hankeljjkheld des Ottomannlschen RHks ré willen waarbofgeti, en door een ander artikel de Christen-onderdaden van een gedeelte dezes Rijks te stellen onder vreemde beschermingdaarbij voegende een derde artikel ter dnnrzame verzekering van ALgyptes erfelijk bezit aan Mehemed-Ali en deszelfs erfge. namen, dit zoude eigenlijk gezegd waarschijnlijk niets waarborgen dan onop. houdelijke tnsschenkomst en dien ten gevolge altijddurende jalonzij. Men zal echter zeggen dat ookzonder zoodanig tractaattusscbenkomst zal plaats heb* ben. Dit kan zeer wel wezen, doch in allen gevalle zoude zulks tusschen komst zijn zonder voorwendsel. De beate weldaad, welke men den Syrischen Christenen kan bewijzen, is de stipte uitvoering van den hatti aherit, Een groot Engelsch koopvaarder, Heroine, is op de hoogte van Kaap Spartel, den 14 Februari) verongelukt en van de 60 matrozen en passagiers fijn er 34 omgekomen. FRANKRIJK. Parijs den is Maart. Den ióden is er ten Hove een groote Kabinets raad gehouden, zoo men wil, ten gevolge der verklaring van den Minister Humann, dat, indien de aangevraagde credieten voor het Ministerie van Oorlog niet verminderd worden, hij niet langer Minister wil blijven. De Maarschalk SoultMinister van Oorlog, heeft zich daartegen stellig verzet. In genoemden Raad zou besloten zijn, om van het Engelsche Gouver. nement af te vorderen, om Lord Ponsonbj van Konstantinopel terug' te roe pen, omdat de Raad meende, dat bij zeer berispelijke stappen ten aanzien van den Onderkoning van /Egypte gedaan had. Den ioden is in de Kamer van Afgevaardigden het rapport ingebragt over de wet op de buitengewone credieten. Daarna heeft de Minister van Oorlog een nieuw crediet voor 1841 aangevraagd van 500,000 fr. op de pen. aioenen, en een ontwerp van wee ingediend omtrent de ligting van 80,000 man van de klasse van 184a. In de zitting van den nden dezer zijn twee ontwerpen van wet, van plaatselijk belang, aangenomen. De heer Las Cases ia door de Commissie der Kamer van Afgevaardigden, belast met het onderzoek van het handelstractaat tusschen Frankrijk en Ne. derlandtot rapporteur benoemd. In een onzer vorige nommers maakten wij melding van eenen zekeren brief aan den heer A. Durand te Montpellier geschreven, waarbij hem be volen werd aan een zeker persoon eenige dulzende franken te overhandigen en hoe h|j dien brief aan de Policie mededeelde en vervolgens twee personen gevangen genomen werden; thans berigt men nader, dat deze brief op het spoor heelt gebragt van een uitgestrekt demokratisch genootschap, dat zijne vertakkingen in Marseille, Nimes, Tonlouze en andere plaatsen zou hebbco, en misschien weldra geheel zou ontdekt worden. MENGELINGEN. ESPARTERO. De toekomst van Spanje is thans in handen van eenen enkelen man. De magiige monarchie van Philippus II, sedert bijna eene eeuw door denkbeel den beroerd wordende, welke zoo lang zijn onderdrukt geweest, is thans dat tijdperk genaderd, door het voorbeeld van zoo vele landen aangewezen, waarop de oude staat van zaken vernietigd zijnde, zonder dat de nieuwe deszelfs aanzijn heeft verkregen, de kracht alleen eenige materiële orde in den chaos van beginselen, wetten, partijen en zeden kan brengen. Een ge. lukkige soldaat is thans in Spanje met die vreesselijke magt van het zwaard bekleed; van het gebruik, dat h(j daarvan maken zal, hangt de toekomst van zijn land af; Hem op deze gevaarlijke hoogte ziende, waarop het volk slechts op een zijner wenken wacht, om te handelen, en waarop dus al wat hem betreft tot de geschiedenis behoort, voelt men natuurlijk de behoefte, te weten, wie hij is, van waar hij komt, en welk licht zijne antecedenten op vjjnc voigoorio k«a«<iei«»tjze kunnen verspreiden. Don Baliomero Espartero, Graaf van Luchana, Hertog der Overwinning, Hertog van Morella, Grande van Spanje der eerste klasse, Kapitein-Generaal bij het leger, Generalismns der legers, Bevelhebber der Koningljjke uitwen, dige garde. Ridder van het Gulden Vlies, Grootkruis der orden van KareiIII, Isabella de Katholijke, St. Ferdinand en St. Hermenegilde van Spanje, Groot kruis van het legioen van eer in Frankrijk, der orde van toren en zwaard in Portugal, en zoo men zegt, ook van de bad-orde in Engeland, werd in het jasr 1793 te Granatula, een klein dorp, niet ver der stad Almagro, in de provincie de la Mancha, geboren. Asstonio Espartero, zijn vader, was wa. genmaker, anderen zeggen, voerman. De jonge Baldomero, de jongste van een talrijk gezin, werd vroegtijdig tot den geestelijken staat bestemd. Zijn oudste broeder, Manuel, die toen eenvoudige Franciscaner Monnik in een klooster van Ciudad Raai was, en in 1839 te Madrid, als honorair Kapellaan der Koningin en Kanunnik van St. Isidoor is overleden, nam hem bij zich, toen hij jongeling begon te worden, ten einde hunne oudera te verligten en hem zijne studiën te laten doen. Korten tijd daarna,in 1808, maakten de Franschen zich meester van Spanje. Espartero was toen 16 jaren oud, hij deelde in de algemeene geestvervoering der natie, en nam ala vrijwilliger dienst, in een bataljon, bijna geheet zamen. gesteld uit Studenten of Seminaristen, en dat daarom heilig (el sagadroge. noemd werd. Niets is gewoner in Spanje, dan die overgang van het gees, lelijke tot het militaire leven. De kerk en het leger hebben dat gemeen, dat dezelve beide de arme jongelieden aantrekken, die fortuin willen maken. In een land zonder nijverheid, en waarvan alle gronden in handen der ade. Ijjke geslachten en godsdienstige corporatiën geïmmobiliseerd zijn, is er geen ander middel om vooruit te komen, dan om regtsgeleerde, priester of sol. daat te worden. De meeste vrijwilligers der heilige bataljons werden achtereenvolgend met verschillende graden naar de regimenten gezonden. Dank zij de bescherming eener Andaluzische Markiesin, bij welke zijn broederna de Invasie was gaan wonen, kwam Espartero op de militaire school op het eiland Leon. Hij ver liet deze school als tweede Luitenant, maar toen was de oorlog tegen Na pokon geëindigd. Eene expeditie tegen de oproerige Spaansche koloniën was op het punt van in zee te steken; Espartero, niet wetende wat te doen, bood zijne diensten den Generaal Don Pablo Merillo, die met het bevel der expeditie belast was, aan, en verkreeg verlof om er deel van te maken. Van den oogenblik af aan, dat de officieren aan boord waren, werden zQ eenen graad verhoogd. Espartero maakte, even als de anderen, van die voorregt gebrnik; hij wist zich daarenboden nuttig te maken bij den Gene. raai Morille, die hem bij zijnen staf plaatste. Zeer dapper zijode, ging hjj spoedig vooruit. In 1817 aan het hoofd van een bataljon geplaatst, muntte hjj in den slag vanSupachani uit, waarbjj het opperhoofd der opstandelingen sneuvelde. Tot Luitenant-Colonel bevor derd, sloeg h|j inMeii8i8 het corps opstandelingen vanRneto, in de vlakte van Majocays. In 1819 bragt hjj veel toe tot de onderwerping der provin cie Cochabamba, en vervolgde, gezamentlijk met den Generaal Seoane, de opstandelingen dier provincie, gedurende zes en vijftig dagen. In 1833 was hjj Colonel, en hij woonde als zoodanig, den 19 Januarjj, den slag van To- rata bij, alwaar hjj tweemalen zwaar gewond werd. Maar voornamelijk bragt hjj gedurende deze expeditie zijnen tjjd met spelen door, waarmede bij een aanzienlijk vermogen verzamelde. Het spel was de heerschende hartstogt van het expeditlonnalre leger. Ge. neraals, officiers en soldaten, waagden geheel hun vermogen op eene kaart. Espartero was de aangehaainste en gelukkigste spelér vin geheéi bét leger; vele Généraals en Hoofd-officieren waren hem op hun woord aanzienlijke sommen Schuldig; en allen roemden zijne inschikkelijkheid. Men verhaalt; dat hij op eenen enkelen avond, van den Generaal Canierac, zestien duizend oneen goud, omstreeks vijf tonneh gouds won. Toet- Centerae met Espar' tero het huis verliet, Waarin zji gespeeld haddeh; zeide hij hem: „ik ben uw zestien duizend oneen gouds schuldig, ik zal trachten u dezelve te betalen." „Gjj waart mij deze som schuldig toen wij nog aan de speeltafel zaten antwoordde Espartero, „thans heb ik niets meer van u te vorderen." Moge- ljjk moet men aan dit wisselvallig leven de vorming van het karakter toe. schrjjveo, dat Espartero sedert aan den dag heeft gelegd; een karakter ge. mengd van energie, zwakheid en list, even als alle spelers van beroep. Iu dien zelfden tijd, en gedurende deszelfs geluk in het spel, was het dat Es partero eene groote behendigheid in de behandeling van verschillende wape nen verkreeg. Wetende waaraan hij zich door zijne buitengewone winsten blootstelde, werd hij zeer bekwaam in de behandeling van het mes, de fleu- ret, de sabel en de pistool. Maar deze oefeningen waren de eenige welke hij meester was; hij hield zich met geene militaire studiën bezig, eu ver diende alleen den naam van eenen goed cavalerie-officier. Alle officieren die deel genomen hebben aan den Amerikaanschen oorlog, van 1815 tot 1834, hebben bij bunne terugkomst eene soort van vereeniging gevormd. Zij alleen hadden gedurende dat tjjdstip de Wapens gedragen en vormden het eerste militaire geslacht na dat van den onafhankelijkheids oorlog. Bijna alle Generaals die sedert hooge posten hebben bekleedValdls, Rodil, Maroto, Canierac, Scvane, Carratala, LopenNarvaez, Ferrax,Vil. la lobosAlaix, Araou, Aldama enz. msakten er deel van, evenals Espartero. Men noemt hen spottenderwijze in Spanje ajacuchot, naar de ongelukkige capitulatie van Ayacucho, welke aan den oorlog en aan de Spasnsche heer schappij >n Zuid-Amerika een einde maakte. Hoewel zjj zich zoo als men ziet niet veel op hunne gemeenschappelijke herinneringen konden verheerlij ken, zijn zjj ten allen tijde vereenigd gebleven, zelfs wanneer zij in tegeno vergestelde partijen dienden, en deze vereeniging kan verschillende zijner daden en bepaaldelijk het vermaarde verdrag van Bergara uitleggen. Don Baldemero had dus bij zijne terugkomst van Amerika in 1834, den graad van Colonel en een groot vermogen. Daar hjj belast Was de veroverde vaandels over te brengenontving hij bjj zijne aankomst in Spanje den graad van Brigidier, waarna hjj naar het depot van Logrono werd gezonden. Daar maakte hij kennis met de bekoorlijke Lenora Jacinta, eenige dochter en erf. gename eens rijken grondeigenaarsin die streek, den heer Santa-Crux, et! huwde haar tegen den wil van haren vader. De Minister van Oorlog, Zant- brano, zond hem kort daarop naar Paima, op het eiland Majorka, aan hec hoofd van het regiment van Sovia. Hij bleef er gedurende verscheidene jaren, van tijd tot tijd op het vaste land komende met zijne vrouw, wier bevallig heid en schoonheid te Barcelona vermaard werd. Hij knoopte hier vriend, schap aan met Elio, dien hij later in Navarra tegen over zich moet vinden; van dien tijd af aan kun men zijne voorkeur merken voor al diegenen welke tot de veieeniging der ayacuchos behoorden, (Vervolg hierna.') PR,IJS-COURANT van EFFECTEN» Amsterdam, 13 Maart 1841. Nederlanden. Werkel.Schuld 3} pC. 50 4 5o{ Dito 5 97ab 98 Uitga 4 Kans-Biljetten 33 4 saj Amort.Syndlc. 4}8814 88! 3j7«!» 7»s Hand.-Maats. 4j^ 159*4160' O. I. Leening. 5 95*3 95J Aandl.H.Spoorw. 4 Rjjn-Spoorw. 4J 4 Franirijk. Inschr. Grb. 3 pCt. 4 Rusland. Gb.tf.8cC.1798 5pCt,io4(4io4; 18|5 54 Ins. en Certif. 6 4 '851 54 - Gebl. 5°J 97l 881 72 iööji 95Ï 104} Pruissen. iGeldl. te Lond. 4 pCt. 4 Aandeelen vin dito4 Spanje, (Nieuwe 1835 A 85 spCt.al blij 1 Dito onbep. st.4— Dito passive4 Dito uitgesc4 Coupons Ardsi'^aatj Oostenrijk. Obl.Cs// 8c C. 5 pCt. 4 Certificaten.si—4 Neg. Metaliek a j 4 Idem5 io3{4io3j Dito in Lond. 5 4 Bank-Akiien.3 —4 Napels. Certificaten.5 pCt. 4 Dito in Napels. 5 4 Gebl. «A io3l Dr Prij» van de BOTER, aan de Waag binnen Leyden. Zaturdagden 13. Maart 1841. Van 37 toe 39 40 gulden* WeeSp den 11 Maart. Ds, R P. VerbeekPredikant te Doorn, voor de beroeping naar de Hervormde Gemeente alhier bedankt hebbende, heeft de Kerkeraad in deszelfs vergaderingen van den 25 February 11. en van heden op nieuw het volgende 2 Waalf-1 Zes- en Drietal geformeerd: Twaalftal: DD. M. Bernste Renswoude; G: J. Brinkmante Oost- en West* r- it 1-- - stuur van Gelderland; F. IV. van Andel Weijerste Spijk; N. van Wijk% teLeksmondv Zestal: DD. Bernsvan DoornKiersPleijtele Roij en van Andel Weijers. Drietal: dd. Bernsle Roij en van Andel Weijers. Bij Vonnis der Arrondissements-Regtbank te Leyden, In dato den 9den Maart 1841, is ALBERT BRANDHOFF, zonder beroep, wonende te Leyden op de Hoogewoerd, ter zake van verkwisting, gesteld onder Curatele. P. K. DOEFF, Procureur. VIJF D E JAAR. VIERDE CONCERT A. le LIÈVRE en "ff J. WETRENS, Jr., Op Dingsdag den \6den Maart 1841des avonds ten zeven ure, In de Stads-Gehoorzaal Op hetwelk zich zullen laten hooren de Heer W. P. DE CHAVONNE VRUGT, en de Heer VINK, van Zijner Majs. Hof-Kapel. N«. PROGRAMME! 1. P A R T I E. Sinfonie de L. Maurer. Fsntaisie d'Othello. pour Violon, par Frnrf,exécutéeparMr. N.J, WÉTRiNS, Air df Anna de Boutende Donizetti, chanté par Mr. Vrugt. Finale de la Sinfonie. 2. P A RT I E. Ouverture de F. Mendelssohn Bartholdy Les Hebrides'). Adagio pour le Cor de/. H. Lubeck, exécuté par Mr. Vink: 3. Air du Pirate, de Bellini, chanté par Mr. Vbugt. 4. Var. pour Violon de Hattmann, exécutées par Mr. N. J. Wetrens. 5. Romance, chantée par Mr. Vrugt Guido et Ginevra)de Halevy. NB. De gereserveerde Plaatsen zijn gemerkt met eene Q. Heeren- en Dames-Kaartjes zijn verkrijgbaar 4 f 1.99 bij den Heer N. WETRENS Jr., op de Mare, te Leyden. N°.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 3