A0. 1841. LEYDSCHE WOENSDAG, ,jr COURANT. 44 FEBRUARij. NEDERLANDEN. Ley den, 33 Februarij. Volgens een berigt uit Berlijn van den i8den dezer, is Zijne Majesteit koning Willem Frederik, Graaf van Nassaualdaar den vorigen dag in het huwelijk getreden met de Gravin Henriette d'Oultremont, die den 14'Jen te Berlijn was aangekomen. De huweltjks-plegtigneid heett naar Roomsch- Kathoiijk en Protcstantsch gebruik plaats gehad, en ali getuigen bij dezelve waren HH. KK. HH. Prins en Prinses Albert van Pruissen, de Nederland, sche Gezant en de Pruissische Generaal von Brauchitsch tegenwoordig. Er hebben geene openbare feesten plaats gehad en het nieuwe paar zal het paleis van wijle de Koningin der Nederlanden te Berlijn betrekken. Ook zou Zijne Maj. in Silezië nog vele aankoopen doen van goederen. Deze berigten worden door onze bijzondere, uit 's Gravenhage ontvangen, bevestigd. Wij zijn verzocht de aandacht onzer lezers te vestigen op ae Redevoe ring van den Hooggel. Heer J R. Thorbecxe, gehouden den 8 Februari] II. en, volgens Advertentie in onze Courant van II. Maandag, bij den Boekhan delaar P. H. van den Heuvetl uitgekomen. Men meldt uit 's Gravenhage van den 22 Februarij: HH. MM. de Koning en Koningin, wenschende den vijf en twintigsten verjaardag van Hoogstderzelver huwelijk godsdienstig te vieren, hebben gis teren morgen, met Hoogstderzelver drie Zonen en Dochter, de godsdienst, oefening in de Kloosterkerk bijgewoond, onder het gehoor van den weleer, waarden zeer geleerden lieer Predikant A. Lens, die aan het slot zijer leer. rede. Hunne Majesteiten op eene hartelijke en doeltreffende wijze met dien heugelijken dag geluk gewenscht en daarna vurige gebeden ten Hemel ge zonden heeft voor den verderen duur en den onafgebroken zegen dier hooge echtverbindtenis. Bij het uitgaan der kerk ontvingen Hunne Majesteiten van de talrijk verzamelde menigte de ondubbelzinnige blijken van liefde en eerbied, terwijl vele ingezetenen hunne deelneming aan dit teest aan den dag legden, met het uitsteken van vlaggen uit hunne woningen. Verder is deze dag alleen met een familie-diner ten Hove gevierd geworden, Bij Koninglijk besluit van den igden dezer, is aan den Minister van Staat, Baron van Pailandt van Keppel, ten gevolge van zijn daartoe, op grond van zijne hooge jaren en verzwakte gezondheid, gedaan verzoek, met den isten Maart aanstaande, eervol ontslag verleend uit de aan hem opgedra. gene generale directie van de zaken der Hervormde en andere Eerediensten. Zijne Maj. heeft bij een ander besluit, insgelijks van den ipden, de even. gemelde generale directie aan den Minister van Staat, H. Baron van Zuijien van Nijevelt, opgedragen. De Staats-C.ourant van den t3Sten dezer bevat een Koninglijk besluie van den 4den Februarij II., betrekkelijk het tarief en salarissen voor de be waarders van de Hypotheken en het Kadaster, in de volgende artikelen vervat Art. I. Het tarief van salarissen voor de bewaarders van de Hypotheken en het Kadaster, vervat in de hier nevens gevoegde tabellen, wordt bij deze vastgesteld, en zal van kracht zijn en gevolgd moeten worden te rekenen van den isten Maart 1841. Art. a- "v bewaarders van de Hypotheken en het Kadaster zullen gehou - den zijn een vijfde gedeelte der bij hen te ontvangen salarissen uit te keeren ter gedeeltelijke bestrijaing van de uitgaven, welke het aanschaffen van ma. terieel en in het algemeen de instandhouding van de bewaringen der Hypo theken en het Kadaster zullen vereischen. Art. 3. Binnen twee jaren na de dagteekening dezes zal Onze Minister van Financiën Ons een verslag aanbieden, aangaande de werking der bij deze vastgestelde tarieven, en eene voordragt van zoodanige wijziging derzeive als noodzakelijk of nuttig zal blijken te zijn. (Hierachter volgt het tarief zelve, verdeeld in drie tabellen.) De heer Carp, Consul van Pruissen, te Rotterdam, is door Zijne Maj. den Koning van Pruissen benoemd tot Ridder der orde van den Rooden Ade- laar, 4de klasse. Ook heeft Zijne Maj. den Nederlandschen Minister van Buitenlandsche Zaken, Baron Verstolk van Soelende orde van den Rooden Adelaar, iste klasse, geschonken. Z. H. W. de heer Antonuccivice-superior der Hollandsche.zending, heeft, bij herderlijken brief van den nden, onder vergunning van Paus Gregorius XVI, de oprigting aangekondigd van een geestelijk verbond, ter uiuoeijing van godslastering, verwenschingen en onkuische gesprekken, met vermelding der aflaten, welke aan degenen zijn verleend, die aan dit ver. bond deel zullen nemen. Z. H. W. heeft gebeden bevolen voor allen, voor welke de godsdienst gebiedt ie bidden, en daaronder voor den geëerbiedigden Koning, den twee den Willem, wiens korte regering (gelijk in den brief wordt vermeld) reeds zoo vele blijken heeft gegeven, dat hij het geluk van al zijne onderdanen evenzeer ter harte neemt, en allen, zonder onderscheid, gelijke regten wil doen genieten. In deze Residentie is overleden de heer Mr. Evert Christiaan Ver- Huell, voormalig Raadsheer in het Hooggeregtshof te 's Gravenhage en Rld. der der orde van den Nederlandschen Leeuw. Bij missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken heeft Zijne Exc. de Gedeputeerde Staten der provincie uitgenoodigd, hem vdór of uiterlijk op den isten Julij aanstaande te willen doen geworden de met de meest mo. gelijke naauwkeurigheid opgemaakte tabellen, nopens de instellingen van wel. dadigbeid in hunne provincie, over het dienstjaar 1840, en zulks overeen, korastig de laatst opgegeven modellen en voorschriften. Zijne Exc. heeft Hun Edel Groot Achtbaren tevens qitgenoodigd, weder wel te willen zor. gen, dat alle besturen van instellingen van weldadigheid, omtrent welke in lichtingen worden verlangd, zonder eenige uitzondering, tot het verstrekken daarvan worden uitgenoodigd, en dat voorts, op eene doeltreffende wijze, pogingen worden aangewend, om te weeg te brengen, dat degenen, dié vroeger daarmede in gebreken zijn gebleven, thans tot het inzenden daarvan overgaan. Naar men vermeent, heeft het Hoofdbestuur van het fonds ter aanmoe diging en ondersteuning van de gewapende dienst inde Nederlanden, naar gewoonte, eene circulaire aan de onderscheiden district-Commisslen in ons Vaderland afgezonden, ten einde deze uit te noodigen in hare arrondissemen ten in njds gepaste maatregelen te nemen, om de jaarlpsche collecte, ten behoeve van het voorschreven fonds, wel te doen slagen, vermits de uit. gaven, zoowel van het primitive fonds, als van dat voor de slagtoffers uit oen strijd met Belgie, door de inkomsten niet meer kunnen worden bestre. den, Ua>ryit volgt van zelf, {lat het kapitaal jaarlijks vermindert, weshalve het tonds de milde bijdragen der ingezetenen dringend bjj voortduring blijft behoeven, en het Hoofdbestuur op nieuw de algemeene medewerking heefé ingeroepen, om den goeden uitslag der collecte van 1841 te verzekeren. Dienvolgens zijn de plaatselijke Besturen verzocht, om tot het bereiken van het oogmerk des Hoofdbestuurs zooveel mogelijk, mede te werken, en voornamelijk de ingezetenen hunner stad of gemeente door de Leeraars der onderscheiden godsdienstige gezindheden in de kerken, om de boven op. gegeven reden, op eene gepaste wijze, tot eene milde bijdrage te doen aan. sporen en de plaatselijke Commissten in hare werkzaamheden behulpzaam te wezen. In den morgen van den 23sten dezer is het stoffelijk overschot vail wiilen den verdienstelijken' tooneeispeler, den heer Stoopendaal, met zeer veel plegtigbeid, op de algemeene begraafplaats nabij deze stad, ter aarde besteld geworden. DeStaats-Courant van gisteren bevatteonder dagteekening van denïisteti dezet, de volgende Berigten over den toestand der rivieren: Volgens de heden ontvangen lijdingen van de rivieren schijnt het gevaar, hetwelk volgens ons vorig berigt nog op sommige punten der Geldersche dijken bestond, thans geweken te zijn. Te Lienden, alwaar de dijk ter lengte van 500 ellen en op sommige punten ter hoogte van 30 duimen heeft ovérgeloopenheeft men met alle kracht de noodkeeringen versterkt en al. zoo den dijk behouder.. De verzinkingen, welke in den Waaldijk In den omtrek van Drumpt hebben plaats gehad, zijn insgelijks, hoewel met groote moeite, beveiligd kunnen worden. Op de meeste rivier-takken schijnen de opruimingen van het ijs voldoende te zijn, en op sommige plaatsen is zelfs de scheepvaart weder hersteld. Alleen de IJssel en de Merwede waren nog met ijs bezet. Op eerstgenoemde rivier was het ijs wel den ipden op som. inige plaatsen in beweging geweest, maar had zich later weder vastgezet, zooriat op de benedengedeelten en in de uitmondingen alles nog vastzat. De ijsdam, die blijkens ons vorig berigt op de Merwede bij Hardinxveid bestond, en bet water in het hooger gelegen gedeelte der rivier tot eene ongekende hoogte had opgevoerd, was den ipden losgeraakt en doorgedre. ven. Dit was echter van geen duur geweest, hebbende het ijs zich, in den avond van dien dag weder gezet, ten gevolge waarvan het aanvankelijk ge. vallen water weder tot eene aanmerkelijke hoogte is opgeloopen, en men te Gorinchem gedurende den geheelen nacht bezig geweest is, om de kistingen in de poorten en in de stad te stellen en te versterken. Gisteren op den middag was te Gorinchem de revetementsmnur bij de Daiempoort, over eene lengte van 30 ellen ingestort en dreigde nog meerder weg te vallen. Of. schoon overigens gisteren avond de ijsdam nabij Hardinxveid nog niet was opgeruimd, zoo bleef echter het water daarboven steeds vallende, In die van heden leest men, onder dagteekening van den aasten dezer: De zware ijsdam, welke nog tnsschen Gorinchem en Hardinxveid bestond, is eindelijk in den avond van den 20sten losgebroken, ten gevolge waarvan het water op de Merwe aanmerkelijk gedaald is, echter niet dan nadat door den voorbeeldeloos hoogen waterstand het digtgebouwde dorp Werkendam was overstroomd geworden. Ofschoon dit zeer te betreuren is, mag het nogtans als een groot geluk worden beschouwd dat bij een zoo zwaren ijs. gang geene meerdere rampen hebben plaats gehad, te meer daar op onder» schelden plaatsen de nood ten top geklommen was en de dijken op het punt waren, van te bezwijken. Intusschen hebben vele waterkeeringen en ook de landsdijken aan de boven-rivieren veel geleden. Alle besturen et) ambtenaren van den waterstaat hebben in deze otnstan. digiieden met buitengewonen ijver en zorg hunnen pligt betracht en het mo. gelijke gedaan, om het gevaar af te keeren of te voorkomen. Zijne Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken is gisteren avond in de Residentie teruggekeerd. Uit Dordrecht wordt van den 22Sten dezer gemeld, dat dien dag de stoom» bootdienst tusschen die stad en Rotterdam hervat was. Van een ooggetuige wordt het volgende uit Heteren van den ijlden dezer geschreven: De toestand van dit dorp is allertreurigst en de verwoesting groot. De schier algemeene overloop van den dijk, op eene lengte van ongeveer een half uur, die van den vroegen morgen tot in den middag omstreeks 3 ure van den iyden dezer heeft voortgeduurd, en de door dien overloop ontstane overstortmgheeft niet alleen aan de op en aan den dijk staande gebouwen veel schade toegebragt, maar is ook daardoor, en door den sterken stroom, van de binnen langs den dijk gelegen kostbare cabakgronden veelal de vrucht bare aardspecie tot eene vrij aanmerkelijke diepte afgespoeld. Gelukkig heef: men geen verlies van menschen of vee te betreuren, en het is bijna buiten alle berekening, daar op zulk eene lengte, bij den snellen oploop van hec water, geene geschikte noodkeeringen waren daar te stellen, dat de dijk met is bezweken; op vele plaatsen is de binnen-dossering geheel weggesla - gen en ook de kruin des dijks aan die binnenzijde merkelijk afgespoeld, doch overal heeft die kruin aan de buitenzijde zijne hoogte behoudenhoe zeer die hier en daar maar ter breedte van ongeveer eene halve el overig is. Aan de goede specie des dijks, gevoegd bij de omstandigheid dat, ten gevolge van de vorst, de bnitenzijde en de lagere grindlaag daarvan nog verhard was, is de gelukkige afwending van eene doorbraak vooral te danken. EGYPTE. Uit Alexandrie wordt van den 23sten Januarjj gemeld, dat de geheele Ot* tomannische vloot, zonder eenigen verderen hinderpaal te' ontmoeten van uit de haven was weggestevend, met achterlating van een fregat, waarvan ds vlag van den Vice-Admiraal Walker woei en van eene brik, tot hospitaal ingerigt. De uitzeilende vloot werd door eene ^Egyptische corvet vergezeld, om, zoodra dezelve te Martnarizza zou zijn aangekomen, de officieren, die nog op de Turksche vloot waren, naar Alexandrie terug te voeren. Alsdan zou ook de vice-Admiraal de vloot volgen en met de Turksche Commissaris» sen aan boord naar Konstantinopel vertrekken. Zooals reeds is gemeld ge worden, was de vloot te Marmarizza later ten anker gekomen. Den I5den Januarij was de Commissaris derPorte, die de heilige steden in bezit moest nemen, met de noodige bevelen van Mchemed-AU derwaarts vertrokken. ITALIË. In eenen brief uit Rome van den loden Februarij, leest men het volgende: Weiligt is nog nimmer bij den Heiligen Stoel over zoo vele kerkelijke aangelegenheden te gelijker tijd onderhandeldals op hec tegenwoordig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1