Haden middag is er diner ten Hove. Dezen avond zal Zijde Maj., zoomen verzekert, de voorstelling in den Hollandschen schouwburg bijwonen. AHe de openbare gebouwen en vele particuliere woningen, alsmede de vóór en in de stad liggende schepen zijn met vlaggen getooid. Na den afloop van het diner ten Hove, heelt Zijne Maj. met de bejden zich alhier bevindende Prinsen, de voorstelling bijgewoond in den stads schouwburg, waar een zoo talrijk als aanzienlijk publiek vergaderd was, om Hoogstdezelven op te wachten. Eerit in den loop van den dag zeiven was het met zekerheid bekend ge worden dat men Zijne Maj. aldaar verwachten mogt, maar het bestuur des ichonwburgs had gezorgd zich voorbereid te houden. Zoodra Z. M. en de Prinsen, na op de hartelijkste wijze ontvangen te zijn, en zulks op het minzaamst beantwoord te hebben, gezeten waren, begon de voorstelling met eenen welkomstgroet, een dichtstuk van den heer Roobol en muzijk van den heer van Bree, door mevrouw Stoet a, in het karakter van Amstels Stedemaagd, met begeleiding van liet koor, Zijne Maj, toegezongen. Op dezen welkomstgroet volgde het aangekondigde, voorbedabbtelijk voor Öeze gelegenheid uitgekozene tooneelspel van mevrouw Muller, De Admi kazt. Piet Hein te Delfshaven, met muzijk van den heer Bunte voor de kooren. Tusschen dit stuk en het ballet Cyrus en Aspasia, eene fabel getrokken bit een der verhalen van den Vadetlandschen dichter, den Ridaer Jacob Cats, waarmede de voorstelling beslocen werd, trad ook de dichter ff ester, man te voren, om Zijne Maj. bij Hoogstdeszelfs eerste komst, als Koning, in deze Hoofdstad, geluk te wenschen. Hij herinnerde, hoe hij het was geweest, die voor nagenoeg zeven en twintig jaren Zijne Maj.destijds Erf. prins van Oranje, van Amstels hoog tooneel had begroet, en verheugde zich dat bij than; Hoogscdenzelven moge toeroepen: Welkom zijt Ce ons kier als Koning, Zoo als Gij 't als Maarschalk waart. Zijne Maj. scheen bijzonder over het geheel dezer voorstelling voldaan en niet minder hartelijk dan de ontvangst was geweest, was ook het afscheid. Nog dien eigen nacht omstreeks elf ure, heeft Zijne Maj. met de Prinsen de terugreize naar de Residentie aanvaard. In het dagblad de Avondbede van den 24Sten dezer, leest men het Volgende: Wjj haasten ons mede te deelen, het zoo even bij ons door buitengewone gelegenheid ontvangen berigt; volgens hetwelk Z. M. een besluit zou heb. ben genomen, betrekkelijk de rigting, te geven aan den spoorweg van Haar. lem naar *s Gravenhage, en de verlenging van dien loopende van Amsterdam tot nabij Haarlem. De Commissie tot onderzoek der stoomwerktuigen in Engeland, waar. van wij in een onzer vorigén hebben melding gemaakt, is den 2isten dezer bit Texel vertrokken. Uit Harderwijk wordt van den 21 October het volgende gemeld: Maandag avond II., tusschen 8 en 9 ure, heeft alhier, bij den gewoed hebbenden storm, een allerbedroevendst ongeluk plaats gehad. Het vaartuig van Jan Pieters Blokziel, te Hoogeveen wonende, met lange turf geladen en alhier op de reede ten anker liggende, werd door de woede der golven daar. van afgerukt en zoodanig tegen den kistdam bij de Vischpoort aangedreven, dat de bovenlast daarvan afsloeg en vrouw en kindje van één jaar over boord vielen en een prooi der golven geworden zijn; eene tweede botsing verbrij zelde het geheele vaartuig, zoodat ook de schipper en knecht, zijnde des- zelfi broeder Pieter Blokziel, over boord zijn geslagen en de laatste daarbij tevens is omgekomen, terwijl de schipper op eene plank als levenloos aan wal is gedreven en door de spoedige hem toegebragte geneeskundige hulp tot het leven is teruggebragt; doch hij is niet alleen beroofd van alles wat hem dierbaar was, maar bovendien tot volslagene armoede vervallen. Van de vermiste personen is tot heden alleen het kindje teruggevonden en Dings, dag morgen alhier aangebragi, Uit Groningen schrijft men van den 21 October: Door het Provinciale Hof van Groningen is heden morgen, ten tien ure, hitspraak gedaan in de zaak tegen E, Meeter,J. H. Bolt en A. Sonius, welke van de tegen hen gevelde vonnissen, door de Arrondissements-Regtbankin hooger beroep waren gekomen; zijnde die vonnissen zoo veranderddat E. Meeter door het Hof is veroordeeld tot gevangenzetting voor den tijd van vier jaren, J. H. Bolt tot dezelfde straf voor den tijd van twee jaren, terwijl de beklaagde A. Sonius is vrijgesproken. O O S T - 1 N D I E. Batavia den ip Junij. De Javaiche Couranten van deze dagteékening bevatten de officiële mededeeling van de inneming van Sinkel, op Sumatra s noord-westkust, door de Nederlandsche zee- en landtroepen, waarbij die laatsten slechts een verlies van 3 man geleden hadden. Den lóden Junij was in de Roomsch-Katholijke kerk te Batavia eene piegtige lijkmis gevierd voor wijlen Z. Exc. den Gouverneur-Generaal. /EGYPTE. Mehemed zou eerst plan gehad hebben om zijne vloot te doen üitioopen en tegen die der verbonden Mogendheden te doen ageren; docli op raad van den Franschen Consul-Generaal Cochelethad hij den 2Óscen September tegen, bevel gegeven. Uit Alexandrie heeft men te Weenen het berigt ontvangendat Meke. tned-Ali ernstig ongesteld was geworden. De onder-Koning had al deTurkSche officieren, die zich op de vloot be vonden, behalven 5 der voornaamsten, uit zijne dienst ontslagen en hun doen bekend maken, dat zij voortaan geene soldij meer zouden ontvangen. De soldaten der vloot zijn door hem op de schepen aldns verdeelddat er één Turk tegeh twee /Egyptenaren is. Zijn paleis is van alle kanten door menig. Vuldige wichten ingesloten, daar h(j bevreesd schijnt te zijn, te zulten wor den opgeligt. T R K Y E. De Oostenrijksche Beobachter bevat uit Konstantinopel van den 4 October ZJaeer uitvoerige berigten, welke op het volgende nederkomen: Op alle punten der Syrische kust, van Kalffa tot Tripoli, staan, volgens deze berigten, de Maroniten op, 14,000 van welke reeds, van verschillende kanten, de /Egyptenaar* aangetast hebben. Twee duizend hebben een aanval, door Ibrahim in persoon bestuurd, dapper afgeslagen en hem met verlies tot tvijken gebragt; Kalffa, dat door de Egyptenaar* geheel verlaten is gewor. den, was daarop voor korten tijd bezet en vijf aldaar liggende kanonnen wa« Iers vernageld. In een gevechttusschen Selim-Pzchz en de /Egyptische voorposten in het gebergte, waren 360 der laatste gevangen gemaakt en naar de legerplaats te Dschunieh gevoerd, waar men hen zeer goed behandelde. Ibrahim had deze nederlaag moeten aanzien, zonder hulp te kunnen toebrengen. Verder behelzen deze berigten bijzonderheden omtrent het bezetten van Saïda, door den Admiraal Stopford, op den 24 September. Na weigering toe vrijwillige overgave, waren 1000 man landingstroepen ontscheept en hadden de stad met storm ingenomen. Behalve de bezetting, uit 2000 man bestaande, terwijl de bevelhebber In de vesting er het leven bij heeft ingeschoten, is eene menigte wapenen en ammunitie in handen der Turken gevallen. Ook de kleine stad Sur is door hen bezet. Door de verovering van Saïda is de expeditie ir, staat gesteid niet het ge bergte Gerzeje gemeenschap te houden den Zuidelijken; Libanon te wape nenen zelis den Vorst der üiusen, Emir-Beschirernstig te bedreigen. De ZEgyptetiaars hielden nergens stand en onder hen lieersclite eene aige- meene moedeloosheid. Niet minder dan 60 hunner officieren en onder-oiii. eieren hadden zich, den aysten, in de legerplaats bij Dschunieh aangemeld. Al deze gebeurtenissen hadden de geestdrift onder de Turksche troepen, en onder de Syrische bevolking, die niets liever wenscht dan van het hatelijk juk der /Egypcenaars bevrijd te worden, ten top doen stijgen. Omtrent de vermeestering van Saïda meldt men nog,dat die vesting door 1000 man Engelschen, 200 Oostenrijkers en 1000 Turken stormenderhand is ingenomen, en Z. Keiz. H. de Aartshertog Frederik van Oostenrijk de eerste geweest is, die de brés heeft beklommen, tegelijk met eenen Pruissischen Kapitein. De vruchten der overwinning warendet de geheele Libanon in opstand was, en dat van het leger van Ibrahim-Pacha sooo man krijgsge vangen gemaakt en 4000 waren overgeloopen, SPANJE. Uit Madrid heeft men van den isden de formele bevestiging ontvangen van den troonsafstand van Koningin Maria Christina, Regentes van hare minderjarige dochter Isabella II, welk berigt een paar dagen vroeger door den telegraaph te Parijs was aangebragt. (Zie beneden onder Frankrijk). Uit die berigten blijkt, dat H. M., nadat de Ministers zich den uden te Va. lencit hadden verzameld en hun programma van regering schriftelijk aan de Koningin-Regentes hadden overhandigd, deze den volgenden dag de Minis, ters bij zich heeft laten komen en verklaard heeft, afstand van het Regent schap in naam van hare dochter te doen. Eenige pogingen, welke de Mi. nisters aanwendden,om haar van besluit te doen veranderen, waren vruchte loos, en zij heeft plegtig in tegenwoordigheid van de militaire, burgerlijke en geestelijke Overheid van Valencia den isden het Regentschap nederge. legd en is daarop den volgenden dag aan boord van een fregat vertrokken. Voor dat H. M. afstand gedaan had, heeft zij de Cortes bij een besluie ontbonden en de hernieuwing van den Senaat met een derde bevolen. Hec provisionele Regentschap is thans aan de gezamenlijke Ministers opgedragen, doch men meent, dat bepaaldelijk de drie tegenwoordige Ministers, Espar- tero, Ferrer en Mina, hetzelve zullen bekomen. Men telt tegenwoordig bij de ultra-liberale partij meer dan 20 onder scheiden afdeelingen, onderling in gevoelen verschillende. In de Baskische provinciën is een manifest opgesteld, waarin de bewo ners te kennen geven, dat, zoo hunne voorregten geëerbiedigd worden, zij zich rustig zullen gedragen, doch anders met de wapenen inde vuist, tot liet laatst toe tegenstand zullen bieden. De verwachting, dat het Fransche Ministerie met nadruk zou opkomen tegen de gevangenneming van den voormaligen Spaanschen Minister Sotilo aan boord van een Fransch schip, schijnt niet vervuld te zullen worden. De Censtitutiennel bevat er een artikel over, in hetwelk eene onderscheiding worde gemaakt, waarmede het Ministerie zich van het wreken der gehoonde vlag in dat geval schijnt te willen afmaken. Et wordt namelijk gezegddac de heer Sotilo niet aan boord van een oorlogschip is geweest, maar aan boord van een' koopvaarder, en da: hij alzoo niet geacht kan worden, zich te hebben bevonden op Fransch gebied, en het slagtoffer te zijn van eene aanranding tegen de onschendbaarheid der Fransche vlag. DUITSCHLAND. De Pruissische Regering heefc doen bekend maken, dat alle uitvoer van paarden, waarheen ook, tot nader orde verboden is. Eene deputatie der stad Berlijn heeft aan Z. M. den Koning een zil. ver schild, met rijk in goud versierde beeldwerken, en in het midden der- zelve de genius des volks door olijftakken omgeven, en aan H. M. de Koningin eene breede zilveren schaalversierd met goud en juwelenuit welker midden zich eene zuil om eene met den diadeem versierde charitai verheft, ten geschenken gegeven, ter gedachtenis aan het inhuldigingsfeest. Uit Hanover wordt gemeld, dat de Generaal-Majoor van Stirum door den Koning ontvangen en met het Commandeurskruis van de Guelfen-orde begiftigd is, terwijl een Hanoversch Generaal naar 's Hage is vertrokkenom Willem II gelnk te wenschen en aan Z. M. namens den Koning van Hanover het Kroot Kruis van de Orde van George te overhandigen. Het Zweedsch Gouvernement zou drie oorlogschepen naar de Middel, landsche zee gezonden hebben, wegens de mogelijkheid eener verwikkeling tusschen de groote Mogendheden, om de Zweedsche en Noorweegsche vaarmigen, die eenen aanzienlijken handel in de MiddelandsChe zee drijven, te beschermen. De stipste onzijdigheid zal echter door die Mogendheid wófden in achc genomen. GROOT-BR IT ANNIE. Lönden den 21 October. Ter eere van den buitengewonen Gezant van Z. M. den Koning der Nederlanden, Baron van der Cape Hen, heeft de Rus. sische Gezant, Baron Brunoween prachtigen maaltijd gegeven, welke door vele Diplomatieke personen, ook door den heer GuizotFransch Gezant, Is bijgewoond. Voornoemde buitengewone Gezant en de gewone Gezant van het Ne. derlandsche Hof, de Ridder Dedel, hebben een bezoek bij de Koningin- weduwe te Sudburij-hall afgelegd. De Morning Herald van den ipden maakt nog gewag van eene andere nota van den Minister Thiers, aan Lord Palmerstön gerigc, waarin geprotes teerd wordt tegen de staatkunde niec van Engeland, maar van Rusland, en waarin voorts gevraagd wordt: i°. Wac liet Éngelsche Gouvernement voor nemens is te doen, met betrekking tot de afzetting van Mehemed-Ali ais onder-Koning van ALgypte? 20. Wat deszelfs voornemen is, met betrekking tot den gedreigden aanval op Alexandrie en de vernieling van de Turksche vloot? en 3°. Welke voorwaarden het verder aan Mehemed-Ali denkt voor te schrijven? Hierop zou Lord Palmerstön geantwoord hebben, dat het eerste en derde zal afhangen van de mate van tegenstand, welke Mehemed-Alt verder aan de uitvoering der bepalingen van de overeenkomst van 15 Julij zal bieden, en dat het tpveede bepaald zal worden door, en geëvenredigd zijn aan zijne oorlogstoebereidselen te Alexandrie, en aan het gebruik, dac hij van de vloot zal maken. De Éngelsche Gezant te Parijs zou, in antwoord op de voorlaatste non van het Fransche Kabinet, namens de Éngelsche Regering te kennen gegeven hebben, dat, daar de vervalling-verklaring van Mehemed-Ali door de Porte eenmaal geschied is, Engeland daarin niets kon veranderen, zonder aanmer. kelijk de krachten|en den zedelijken invloed van den oproerigen onder-Koning te vermeerderen. Te Manchester heeft een vreesselijke brand gewoed, weike 4 uitge strekte pakhuizen, grootendeels met ongesponnen katoen en andere brand bare artikelen gevuld, heeft in de asch gelegd. De schade wordt op 15,000 iê berekend. Berigten uit Lissabon van den ieden dezer meldendat de toestand der Koningin beter en zij buiten gevaar was. FRANKRIJK. Parijs den 23 October. Volgens een Parijsch blad, la Presse, zouden er zulke omstandigheden met den aanslag van Darmbs op den Koning in ver band staan, dat dezelve een treurig licht over die geheele zaak zouden ver. spreiden. Uic de eenigzins geheimzinnige taal van dit en een ander blad, zou

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3