gezucht 111 verbetering en uitbreiding ran tie bestaande belastingen en in vèrliooging van Opcenten. Men heeft bij deze verbetering ven ecnigc middelen het oog geslagen op de accijns op de suiker, waarbij Znrnvuldig_ zijn in acht genomen de verschillende èn belangrijke takken van Volkswelvaartwelke daarmede in verband staan; voorts vermindering der vergoeding van regteu uit de wet omtrent den landbouw vootivloeijende en eene verbetering en uitbreiding ten aanzien van de regten van in-, uit en doorvoer op sommige goederen, alles volgens binnen weinige dagen, voor te stellen wettelijke bepalingen, én later nog verbetei'ihg van het lhiddel van liet personeelwelke echter minder tot vèrliooging van opürertgst zal leiden dan wel tot vereenvoudiging én tot eene betere verdeeiiug, ten einde hetgeen deze belasting te drukkend voor de middenstand en de lagere volksklasse inogc zijn, op de meer vermogeiiden in den lande over te brengen, binnen de billijke grenzen waarin alle belastingen moeten beperkt blijven; te weten, dat zij liet gebruik or genot waarop zij gevestigd zijn niet verminderen. In de voordragt, nopens de middelen, wordt voorgesteld te leggen: 18 opcenten Op de grondbelasting, waaronder dé twee, welke tot dus verre voor dé gemeenten werden betaald; 20 op bet personeel; 15 op de patenten; 35 op de suiker, den wijl)het binnen- en buitenlanasclie gedisteleerd benevens cp liet collectief zegeldaartoe behoorende en op de vervoeibiljetten voor alle de accijnsen 25 op het geslagt, het zout, de zeep, de bieren en azijncn, den turf en de steenkolen; 15 op den turf, onder vermindering van de plaatselijke belastingwaar die bestaan, in evenredigheid van 10 op liet gemaal onder vermindering van een gelijk getal gemeente opcenten van dezen accijns, waar die bestaan; 25 opcenten op de regcstralie, liet zegel en de successie, alsmede op de griffie en liypo- theek-regten. Onder de middelen komen nog voorliet overschot der middelen over 1839 en 1840, 850,000; 1,400,000 uit hetgeen door België op de rentebetaling der Nationale Schuld van 1839 is voldaan; en 3,400,000, als vermoedelijk batig slot van de koloniale administratie hier te lande, beschikbaar ten behoeve van het Moederland. Hier uit blijkt aizoodat op de grondbelasting 10 nieuwe opcenten gelegd zijnhet personeel 15; patent 10; suiker wijn, binnen- en buitenlandse!) gedisteleerd 10; zout, zeep,bieren en azijuen en de steenkolen 20, gemaal en turf 10, registratie, hypotheek en griffie 15. Voor het geslacht is gcene verhooging voorgesteld. Op de directe belastingen blijven de opcenten beneden hetgeen zij eenmaal vroeger waren. Te zamen trekkende bedraagt liet gcheele beloop der belastingen met de opcenten 52,000,000. Ten bewijze dat die som de krachten der Natie niet te boven gaat, herinnert Zijne l'ixc. hetgeen door Gogelop 20 Junij 1805 gezegd werd die namelijk 50 li 51 milliocnen niet te hoog beschouwde. Zijne F.xc. vermeende dan ook op zijne beurt dat bij den bloei van handel en scheeps vaartbij den welstand van de meeste takken van Volkswelvaart, bij den vooruitgang der nijverheid en bij de vermeerderde bevolking, 52 milliocnen niet kunnen geacht wor den, de krachten der Natie te boven te gaan. Het komt er slechts op aan, dat de be lastingen billijk verdeeld zijn, gelijkmatig dragen, er zonder noodelooze oinslagtigheid maar met klein geind worden, in deze opzigten kunnen de thans bestaande misschien te wenschen overlaten; dezelven te herzien om ze aan de vereischten te doen beantwoorden, vereenvoudiging in te voeren, voor zoo verre die met de noodige zekerheid vereenigbaar zijn, en misbruiken uit te roeijenwelke mogen bestaan, dit alles zal des Ministers ernstige zorg kunnen uitmaken, zoodra hij gelukkig genoeg mogt zijn, door het aanne men dezer voordragten, den geregelde» gang van zaken verzekerd te zien. Nog blijkt uit des Ministers aanspraak, dat Zijne Maj. Koning IVÏllcm Fredcrïk uit Hnogstdeszelfs eigene middelen 190,000 zal bijdragen, ter voorziening in het verlies, dat de Schatkist, ten gevolge van de Troonsverwisselinggeleden heeft, vermits daar door Z. K. H. Prins Frederik in liet genot van dc opbrengst der domeinen is gesteld. Tc zamen vereenigdleveren de middelenbij ramingeen bedrag op van 63,179,070. 265en aizoo met ƒ29.415 94 de uitgaven overtreffendeonbegrepen de som van ƒ500,000 voor onvoorziene uitgaven. Alle de wetsontwerpen, met de overgelegde stukken, zijn, ter overweging, aan de al'dcelingen verzonden. De vergadering is tot nadere bijeenroeping gescheiden. Van den listen October. Heden heeft zich eene Deputatie van leden der beide Kamers van de Staten-Generaal naar den Koning begeven en heeft, namens dezelve, Hoogstdenzelven aangeboden het volgende Adresin ant- woord op de Aanspraak, waarmede Z. M. de tegenwoordige zitting der Staten-Generaal neeft geopend. „Sire! Met gemengde aandoeningen treden voor het eerst de vertegen* woordigers van het Nederlandsche volk voor den Troon van U. M. Treffend is voor hen de herdenking aan een' Koning, wien zij, gedurende eene reeks van jaren, telkens hunne eerbiedige hulde hebben toegebragt; treffend niet minder het tegenwoordige oogenblikwaarop zij die komen aanbieden aan zijnen waardigen Zoon en opvolger, aan wiens moed, beleid en trouw bet Vaderland reeds zoo veel is verschuldigd. „Nederland, door Staats-omwentelingen geschokt, door rampen geteisterd, door vreerode overheersching aan den rand des verderfs gebragt, hsd zich aan eenen Vorst innig verbonden, dien hec, met voorvaderlijke herinneringen bezieldin de ure des gevaars ter redding bad ingeroepenaan wieh het zich geheel had toevertrouwdonder wiens bestuur zoo vele vroegere won den zijn geheeld, zoo vele nieuwe bronnen van welvaart zijn geopend, „Met dankbaarheid op die weldaden terugziende, eerbiedigen wij de rede» ren, welke rust hebben doen verlangen door Hem, die zoo vele jaren zjjni levens, onder aanhoudende werkzaamheden eii zorgen, aan hec heil des Vaderlands heeft gewijd. „Onze blikken zijn thans op Uwe Maj. gevestigd', aan wien wij Je be* vordering van dat heil ernstig, doch ook vertrouwend aanbevelen. Neder land was van ouds aan het Doorluchtig Huis van Oranje gehechten verblijdt 2icli over de geboorte van een nieuwen Telg uit hetzelve. Wij hopen dat hij, opgevoed in liefde voor hec Vaderland en eerbied voor de grondwet, in toekomstige tijden het Vorstelijk geslacht tot sieraad, en Nederland tot heil zal verstrekken. „Op Uwer Majesteits Huis ruste steeds des Hemels ruimste zegen; Haogsc- deszelfs pogingen voor het geluk des volks worde met den besten uitslag in lengte van dagen bekroond. In dezen hartgrondigen wenschSire, vereenigt zich voorzeker geheel Nederland. „Te regt beschouwt U. M. de getrouwe handhaving der grondwet, waar aan HoogStdezelve zich van den aanvang zijner Regering verbonden verklaar de, als het eerste middel om die pogingen te doen gelukken. Bij deze handhaving mag Uwe Maj. veilig, zoowel op de liefde des volks rekenen, als op den stem van ons, die het vertegenwoordigen, en die mee Uwe Maj. slechts één belang en één doel op het oog hebben. Met verlangen zien wij hec reeds aangekondigde tijdstip te gemoet van Uwer Majesteits inhuldiging als'Nederlands wettigen Koning. De eeden, bij die plegtigg'gelegenheid volgens de grondwet af te leggen, zullen aan geheel het Nederlandsche volk tot waarborg verstrekken, dat van die heilige overeenkomst nimmer afgewe. ken zal worden. „Wij verheugen ons inmiddels over Uwer Majesteits gezindheid tot verdere aankweeking en versterking der bestaande vriendschappelijke betrekkingen met de vreemde Mogendheden, waarbq Nederland zoo groot belang hééft; wij wenschen dat de reeds tot stand gebragte of nog te sluiten tractaten heil zame vruchten voor handel, nijverheid en scheepvaart zullen dragen. Aangenaam ware het ons geweest, de onderhandeliugen met het naburige Belgie, tot overdragt van het op dat Rijk rustende gedeelre der itjhiild ten einde gebragt té zien. De spoedige afdoening daarvan, door regt en billijk, beid gelijkelijk gevorderd, en met welke U. M. zich vleit, roepen wij met al onze wenschen in. „Onze binnenlandsche aangelegenheden staan in het naauwste verband met de veranderingen en bijvoegingen, onlangs in de grondwet gemaakt, jjfij vleijen ons, dat dé maatregelen geschikt om deze in werking te brengen, eerlang geheel zullen zijn daargesteld, en dat aan ons tevens die wettelijke bepalingen ter overweging zullen worden aangebodeD, Welke tot volledige uitvoering der grondwet als nog ontbreken. „Het zal ons steeds tot genoegen verstrekken, te vernemen, dat 's Rijks zee- en landmagt zich in eenen voldoenden staat bevindt. Gaarne doen wij hulde aan de dapperheid deT krijgsmagt, welke het Nederlandsche gezag op Sumatra voordurend bevestigt. „Dankbaar erkennen wij den gunstigen-staat van verschillende takken van Nijverheid en Volkswelvaart, en den voorspoed onzer Oost-Indische Bezit tingen. Wij mogen vertrouwen, dat ruime bijdrage uit dezelve, steeds in haar geheel ten dienste van het Moederland aangewend, onze geldelijke be- hoeften zullen helpen vervullen. „Het openbaar onderwijs is grondwettig een aanhoudend voorwerp van de zorgen der Regering, en gewenscht zijn voorzeker alle wezenlijke verbeterin gen, welke daarin, na bedaarde overweging, nog kunnfcn gemaakt worden.^ „De geregelde werking der nieuwe Nederlandsche wetgeving Is eene wel. daad voor de Natie. Wij durven verwachten, dat de volledige vaststelling van het wetboek van strafregt, en eene gepaste vervanging der nog altijd werkende vreemde verordeningen, ons eindelijk eene geheele Nationale Wet. gevihg zullen schenken. Mogt ook weldra hec oogenblik geboren worden^ dat onze krijgswetten eene zoo lang gtwenschte Herziening zullen dndergaan. Allergewigtigsc achten wij de wededeellngons door Uwe Maj. omtrenc 's Lands finaticiën gedaan. Wij erkennen met Uwe Maj., dat verschillend* omstandigheden in de laatste jaren op onze geldmiddelen eenen zeer nadee- ligen invloed uitoefenden. Het vooruitzigt der noodzakelijkheid van voor zieningen, cot dekking van een te kort; vervult 0U1 mee leedwezen, doch wij vleijen ons, dac de Regering van Uwe Maj. zich zal kenmerken door wezennjke bezuiniging, vereenvoudiging en orde, en door volkomen open. biaiheid van 's Landa geldelijke aangelegenheden. Dan eerat zal een gemeen schappelijk overleg inden waren zin der grondwet, aanmerkelijke verbeceringeh daarin te weeg kunnen brengen. Wij zullen dan ook de toegezegde Volle dige openingen omtrent den toestand der financiën, de voorstellen daarmede in verband staande, ter regeling der Staatsbegrooting,- ter opheffing van fiec Amortisatie-Syndicaat, ter verbetering van wetten op de middelen, met de meeste belangstelling ontvangen, en met de meeste zorg overwegen. Den wensch voegen wq bier eerbieaig bijdac eene doelmatige wet op de Alge- meene Rekenkamer spoedig die vergadering in staat stelleom aan hare grondwettelijke bestemming te beantwoorden. „Wij gevoelen met Uwe Maj. al hét gewigc der tegenwoordige zitting. In dezelve toch zal men, na de plegcige Inhuldiging van Uwe Maj.met gemeen overleg werkzaam moeten zijn, ten aanzien van zoo vele en hoogst aange- legene onderwerpen, met het welzijn des Vaderlands innig verbonden. Door. drongen van het besef onzer hooge roeping, met echte Vaderlandsliefde be. zield, zullen wij mee gemacigdheid en standvastigheid, onder eerbiedig op. zien tot den Allerhoogste, crachtee mede te wecken tot bevordering en bestendiging van Nedetlands geluk en welvaart." Z. K. H. Prins Hendrik is den s/sten dezer, ni eene afwezigheid van li maanden, te's Gravenhage teruggekeerd en den 39sten naar het Loo vertrokken. Hare Maj. de Koningin zou van haren broeder" den Keizer van Rusland, eene Russische lijfwacht ten geschenke Ontvangen, welke op kos. ten van den Keizer zou onderhouden worden. Z. K. H. Prins Frtierik ii Zondag reeds vin het Loo op het huis ie Paauvt teruggekeerd. De buiten, gewone Fransche Gezanc Graaf Serurier heeft aan den Koning brieven van gelukwenscbing namens zijn Hof overhandigd. De verkoop van het Eije'r. land, bij den afslag op €54,490 gebragt, is niet gegund, maar zijn de lan. derljen en bezittingen onuer de deelhebber verdeeld. Op het tweetal ter vervulling van het professoraac in de Ooscersche Letteren te Groningen zijn geplaatst de Hoogleeraar Juinbei te Franeker en de Doopsgezinde Predikant te Groningen, van Gilse. De Burgemeester van Pouderoijen, D. IV. van Dam, door het Provinciaal Hof van Gelderland veroordeeld wegens misbruik van magt, is door den Hoogen Raad geheel Vrijgesproken. Voor Egmond' is een Pruissisch schip gestrand en door het omslaan van de reddingsboot drie man der equipage van het schip verdronken. Bij een besluit vatt' den Koning der Franschen is de bijeenkomst van de Kamers van den sSsten dezer op den 4 November aanstaande verschoven. De heer Cuixot, Ge zant te Londen, is te Parijs aangekomen. Hem zou hec dtirsteüen van een nieuw Ministerie worden opgedragen. De effecten waren aan de beurs te Amsterdam den a8sten dezersjpCc. 49i96> S pCt. 951». Kansb. 22JHand.-Maacsch. 158}. Sp. Ardoins 17,V, Coup. Ard. 14I. Commissarissen der Leydsche Muzijkschool berlgten, dat tot den %ien November aanstaande Nieuwe Kweekelingen zullen worden aangenomen bij den Ondergeceekende, zoo wel voor het InstrumentaalPianoFiool, VioloncelGuitaarFluit, Clarinet,- HoornFagot e;i Trompetals voor de Zang. F. J. DOZY. Getrouwd, Leyden den 39 October 1840; P. Ji TRAVAGLINO, Van Haarlem, H. J. Pi HEMELRIJK. Heden verloste voorspoedig van een' welgeschapen' ZOON A. H. BRONKHUYZE, geliefde Echtgenoot van Leyden, 36 October 1840. A. B. BARKEY Nz. Gevoelig voor de menigvuldige blijken van deelneming en vriend, schap, bij het afsterven van mijne tedergeliefde Echtgenoote van Vrienden en Bekenden ontvangen, betüigc de Ondergeceekende langs dezen weg, zij. nen hartetiiken dank, wenschende zijlieden steeds voor zulke verliezen mo gen bewaard blijven. Leiden den s8 October 1840. A. S A R O. N I. Gevoelig voor de bewijzen van deelneming, betoond Bij het overlij. den van onzen waarden Vader en Schoon-Broeder PIETER ENGELBREGT, betuigen wii daarvoor onzen welmenendén dank. Leyden H. ENGELBREGT, 39 October 1840. Mede uit naam van de verdere Kin deren en Scbaon-Zuster. Voor de menigvuldige bewijzen van deelneming, mij betoond bij het overlijden mijner geliefde Echtgenoote JOHANNA ELIZABETH SCHMIER, betuig ik langs dezen thans gebruikeljjken weg, mijnen hartelijken dank aan Vrienden en Betrekkingen. Leyden, 30 Otcobér 1840. H. L. VÉRVORRT. DILIG EN CE DIENST. De Ondergeteekende heeft de eer het geëerde Publiek re verwittigen, dit het BUREAU der DILIGENCE, hetwelk thans geplaatit is in de Oude Doelen, op het Tournooiveld te 'sHage, met den isten November aanstaan den zal verplaats worden in het Witte Hert, in de Heeréscraat, en vin daar even als vroeger des avonds ten achc uren nssr Leyden vertrekken; mjj in de voortdurende gunst van het Publiek aanbevelende. M. J. LECLERQ COMP. MejufVr. MAUBACH, geboren HEYNE, berigt de Dames, dat zij met de WINTER-MODES uit Parijs is teruggekomen, en gedu rende het Wintersaizoen zal men alle acht dagen Nieuwe Modellen kunnen beltomen. G. W. WESSELING en Jj WÉSSELING Hz., zullen op Woensdag den 4den November 1840, des voormiddags ten half elf ure en des namiddags ten vier ure precies, te Amsterdam, in de Witte Ztiaan, op den Nieuwendjjk, presenteeren te Verkoopen; Eene extra mooije nieuw aargeltbmene Partij Riga MASTEN en MOLENROEDEN, van diverse lengte en dikte. Spieren en Bootsmasten, Riga en Dantziger Balken, Riga Sparhouten, diverse soor. ten Azijnestokken en andere HOUTWAREN. Liggende als bij Notitiën wordt aangewezen, die aan hec Kancoor van BONTEKONING en AUKES te verkrijgen zijn. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, te Leyden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2