den. In de tweede zitting is het adres wederom voorgelezen, met de wijzi gingen, die daarin, ten gevolge der raadplegingen in de afdeelingen, waren gebragt. Het ontwerp is daarna in beraadslaging gebragt, en, nadat slechts een lid er het Woord over gevoerd had, aangenomen met eene meerderheid van 46 stemmen regvn slechts ééne. Het werd daarop aan de Eerste Ka mer verzonden. Nog heef: in deze laatste zitting, de heer van Rappari het voorstel ge daan, om eene Commissie van vijf leden te benoemen, welke zich met het opstellen van een nieuw reglement van orde voor de Kamers zou bezig hou. den. Aan het hoofd daarvan zou de voorzitter der Kamer geplaatst worden, terwijl haar griffier aan deze Commissie zijne medewerking zou verleenen. Allereerst ontstond de vraag, of dat voorstel ook in de afdeelingen diende te worden overwogen j welke vraag, in omvrage gebragt zijnde, met eene meerderheid van 35 tégen 12 leden ontkennend werd beantwoord. Mitsdien benoemde de voorzitter de gemelde Commissie en werd dezelve zamenge ateld uit de heeren: van RappardLuzae, van ikerlakenSnouck Hurgronje en Star Busman. Aan deze Commissie werd ook in het bijzonder opgedra gen, om bij de volbrenging van den haar opgedragen last, ook zorg te dra gen voor het vaststellen van een rooster, wiarnaar de leden der Kamer, die uit het Hertogdom Limburg afgevaardigd zijn, zullen moeten aftreden. Is ontvangen eene missive van de Eerste Kamer, houdende berigt, dat zij Zich met het ontwerp van adres heeft vereenigd. Aangenomen voor kennisgeving. De Commissie der Kamer, welke belast geworden is, om, gezamenlult met die der Eerste Kamer, het adres den Koning aan te bieden, heeft, bij monde van den heer de Jonge, haar verslag uitgebragt. De Deputatie der Staten-Generaal iS op de gewone wijze bij Zijne Maj. ontvangen en uitgeleid. Na voorlezing van het adres, heeft Zijne Maj. daarop geantwoord: „Dat Zijne Maj. de gevoelens waardeerde, welke door de Staten-Generaal jegens "zijnen Vader, jegens Hem en Zijn Huis in dit adres zijn ontboezemd, qn "de Commissie verzocht aan derzelver medeleden de verzekering over te "brengen, dat het Zijn ernstig pogen zijn zal, om het grondwettig gemeen "overleg op wederkcerig vertrouwen gevestigd te zién, hetwelk Zijne Maj. "beschouwde als het eerste en zekerste middel, om, met de hulp der Voor. "zienigheid, onze véreenigde pogingen, tot bevordertng en bestendiging van "Nederlands geluk en welvaart goede vruchten te doen dragen. Uwe mede. "werking, Mijne Heeren, aldus eindigde de Koning, roep Ik daartoe bij "deze gelegenheid in het bijzonder in." De Voorzitter bedankte de Commissie voor de door haar volbragte taak. De vergadering wordt tot nadere bijeenroeping geschieden. Aanstaanden Maandag zullen de afdeelingen der Kamer een aanvang maken met het onderzoek van de ontwerpen der financiële wetten, die aan de Kamers voorgedragen zijn. Zijne Maj. heeft dezer dagen dq heer F. L. Huygens benoemd tot leeraar der ade klasse in het handteekenen bij de Koninglijke Militaire Akademie te Bredaen voorts denzelven eervol ontslagen als litographisch teekenaar en drukker bij dezelve Akademie. Men verneemt, dat de Generaal der artillerie List is benoemd tot DL fecteur-Generaal van oorlog. Gisteren avond heeft Hare Maj. de Koningin en H, K. H. Prinses Sophie, de voorstelling in den Koninglijken Nederdüitschen schouwburg met Hoogst, derzelver tegenwoordigheid vereerd. Zijne Maj. Koning Willem Frederik heeft Hoogstdeszelfs steeds geroemde mildadigheid wederom getoond aan de ongelukkige weduwen en weezen te Scheveningenwier dierbaarste betrekkingen onlangs onder den Engelschen wal verongelukt zijn. Zijne Maj. heeft aan de Commissie, die zich in dat zeedorp met het liefdadig doel," om liefdegaven in te zamelen, gevestigd heeft, eene gift van drie honderd gulden doen toekomen. Ook heeft Zijne Maj. de .schepelingen A. van der Toorn, J. Bal en C. Spaans, die bij de gemelde gelegenheid wonderdadig zijn gered, daarbij alles hebben verloren, met gratificatiën begunstigd. HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Oranje hebben evenzeer een offer van milddadigheidten behoeve van de genoemde weduwen en weezen gebragt en eene gift van twee honderd gulden aan de gezegde Commissie doen geworden. Wij kunnen niet nalaten, bij deze gelegenheid, deze ongelukkige Scheve, liingsche ingezetenen, aan de bekende liefdadigheid onzer landgenooten, ten zeerste aan te bevelen. Pan den tsten November. Zijne Maj. Koning Willem Frederik wordt he. den middag van het Loo in deze Residentie terug verwacht. Z. K. H. Prins Hendrik is bereids gisteren avond van dat lustslot alhier aangekomen. Heden is het 2de bataljon jagers, onder bevel van den Luitenant-Co. lonel Rochel, komende van Breda, deze Residentie binnen gemarcheerd, om alhier gedurende een jaar garnizoen te houden. In onze vorige maakten wij melding van het verongelukken van een Pruissiscb schip voor Zandvoort den ïösten dezer; thans wordt daaromtrent het volgende berigt medegedeeld: In den voormiddag van dien dag, tusschen 9 en 10 ure, strandde het brik. schip Emanuel, Kapitein C. W. Raupertkomende met ballast van Paim- boeuf en gedestineerd naar Angermunde bij Stettin. Het schip lag buiten de tweede bank met den voorsteven naar het dorp. De reddingboot der Noord en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij, onder bestuur van den plaatse, lijken bestuurder Cornctis van der Werf, gevoerd door negen bootelingen, bereikte het gestrande achip, en reeds waren van voren van het schip, langs den boegspriet, in de boot zes personen der equipaadje afgeleden, toen de reddingboot, in de branding waarin zij lag, door een golf werd omgesmeten en het onderste boven gekeerd. De vijftien personen vielen uit de boot, waaruit onder de reddingmiddelen tevens een lijn viel met een anker of dreg, die de omgeslagen boot aan den grond vasthield. De personen, die uit de boot gevallen waren, klemden zich vast op de kiel of den rug van de om. gekeerde boot, doch drie personen, tot de equipaadje beboerendeverdwe nen vervolgens en werden verzwolgen door de zee. Van de negen bootelin gen der reddingboot, die allen met scaphanders voorzien waren, beklom een het schip en de andere acht begaven zich zwemmende naar het strand, ter wijl de overige drie manschappen der equipaadje, waaronder de Kapitein, op den rug der omgekeerde boot bleven zitten. Men zond den bootelingendie uitgeput van krachten waren, twaalf lieden te gemoet, om hen al zwem. mende op te vangen; dezelve kwamen met de acht bootelingen,die op hunne scaphanders dreven, terug; doch een der zwemmenden van de twaalf kwam deinftte afgemat en schier bezweken aan strand, dat hij met een nabflzijtide wagen dadelijk naar het dorp moest worden gebragt. Het plaatselijke Bestuur zond een man te paard naar Noordwijk, om de aldaar geplaatste reddingboot ter hulp te vragen. Men beproefde inmiddels ook, om een man te paard naar de omgekeerde boot te doen zwemmen; doch deze kon door de verbolgen zee dezelve niet bereiken. Ten tweeden male bestond een jongeling. Evert Draijer geheeten, om nog eens met een paard den togt te doen; hij reed goed door de zee en was reeds digt bij de boot genaderd, om een lijn, toe te werpen aan de zich daarop bevindende personen, toen eene hooge baar hem van het paard afsloeg en in zee wierp. Gelukkig had men van het strand eene iijn, omzijn lijf geslagen, vastgehouden, waarmede men hem weder door de zee terug naar het strand vierde. Vóór dat de Noordwijksche boot nog was aangekomen, boden de beamb ten der strandvondetij hunne kleine boot aan, waarin zich zeven man, met scaphanders voorzien, begaven, die het geluk hadden,, van de omgekeerde boot, den Kapitein en een matroos over te nemen, terwijl de dérde persoon of matroos me: beleid en overleg zwemmende op het strand aankwam, Intusschen bleven nog op het schip drie personen der equipaadje, de stuur, man, de kok en een matroos, benevens een van de bootelingen; en de om- ■geslagen reddingboot, die door het breken van de lijn aan het anker of dreg thans van die lijn werd weggeslagen, kwam op een verren afstand aan het sttand aandrijven. Deze boot werd toen Weder vlot gemaakt en de zevert personen, die met de kleine boot van de beambten der strandvonders den tweeden togt gedaan hadden, met een der bootelingen van den eersten togt, poogden weder door de zee naar het schip te roeijen doch konden niet na genoeg aan het schip komen, maar moesten, vol water geraakt, terug. De reddingboot van Noordwijk-aan-Zee konde, volgens het oordeel der booteL lingen, dóOr de hooge zee het schip niet bereiken. De zee door den vloed geklommen zijnde, zoodat de vischschuiten in vloc waier konden komen, begaven zich twee schuiten naar het wrak, waarvari slechts een hetzelve bereikte, die de overige vier personen gered heeft, terf wijl de andere scnuit er niet in had kunnen slagen om het schip nabij te komen.' Zelden voorzeker zijn zoo vele pogingen tot redding achter elkander aan gewend en het is daarom zeer te betreuren, dat er drie manschappen der equipaadje een prooi der golven zijn geworden; maar ook tegen alle bestaande vouroordeelen aan, is het nut der scaphanders zoo auidclijk gebleken, dat het te wenschen zjj, dat dezelve bij elke redding door de bootelingen wor den aangetrokken, als een behoedmiddel voor hun eigen leven. Velen der bootelingen zouden hunne onbeschrijfelijken moed en volharding en de daar. door uitgeputte krachten, met eene zware ongesteldheid hebben moeten boeten, indien niet aan deze de vereischte genees- en heelkundige hulp ware toegediend, waardoor de gevolgen zijn voorgekomen. Uit Amsterdam meldt men van den 31 October* Wij vernemen, dat hier ter stede een corps wordt opgerlgt, uit de def. tigste ingezetenen bestaande, hetwelk voornemens zoude zijn bij de aanstaande huldiging des Konings, Z. M. te gemoet te rijden en plegtig in te halen. Zonder eene bepaalde militaire uniform aan te nemen, zal men echter in de kleeding en in het optuigen der paarden, enz., zooveel mogelijk gelijkvor. migheid in acht nemen. De heer van den Broek, Consul der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, zoude tot chef van het corps verkozen zijn. In den avond van den dag der inhuldiging zullen van stadswege verschei, dene eerepoorten geplaatst en geïllumineerd worden. Uit Groningen meldt men van den 2<S October, dat de Procureur- Generaal, alsmede de veroordeelden E. Meerter en J. H. Bolt, zich tegen het arrest van het Provinciial Geregtshof van den rnsten dezer hebben voor. zien in cassatie. Er is den 29Sten October te Eindhoven brand ontstaan, die echter, door gepaste aangewende middelen, niet veel schade aangebragt heeft, daar slechts een huis, door drie gezinnen bewoond wordende, is afgebrand. O O S T - I N D I E. Van Batavia wordt van den 18 Julij gemeld.- Eergisteren morgen is Mevrouw de Douairière de Eerent en famillie aan boord van het Nederlandsche schip India, Kapitein Kent, naar het Vaderland vertrokken. Een aantal dames en heeren hebben Haar Hoogwelgeboren uit. geleide gedaan. Bij bet wederzijdsch hartelijk afscheid, betuigde Haar Hoog. welgeboren zeer ontroerd hare erkentelijkheid aan zoo velen, die in baar lot een hartelijk deel hadden genomen, met verzekering dat zij Java, bij de herinnering v:n zoo vele aldaar ondervonden gelukkige en smartvolle oogen. blikken, nimmer zou vergeten, en dat zij voortdurend zou bljjven gedenken aan een lanu, hetwelk voor haar dierbaar geworden is, ook dewijl het de Voorzienigheid behaagd heeft, hetzelve te bestemmen tot rustplaats van haren diep betreurden echtgenoot. Door Zijne Exc. den Gouverneur-Generaal ad interim zijn eenige be« noemingen gedaan. T U R K Y E. Men schrijft in de laatste berigten uit Konstantinopel, dat, zoodra aldaar I het tractaat van 15 Julij 1. I. bekend is geworden, tusschen de Gezanten van Engeland en Rusland de vraag gerezen is, of heccractaatvan Unkiar Skclessi, vóór eenige jaren tusschen Rusland en Turkije gesloten, waarbij aan Rus land alleen vergunning verleend werd om den Bosporus met oorlogschepen door te varen, en welk tractaat met 8 Julij 1841 eindigen moet, dan weder om zou vernieuwd worden. De Russische Gezant te Konstantinopel zou verklaard hebben, dat, na daarover gevoerde onderhandelingen, zijne Rege. ring van de hernieuwing van genoemd tractaat afziet, daar zij de vraag over het doorvaren des Bosporus doot het tractaat van 15 Julij I. 1. genoeg be. slist acht. De Porte heeft met behulp van Engeland eene geldleening gesloten, hetwelk noodzakelijk werd wegens de aanhoudende en groote toerustingen teu oorlog. Men wil weten, dat de Porte zelve het door haar genomen besluit omtrent de afzetting van Mehemed-Ali als te overijld beschouwd heeft en daarom thans heeft afgekondigd, dat hetzelve niet als onherroepelijk moest beschouwd worden, wanneer de onder-Koning den wég van genade inslaan en om vergiffenis vragen wilde. Een berigt den 5 October te Alexandrie aangebragt, meldt, dat 20,000 Maroniten de wapenen hadden opgevat. Ibrahim had zich aan de spits der Drttsen gesteld, om tegen hen op te marcheren. Allen, welke zich aan hem aansluiten, verkrijgen de schriftelijke verzekering, dat zjj en hunne familien vrij van belasting zullen zijn. PORTUGAL. Lissabon den 19 October. De berigten van deze dagteekening melden, dat H. M. de Koningin uic het kraambed zoo goed als hersteld is. De Senaat had de wet op de buitenlandsche leeningen en de betaling der achterstallige interessen aangenomen; voornoemde wet bevatte de grondsla. gen, waarop het Gouvernement gemagtigd is met de buitenlandsche schuld, houders onderhandelingen aan te gaan. Dezelve bevat 5 artikels, in welke onder anderen bepaald wordt, dat er nieuwe voorstellingen aan de wetge. ving moeten gedaan worden, ten aanzien der coupons vervallen 31 Mei en 30 Junij I. I., indien dezelve niet in de te sluiten overeenkomst begrepen zijn. Lr was een ander plan bij de Cortes in overweging, hetwelk de strekking had om de verkoop der nationale goederen beter te regelen, daar dezelve veel minder, dan de beraming opbragten. Volgens de eerste schatting na. meniijk zouden zij 7,000,000 st. hebben moeten opleveren, doch thans is in 7 jaren daarvoor niet meer dan 350,000 st. ontvangen. SPANJE. Uit Madrid wordt van den 20 October gemeld, dat aldaar een decreet door de Junta was uitgevaardigd, volgens hetwelk de in de hoofdsteden der provinciën gevormde Junta's als hulpvereenigingen voor het bewind zuliea bijeen blijven, tot dat omtrent dezelve een ander besluit zal genomen zijn. De junta's in de overige deelen van het Koningrijk worden afgeschaft en de gewone Overheden zullen aldaar weder in hunne functien treden. In den avond van den 2nsten zijn de heeren. Hertog de la Victoria, Cortina, Chacon en Gamboaleden van het nieuwe Ministerie, te Madrid aangekomenreeds in den morgen van dien dag waren de diplomatieke per* sonen voor het grootste gedeelte te Madrid wedergekeerd. Den 27Sten zou

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2