Ministers weldra hun
ontslag zouden vragen.
Men verneemt, dat ook de Minister van Maanen zich ongesteld bevindt,
en dat Zijne Exc. aanstaanden Vrijdag waarschijnlijk niet de verdediging van
de vijf, alsdan bij de Tweede Kamer te behandelen ontwerpen van wet zal
op zich nemen, maar da heer Borrel, en volgens anderen ook de heer de
Jonge, beide leden van den Raad van State, met die taak door Zijne Maj.
zullen worden belast.
Zijne Maj. heeft tot Auditeur bij den Schuttersraad van het iste batal
jon rustende schutterij van het iste district van Zuid-Holland benoemd Mr,
J. C. M. van den Honert, en bij de dienstdoende schutterij te Delft, S. Har-
togh Heys.
Z. K. H. Prins Hendrik heef: in het begin dezer week eenen uitstap
uit deze Residentie naar Vlissingen gedaan.
Morgen zullen de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, het onderzoek over het ontwerp van wet betrekkelijk het personeel,
voortzetten.
Namens Zijne Exc. den Minister van Marine en Koloniën is ter kennisse
van de zeevarenden gebragt, da: het uit de jongst deswege gedane optiemin
gen is gebleken, dat de vuurtoren bij den ingang van de baai van St. Joseph
in Oost-Eloridagelegen is op de Noorderbreedte van 290 52'27" en op
85" iö' 01* lengte bewesten Greenwich, en dat alzoo deze vuurtoren onge
veer 30 Engelscne zeemijlen Oostelijker ligt dan algemeen door de nieuwste
zeekaarten en boeken wordt opgegeven.
In de zitting van den Hoogen Raad van gisteren is behandeld het
beroep in cassatie van kV. G, Vervloei, die, bij arrest van het Hof van Hol
land, den 27 Februarij jl. was schuldig verklaard aan valschheid in onder,
handsch geschrift, en deswege veroordeeld tot tepronkstelling, brandmerk,
tuchthuisstraf voor acht jaren en boete. Mr. A. de Pinto, als verdediger voor
den requirant optredende, heeft in zijne pleirede acht middelen van cassatie
ontwikkeld. Zij betreffen alle beweerde schending en verkeerde toepassing
van een aantal artikelen van het wetboek van strafvordering, zoo omtrent de
instructie der zaak als nopens het wettig bewijs. De Procureur-Generaal
zal eerstdaags zijne conclusien in deze zaak nemen.
Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden
geligt de navolgende door Zijne Maj. verleende octroöijen:
Een octrooi, in dato 29 November 1840, voor den tijd van vijftien jaren,
gerekend van den 21 September 1840 af, verleend aan F, J. Barthelemy,
woonachtig te Nancy, domiciiium verkozen hebbende bij J. de Salie te
's Gravenhage, op de invoering van een werktuig genaamd Reproducteur
Hydraulique.
Een octrooi, in dato 3 Maart 1841, voor den tijd van tien jaren verleend
aan J. C. burrgell, woonachtig te Londen, domiciiium verkozen hebbende
bi) H, Ferrier, Concul van Groot-Britannie te Rotterdam, op de invoering
van een nieuw omwentelend werktuig ter mededeeling van beweegkracht.
Een octrooi, in dato 22 Maart 1841, voor den tijd van vijf jaren verleend
aan H. S. en S. J. Noordaa, woonachtig onder Overschie, op de uitvinding
der vervaardiging van eene verbeterde soort van tafel-mosterd.
Een octrooi, in dato 23 Maart 1841, voor den tijd van tien jaren verleend
aan P. J. Boutte, woonachtig te Parijs, domiciiium gekozen hebbende bij
C. C, Uilenbeek te Amsterdam, op de invoering van eene nieuwe soort van
ijommektacht met voortdurenden werkenden het boom, geschikt om scheeps
wanten aan te halen, en ook tot andere einden bruikbaar.
Een octrooi, in dato 23 Maart 1841, voor den tijd van vijf jaren verleend
aan A. Perpigna, woonachtig te Parijs, domiciiium gekozen hebbende als
voren, op de invoering van eene nieuwe wijze om zeep te bereiden uit eene
Sloffe, zaniengesteld uit opgeloste en tot deeg gebragte beenderen van dieren.
Een octrooi, in dato 23 Maart 1841, voor den tijd van vijf jaren verleend
aan P, F. Ledran, woonachtig te Parijs, domiciiium verkozen hebbende ten
kantore van J, van Daehne Comp te 's Gravenhageop de invoering van
een nieuw muzijk-instrument genaamd Mélophone.
Een octrooi, in dato 8 April 1841, voor den tijd van vijf jaren verleend
aan L. S. Coltof, woonachtig te Amsterdam, op de uitvinding van een middel
tot wegneming van het zoogenaamd roest of wéér uit het glas.
Uit Utrecht meldt men, dat Zijne Maj. de Koning in de volgende week
die stad met een bezoek zou vereeren. Hare Maj. de Koningin zou Zijne
Maj. den Koning niet vergezellen.
Uit Arnhem meldt men, dat Zijne Maj. de Koning die stad ook in den
loop dezer maand met een bezoek zou vereeren.
Uit Nijmegen berigt men, dat aldaar sedert eenigen tijd misverstand
heerschte tusschen den pastoor van de Predikheeren-kerk in de Broederstaat,
een' man, die door velen geacht en bemind wordt, en deszelfs geestelijke
overheid, door wie hem aangezegd was zijne standplaats te verlaten. Het
berigt deelt op volgender wijze, hetgeen nader gebeurde, mede:
De pastoor, welligt in de volle overtuiging zijner onschuld, heeft aan dit
geestelijk bevel geen gehoor willen geven, maar geweigerd de plaats zijner
eens aangewezene bestemming vrijwillig te verlaten, zoodat de geestelijke
overheid de| wereldlijke magt ter handhaving van haar gezag en hare beschik,
kingen heeft ingeroepen, met dat gevolg dat aan het stedelijk bestuur alhier
de onaangename taak van hooger hand is opgedragen, om genoemden pas
toor, zoo noodig, met geweld zijn pastoriehuis en de kerk te doen verlaten.
Het achtbaar hoofd van ons stadsbestuur heeft zich daarop bij den beklaagde
vervoegd, om hem van den ontvangen last kennis te geven, en tevens alle
middelen van aandrang en overreding gebruikt, die hem ten dienste stonden,
om dit bevel te doen eerbiedigen, doch telkens te vergeefs; de pastoor
verklaarde bij zijn eerste besluit te volharden en slechts voor geweld te zul
Jen wijken. Men is alzoo heden den uden tot de uitvoering der van hooger
hand gegevene bevelen moeten overgaan. Dien ten gevolge werden omstreeks
11 ure de straten, die den toegang tot de Broëderstraat en de kerk aldaar
verleenden, door de militaire magt, die bij deze handeling adsisteerde, af.
gezet, ten einde alle zamenscholingen van volk voor te komen of ongere
geldheden te verhinderen. De Burgemeester, vergezeld van den Officier bij
de Regtbank, met den Commissaris van Policie en eenige bedienden, waar.
bij zich de Landdeken Triebeis en andere R. K. geestelijken voegden,
begaven zich naar het pastortehuisten einde de gegevene bevelen te volbren.
gen. De pastoor van een en ander bewust, had de toegangen tot zijn hnis
en persoon versperd en afgesloten, zoodat men de hulp van een aantal tim.
merlieden en smeden moest inroepen om de deuren enz. te openen. Deze
handelingen hielden tot ongeveer 1 uur aan alvorens men den opaangena.
men last kon uitvoeren, en de pastoor in een daartoe gereed staand rijtuig
plaats nam, en hij, niet zonder van de aldaar aanwezigen herhaalde blijken
van belangstelling en achting te ontvangen, naar het iogemcDt de Place Ro.
yale gevoerd werd.
Alles is met de meeste orde afgeloopen en niettegenstaande de sensatie
groot was, zal deze zaak zeker geene gevolgen hebben.
Te Groningen is den 10 Mei de derde tentoonstelling van schilderijen,
door levende Nederlandsche meesters vervaardigd geopend gewordenop
dezelve zijn 224 schilderijen geplaatst.
De Math, et Phil, Nat. Candidaat te Groningen, B. Verveeris door
de Koninglijke Akademie van Wetenschappen en Fraaije Letteren te Brussel,
wegens zijn ingezonden antwoord op de scheikundige prijsvraag, bekroond
geworden,
- Zijne Maj. wordt tegen het einde dezer maand in Luxemburg verwacht.
T U R K Y E.
Uit Belgrado schrijft men van den 20 April
Zoo even ontvangen wij de officiële aankondiging, dat Mustapha-Pacha
van Nissa, nadat hij 1200 Albanezen ter versterking aan zich getrokken had,
het leger der opstandelingen (uit Christenen bestaande, die zich tegen de
Tnrksche onderdrukking wilden verzetten) tusschen Kamenicz en Matievacz
aangegrepen en verstrooid had; de vlugtelingen hadden zich naar de Servi-
grenzen gewend.
De Pacna van Nissa had, on de postvereeniging tusschen Belgrado en
Konstantinopel te herstellen, eene sterke afdeeling troepen naar Alexineza
gedetacheerd om den den 20 April uit Weenen vertrokken post als escorce
te dienen, en denzelven na-r Nissa te voeren, waar hij reeds den vroegeren
post van 13 April teruggehouden had. Hij wilde beide posten onder escorte
naar Scharkoj en Sophia laten vertrekken en ddar de beide post-expeditien
uit Konstantinopei al wachten, welke de Turksche beamten, zoodra zij van
de in Bulgarie plaats gehad hebbende bewegingen onderrigt waren, dddr
terug hadden gehouden.
Uit Triest meldt men van den 3 Mei:
Wij ontvangen heden met het stoomschip Mahmudie berigten uit Konstan*
tinopel van aoJApril. In de haven werd eenTurksch smaldeel tot eene expe
ditie tegen Syrië uitgerust. Onze regtstreeksche berigten van dat eiland
gaan tot 15 April. De onlusten in het binnenland nemen een steeds dreigen»
der karakter aan, en zullen nog niet zoo gemakkelijk ten einde gebragt
worden.
Zoo even ontvangen wij nog twee Konstantinopolitaansche posten van 14
en 19 April. De Sultan heelt aan den Pacha van ALgypce de opvolging in
regce linie, vermindering der schatting en het regt om alle officieren tot de
oversten toe, en alzoo zijne voornaamste vorderingen toegestaan.
RUSLAND.
Omtrent de voltrekking van het huwelijk van den Grootvorst Troonopvol,
ger van Rusland met Prinses Maria van Hessen, verneemt men, dat dit wer.
kelijk den 28 April heeft plaats gehad, en de bevolking van Petersburg in
de vreugde van het Keizerlijk geslacht een ondubbelzinnig deel heeft geno.
men; drie avonden achter elkander was de geheele stad luisterrijk verlicht.
Z. M. de Keizer heeft bij die gelegenheid het volgende bekend gemaakr:
De echtverbindtenia van Onzen geliefden zoon en troonopvolger den Ce
sarev/itsch en Grootvorst Alexander Nikolajewitsch met de Grootvorstin Ma,
ria Alexat'drownadochter van den Groothertog van Hessen Darmstad, ia
den löden (eSsten) dezer in de hoofdkerk van ons winterpaleis in onze tegen»
woordigheid en in bijzijn van geestelijke en wereldlijke personen voltrokken
geworden. Terwijl wij deze voor ons heugelijke gebeurtenis bekend maken
en bevelen, aan onze beminde schoondochter, de gemalin van onzen troon,
opvolger, den titel Caesarcwna en Grootvorstin te geven, twijfelen wij niet,
dat onze getrouwe onderdanen ook thans hunne gebeden met de onze tot den
almagtigen en albarmhartigen God opzenden zullen, opdat Hij de aan ons
hart dierbare jonggehuwden met zijne vaderlijke genade bewaren en hunne
verbindtenis, gelijk mede hunne wederkeerige liefde, door een van zorgen
bevrijd geluk gedurende eene lange reeks van jaren zegenen moge, ten troost
zoowel van ons, het geheele keizerlijke huis, en tot welzijn van ons lieve
getrouwe Rusland, hetwelk, bij zijne innige gehechtheid aan ons, nooit zal
ophouden aan al onze hoop en vreugde deel te nemen."
Bij een tweede manifest heeft de Keizer nieuwe bepalingen vastgesteld,
om aan den adel het erlangen van voorschotten uit de krediet-inrigtingen des
Rijks gemakkelijk te maken. Aan het slot van dit manifest wordt gezegd:
Bij het vaststellen dezer maatregelen blijven wij de reeds in 1830 bij het
uitvaardigen eener verordening omtrent deze zaak uitgedrukte hoop koeste.
ren, dat de nieuwe voorschotten niet ter voldoening van luimen der weelde,
noch tot vermeerdering van schulden door verkwisting, maar tot verbetering
der adellijke goederen, tot meerdere volmaking van den landbouw en tot
uitbreiding van alle nuttige nijverheid gebezigd mogen worden. Het strekt
ons tot genoegen te gelooven, dat ook deze hoop even zoo vervuld zal
worden, als, onder den bijscand des Allerhoogstenonze overige plannen en
ontwerpen voor het welzijn van ons lieve en getrouwe Rusland allengs teil
uitvoer gebragt worden."
ZWITSERLAND.
Uit Lausanne wordt onder dagteekening van den 4den Mei geschreven, dat
een geheel gezelschap, hetwelk, in weerwil van het gevaarlijkehetwelk
de berg St. Gothard alstoen bood, en in spijt aller waarschuwingen, om den
overtogt uit te stellen, dien overtogt had willen wagen, zich van alle kan.
ten door de sneeuwvallen bedreigd ziende, deszelfs toevlugt gezocht had in
een op hunnen weg, niet ver van Airoio gelegen hutje, in hetzelve door de