ongunstigste. De verhouding der sterfte over die tien jaren is geweest 47 op de 1000 zielen. De geborenen staan tot de overledenen als 1000 tot 736. De aanwas der bevolking, ontstaande uit de jaarlijkscne overtrefiïng der geboorten boven de sterfgevallen, beloopt gemiddeld 24,569, zijnde onge veer één ten honderd der gemiddelde bevolking. Het aantal huwelijken van 1830 tot 1839 beliep gemiddeld IS&346, zijnde ongeveer 8 huwelijken op de 1000 zielen De drie eerste maanden dhr jaars zijn die, waarin zoowel de meeste geboorten als de meeste sterfgeval, len plaats vinden. De maand Febrnarij vertoont het maximum en de maand Julij het minimum der geboorten, terwijl bij de sterfte in de maanden Januarij en Februanj het- maximum en in Julij insgelijks het minimum wordt waargenomen; Btj het Provinciaal Geregtshof van Holland is hedbn de behandeling der zaak van Vervloei c. s. voortgezet. Bij den aanvang der teregtzitting heeft de voorzitter, gedurende ij uur, de 2de beschuldigde ondervraagd en voornamelijk genacht de redenen te vernemen, waarom zij zich als werk tuig tot zulke misdadige handelingen heeft laten bezigen niet alleen, maar tevens zelve valschc naamteekeningen had gemaakt. De beschuldigde heeft volgehouden nimmer kwade gedachten van haren broeder te hebben gekoes. terd, daar zij nooit gedacht heeft aan de mogelijkheid, dat hij haar in het ongeluk zou storten. De derde beschuldigde, die over het algemeen veel belangstelling inboezemde, heeft in substantie dezellde verklaring afgelegd. Het verhoor echter van den beschuldigde Vervloet heeft drie achtereenvol. gende uren geduurd, gedurende welke de voorzitter aan dezen beschuldigde de voornaamste bezwaren heeft onder het oog gebragt, die ten zijnen aan zien! uit de procedure waren geresulteerd. De beschuldigde heeft getracht omtrent onderscheidene omstandigheden elucidatien te geven, terwijl op de vraag van den voorzitter, aan welke redenen hij dan toeschreef, dat niet alleen de twee medebeschuldigden, (zijne zuster en nicht) maar ook zjjn zwager Lompe zoo veel ongunstigs te zijnen aanzien hebben gerelateerd, heeft geantwoord, dat het zeer moeijeliik was de beweegredenen van het menscbelijk hart te doorgronden, en hjj dus daaromtrent niets bepaald kon antwoorden. Eindelijk heeft de voorzitter, kort, doch treffend, den beschuldigde ook in zijne betrekking van echtgenoot en vader aangemaand tot bekentenis te komen, indien hij zich aan de hem ten laste gelegde misdaden schuldig gevoelt. De beschuldigde is echter bij zijne vroegere ontkentenis blijven volharden. Morgen zal de Advocaat-Generaal zijne conclusiën nemen, waarna de hee- ren Advocaten hunne pleidooijen zullen voordragen. Van Jen sgden Februraij. Heden is de 24Steu verjaardag van Z. K. H. den Prins van Oranje alhier met veel plegtigheid gevierd. Op den middag is er eene door het fraaiste weder begnnstigde parade van geheel het garni, zoen gehoudenen heden avond wordt er een luisterrijk bal in gala op het paleis in het Noordeinde gegeven, dat zeer talrijk is bezocht. Gisteren heeft Zijne Ma-j. de Koning een diner met Hoogstdeszelfa tegenwoordigheid vereerd, hetwelk Zijne Exc. de Minister-Secretaris van Staat, Vice-President van den Raad van State, aan den Raad had aangebo. den. Z. K. H. den Prins van Oranje en alle de leden van den Raad waren op het diner tegenwoordig. Men verneemt, dat Zijne Majesteit den Luitenant ter zee van de 2de klasse, Jhr. ff. IV. A. van RafparJ, benoemd heeft tot Ordonnans-officier van Hoogstdeszelfs derden zoon,Z. K. H. den Prins Hendrik der Nederlan- den, wanneer zich Hoogstdezelve in het land bevindt. De Staan Courant van den I9den bevat een Koninglijk besluit, hou dende ampliatie van het reglement nopens de heffing van den accijns op het gemaal, bij wege van uitkoop of admodiatie, vastgesteld bij Koninglijk be sluit van 13 Augustus 1833. Bij Koninglijk besluit van den 30 Januarij II. is bepaald, dat de nota's op den 31 December en 25 Januarij jl. gewisseld tusschen Zijne Exc. den Minister van Buitenlandsche Zaken en den geheimraad voor de Luxemburg, sche Zaken, tot regeling der handelsbetrekkingen van het Koningrijk der Nederlanden met het Groothertogdom Luxemburg, in het Staatiblad zullen worden geplaatst, gelijk die nota's dan ook in die van den 20Sten dezer ge. vonden worden. Heden heeft de Advocaat-Generaal Piepers, namens den Procureur- Generaal, voor het Provinciaal Hof van Holland, deazelfs requisitoir geno men in de zaak van fV. G. Vervloet c. s., daartoe strekkende, dat de drie beschuldigden zonden worden schuldig verklaard aan de misdaden, hun aan het slot der acte van beschuldiging ten laste gelegd en te dier zake, bij het te wijzen arrest, zouden worden veroordeeld: de drie beschuldigden tot te pronkstelling; de eerste beschuldigde tot brandmerk; de twee eersten tot een confinement van 5 tot 15 jaren; en de derde hoogstens tot 10 jaren tuchthuisstraf; voorts de eerste tot eene geldboete van f 1235 en de beide laatsten, elk van f 50; alsmede allen in de kosten der procedure. Daarna heeft Mr. A. de Pinto, als verdediger van den eersten beschnldig. de, het woord bekomen en breedvoerig trachten aan te toonen, dat de be schuldiging slechts op gissingen, vermoedens en veronderstellingen en geens* zins op wettelijk bewijs bérustte; dat men op de verklaringen van deskun digen, nopens het schrift, niet kan afgaan, en dat er nog veel duisters en onopgelost in deze zaak was overgebleven. Morgen ochtend zal de heer ie Pintt zijne pleitrede vervolgen. De kunst heeft in den afgeloopen nacht op nieuw een treffend en wel. ligt onherstelbaar verlies geleden, door den dood van den verdienstelijken en in zoo vele opzigten aebtingswaardigen Steopendaal, sedert eene reeks van ruim dertig jaren het sieraad van den Nederduitschen schouwburg dezer Residentie; een man groot en eenig in zijn vak, dat hij met geestdrift, met zeldzaam en door vreemden zelfs erkend talent beoeferoe, niet alleen, maar dat hij door gedrag en wandel den schoonsten luister bijzette. De deelne ming in dit smartelijk verlies zal gewis algemeen zijn, even als de achting, waarin de waardige man mogt deelen, en die hij in alle opzigten ten volle verdiende. De Staats-Courant van Vrijdag bevat omtrent den toestand der rivie ren, onder dagteekening van den i8den dezer, het volgende: Volgens de heden ontvangen rlvierberigten stond de Rhijn te Keulen op den isden 14 voet 11 duim en was dus in het laatste etmaal wederom 2 voet gerezen. Op den Boven-Rhqn in Nederland passeerde veel drijfijs, gelijk roede op de Waal bij Millingenbij Huihuizen was die rivier vrij van ijs maar bij Gent zat hetzelve nog vast en veroorzaakte eene aanmerkelijke ver stopping. De berlgten van den Neder-Rhljn zijn verontrustend. Nadat in den avond van den löden te Pannerden veel bovenlandsch ijs was beginnen door te drijven, is door den sterken aandrang van water en ijs, de nog bestaande ijs. bezetting boven Malburgen, omstreeks middernacht los geraakt, en voorbij Arnhem afgedreven. Intusschen bleef het ijs bij den Veerdam aan het Leks- kens-Veer (nabij Wageningen) onbeweljjk zitten, en vormde eenen dam, waarachter het water zoo sterk wies, dat het bij Randwijk en Heteren giste, ren voormiddag op lage plaatsen over den linker Neder-Rhijn-dijk liep. Men werkte met groote inspanning aan het verboogen en versterken der opkistin. gen aldaar, die door den aandrang van water reeds begonnen te ontzetten; maar het begon aan materialen te ontbrekeu, zoo door de groote lengte die men moest opkisten, als omdat het door het overloopen der dijken moeijelijk werd mestspecien te hekomen. Vooral te Heteren was de nood hoog geklom. men, en men vreesde, indien het ijs niet spoedig mogt opschieten, voor eene doorbraak. De dijkgraaf, de hoofd-ingenieur en meerdere ambtenaren Van den Waterstaat bevonden zich op het bedreigde punt, ten einde het mo gelijke tot voorkoming van zulk eene ramp te doei, welke de noodlottigste gevolgen zou hebben, daar bij eene doorbraak te dier plaatsede Tieler. waard nog diep overstroomd worden, en ook de landen van Culemborg en Buren waarschijnlijk niet van overstrooming vrij blijven zouden. Meer benedenwaarrs op den Neder-Rbijn was het ijs te Ophefisden door- gedreven, maar bij Lienden, 11a in beweging te zijn geweest, weder vastge raakt en op elkander geschoven. Ook te Eek en Wiel was dit het geval geweest. Op de Lek- was het ijs op sommige punten drijvende; op andere vastzit, tende. Te vreeswijk was het in den avond van den ifiden losgeraakt en een Half uur met sterke kruijing doorgedreven, doch had zich later weder vast. gezet. Bij: Schoonhoven was de rivier open en bij Krimpen begon het ij» j te verschuiven.. Op den IJssel zat overal het ijs nog vast. Op de Maas bij Grave was het ijs den ijden in beweging geweest, maar na eenigrn tijd doorgedreven te zijn, weder vastgeraakt en zat den sületl nog vast. De Beersche Maas was begonnen over te loopen en vol drijfijs. Ten gevolge van de bovenstaande herigten Uit Gelderlandheef: Zijne Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken zich heden morgen van hier naaf derwaarts begeven. In die van Zaïurdag leest men, onder dagteekening van den ipden dezer De heden ontvangen rivier-berigten brengen de heugelijke tijding aan, dat de ijsdam aan het Lekskens-Veer, den I7den des avonds losgekomen en door gedreven is, waardoor het water aanmerkelijk gevallen en het dreigende gevaar voor den dijk tusschen Heteren en Randwijk, thans geweken is. Deze gelukkige afloop van hoogstnetelige omstandigheden voor de Betuwe en Tielerwaard is te treffender, naar mate de toestand verschrikkelijk en hopeloos scheen en men ieder oogenblik het bezwijken van den dijk bij He teren te gemoet zag, hebbende dezelve gedurende geruimen tijd over eene lengte van 2000 ellen overgeloopenzoodat men reedabedacht was opmaat- regelen, om de overlaten te Dalem te openen voor de afleiding der ver wachte overstrooming. Blijkens de rapporten der hoofdambtenaren van den- waterstaat, is men de afwending van het dreigende gevaar, naast de Voor- zienigheid, groorelijks verschuldigd aan de volharding en onvermoeide in. spanning, bij het opkisten en versterken van den dijk aan den dag gelegd, een arbeid, te moeijelijker, daar het. gelijk in ons berigt van gisteren gezegd werd, bij de groote uitgestrektheid van het bedreigde gedeelte, aan mate. rialen begon te ontbreken. „Welligt, zegt een der rapporten., is zeldzaam, een dijk over die groote uitgestrektheid met zooveel moed en volharding verdedigd, als hier is geschied." Ook te Lienden had den I7den ten gevolge van ijsbezetting bij Eek en Wiel nog een zware overloop van den dijk plaatsgehad; doch ook daar ia dezelve ten gevolge van krachtige noodkeeriugen behouden en het ijs sedert afgeschoven. Op de Waal was de ijsbezetting bij Gent opgeruimd. Te Huihuizen en verder op gemelde rivier was open water tot nabij Varickdoch bij Tiel en Drumpt bestonden, volgens de laatste berigten uit Gorinchem van gisteren avond, nog ijsstoppingen, voor welke het water tot ongeveer dijkshoogte werd opgekeerdterwijl er op twee plaatsen een begin van verzakking in den dijk bespeurd werd, en dua nog gevaar scheen aanwezig te zijn. De zoo even vermelde laatste berigten uit Gorinchem houden nog in, dat de ijsgang aldaar, na gedurende den loop van den ipden te zijn voortgegaan, des avonds ten elf ure is gestopt, waardoor het water voor die stad tot de buitengewone hoogte van 4,53 ei of 65 duim onder het noodpeil is opgeloo. pen. Ten gevolge daarvan is des nachts ten 4 ure de waterkeering in de Dalempoort bezweken. Het buitenste gedeelte der stad Gorinchem werd daardoor met eene overstrooming bedreigd. Door tijdig aangebragte hulp, het zinken van twee vaartuigen voor de opening der poort en het aanbren. gen daarna van stroo, mist en zakken zand, is het evenwel gelukt, de ope- ning weder te digten en alle gevaar te boven te komen. Den i8den des avonds was de waterstand te Gorinchem 4,3a ei, of 86 duim onder het nood. peil. Het water bleef nog weinig wassende. Uit Hardinxveld had men toen berigt, dat door de groote hoeveelheid afkomend ijs, de killen, zoo als ook het noorderdlep en een groot gedeelte van de Merwede tot boven H-t. dinxveld, wederom verstopt waren. Aan de zuidzijde der rivier tusschen den oever en de plaat was de rivier nog open, waar langs het van boveo afkomend ijs en water grootendeels werd afgevoerd, hetgeen overigens ont lasting vond over het met veel jjs bezette Bergsche veld. Op de Lek was het ijs boven en benedan opgebroken. Ook op de Maas was het grootendeels los geraakt en afgedreven. Volgens berigt uit Keulen van den i6den was de Rhijn toen weder sedert den vorigen dag 3 voet 8 duim gerezenen teekende toen aan de peilschaal 18 voet 9 duim. Uit Dordrecht meldt men van den I9den dezer: Woensdag avond is het ijs voor Rotterdam geheel opgebroken en doorge. dreven. Dien zelfden dag is op de Lek achtervolgelijk het ijs op de ver. schillende punten, waar het nog was blijven vastzitten, in beweging ge. raakt, en met zeer veel geweld losgedreven, waarbij hier en daar eenige ijsschollen over den dijk zijn gegaan, die de passage, voornamelijk onder Streefkerk, gestremd hebben, zonder echter veel nadeel te doen. Het ijs van de Lek zich Woensdag avond grootendeels naar de Noord ontlastende, heeft eerst daar het ijs doen opbreken, en zich vervolgens met drift op het voor deze stad toen nog vastzittende ijs geworpen, en daarin voor het Groot, hoofd eene hevige beweging en verzetting naar beneden gebragt; maar eerst gisteren morgen had di: een geheel losgaan en doordrijven van het hoog op- eengeschoven ijs naar beneden, meest door het Mallegat en de Kil, ten ge. volge. Van het Melkpoortje naar boven bleef het ijs toen nog zitten, maar daarvan braken gisteren en in den afgeloopen nacht achtervolgelijk geheele velden los, waarvan er een voor den ingang van het Mallegat is beklemd geraakt, en voor het oogenblik daar nog eene opstopping geeft, welke wel, daar het ijs dik en hoog in elkander zit, een ernstig aanzien heeft, maar geene de minste zorg behoeft te geven, en zich spoedig opruimen moet, daar het water er ruim en met drift onder doorwerkt. Intusschen blijft, door deze omstandigheid, de passage van schepen aldaar nog belet. Overigens zijn van hier reeds schepen de Noord in, en ook naar beneden gezeild. Van Papendrecht naar boven zit het ijs nog, en er bestaan zelfs nog onder Sliedrecht en Hardinxveld ijsdjmmen, die min of meer bekommering geven. Uit Nijmegen schrijft men van den i8den dezer, dat ook het ijs voor dia- stad was opgeruimd. Nog bevat de Nijmeegsehe Courant het volgende: Onder het afdrukken der Courant ontvangen wij de xqding, dat de ijsstop. ping tusschen Dreumel en Bato's Erf, ter lengte van circa 6000 el, hedetz' morgen, ten 7 ure, is doorgegaan, hetwelk eene aanmerkelijke val des wa ters veroorzaakte, zoodat heden middag, ken 2 nre, de waterstand reedt tor 1 el 70 duim onder den dijkskruin gedaald was, Het verheugt on», die berigt nog onzen lezeren te mogen mededeelen, en hun daarbij aan te kon digen, dat nu alle gevaar is geweken. De berigten van Keulen Jnidendat het water van den 16 op den 17 Fe. bruarij is gevallen bijna 3 voet, ten gevolge waarvan het is toe te schrijven, dat het water v6ór onze stad, in de laatste 24 aren, 60 Nederlandsche duim is gevallen, zoodat de hoogte heden middag ten 2 ure, was 5 el, en hec water nog vallende blijft. Heden avond ten 6 ure, was de hoogte4 el 90duim. Heden voormiddag voeren verscheiden groote vaartuigen op- en afwaart» voorbij onze stad. Gisteren (Donderdag) is bet ijs op den IJssel voor Zutphen in beweging! geraakt en voortgedreven, zoodat op den IJssel geen drijfijs meer te be speuren is. De passage aan hec veer over den IJssel bj] Westervoort kan wegens het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 2