T U R K Y E. Mr. van der Burgh, die sis Verdediger van den eischer optrad, heeft in substantie betoogd, dat bij het arrest a quo twee tot wet verhevene regts- beginselen, namelijk art. x 134 en 1184 C. N. zijn geschonden. Tronwens bij het eerste dier artikelen is bepaald, dat een contract tnischen partijen als wet geldt en niet dan met onderlinge toestemming of om bij de wet om scbrevene redenen kan worden herroepen, terwijl bij art. 1184 ia bepaald dat, ingeval die redenen aanwezig mogten zijn, de vernietiging van het contract dan bij Regterlijke uitspraak moet geschieden. De bepalingen van art. 31 C. de N. in verband met art. 2004 C. N. volgens welk laatst artikel alle mandaten revocabe! zijn, misten hier alle toe. passing, vermits de benoeming van den eischer was het resultaat van eene wederzijds geslotens overeenkomst, waarbij hij van onderscheidene aan hem toegekende voordeelen had afstand gedaan. Het was ons hier volgens plei ter, een mandaat, maniatarii gratiawelke volgens Merlin, repertoire, voce revocation de procureur en de lex 6 f de Pactii niet eigendunkelijk door een mandaat kan worden herroepen. De door partij in appel en door het Hof geagreêerde motieven van niet ontvankelijkheid, als of namelijk de Commissarissen hier niet de legitimi centradictoris zoude zijn, achtte pleiter in strijd te zijn met art. 348 BR, vermits die niet ontvankelijkheid in eerste instantie met alleen niet is voor gedragen, maar daarentegen is gedekt door den reconventionelen eisch, waarbij eene sententia de clavatoria judicis is gevorderd. Pleiter zegt wijders dat den eischer in eerste instantie admissie tot gratis procederen is verleend. Nu beweert partij dat hij met die admissie voorzien, niet ontvankelijk is om in cassatie verder voort te procederenvermits de boete bjj art. 406 B. R voor een verzoeker in materie van cassatie voorge. schreven niet is geconsigneerd. Behalve dat noch bij de griffie van den H. R. noch door de ontvangers der registratie, daarop Is gereflecteerd, doet spreker opmerken, dat die consignatie niet op straffe van nietigheid is voorgeschreven, en nog door den H. R. bij préparatoir arrest kan worden gelast. Bovendien zijn de bewoordingen van art. 865 duidelijk. In twee gevallen wordt die admissie gratis niet verleend, dan: 1° wanneer de eischer bij de eerste cognitie apert ongelijk heeft, en 20. indien hij niet onvermogend is. Alles hangt dus hier af van de vraag hoe in eersten aanleg de zaak is uitgevallen, hoe na een contradictoir onderzoek bij een definitief vonnis is beslist. In casu heeft de eischer al eens, na hevige debatten het pleit gewonnen. Al heeft hij dan ongelijk, dan heeft hij niec zoo apert ongelijk, dat het noodig is op nieuw eene admissie te vragen. Hier is dus in allen gevalle de zaak dubieus. Meer is er niet noodig om op die in eerste instantie afgegevene admissie gratis voort te procederen. Hier geldt het alleen het belang van den fiscus en niet dat van partij. Op deze gronden heeft pleiter de opge. worpene exceptie van met ontvankelijkheid bestreden. Mr. Faber van Riemsdijk heeft voor de gelnt. op de reedt ter eerste Instan. tie en voor het Hof ontwikkelde gronden: 1°. de niet ontvankelijkheid; en 2°. de niet gegrondheid van beroep in cassatie, betoogd. Omtrent het eerste punt heeft pleiter zich beroepen op art. 406 W. v. B. R.volgent hetwelk hetin gevalle van voorziening in cassatie een eerste vereischte isda t de boete wordt geconsigneerd. Art. 40/ ibidem vordert het bewijs dat de boete is voldaan, of dat de eischer daarvan is vrijgesteld. Dit bewijs is er noodig, en kan niet door de admissie gratis in eerste instantie worden vervangen. De gelnt. heeft daarenboven daarbij wel degelijk be lang, vermits hij anders wordt gedrongen voort te procederen tegen iemand, waarop hij nimmer de kosten zal kunnen verhalen. In Frankrijk is dit even zoo begrepen. Men zie Berriard de St Prix, welke zegt: faute de consigna tion tPamende le pourvoi ri'est pas recevable. Dallezjurispruaence du tgdesiicle voce cassations lite sectie art, 2551, waarbij tevens is aangehaald een arrest van het Hof van cassatie, huldigt dit zelfde beginsel. De onderwerpelijke zaak kwam pleiter voor van gelijken aard, als die van het niet beteekenen aan partij der memorie van cassatie bij art. 410 B, R. voorgeschreven. Hoewel ook dit niet bij laatstgemeld art. op straffe van nietigheid is voorgeschreven, heeft echter de Raad op gisteren die wets, bepaling gebiedend verklaard. Art. 856 deelt, volgens pleiter, alleen de bevoegdheid om zonder prae- sumtie de partij te volgen in hooger beroep en in cassatie. Geheel anders wordt de zaak, indien aan hem, wien in eerste instantie die permissie is verleend, In hooger beroep succumbeert. Dan is blijkbaar de eerste alinea van die ar tikel van toepassing en dan moet op nieuw de permissie worden aange. vraagd om in cassatie verder voort te procederen. Pleiter beriep zich ver der, om den geest van dit artikel te doen uitkomen, op de discustien over dit artikel, vervat in het Handboek van den heer van denHonertad art. 865. Het repliek en dupliek in deze zaak Is bepaald op Donderdag den 2tsten dezer. Men verneemt, dat dezer dagen bij de Commissie te Scheveningen, die zich belast beeft met het inzamelen van liefdegiften voor de nagelatene betrekkingen der visschers, die bij het vergaan van het schip de Freuw Pe. treuella, zoo rampzalig zijn omgekomen, (vier weduwen met negentien kin- deren werden daardoor in den zwaarsten rouw gedompeld), door tustchen. komst van den wel-eerw. heer D°. C. Swalue, Predikant bij de Hervormde Gemeente te Zandvoort, ontvangen is eene som van tachtig gulden, zoo wel van de reeders en visschers, als van eenige andere ingezetenen van dat zee dorp, eene gift, die vooral bijzondere vermelding verdient, omdat een ieder, die slechts het geringste geven kon, daartoe uit warme menschlieveneheid, volijverig is overgegaan en vooral de visschers, die in dit jaargetijde, niet van hun overvloed gegeven hebben, Uit Dordrecht, waar het dikste Ijs nog 27 Nederlandsche duimen heeft, en zeer hard is, zonder dooigaten, schrijft men van den isden, dat het S» in de Kil tot aan Willemsdorp nog vast zat; achter het eiland, tusschen Wil lemsdorp en den Moerdijk en meer beneden, was het water tot aan zee open en vertoonde zich weinig drjjfijs. Te Harderwijk zijn in 1840 geboren 151 kinderen, als 89 zoons en 61 dochters; gestorven 128 personen, namelijk 76 van het mannelyke en 52 van het vrouwelijk geslacht, gehuwd 29 paren. Uit Arnhem meldt men van den löden Januarij: De late aankomst der diligences, op gisteren, Is veroorzaakt doordien op vele plaatsen de Utrechtsche weg geheel ouder water staat, en op den Amsterdamichen weg by den Lichtenbeek zoodanig, dat de bannen van den weg zijn beschadigd en men voor het wegspoelen der steenen vreesde. Den i3den dezer is te Deventer overleden, de heer Mr. IF. H. Fijf. huis, in leven Regter in de Arrondissements-Regtbank aldaar en lid,van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Te Middelburg is den ioden dezer binnengebragt de nu opgespoorde moordenaar van B. en J. Zuidwegt, te Hoedekenskerke (are onze Courant van den qden dezerj, met name J. Baert, dijkwerker, man en vader van zes kinderen. Den iaden dezer is te Vlissingen het berigt ontvangen van het over lijden te Rotterdam, van den heer P. E. Freit, Koninglijk geoctroijeerd knnst-ledematen-vervaardiger. Broeder der orde van den Nederl, Leeuw. Te Zierikzee zijn in 1840 geboren 248 k nderen, namelijk 124 van het mannelijk en 124 van het vrouwelijk geslacht; overleden 93 personen van het mannelijk en 81 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 174; gehuwd 59 paren. Uit Maastricht wordt van den 11 Januari) gemeld, dat dezer dagen een gedeelte van den berg, aan de zijde van Caster, met groot gedruisch naar beneden is gestort, en gelukkig geene woningen heeft getroffen; maar dat verscheidene huizen van Kein-Lanaije nog door een' dergelijken bergval worden bedreid. Fan den 12 Januarij. WIJ worden mét eene herhaling bedreid van het voorgevallene te Klein-Lanaljenu de dooi den grond gaat week maken. Het ware te wenschen, dat het Bestuur zich met de zorg belastte, om in den tegenwoordigen staat van zaken, de ongelukken, die anders bjjna onver, mijdelijk zijn, te voorkomen. Van Slavante af tot aan het bureau der douane hangen verschrikkelijke massa's rots- en zandsteen, door bet water onder, mijnd, over den weg en Je woningen heen, zoodanig, dat de geringste af. brokkeling in staat is, geweldige stukken gronds te doen nederploffen en geheele huisgezinnen te bedelven. Bij den tegenwoordigen toestand van den St. Pietersberg, is het allernoodzakelijkst, de uitstekende hoeken tot eene zachte glooijing af te gravenzoo als reeds op sommige plaatsen is bewerk stelligd dit is het eenige middel om onherstelbare schade te voorkomen. Men schrijft uit Luxemburg van den I3den dezer: Het heeft Hare Maj. de Koningin behaagd aan Burgemeester en Schepenen dezer stad twee honderd gulden te doen zenden, als jaariijksche toelage van Hoogstdezelve, ten behoeve der inrigting onder den naam van: IFerkschool voor arme jonge meisjes, die de verheven Vorstin onder hare bescherming heeft genomen. Berigten nlt Oost-Indie tot 26 Augustus bevatten niets belangrijks. De verjaardag van IVillem I was er met veel vreugde gevierd. Door den waarnemenaen Gouverneur-Generaal waren onderscheiden benoemingen gedaan. AMERIKA. Over Engeland heeft men thans berigten uit de Vereenigde Staten tot den I7den December, bevattende de boodschap, waarmede de President van Buren het Congres had geopend. In hetzelve verdedigt hij de beginselen, waarnaar hij het bestuur had gevoerd en prijst het voor bet vervolg aan. Vervolgens geeft hij een uitvoerig berigt omtrent het bankwezen en de geld. middelen van den Staat. Hjj spoort daarna aan, om zich volstrekt niet te bemoeijen me: de inwendige en staatkundige betrekkingen van andere landen, altijd waarheid en regt op den voorgrond te plaatsen, en de stipste onpartjj. digheid in acht te nemen bij het toestaan van voordeelen van handel en vriend, schap. Met alle landen waren de Vereenigde Staten in vrede; het grensge. schil met Engeland zou spoedig ten einde ioopen. /EGYPTE. Mehemed-Ali heeftna de overeenkomst met den Commodore Napier, de volgende bekendmaking uitgevaardigd: Alles is nieuw en veranderlijk in deze wereld. Zoo wordt dikwerf de woeste oorlog op deze aarde door de zegeningen des vredes gevolgd. Wan. neer men in de orde der dingen de wisselingen dezer wereld van het oogen. blik der schepping af tot op heden, in het algemeen en In het bijzondere wil opzoeken en nagaan, dan zal men bevinden, dat alles bestuurd wordt door Hem die de Almagtige is, en dat de schepselen met alles wat zij den. ken en doen, niets kunnen veranderen in hetgeen de goddelijke wil beschikt heeft. God het hoogste wezen, bestuurt alles, het verborgene zoo wel all het zigtbare. Niets geschiedt in het stelsel van de natuur der dingenop deze aarde, dat niet door den hoogsten wil van God aldus bepaald is. Niets valt in de weegschaal van ons wereldrond, dat niet door zqn verheven wil tot welzijn van het heelal bevolen is; gelijk het dan nu geschied is, dat de Commodore Napier, bevelhebber der Engelsche zeemagt, in de Middelland- sche Zee is aangekomen en aan Z. Hoogheid bekend gemaakt heeft, dat liet erfelijk bezit der regering van /Egypte, in overeenstemming met den wilder groote Mogendheden van Europaaan de zonen en nakomelingen van Z. H. toegestaan is; terwijl hq verlangd heeft, den vrede te sluiten. Men heeft goedgevonden, het bloed der Muzelmannen te sparen, en de harten der onderdanen en der geheele wereld zich in den vrede te doen verheugen, op dat een ieder zich aan zijne kunst of zijn bedrijf, aan den landbouw of den handel zou kunnen toewijden. Daarom is aan onzen opperbevelhebber, den Seraskier, bevel gezonde», om Syrië te verlaten en roet zij" jEtypiisch leger terug te keeren, en daarom wordt het tegenwoordige schrijven aan alle ambtenaren en onderdanen gerigt. Uit Konstantinopel meldt men van den i6den December: De Porte heeft het bevel uitgevaardigd, dat men aan de Grieksche sche pen geene gezondheids-passen meer zou doen uitreiken. Daarvan ztjn echter uitgezonderd de Grieksche vaartuigen, die in het buitenland beladen znn en voor hetzelve zqn bestemd, alsmede die ongeladen de Turksche wateren willen doorvaren. Doordien volgens het nieuwe quarantainereglementdat door alle legatien is goedgekeurd en geteekendieder schip van een' ge- zondspas of een visa moet voorzien zijn, en zonder dezelve in alle havent van Turkije in quarantaine wordt gelegd, is het gevolg van dezen maatregel, dat de Grieksche handel in Turkije onderdrukt, ja, bijna onmogelijk gemaakt wordt. De firmans ter doorvoer door de Dardanellen en de Zwarte Zee worden even als vroeger aan genoemde schepen ontzegd. De Regering heeft deze week een aantal voorwerpen van den verban» nen Chosrew-Pacha openlijk doen vetkoopen om zijne schuldeischers te beta» len. Onder dezelve bevonden zich 30 gouden met brillanten omzette snuif* doozen, die gemiddeld eene waarde van 15 4 20.000 piasters hadden. Voortt 300 Labore shawls, waarvan de minste 10.000 pias ers heeft opgebragt. De laatste berigten uit Konstantinopel loopen tot 27 December en mei. den, dat de Porte de onderwerping van Mehemed-Ali heeft aangenomen, en er reeds een ambtenaar naar AleXandrie gezonnen is, om Mehemed hiervan kennis te geven, de Turksche Admiraal iValker Bey was met de zending belast, om de Ottomantische vloot terug te ontvangen. Nadat de Porte de overtuiging had ontvangen, leest men verder in die be. rigten, dat de bewoners van het eiland Candia bereid waren zich aan haarGou. vernement te onderwerpen, een verlangen, hetwelk ook door den Gouver. neur Mustapha-Pecb», door Mehemed-Ali aldaar benoemd, werd te kennen gegeven, heeft de Sultan besloten een' Commissaris, in den persoon van Nuri-Bey, naar Candia af te zenden, om, namens Z. H. den Sultan, dit eiland in bezit te nemen. Nuri-Bey is den 13 December ter reede van Sudi aangekomen, en heeft zich den volgenden dag over land naar Canea bege ven, alwaar hq met alle de aan zijn' rang verschuldigde eerbewijzen werd ontvangen. Nadat de noodige formaliteiten tusschen hem en Mustapha-Vu. Cha, die zich onvoorwaardelijk aan den Sultan had onderworpen, waren afge. loopen, werd den 17 December de firma openlijk bekend gemaakt, dat het eiland Candia zich aan het gezag van den Sultan had onderworpen, en dat Mustapha-Pacha, ter belooning zijner diensten, door de Porte tot Gouver. van dat eiland is benoemd. Bij de uitvaardiging van den Firman hadden groote plegiigheden plaats: de militie hield groote parade, die door de bur. gerlijke en militaire Autoriteiten en de Consuls der Europesche Mogendheden werd bijgewoond. PORTUGAL. Den a Januarij heeft Hare Maj. de Koningin de Cortes geopend, met de volgende aanspraak; „Mijne Heeren! Gedurende den korten tjjddie er tusschen het sluiten van de laatste buitengewone zitung en den dagwaarop gijvolgens de grondwet der monarchieandermaal zijt bij eengeroepen, verloopen is. heeft eene onverwachte en ernstige staatkundige gebeurtenis mijn Gouvernement in eenen toestand geplaatst, die meer dan ooit de bijeenroeping der nationale vertegenwoordigers vordert, in wier vaderlandsliefde en wjjshtid beide» ik en mjjnt Ministers het volste vertrouwen stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1841 | | pagina 2