a" 1811. lbydsche yssm courant. Jr- V\®if MAANDA G, NEDERLANDEN. Leyden, 31 January. \VlJ zijn verzocht het volgende te plaarsent Sedert eenigen tijd heeft eene der in deze stad bestaande fabrieken v&n grof aardewerk eene uitbreiding eflangd, die eenen nieuwen tak van Vader landsche Nijverneid kan doen bioeijen, en alle aanmoediging schijnt te ver dienen. Wij bedoelen de fabriek van den Heer Braskamp wonende op de Heeregracht alhier. Door aanhoudende proeven is toen in die fabriek er in geslaagd, om aan de potteoakkersklei zulk eenen graad van vastheid en fijnte te geven dac eene nabootsing van de schoonste vormen der oude Grieksche Vazen, zon der den prijs der voorwerpen te veel te vermeerderen, mogelijk scheen. Het Museum van Oudheden bood, sedefc dat de rijke verzameling van be schilderde Vazen ter algemeene bezigtiging open was gesteld eene uitmun tende gelegenheid aan, om de beste modellen te leeren kennen, en de Heer Braskamp koos zich daaruit twee tot voorbeelden, welker vormen hij met het gelukkigste gevolg heeft weder gegeven, en waarmede de gewone min der bevallige bloempotten in onze tuinen, maar vooral binnenshuis, op eene smaakvolle wijze kunnen vervangen worden. De Onderneming van den ijve rigen fabriekant heeft des te meer aanspraak op de ondersteuning en de be scherming zijner Stadgenooten, daar hij moeds genoeg bezat, om tot de oude, zuivere modellen terug te keeren, en zich niet liet verleiden door den Ons uit Frankrijk wederom overstroomenden stijl van Lodewijk XIK Hartelijk wenschen wij, dat de matigheid van prijs, die de Heer Braskamp voor diergelijke voortbrengsels zijner fabriek gesteld heeft, en die zoo ver beneden die der buitenlandsche fabrieken blijft, hem een ruim debiet moge doen erlangen. De bovengemelde Vazen schijnen ook zeer geschikt ie zijn, om, even als het porcelein, met mineraal-verwen beschilderd, en dan ovcr- gebakken te worden. Is dit zoo, dan vinden de iiefhebbers van diergelijk werk eene nieuwe gelegenheid om zich nuttig en aangenaam bezig te Houden. Thans houdt de Heer Braskamp zich onledig met onderzoekingen, in hoe ver het hem mogelijk zij, het schoone vernis van hec oude roode Romeinsche aardewerk weder te vinden. Men meldt uit *s Gravenhage van den 3oscen Januarijt Aanstaanden Maandag avond zal er wederom, ter gelegenheid van de verjaardag van H. K. H. Prinses brederik der Nederlanden, een luisterrijk bal ten Hove worden gehouden, en wel in hec Paleis in het Noordeinde, Men spreekt van nog meerdere in dc maand February, te houden bals by Zijne Majesteit. Zyne Maj. de Koning heeft den heer Piepers den zoon, tot dusver Se cretaris van den Raad van Siate, benoemd tot lid van dien Raad, in plaats van zijnen vader, die, benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten- Generaal, zijn ontslag gevraagd had, en tot Secretaris bij genoemden Raad aren heer Rodere vmn Breugeltot dusver Secretaris bij denzelven, Zijne Maj. heeft bij besluit van den 5 Januarij, N°. 21, bepaald: 1°. Dat de tot dus verre bestaan hebbende militaire administratieve afdee. lingen of directiën, bekend onder de benamingen van de voormalige iste en »de groote militaire commando's, de provinciën Noord-Braband en Zeeland, mitsgaders de vesting Maastricht en het Limhurgsehe, op te heffen. 2°. De voorschreven administratieve afdeelingen voortaan te doen vervangen door drie militaire administratieve directiën, op den hierna vermelden voet; Tot de iste directie zullen behooren: de provinciën Zuid-Holland, Noord- Holland en Utrecht; tot de 2de directie: de provinciën Gelderland, Vries, land, Overijssel, Groningen en Drenthe, en tot de 3de directie: de provin. Ciën Noord-Braband en Zeeland, en het Hertogdom Limburg. Volgens het derde lid van dit besluit, heeftZhneExc.de Directeur-Generaal van Oorlog de standplaatsen dezer militaire administratieve directiën bepaald: De iste directie te 's Gravenhage, opgedragen aan den Intendant der gde klasse H. Engeringhde 2de directie te Deventer, opgedragen aan den In tendant der »de klasse J. IV. Piepers, en de 3de directie ie Breda, opgedra gen aan aen Intendant der 2de klasse C. V. van Haaftenzijnde gemelde Intendanten respectievelijk belast geureest met de administratieve dienst in de' voormalige itte en ade groote militaire commando's, en in de provincie Noord-Braband en Zeeland. By Zijner Majs. besluit vin den isden dezer, zijn de afgescheidenen te Koekengen en Laag-Nièowkoop voorwaardelijk erkend als tent Christelijk afgescheiden gemeente, volgens de bepalingen van het reglement bij dat oe- iluic gevoegd. Ook nog andere afgescheiden Hervormde gemeenten zijn bij Koninklijke besluiten erkend; bij ieder der bestuiten is een reglement voor de respective gemeenten vastgesteld. Zijne Maj. heeft nog benoemd tot lid van de Commissie tot herziening van de wetten op de nationale militie en schutterijenden heer van Munster, Referendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken. Zijne Maj, heeft een nientv tarief van reis- en verblijfkosten bepaald voor de daarbij betrokken zeeofficieren bij de Nederlandsche marine. 1 Sedert de laatst gedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden geligt de navolgende door Zijne Maj. verleende octrooijen: Een octrooi,- in dato 12 October 1840, voor den tijd van vijf jaren -ver leend aan H. Pape, woonachtig te Parijs, domicilium verkozen hebbende by Weiigani en Beusttr te 's Gravenhageop de invoering van nieuwe werktui gelijke piano's, alsmede van nieuwe inngtingen voor harmonische tafels, en voor de kaaien derzelve. Een octrooi, in dato 13 November 1840, voor den tijd van vijf jaren verleend aan G. van Kuijxen te Nykerk, op de uitvinding van eenen nieuwen toeite) om apijzen te koken. Een octrooi, in dato 17 November 1840, voor den tijd van vflftien jaren, gerekend van den 27 February 1839 af, verleend aan J. Millard, wonnach. tig te Londen, domicilium verkozen hebbenae bij C. C. Vhlenheck te Amster. dam, op de invoering der uitvinding van een verbeterd slot en sleutel. Een octrooi, in dato 26 November 1840, voor den tijd van vijftien jaren verleend aan J. Arnold, woonachtig te Londen, domicilium verkozen heb. bende ten kantore van J. van Dachne en Camp,, te'1 Gravenhage, op de ihvoering van een icheikundig middel om alle metalen voor verroesting en bgdetf te bewaren, en ook van toepasaing tot andere einden. octrooi, in daro 29 November 1840, voor den tijd van tien jaren, CfipwJt woonachtig te Londen, domicilium verkozen hebbende by et, Fertier, Consul va* Groot-Britannie te Rotterdam, op de t FEBRUARI). Invoering van verbeteringen in de vervaardiging van kaarsen ert van licbttrefa Schattende toestellen. Een octrooi, in dato 29 November 1840voor den tijd vati tien jaren vcU leend aan M. Paalt, woonachtig te Linden, domicilium verkozen hebbende als voren, op de invoering van verbeteringen in de vervaardigiug van kaar sen, en in de bewerking van oliën en andere soorten van ver. Een octrooi, u dato 8 Decemocr 1840, voor den tijd van vijftien jaren verleend aan F. Droinetwoonachtig ie Rhelms, domicilium verkozen hebt- bende bij F. Haije'r te Gravenhageop de uitvinding van verbeteringen aangebragr aan de nieuwe wijze .om wateratofgaz tor verlichting geschikt voor te brengen en om dc toestellen tot het bereiden, vervoeren en gebrni, ken-van Yetzelvete vervaardigen, waaraan hem, gezamenlijk atnF.Didiez, den 4 October 1835 een octrooi is toegestaan Voor den cyd van tien jaren; getékend van dén 29 Junij 1834 af. Eén octrooi, in dato 9 December 1840, voor den tijd ran tien jaren ver. leend aan M. Poole, woonachtig ce Londendomicilium verkozen hebbende bij el. Ferrier, Consul van Groot-Briitannie te Rotterdam, op de invoering Van verbeteringen m de uittrekking en verdikking van kleur, taan en andere atoifen, vervat in zelfstandigheden uit het p'anten- en dierenrijk. Een octrooi, in dató 9 December 1840, voor den tijd van tien jaren ver.' leend, aati S'. Carpmealwoonachtig te Londen, domicilium gekozen heb. behde als voren, óp de invoering van verbeteringen in stoom-werktuigen, welke ook aanwendbaar zijn op werktuigen om viöerstoft'en te doen ryzen eb door kracht te leiaen. Een ogtrooi, i' dato 11 December 1840, voor den tijd van tien jaren ver.' leend aan üenzelfde, op de invoering van verbeteringen in het drukkén vat» chisten en andere stoffen. Eer. octrooi, in dato 11 December 1840, voor den cijd van tien jaren ver. leend aan H. dainbridgewoonachtig te Londen, domiciituin gekozen heb. bende als voren, op de invoering van verbeteringen in het verkrygen vaU Werktuigelijke kracht: 'Een'tic-rooi, in dato 11 December 1840, voor den tijd van tien jarert verleend aan E. Collins, woonachtig te Loiiuen, domicilium gekozen heb. bende al» voren, op de invoering van verbeteringen in de vervaardiging van hengsels. Een octrooi, in uato 20 December 1840: voor den tijd van tien jaren verleend aan H. Ferdonk en C. Koeter re Zaandam en Koog aan de Zaan op de Uitvinding van een verbeterd werktuig iot het uitmalen van water uit polders enz. Een octrooi, in dato 20 December 1840, voor den tijd van tien jaren verleend aan S. IV. Fisherwoonachtig te Londen, domicilium verkozen hebbende als voren, op de invoering van verbeteringen in de behandeling of bewe'king van ceistof, ter verkrijging van styfsel en andere voortbrengse. len, alsmede in de vervaardiging van srijtsel, Hec Journal de la Haye bevat een artikel tot wederlegging van het ver. keerde denkbeeld, in een oer bladen geuit, en in een buitenlandsch dagblad overgenom-nalsof de v/eusn, bij derzeiver af kondiging, gecontrasigneerd moesten zijn door her hoofd des departments, hetwelk mee de uitvoering belast is. Du artikel is van den navolgenden inhoud P.en onzer daab'adett, welks gevoelen door vreemde couranten is overge. nomen, beweert van ja. Dit is, tneenen wiieene dwaling. Wat toch zege art. 76 der grondwet dat alle Koninglsjke besluiten en beschikkingen moeren voorzien ziin van de mede-onderteekening van het hoofd van het rsintsrciieje departement, waartoe namelijk dezelve behooren. De grond, wet spreekt dos niet van net mede-onderteekenen der wétten. De reden hiervan is zeer eenvoudigs De wetgever heeft aan de natie alle die waar borgen willen schenken, weike zij her regt nah te verlangen, maar hij moest tevens de verantwoordelijkheid des Ministers binnen de grenzen bepalen, huiten weike deze heilzame instelling slechts schadelijk voor den Staat en strijdig met den aard van onzen regerings-vorm zou worden. Van dit b- gmsel uitgaande, diende men te zorgen, dac de verantwoordelijkheid niet begon ie werken, voor dat er eene daad van uitvoering had plaats gehad, waardoor de grondwet of de wetten raogten geschonden worden. Het is slechts die uitvoering, het eigenaardig en voornaamste onderwerp van het ministeriele ambt, aai gelegenheid en een vasten grond teveui geeft vout gene geregteiijke vervolging. Waar het slechts advyzen of inzigten des Mi. nisiers geldt, b. v., waar hij den Koning aanraadt om dit of geen ontwerp van wet voor te stellen, daar behoort hij voistrekt onafhankelijk te wezen. Zijn gevoelen, hoe ook, behoort hem aan geene vervolgingen bloot te stel. len, en kan in geen geval aanleiding geven lot de toepassing van het begin, sel dér geregrelijke verantwoordelijkheid. Zoo lang de wet nog aan de be raadslaging is onderworpen, kunnen de Kamers voorzeker hunne bezwaren van welken aard zij zijn mogen,, tor de Ministers, die de wet verdedigen, en toi niemand anders rigren. Maar verder strekt zich, met opzigt tot de daarstelling der wet, de verantwoordelijkheid der Miniiters niet uit. De wee eenmaal vasteesield, is het gewrocht van het gemeen overleg tusschen de Kroon en de Staren-Generaal, en daaruit kan geene andere dan die zedelijke verantwoordelijkheid voortvloeijen, die op alle de daden der ambtenaren, van dé hoogsten tot de laagsten rust. Men heeft dit zoo zeer gevoeld, tijdens het maken der wijzigingen in de grondwet, dat altoen door de Tweede Kamer, en te regt, is afgekeurd ge worden, dat gedeelte des nieuwen ontwerps, waarbij was bevolen het con. treseing ook der ontwerpen van wet. De ambtenaar, die zijn naam plaatst onder de weiten, doet dit alleen ais waarmerk van de handceekening des Sonvereins, die de wetten afkondigt; en deze formaliteit heeft niets gemeens met de verantwoordelijkheid der Miniiters. Uit Rotterdam schrijft men van den opsten dezer: Heden werdin de vergadering van heeren correspondenten voor deze stad der maatschappij tot redding van drenkelingen, de gouden medaille uitge reikt aan den heer Petrus Johannes Nortier Ad. Zn, Candidaat in de medicij nen aan de Hoogeschool te Leyden, wegens een door hem te dezer stede op den 8 September 1. I. In het leven teruggebragten schundoode. Uit Dordrecht meldt men van den 29sten, dat in den afgeloopen nacht het ijs in de Noord opgebroken was, eu daarom de stoomboocdienit dien dgg zon hervat worden. Dt UtrechtscheCourant van deng9Sten dezer bevat de volgende berlgten»' Ten opzigte van liet gerucht en de vele gesprekken, nopens de opheffing van onze Hoogeschool, kunnen wij, ter geruststelling onzer mede Siadge nomen, op goede gronden berigten, dat men het daarvooi kan houdeu, dal- al deze geruchten ten ceuemale ongegrond zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 1