A0. 1840.
LETDSGHE
's; E
C O U It A N
WOENSDAG,
/v> N-iX
/Tv ST IPOSS nV
ct -**-% -V- v-*
ik ;«i
- tTV /A"!/
28 OCTOBER.
NËÖÈRLANDEN.
Let dun, ?7 October.
Men meldt nit's Gravenhage van den afisten dezer:
Naar men verneemt, zal Zijne Maj. eerlang eene openbare audiëntie ver
leenen voor degenen, aie niet aan het Hof des Rollings gepresenteerd zijr.
Gisteren heeft, bi] het uitgaan der Kloosterkerkeene aandoenlijke
gebeurtenis plaats gehad. Een burgerman van goed voorkomen, met twee
kleine meisjes, in rouwgewaad gekleed, deden een' voetval voor den Ko
ring, de kinderen uitroepende: Genade voor mijnen Fader, lieve Koning!
Zijne Maj. overstelpt Van aandoening, nam de welgekleede kinderen bij de
hand en begeleidde dezelve naar zijn Paleis, alwaar men van de straatzijde
opmerkte, dat zjj, zoo wel als de oude heer, boven in de appartementen
van de Koningin, door den Koning werden gebragt. Alle toeschouwers wer.
den door dit gebeurde zeer getroffen.
Naar men verneemt, is de plegtige bediening van den Heiligen Doop
tan den jong geboren Erfprins van Oranje, welke op den 28sten dezer zou
plaats hebben, acht dagen uitgesteld, en thans bepaald op Woensdag den
4den November aanstaande.
De komst van Zijne Maj. Koning Willem Frederik in deze Residentie
is, naar men verneemt, voorloopig weder uitgesteld.
Ten gevolge der troonsbeklimming van Zijne Maj. Willem II zal, naar
inen verneemt, het stempelwerk voor de gouden en zilveren muntspeciën bij
de Rijks munt te Utrechc worden vernieuwd, en de nieuwe munt voortaan
vin HoogstdeS2elfs beeldtenis worden voorzien,
Bij besluit van Zijne Maj., van den listen dezer, worden de corvee
jlrgo en de brik de Courier, beide liggende te Willemsoord, zoo mede het
stoomschip Hecla, liggende te Rotterdam, bestemd voor Oost-Indië; de
twee eerstgemelde ter verhanging van het fregat de Rupel en de corvee Ne.
halenniaen het stoomschip ter versterking van de zeemagt aldaar. Voorts
wordt Zijner Majs. brik Fenus, liggende te Willemsoord, bestemd voor de
West-Indiën, ter vervanging van de brik de Gier. Eindelijk is door Zijne
Maj. bepaald, dat de bovengemelde schepen, reeds in de Oost- en West-
Indiën gestationeerd, zoo mede het fregat de Maai, hetwelk door het fregat
de Sambre zal vervangen worden, op de eerste order daartoe, zullen moeten
repatriëren.
Zijne Maj. heeft den heer H. G. Schlatter, op het daartoe door hem
gedane verzoek, eervol ontslagen als Luitenant-Colonel-Commandant van
het derde bataljon rustende schutterij in de provincie Utrecht, en zulks met
vergunning, om den uniform en de onderscheidings-teekenenaan gemelden
tang verboddenvoortdurend te blijven dragen, en hem wijders, als een
bewijs van Hoogstdeszelfs tevredenheid, wegens de door hem vroeger in
militaire en naderhand in schutterlijke en andere betrekkingen gedurende
een tijdvak van nagenoeg vijftig jaren, aau het Vaderland bewezene diensten,
benoemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw.
- Zijne Exc. de Secretaris van Staat, Baron van Doorn van Westkapelle
is sedert een paar dagen ongesteld, en heeft geene bijeenkomst van den Raad
van Ministers, gedurende die dagen gehouden, bijgewoond.
De centrale afdeeling van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is
heden vergaderd geweest over het ontwerp van adres, in antwoord op de
troonrede. Morgen of overmorgen zal de Kamer eene zitting met gesloten
deuren houden, waarin de centrale afdeeling haar verslag over dat ontwerp
zal uitbrengen en da beraadslagingen daarover waarschijnlijk onmiddellijk zul
len worden gehouden.
Men verzekert, dat de finantiëie ontwerpen in het tweede gedeelte der
aanstaande week aan de Kamers zullen worden voorgedragen, en dat Zijne
Exc. de Minister van Financiën daarbij eerte zeer belangrijke aanspraak hou.
den zal.
In een onzer dagbladen leest men, dat aan de leden van de Ttfeede
Kamer der Staten-Generaal eene ongeteekende nota was ingediend, tegen
de verkiezing van den heer van Tujll door de Staten van Noord-Braband.
Voornoemde heer had wegens ongesteldheid nog geene zitting genomen.
Men verzekert, dat men zich bij de Regering bezig houdt met het op
stellen van een wets-ontwerp, ten aanzien van het aan den Staat toe te ken.
ren kopij-regt voor de officiële stukken, in het bijzonder voor too veel de
uit te vaardigen wetten en besluiten betreft. Na al hetgene er in den iaat-
iten tijd over dat onderwerp voorgevallen en ook geschreven is, wordt de
«inbieding van dat ontwerp.met belangstelling te gemoet gezien.
Naar men verneemtzoudenvan wege den Koningop grond van Hoogst,
deszelfs verlangen om zich meer bepaald toe te wijden aan de hooge belan
gen des Rijks, de hoofden der Ministeriële Departementen zijn aangeschreven
öm te onderzoeken en te berrgten, welke onderwerpen van beheer, na de
onlangs in de grondwet gebragte wijzigingen, zonder Zijner Majs. dadelijke
lusschenkomst, door de Ministers zouden kunnen worden afgedaan.
Bij Koninglijk besluit zijn de bestaande keuren op het haringfust, ver.
vat in de art. 7^4-79 van het reglement op de uitoefening der grooteofzout
haringvisscherij voor de provincie Holland, mede toepasselijk verklaard op
het gezouten vlsch-fnst in Zuid- en Noord-Holland, onder bepaling, dat
het daarvan nog voorhandene, alvorens gebruikt te mogen worden, aan de
keur onderworpen zal zijn.
Door Zijne Exc. den Minister van Financiën is aan alle feeders, boek
houders en gezaghebbers of schippers van de uit zee, en in het bijzonder
van de Nederlandsche koloniën in de havent van dit Rijk binnenvallende
schepen, herinnerd, dat laatstgemelden verpligt zijn, onmiddellijk bij hunne
aankomst, de aan boord zijnde brievenzakken of brievenkisten en brieven
malen en in het algemeen de correspondenties die hun ter overbrenging is
toebetroiiwd, ten spoedigste op het naastbijgelegen postkantoren te doen over.
handigen, tegen ontvangst van de premie daartoe staande; zullende op de
stipte nakoming van de hieromtrent bestaande verordeninge ook door 's Rijks
beambten ter inklaring worden gelet, en de nalatigen aan zichzelven de schade
te; wijten hebben, die uit een verzuim voor hen mogt vomtvloeijen.
Bij eene circulaire aanschrijving is aan de ambtenaren der registratie te
kennen gegeven, dat de acten, houdende benoemingen van executeuren,
onderhevig zijn aan een vast registratie-regt van a.40, voor testamenten
vastgesteld.
Men blijft verzekeren, dat het plan zou bestaan tot opheffing van de
Militaire Akademie te Breda.
De Hooge Raad heeft het beroep in cassatie van de drie Noord-Bra.
bandsche brandstichters, FersteegBroeks en Schampenverworpen, en dus
dg pyer ben uitgesproken doodstraf bekiiemigd.
Kan den ipsten October. De Tweede Kamer der Staten Generaal heefc
in hare zitting met gesloten deuren van heden, het ontwerp van adres, in
antwoord op de troonrede aangenomen en het aan de Eerste Kamer verzonden.
Morgen zal de Kanier eene zitting houden. Het is nog onzeker, of de
ontwerpen der financiële wetten alsdan bij de Kamer zullen inkomen.
Laatstieden Woensdag is aan den Hoek van Holland gestrand een dooda
Walvisch, lang 75 voeten, welke, haar het schijnt, reeds eenen geruimën
tijJ in zee gezwalkt had. Dezelve is voor 404 gulden verkocht.
Het Schip 1lida Maria, Kapt. J. Fotzes, met zout van Liverpool naar
Muiden, is, volgens een brief van Texel, van den 2ostendezer, dien nacht
acuter de Wester aldaar gestrand, en zal vermoedelijk met de lading weg
zijn; de epuipagie, benevens den Kapitein, vronw en kind, waren gered
en men was bezig, zoo veel mogelijk, van de meerendeels gekapte tuigaadje
te bergen.
Den 20sten dezer, des morgens ten 3 ure, is op de hoogte van Schou
wen, twee mijlen van den vuurtoren, totaal verongelukt de Groninger kof
Cornelius Star, Kapitein P. T. Kramer, geladen met zout, van Liverpool
naar Dordrecht bestemd. De equipagie, bestaande uit zeven man, is, uit
genomen den stuurman, genaamd L. Fisserdaarbij om het leven gekomen,
zijnde hij, des avonds ten 9 nre van denzelfden dag, na 18 uren in zee
rondgedwaald te hebben, op een stuk dek te Scharrendijke aan den wal
gedreven.
SPANJE.
De Generaal Espartero en de overige Ministers hebben het volgend verslag
aan de Junta te Madrid gezonden over hun wedervaren bij de gewezene
Koningin-Regentes Maria Christina
Wij hebben met den grootsten spoed de reis naar Valencia volbragt en
ons bij de Koningin vervoegd om onze zending te vervullen. Wij hadden
niet verwacht, dat de Koningin ons een programma zou hebben afgevraagd,
als van meening, dat dit duidelijk genoeg in den tegenwoordigen staat van
zaken en vooral in het Koninglijk bevelschrift geschreven stond. Wij hebben
echter zulk een programma moeten aanbieden. Wij stelden daarbij voor, dat
Hare Maj. een manifest openbaar maakte, waarbij zij, de verantwoordelijk,
heid van het veiledene op hare raadslieden werpende, plegtiglijk beloofde,
dat de staatsregeling in de toekomst geëerbiedigd en naauwgezet opgevolgd
zou worden, en dat in het nieuwe tijdperk, hetwelk voor Spanje aanvangt,
die staatsregeling hare natuurlijke en wettige gevolgen zou hebben zonder
door den noodlottigen invloed, hetzij van inboorlingen, hetzij van vreemde,
lingen, beperkt of verlamd te worden. Dit was, naar onze meening, de
eersce wezenlijke voorwaarde, en om aan Hare Maj. den weêrzin te bespa,
ren, dien zij tegen eene veronderstelling van misdadigheid in de mannen
nog zoo kort geleden met haar vertrouwen bekleed, mogt koesteren, schre.
ven wij in het ontwerp van manifest, hetwelk wij de eer hadden haar aan
te bieden, de rampzalige omstandigheden, die het land betreurt, aan mi-
tisteriële dwalingen toe. Wij rieden haar al verder a3n om de tegenwoor.
nige Cortes te ontbinden en nieuwe Kamers bijeen te roepen, na de ver
kiezing der provinciale deputatien, dit laatste, des noods, onder het op
zich nemen der verantwoordelijkheid, dat die verkiezingen binnen een korter
tijdsverloop plaats hadden, dan de staatsregeling voorschrijft. Wij vroe.
gen de schorsing van de wet omtrent de ayuntamientos tot aan hare herzie,
ning: daaromtrent beriepen wij ons op de ongrondwettigheid dier wet en
op de omstandigheid, dat geene harer bepalingen in werking kon komen
zonder de wet omtrent de provinciale deputatien, welke men nog niet eens
begonnen was in beraadslaging te brengen. Wij wilden de bekrachtiging van
de handelingen der Junta's, voor zoo ver die niet blijkbaar in strijd zijn met
de beginselen der regtvaardigheidhet behoud van de Junta's der hoofdste
den, tot aan de bijeenroeping der Cortes; weilte Junta's echter enkel her
karakter van raadgevende ligchamen, zonder de uitoefening van uitvoerend
gezag zonden hebben. Eindelijk het uitstellen tot de toekomstige zitting der
wetgeving van de aanhangige staatkundige vraagstukken, met name dat we.
gens het regemschap gevende wij aan Hare Maj. de verzekering, dat eene
verandering der op dat punt geopenbaarde denkwijze in den tusschentijd zou
kunnen plaats hebben, indien het bijeenkomen der Kamers aan de bevolking
Waarborgen gaf, gelijkende naar die, welke zij van mederegenten verwachtte.
Zoodanig waren, volgens ons, de vorderingen van het oogenblik, waaraan
men toegeven moest, om de omstandigheden te beheerschen en door, zoo
veel billijk was, aan de wenschen der natie toe te geven, de zaken tot
haren natuurlijken toestand terug te brengen. Nadat aan Hare Maj. door den
Minister van Binnehlandsche Zaken in onze tegenwoordigheid voorlezing van
het programma, waarin alle deze voorwaarden waren opgeteekend, gedaan
was, en geene daarvan door Hare Maj. was bestredenvroeg zij ons, om
den gebruikelijken eed af te leggen. Wij deden dit zonder tegenwerping,
daar wij genoegzame redenen meenden te hebben, dac onze voorgedragene
punten zouden worden aangenomen; maar hoe groot was onze verwonde
ring, te zien, dat de Koningin die allen aftvees, met uitzondering van de
ontbinding der Cortes; te hooren, dat zij haar vast besluit openbaarde, ora
van bet regentschap af te zien en voor eenigen tijd op reis te gaanWij
hebben vruchtelooze pogingen gedaan, om haar te overtuigen, dat er geene
enkele reden bestond om zulk eene partij ce kiezen, en dat de gevolgen
daarvan voor de natie, ja welligc voor de instellingen en voor den troon ver.
derfelijk zouden kunnen zijn. Niets heeft haar besluit kunnen noen verande-
ren. Zij zeide overtuigd te zijn, dac het welzijn der natie zoo iets vorderde;
zij beriep zich op den toestand van hare gezondheid, die haar niet toeliet,
zich voortdurend met eenen zoo drukkenden last te bezwaren en weigerde
volstrektelijk aan onze redenen toe te geven. In dien hagchelijken staac van
zaken hebben wij ons bezig gehouden mee alles voor te bereiden, opdat dit
onweerstaanbaar besluit met de noodige waarheid en de vereischte voorzorgen
wierd uitgevoerd.
De acte van afstand van Hare Maj. is de volgende:
De tegenwoordige toestand der natie en de wankelende staat mijner gezond,
heid hebben mij doen besluiten, afstand te doen van het regentschap van het
Rijk, hetwelk nrij gedurende de minderjarigheid van mijne dooriuchte doch
ter, Isabella II, is opgedragen geweest door de constitueerende Corces der
natie, die in 1833 vergaderd zijn geweest, in weerwil van de dringende
vertoogen, die mij door mijne raadslieden, met al die tronw en vaderlands,
liefde, die hen kenmerken, zijn gedaan geworden, dat ik hetzelve voor het
minst tot op de bijeenkomst der aanstaande Cortes zon behouden, alzoo zij
van oordeel waren, dat zulks voor het land en de aigemeene zaak nuttig