a'. 1*41. letdsche cour a WOENSDAG, APRIL. NEDERLANDEN. Leyden, 27 April. Uit *s Gravenhage meldt men van den aósten dezer: Eergisteren is er soirée bij Z. K. H. Prins Frederik gehouden, welke door Z. K. H. den Erf-Groothertog van Mecklenburg Schwerin is bijgewoond. Heden morgen heeft Zijne Maj. de Koning, vergezeld van HH. KK. HH. de Prinsen Alexander, Hendrik en Frederik der Nederlanden, de Erf Groot-Hertog van Mecklenburgh Schwerin, en gevolgd door eenen luister rijken staf, eene groote inspectie gehouden over de in deze Residentie in bezetting liggende troepen, het regiment grenadiers, het bataljon jagers en de eskadrons lanciers. De troepen hebben verschillende krijgsbewegingen voor den Koning en de Prinsen met veel juistheid uitgevoerd en hebben ten slotte voor Zijne Maj. en Hoogstdezelven gedefileerd. Het veld, dat door talrijke toeschouwers omgeven werd, bood een schoon gezigt aan, hetgeen niet weinig door het heerlijke lenteweder opgeluisterd werd. Na den afloop der inspectie heeft Zijne Maj. Hoogstdeszelfs bijzondere tevredenheid te kennen gegeven. Aan de Koningsbrug bij den ingang van het Bosch, werd Zijne Maj. door eëne talrijke volksmenigte afgewacht, en hartelijk begroet. Bij Koninglijk besluit van den 18 Maart 11., is door Zijne Maj. eene speciale Commissie benoemd, bestaande uit de heeren: Mr. M. P. M. van Visvliet, lid der Gedeputeerde Staten van Zeeland; P. IV. Steenkamp, lid der Provinciale Staten, en H. van Diggelen, insgelijks lid der Staten en Ingenieur van den Waterstaat; wetke Commissie belast is met de taak, om onderzoek te doen naar de eigendommen, welke in der tijd tot het daarstellen van het zijkanaal van Slniskil naar Axel en Hulst, in bezit zijn genomen, en naar de daarvoor alsnog verschuldigde schadevergoeding; alsook met de vereffening der verschillen, welke omtrent eenige percelen aan het hoofd, kaaaal van Gent naar Neuzen alsnog ziin blijven bestaan Zijne Maj. heeft benoemd.: tot Plaatsvervanger van detl Kantonregter te's Gravenhagearrondissement's GravenhageJhr. MrN. de Gijzelaar lid der Ridderschap van Zuid-Hollandtot Regier in de Arrondissements- Regtbank te Rotterdam, Mr. J. A. M. Bickon van Tsselmond'e. Zijne Maj. heeft eervol ontslag verleend aan den Generaal-Majoor H. A. de Hart, uit zijne betrekking van chef der afdeeling van het per. soneel en militaire zaken bij het Departement van Oorlog. De Directeur-Generaal van Oorlog zal, op 18 Mei eerstkomende, aan den minst inschrijvende de leverantie aanbesteden van bloedzuigers aan de militaire zieken-inrigtingenvan den ïsten Julij dezes tot den 3osten Junij des volgenden jaars, waarvan er gedurende dien tijd, waarschijnlijk ten meeste, 130,000 stuks en ten minste 50,000 stuks benoodigd zullen zijn. Zijne Exc. de Minister van Financiën heeft bekend gemaakt, dat, ten gevolge Zijner Majs. besluit van 22 Maart 11., N°. 112, en ter verdere uit- voering van de wet van 27 December II, (Staatsblad N°. 77,) omtrent de op. heffing van het Amortisatie-Syndicaattnet den eersten Mei aanstaande is ingesteld een Agentschap van het Ministerie van Financiën te Amsterdamtot bet verrigten van de werkzaamheden tot hiertoe door den Thesaurier J. Fraser eu door den Referendaris-Commissaris tot de concessie der Nationale Schuld Jhr. Mr. .7. van Itldekingevervuld, zullende ieder van die heeren op de daartoe tot heden aangewezen kantoren met gezegden eersten Mei aanstaande voortgaanhetzij met het doen van de ontvangsten en uitgavenhetzij met de uitgifte van stukken en coupons respecttvelijk aan hen opgedragen. Bij eene missive van Zijne Exc. den Minister van Financien worden de Gouverneurs der Provinciën, op grond der verwachting, dat de stand der overwegingen, ten aanzien van het bij de Tweede Kamer ingediende O'uwerp eener nieuwe wet op de personele belasting niet doet vooruitzien, dac er in de bestaande wetgeving ten dezen (de wetten van 29 Maart 1833 Staatsblad N°. 4 en 29 December Staatsblad N°. 43), voor den 1 sten Mei aanstaande eenige verandering zal gebragt worden, uitgenoodigdom as vereischte maatregelen te nemen, ten einde de beschrijving der personele belasting van 1841 en 1842 in tijds plaats hebbe op den voet en de wijze, bfl de bestaande verordeningen voorgeschreven. Dien tengevolge zijn de ontvangers en hoogere ambtenaren der directe belastingen, enz., alsmede de hoofden der stedelijke en verdere gemeente-Besturen in deze provincie, ieder voor zooveel hem betreft, aangeschreven om te zorgen, dat de beschrijving en verdere werkzaamheden voor de personele belasting van het jaar 1841-1842 in tijds en naar behooren aangevangen en voleindigd worden, op den voet der bestaande verordeningen. De afdeeltngen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben heden een aanvang gemaakt met het in overweging nemen van het ontwerp van wet tot de afschaffing van de regtstnagt der Hoogheemraadschappen en derzelver vervanging door andere verordeningen. Morgen zullen zij dat onderzoek voortzetten. Uit Rotterdam meldt men van den 26 April: Men verneemt dac het huis, van ouds bekend onder den naam van het Ver gulde Spinnewiel, op den hoek van den Houttuin en de Hoenderbrug alhier, onlangs door den heer kunsthandelaar G. Jonkers is aangekocht, met oogmerk om aldaar eene doorloopende tentoonstelling van schilderijen, teekeningen en andere soortgelijke kunstvoortbrengselen', met daarmede verbonden opvolgende veilingen, re vestigen, waartoe bet geheel ingerigt zal worden. Ongetwijfeld zal deze onderneming, hoedanige sedert eenigen tijd te Amsterdam zoo veel bijval vindt, ook hier de goedkeuring en medewerking, zoo wel der kunst, (levende ingezetenen, als van de talrijke vreemdelingen, welke deze stad bezoeken, bestendig ondervinden. In de Dordrechtsche Courant van den 27 April leest men de volgende bekendmaking van de Regering dier stad: Onderrigc zijnde, dat Zijne Maj. onze geëerbiedigde en beminde Koning, op Donderdag den 29sten dezer maand deze stad met Hoogstderzelver tegen. Woordigheld zal vereeren, rekenen het zich tot een bijzonder genoegen deze heugelijke tijding aan de burgerij bekend te maken, zich verzekerd houden de, dat dezelve door allen met de meesce belangstelling en vreugde zal wor den vernomen. De Regering overtuigd va* de goede gez'ndheid van Dordrechts ingezete nen en derzelver gehechtheid aan het regerend Stamhuis, vermeenen de goede burgerij te moecen uitnoodigen door het uitsteken van vlaggen, het versieren hunner woningen en door het in acht nemen van behoorlijke orde, van die gehechtheid de ondubbelzinnigste bewijzen te geven, waardoor deze dag,'in gepaste vreugde doorgebragt, tot lof van Dordrechts burgerij zal verstrekken, zullende, tot voorkoming van stoornis en ongelukken, op den geheelen dag met geene pistolen, snaphanen of cenig schietgeweer mogen worden gescho. ten of eenig vuurwerk, voetzoekers of diergelijk afgestoken worden. Eindelijk wordt aan de belanghebbenden herinnerd, dat Zijne Maj. op dien dag audiëntie zal gelieven te verleenen, waarvan het nur nader zal worden bekend gemaakt, terwijl alle Authoriteiten of bijzondere personen, welke daarvan zouden willen gebruik maken, worden uitgenoodigd en verzocht ota daarvan schriftelijke aangifte te doen, ter Secretarie dezer stad, tot Woens- da den 28sten 's namiddags ten één ure, of wel aldaar derzelver namen op eene lijst te doen inschrijven. De Redactie komt op die bekendmaking nader terug en zegt daaromtrent: onder dagteekening van 26 April: Blijkens de bekendmaking van de Regering alhier, zal ook deze stad op aanstaanden Donderdag met een bezoek des Konings vereerd worden. Naar men verneemt zullen wij echter den Koning slechts weinige nren in ons tntd. den bezitten, daar Zijne Maj. voornemens, sehijnt om nog dien zelfden dag zijne reis naar Noord-Braband te vervolgen. Intusschen worden, voor zoo veel de kortheid des tijds zulks gedoogt, vele toebereidselen gemaakt om Zijne Maj. op eene waardige wijze te ontvangen. Reeds vroeg zal er aan het Zwijndrechtsche veer eene stoomboot gereed liggen om Zijne Maj. naar deze stad over te brengen, terwijl eenige eer reede liggende Oost-Indische schepen Zijne Maj. met Koninglijke eere zuilen begroeten. Van hetgeen verder ter eere van den Koning zal verrigt wotden, kunnen wij alsnog niets met zekerheid zeggen. Volgens berigten uit Amsterdam wordt de Fransche Prins de Joinville in den loop van Mei aan den Helder verwacht, en zon hij zich van daar naar Ansterdam begeven, om In betde plaatsen de maritieme etablissementen te bezigcigen. In de UtrechtscheCourant leest men onder dagteekening van den 25 April: Uit Amersfoort wordt ons va" den 23Sten dezer geschreven: Met genoe gen verneemt men, dat Zijne Maj. onze geëerbiedigde Koning, op den I7den dezer, een huis, gelegen scnnins over den huizen Pijnenburg, in pu blieke veiling, door Hoogstdeszelfs Ingenieur, den heer IVijnkamer Smitt voor eene som van f 10,000 heeft doen aankoopen. Hierdoor wordt de hoop in deze buurt herboren, dat wij niet geheel verscoken zullen blijven, de Koninglijke tamilic eenigen tijd op het schoone landgoed Soestdijk te bezitten. Immers het kar. niet anders dan screelend voor de Natie zijn, dat het geschenk door haar aan Zijne Maj. gedaan, als een blijvend bewijs, dat zij zijne dap pere datten op prijs stelt, door hem niet ongebruikt blijve liggen, daar wij ook, hoe klein het gedeelte moge zijn, de Koninglijke weldaden geniecen, die zijne tegenwoordigheid altijd verspilt. Het gunstig voorjaar heefc reeds op vele plaatsen de schoonheden der natunr te voorschijn geroepen, en den nijverèn landman de gelegenheid verschaft, zijne landerijen met minder arbeid dan gewoonlijk tot bezaaijing te bereiden, terwijl de gunstige stand van de rogge een* rijken oogst belooft. Uit Enen, in Gelderland, schrijft men van den 21 April: Heden had hier een droevig oDgeluk plaats. Ten ruim half drie ure na den middag ontstond er in het huis van eenen stroodekker brand, die zich, met onbegrijpelijke snelheid, door nog al sterken noord-oosten wind gedre ven, aan nabij staande huizen mededeelde. Binnen weinige minuten stonden vijfhuizen in de vlammen, en nam de brand dermate de overhand, dac bin nen eer, uur tijds acht huizen en het oostelijk gedeelte der kerk van de Her. vormden waren aangetast. Zeven huizen en eene Bierbrouwerij zijn in de asch gelegd, een huis grootelijks beschadigd, gelijk ook het geval is met de kerk, wier dak aanmerkelijk heefc geleden; de gebouwen zijn allen voor brandschade verzekerd geweest, doch met de meubelen is zulks niet hei geval. De ingezeten van Ecten zijn grootelijks dank schuldig aan de directie en manschap van de uic het naburige Terborg en Zilvolde ter hulp toegesnelde brandspuiten; want zonder de spoedige, krachtige en doelmatig aangehragte hulp de/er spuiten, had men de kerk en de toren niet kunnen behouden; en ware de brand tot in den toren gekomen, zoo zouden ontwijfelbaar zeker de twee natujscaande huizen en daarna een derde met de Roomsche kerk en pastorie, mede eene prooi der vlammen geworden zijn. Den J9den April heeft te Maastricht op het plein voor het bastion Dibbets, In tegenwoordigheid van den heer Staatsraad Gouverneur van Lim burg, den Generaal-Majoor Serraris, den Burgemeester der stad, eenige naaste betrekkingen van den overledene, en in het bijzijn eener eerewaebt, de ontblooting plaats gehad van het gedenkteeken, opgerigt ter eere van wijlen den Baron Dibbets. Het grafgesteente is door den heer Le Comtete Maastricht, uit zwart Viaamsch marmer vervaardigd, is 10 k 12 voet lang en naar evenredigheid breed, terwijl hetzelve met een ijzeren hek is omgeven. Op hetzelve leest men de volgende opschriften: Voorzijde: Luitenant Generaal Baron Dibbets, Opperbevelhebber dezer vesting, 1830 1839; Achterzijde: overleden den 29 Maart 1839, in den ouder dom van 56 jaren-, Oostzijde: hulde van echtgenoote en kinderenWestzijde: de Koning schonk hem deze eereplaats ter rust. Eenige oogenoiikken na het ontblooten der graftombe, hield de heer van der KenKapitein der genie en schoonzoon van wijlen den Baron Dibbets, eene toepasselijke en doeltreffende aanspraak, welke met warmte en diep gevoel werd uitgesproken, en door allen met ingespannen aandacht en deel* neming werd aangehoord. SPANJE. Berigten uit Madrid van den 16 April melden, dat de Senaat een ont werp had aangenomen, bevattende, dat de Cortes op den door de Regering te bepalen dag zouden bijeenkomen, om over hec vraagstuk van her Re gentschap te beslissen; elke Kamer zou afzonderlijk mogen beraadslagen, zonder echrer tot de stemming over te gaan; de Senatoren zouden vervol, gens in eene vereenigde zitting met de Afgevaardigden, bij besloten brief jes, stemmen zoowel over het getal der leden waaruit het Regentschap zou bestaan, als over de te benoemen personen, echter zouden hierbij geene beraadslagingen mogen plaats hebben. Dit door den Senaat aangenomen ontwerp is aan de Afgevaardigden toege- zonden, die eene Commissie hadden benoemd om deswegen verslag te doen. Over derzelver beslissing kan nog niets worden medegedeeld, maar men ver moedde, dac dezelve in alles niet met die der Senatoren zou overeenkomen. ZWITSERLAND. In een dagblad van Aargan, door voorstanders van het door het Bestuur van dat kanton, ten aanzien van de kloosters, genomen besluit, uitgegeven, Wotdt gimeld, dat het verbreide gerucht,als of zoowel Engeland,Frankcjjlc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1